Alternatieve Niveau 2 en 3 Cursussengids. Periode 3. UTRECHT, november 2015 Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen Vereniging



Vergelijkbare documenten
Alternatieve Niveau 1 Keuzecursussengids. Periode 3 en 4

Alternatieve Niveau 2 en 3 Cursussengids. Periode 3. UTRECHT, November 2014 Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen Vereniging

Alternatieve Cursussengids. Periode 3. UTRECHT, november 2016 Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen Vereniging

Alternatieve Niveau 1 Keuzecursussengids. Periode 4. UTRECHT, Februari 2016 Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen Vereniging

Alternatieve Niveau 2 en 3 Cursussengids. Periode 3. UTRECHT, November 2012 Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen Vereniging

Alternatieve Niveau 2 en 3 Cursussengids. Periode 3. UTRECHT, November 2011 Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen Vereniging

Alternatieve Niveau 2 en 3 Cursussengids. Periode 3. UTRECHT, November 2013 Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen Vereniging

Periode 3 en 4. UTRECHT, November 2014 Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen Vereniging

3 Hoogbegaafdheid op school

Alternatieve Niveau 2 en 3 Cursussengids. Periode 1. UTRECHT, Juni 2013 Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen Vereniging

Tekst lezen en vragen stellen

De PADVINDER STUDIEPADEN BACHELOR BIOLOGIE CELBIOLOGIE ECOLOGIE EN NATUURBEHEER EDUCATIE COMMUNICATIE MANAGEMENT ECM EVOLUTIE & BIODIVERSITEIT

Bijlage 5 Interviewformulier studieadviseurs

Cosis Begeleid Leren

Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk?

Realisatie eindtermen binnen de bachelor Biologie

JONG HOEZO ANDERS?! EN HOOGGEVOELIG. Informatie, oefeningen en tips voor hooggevoelige jongeren

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

Test: Je ouders als studie oriëntatiecoach

HET ERASMUS HAVO/VWO TECHNASIUM. Het Erasmus. Wanted! Nieuwsgierige types

U-Talent Academie. Uitdagend bètaonderwijs op school en de universiteit

Dit document hoort bij de training voor mentoren blok 4 coachingsinstrumenten, leerstijlen.

Het Sectorwerkstuk

Vragen gesteld in het evaluatieformulier + Antwoorden

Alternatieve Cursussengids Periode 3

Werkwijzer Verslagkring:

Alternatieve Niveau 2 en 3 Cursussengids. Periode 4. UTRECHT, Januari 2012 Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen Vereniging

Evaluatie Topondernemers groepen 8. 8 april 2015

Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER)

Naam opleiding: Molecular Science & Technology. Toelating

Alternatieve Niveau 2 en 3 Cursussengids. Periode 2. UTRECHT, AUGUSTUS 2014 Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen Vereniging

Werkboek Het is mijn leven

Enquête informatievoorziening minoren en keuzeruimte

Alternatieve Niveau 2 en 3 Cursussengids. Periode 4. UTRECHT, Januari 2013 Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen Vereniging

Wij zijn Kai & Charis van de Super Student en wij geven studenten zin in de toekomst.

Jouw praktische weg naar het hbo. Onderdeel van AOC Oost

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Ontwikkellijn 1: Ik zorg ervoor dat ik aan het werk ga en blijf!

Inhoud. 1 Wil je wel leren? 2 Kun je wel leren? 3 Gebruik je hersenen! 4 Maak een plan! 5 Gebruik trucjes! 6 Maak fouten en stel vragen!

STAGEVERSLAG VMBO LEERLING INSTRUCTIE

Seksualiteit: Grenzen en Wensen

Evaluatie Waterdag 17 maart 2015

Alternatieve Niveau 2 en 3 Cursussengids. Periode 2. UTRECHT, September 2013 Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen Vereniging

DE NATIONALE WETENSCHAPSAGENDA VOOR SCHOLIEREN - DEEL 1 HAVO

Een spreekbeurt houden

Inspirerend Presenteren

De PADVINDER STUDIEPADEN BACHELOR BIOLOGIE CELBIOLOGIE ECOLOGIE & NATUURBEHEER EVOLUTIE & BIODIVERSITEIT GEDRAGSBIOLOGIE MARIENE WETENSCHAPPEN

Leerstijlentest van David Kolb Davy Jacobs, GDD1B

Klas:!ca 1CE C1A C1A C1A C1A C1a C1A C1A C1A c1a C1A C1A C1A C1A C1A C1A C1A C1B c1b C1B C1B c1b c1b C1E C1E

Blok 1 - Introductie

Onderwijsregeling VI Keuzeonderwijs Bacheloropleiding Geneeskunde Curius+

De studiebelasting voor Werktuigbouwkunde bedraagt gemiddeld 42 uur per week. Wiskunde is wel een

Persoonlijke competenties Sociale competenties Leer (school) competenties

Ik wilde een opdracht ontwikkelen voor leerlingen die voldoet aan de uitgangspunten van competentiegericht leren.

Reflectiegesprekken met kinderen

Evaluatierapport Module 11 Production Systems Engineering

leer-actief werkboek Naam: 1

OER. Uitleg over de. Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER)

Zelfreflectie Jaar 1 Marco Kleine Deters Bedrijfskundige Informatica

1 Lezen. 1.1 Lezen wat er staat. Lees eerst de tekst goed door en probeer dan de vragen hieronder te beantwoorden.

User Centered Design. Personas ontwikkelen

Feedback Project Ergonomisch Ontwerpen

Voorbereidingscursussen

HEY WAT KAN JIJ EIGENLIJK GOED? VERKLAP JE TALENT IN 8 STAPPEN

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

Wat is het verschil tussen deze opleiding bij de TU Delft en die bij een andere universiteit? Nanobiology wordt uitsluitend in Delft gegeven.

Een spreekbeurt houden

Minor in het buitenland Mogelijkheden bij de opleiding Geneeskunde

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

BPV-praktijkboek. Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent

Spreekbeurt, en werkstuk

Veel gestelde vragen over de U-Talent Academie

Handleiding voor de leerling

Presentatie Tekst Top plan (talentontwikkelingsplan) Amy Kouwenberg OABCE1A

Uitleg Werkwijzers Bovenbouw Dit zijn de beschrijvingen van alle presentaties die je moet doen en het werkstuk dat je maakt.

Wereldgodsdiensten. Project Levensbeschouwing 2 e klas St. Nicolaaslyceum. Naam:

De PADVINDER STUDIEPADEN BACHELOR BIOLOGIE BIOGEÏNSPIREERDE TECHNOLOGIE BIT CELBIOLOGIE ECOLOGIE & NATUURBEHEER EDUCATIE COMMUNICATIE & MANAGEMENT ECM

Handboek Maatschappelijke stage Handen uit de mouwen voor ZOA

Werkbladen. Uitdaging! Wat betekent succes en geluk voor mij? Gaat voor jou geluk samen met succes? Of gaat het

! LERAREN HANDBOEK!!! 1e Editie, 2014

Zomerboekje voor nieuwe. Lumion leerlingen

Naam opleiding: Technische Natuurkunde. Toelating

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent?

Sectorwerkstuk

Het houden van een spreekbeurt

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!

Sectorwerkstuk. Theoretische Leerweg. Klas 4 TL/M

Shake Song Fort van de Verbeelding. Bovenbouw Groep 7 en 8

Beroepenwerkstuk 3 MAVO

SLB eindverslag. Rozemarijn van Dinten HDT.1-d

E.H.B.O. Werkstuk Vera Kleuskens, groep 7

a.roland holst c ollege QUEST een avontuurlijke zoektocht...

PROJECT 2014 FLL WORLD CLASS SM

r ipboek voor ouders over studiekeuze

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster

ipad enquête - ouders - 18 reacties (van 29 ouders)!

Alternatieve Niveau 2 en 3 Cursussengids. Periode 2. UTRECHT, Augustus 2012 Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen Vereniging

Oriëntatie: Samen Scholen Beeldende Kunsteducatie. Helma Molenaars en Grada Buren.

Transcriptie:

Alternatieve Niveau 2 en 3 Cursussengids Periode 3 UTRECHT, november 2015 Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen Vereniging

Voordat je begint met lezen De alternatieve studiegids is anders dan de reguliere studiegids van het departement Biologie. De informatie in deze gids is afgestemd op die in de reguliere gids, maar het kan gebeuren dat ze minder up to date is. Kijk dus vooral ook naar de reguliere studiegids op de site van de Universiteit. De directe link er naartoe is als volgt: http://students.uu.nl/beta/biologie/onderwijs/studieprogramma/major-biologie Wil je meer weten over de veranderingen in het onderwijsmodel van de komende jaren, kijk dan op: www.uu.nl/studenten/onderwijsmodel

Voorwoord Lieve Biologen, Het inschrijven voor de periode 3 moet alweer gebeuren, terwijl de 2 e periode pas net begonnen is. Het duurt ook nog even voordat je ook echt de cursus gaat volgen waar je je nu voor op gaat geven. Eerst is er nog Sinterklaasavond, Kerst, Oud en Nieuw en zelf een onderwijsvrije w eek valt er nog tussen. Toch moet je nu cursussen kiezen en deze Alternatieve Studiegids gaat je daarbij helpen. Vele studenten zijn je voor gegaan bij Biologie en hebben natuurlijk altijd een mening over dat wat zij gevolgd hebben. In dit boekje zijn ze dan ook helemaal los gegaan om jou te helpen te beste keuze te maken. Wel zijn er een aantal nieuwe cursussen deze periode, waar we dus nog geen ervaringsdeskundigen van hebben. Jullie zijn dus pioniers! Laat dan ook zeker weten wat jullie er van vinden, aan de docent én aan ons! Op deze manier kunnen we de onwetende studenten van volgend jaar te hulp staan. Deze gids bevat niet alleen stukjes over biologie-cursussen, maar ook cursussen buiten biologie. Zoals bij faculteit Diergeneeskunde of departement Geo-wetenschappen. Vergeet die dan ook niet te bekijken, zeker als je een keer iets anders wilt. Vergeet ook niet de padvinder (https://biologievandaag.wordpress.com/) te bekijken, voor als je een cursussen in een specifieke richting wilt of moet doen. Heel veel succes met kiezen! Liefs, Marloes

Toelichting Beste student, Het kiezen van de juiste vakken voor de volgende periode blijft altijd moeilijk. Voor veel studenten biedt deze alternatieve studiegids dan ook een helpende hand. Veel van jullie kennen de gids inmiddels, maar voor degene waarbij hij wat minder bekend is volgt hier een korte uitleg over wat de alternatieve studiegids precies is. De alternatieve studiegids lijkt in principe erg veel op de gewone studiegids: over elke cursus staat een stukje tekst waarin beschreven wordt wat deze cursus precies inhoudt. Het grote verschil met de gewone studiegids is dat deze stukjes geschreven zijn door studenten. Deze studenten hebben het vak vorig jaar gevolgd en delen op deze manier hun ervaringen met jullie. Zij beschrijven het verloop van de cursus, de onderwerpen die aan bod komen en geven bijvoorbeeld aan hoe zwaar zij het vonden om de desbetreffende cursus te volgen. Dit is natuurlijk wel de mening van één enkele student, maar het geeft je in ieder geval een beeld van hoe het vak in elkaar zit. Dit kan je helpen bij je beslissing. Bij iedere cursus wordt ook het slagingspercentage van de cursus vermeld. Deze slagingspercentages berusten op de studenten die het vak in een keer halen. Daarnaast worden sinds kort ook gemiddelde beoordelingen die uit de OAC-B onderwijsenquêtes zijn gekomen onder elke cursus vermeld. Dit geeft een algemeen beeld van hoe de cursus wordt beoordeeld door studenten. Let wel op, sommige cursussen zijn maar door een relatief klein deel van de deelnemers beoordeeld. Jij kunt helpen om deze cijfers nog betrouwbaarder te maken door ook de enquête in te vullen! Volg je deze periode cursussen bij Biologie? Of volg je een cursus bij een andere studie waar meer biologen over zouden moeten horen? En wil jij een nieuw stukje schrijven voor de gids van volgend jaar? Laat het ons weten! Stuur een mailtje naar bestuur@ubv.info met daarin het vak waarover jij een stukje zou willen schrijven. Je kunt natuurlijk ook iemand van ons aanspreken! Ben jij een ouderejaars bioloog en wil je beginnen aan je scriptie/onderzoeksproject? Ook hiervoor kun je bij ons terecht. Kijk achter in deze alternatieve studiegids voor meer inf ormatie! Heel veel succes met het maken van je keuze en natuurlijk veel plezier bij het volgen van je cursussen! De onderwijscommissie van de UBV, Brigit van Brenk Denise Groeneweg Emma van Deelen Mark Bouwmeester Marloes Leeflang Ruben Vleeschouwers Matyas Bittenbinder

Inhoud Voorwaarden voor het volgen van niveau 2 & 3 cursussen 4 De Onderwijscommissie van de UBV (OcUBV) 5 Studieadviespaden 6 Periode 3 - timeslot A + D - 8 - Niveau 2 8 Wetenschaps- en techniekcommunicatie, Bètabreed (BETA-B2WTC) 8 Oriëntatie op de onderwijspraktijk (B-B3OCEP05) 9 Gedragsobservaties (B-B2GEBI05) 9 Bèta in bedrijf en beleid (B-B2VSR) 9 - Niveau 3 10 Eukaryote microbiologie (B-B3EUKA09) 10 Toxicologie (B-B3TOX10) 11 Wetenschapper in advies (B-B3WEAD09) 11 Moleculaire en cellulaire biologie 12 Moleculaire en cellulaire neurobiologie 12 Periode 3 - timeslot B + C - 13 - Niveau 2 13 Evolutie 2 (B-B2EVO09) 13 Paleoecologie (B-B2PALE09) 14 - Niveau 3-16 Planten, adaptatie en afweer (B-B3PLAA05) 16 Ontwikkelingsbiologie en genetica (B-B3OBG05) 17 Bio-ethiek (B-B3BETH05) 18 Periode 3 - timeslot A + D of B + C - 19 - Niveau 3-19 Scriptiecursus (B-B3AFST05) 19 Periode 3 - Fulltime - 20 - Niveau 3 20 Onderzoeksproject (B-B3ONPR09) 20 Vakken buiten Biologie 21 Vergelijkende Ethologie - Diergeneeskunde (DB3B23-EW) 21 Evolutie en ecologie (GEO2-1215) 22 GIS/Cartografie (GEO2-3031) 23 UBV-cursussen 24 Loopbaanzaken 24

Blokjesrooster

Voorwaarden voor het volgen van niveau 2 & 3 cursussen Er zijn voorwaarden voor het volgen van niveau 2 & 3 cursussen. De regels hiervoor staan genoemd in de Onderwijsexamen regeling (OER). In het artikel uit de OER dat de toelating tot het onderwijs van niveau 2 en 3 bepaalt, staat: art. 4.2 ingangseisen cursussen; voorkennis 1. Toegang tot de cursussen (practica, werkcolleges en toetsen) van het verdiepende niveau (niveau 2) van de opleiding heeft de student die van het eerste jaar van de opleiding onderdelen met een studielast van tenminste 45 studiepunten heeft behaald. 2. Toegang tot de cursussen (practica, werkcolleges en toetsen) van het gevorderde niveau (niveau 3) van de opleiding heeft de student die van de keuzeonderdelen van de opleiding op verdiepend niveau (niveau 2) van het 2e jaar onderdelen met een studielast van tenminste 15 studiepunten heeft behaald. 3. Toegang tot de cursussen Afstudeeropdracht (scriptiecursus) en Onderzoeksproject heeft de student die tenminste 120 studiepunten van de major van de opleiding heeft afgerond met een voldoende eindcijfer, waarvan het verplichte deel van de major (67½ studiepunten) geheel moet zijn behaald. 4. Vanwege gewetensbezwaren kan de student verzoeken om deel te nemen aan de cursus Biologie van dieren (niveau 1) waarbij van de cursus de verplichte dissectiepractica worden vervangen door een andere opdracht. 5. Aan de niveau 2 cursus gedragsbiologie kan eerst worden deelgenomen nadat een voldoende is behaald voor de niveau 1 cursus Biologie van dieren met dissectie en de cursus Evolutie en biodiversiteit. 6. De cursus Biologie van dieren met dissectie is verplicht voor alle cursussen van niveau 2 en 3 met practica waarbij gebruik wordt gemaakt van dieren. 7. Onverminderd het bepaalde in het vijfde en zesde lid wordt in de Universitaire Onderwijscatalogus (en de studiegids) bij elke cursus aangegeven welke voorkennis vereist is om daaraan met goed gevolg te kunnen deelnemen. De volledige OER kan je inzien en downloaden op de website van de Universiteit: http://www.uu.nl/faculty/science/nl/onderwijs/bachelor/studenten/opleidingen/biologie/studiepun t/naslag/oer/pages/default.aspx

De Onderwijscommissie van de UBV (OcUBV) De onderwijscommissie van de UBV is de commissie die service op onderwijsgebied levert aan alle Utrechtse biologiestudenten. De commissie heeft ook jou een heleboel te bieden! Aan wat voor services kun je zoal denken? - Tentamenbank op internet - Tentamenbundel voor eerstejaars - Alternatieve studiegidsen - Alternatieve mastergids - Stagebank - Studie-informatie, o.a. informatieavonden De producten van de OcUBV kun je vinden op de website van de UBV: www.ubv.info onder het kopje onderwijs. Ook over de commissie zelf staat informatie op de website. Klik hiervoor vanaf de hoofdpagina door naar het kopje commissies. Voor meer algemene informatie en nieuws op onderwijsgebied kun je ook altijd een email sturen naar vicevoorzitter@ubv.info of bellen naar de UBV-kamer (030-2536741). Natuurlijk kun je ook een onderwijscommissie- of UBV-bestuurslid aanspreken, vragen staat vrij! Zin om te helpen met het maken van deze gids? Wil je in een commissie, maar er niet al te veel tijd aan kwijt zijn? Kom de OcUBV versterken! Hoe? Zoals hierboven: mail/bel/spreek iemand aan NB: Ben jij op zoek naar een gezellige commissie die niet te veel tijd kost maar wel belangrijk werk verzet? Kom ons dan versterken! Stuur een mailtje naar vicevoorzitter@ubv.info en wie weet zien wij jou op de volgende vergadering! NB 2: Wil je een bijdrage leveren aan de tentamenbank? Vraag je docent of je het tentamen mee mag nemen voor de tentamenbank en geef het aan de vice-voorzitter van de UBV. Hier heeft iedereen profijt van!

Studieadviespaden De Bachelor Biologie kent momenteel 12 studieadviespaden. Een studieadviespad is een cluster van cursussen in een bepaalde richting en bevat cursussen van zowel niveau 1, 2 als 3 met toenemende complexiteit en specialisatie. Vaak is het zo dat bepaalde cursussen binnen een studieadviespad een ingangseis vormen voor een cursus met een hoger niveau uit hetzelfde studieadviespad. Het is verstandig om deze ingangseisen regelmatig te checken want ze kunnen worden aangepast (Padvinder). De verschillende cursussen binnen een studieadviespad worden zo goed mogelijk op elkaar afgestemd zodat er geen onnodige overlap is tussen cursussen. Bovendien wordt de verwerving van voldoende academische vaardigheden bij de verschillende (combinaties van) studieadviespaden gegarandeerd. Uiteraard kun je meerdere studieadviespaden combineren, maar afhankelijk van het aantal cursussen dat je bij biologie volgt, de grootte van de studieadviespaden en de gekozen combinatie is het niet altijd mogelijk om alle cursussen uit de gekozen studieadviespaden te volgen. Het volgen van studieadviespaden is niet verplicht maar is wel aan te raden omdat het je een goede basis geeft voor bepaalde masterprogramma s. Maar let op, het volgen van een studieadviespad is geen garantie om toegelaten te worden tot een bepaalde master. Zorg dus dat je ruim van tevoren uitzoekt wat de toelatingseisen zijn voor de masters waar jij in geïnteresseerd bent. Hieronder staan de studieadviespaden genoemd met de bijbehorende cursussen uit periode 2. Meer informatie over de studieadviespaden vind je in de reguliere studiegids. Schuingedrukt zijn cursussen die aanbevolen zijn maar geen kerncursussen zijn. Studieadviespad Afkorting Bijbehorende cursussen Niveau 2 Niveau 3 Celbiologie CB Mol. en Cel. Biologie (exp. & theo) Ecologie en natuurbeheer EN Educatie, communicatie en management ECM Evolutiebiologie EV Evolutie 2 Oriëntatie onderwijspraktijk; Bèta in bedrijf en beleid; wetenschap en techniek communicatie Gedragsbiologie GB Evolutie 2 Bio-ethiek Mariene Wetenschappen MW Wetenschapper in advies Microbiologie MB Mol. en Cel. Biologie (exp. & theo) Neurobiologie NB Mol. en Cel. Neurobiologie (exp. of theo.) Ontwikkelingsbiologie OB Ontwikkelingsbiologie en genetica Plantenbiologie PB Plantenadaptatie en afweer Theoretische biologie TB Toxicologie TX Bèta in bedrijf en beleid Toxicologie

Voor extra informatie over wanneer je welk vak moet kiezen. Kijk eens in de Padvinder. Deze beschrijft de kerncursussen, de aanbevolen cursussen en cursussen buiten de studie Biologie per studiepad. Daarnaast laat deze zien welk cursussen bepaalde cursussen als voorkennis eisen (Let op: dit geldt alleen voor de HUIDIGE 1 e EN 2 e JAARS!) De padvinder kun je vinden op https://biologievandaag.wordpress.com/ en/of via google zoeksysteem.

Periode 3 - timeslot A + D - - Niveau 2 Wetenschaps- en techniekcommunicatie, Bètabreed (BETA-B2WTC) Wetenschaps- en techniekcommunicatie (WTC) is een vak waar alle bèta-studenten zich voor in kunnen schrijven. Het is een redelijk klein clubje en de meerderheid be staat wel uit studenten Biologie. De docenten, Liesbeth de Bakker en Frans van Dam, zijn daarom ook erg betrokken en proberen de colleges zo interactief mogelijk te maken. Liesbeth de Bakker heeft erg veel vak kennis, geeft prettig les en probeert je aandacht vast te houden. Ook Frans van Dam geeft les op een goede manier en haalt veel praktijkvoorbeelden aan. Naast deze twee vaste docenten komen er ook een aantal keer gastdocenten/experts college geven. Dit koppelt de theorie aan de praktijk en geeft een goed beeld van WTC. De cursus geeft verschillende beelden van WTC: risicocommunicatie, gezondheidscommunicatie etc. Ook komen er verschillende vormen van communicatie aanbod en hoe deze de laatste eeuw ontwikkeld zijn. De onderwerpen hangen goed samen en geven aan het eind een compleet beeld van WTC. Een belangrijk aspect uit de cursus is zelfreflectie, waarbij je zelf gaat kijken naar jouw rol als communicator. Het vak bestaat uit interactieve hoor-/werkcolleges, waarbij er veel afwisseling is tussen theorie en praktijk. Daarnaast moet je aan een reflectiedossier werken en later een grote groepsopdracht. De behandelde stof in college sluit goed aan bij het boek. Het boek is immers door de docenten zelf geschreven. De groepsopdracht is een ontwerpopdracht, waarbij je met een klein groepje een communicatieactiviteit opzet. Dit bepaalt samen met het tentamen je eindcijfer. Het vak is niet erg zwaar. Het is ingeroosterd in maar één timeslot en kost daarom niet zoveel tijd qua contacturen. Wetenschaps- en techniekcommunicatie is een prima cursus als je een keer wilt kijken wat je nog meer allemaal met een bèta-opleiding kan.

Oriëntatie op de onderwijspraktijk (B-B3OCEP05) De cursus Oriëntatie op de onderwijspraktijk, oftewel OOP, wordt gegeven door Ad Mooldijk en Frans Kranenburg. Zoals de naam al zegt is dit vak gericht op het oriënteren op een mogelijke master/minor in het biologie onderwijs. Er zijn twee delen in de cursus, de stage op een middelbare school en de colleges. De colleges worden in de middag gegeven, waardoor het aan jezelf is om de stage in te plannen. Dit kan in de ochtend zijn op de dagen van de colleges, of op een andere dag wat afhankelijk is van het vak naast OOP. Een nadeel van deze combinatie is dat het op dagen met zowel stage als college een erg lange dag is die veel van de concentratie vereist; na een dag stagelopen in de klas zijn meerdere uren college pittig. Wel worden de observaties die gedaan zijn in de klas meteen besproken, wat fijn is omdat het dan nog vers in het geheugen zit. In de laatste week is er een tentamen over de colleges. De colleges zijn niet heel verdiepend, er worden vooral veel verschillende aspecten van het doceren behandeld waardoor je een inkijkje krijgt in wat een docent doet in de klas en hoe complex dit eigenlijk is. Frans en Ad geven graag ook didactisch verantwoorde opdrachten waarbij je in groepjes aan posters over de observaties werkt of een presentatie geeft over de stageschool (het tempo ligt hierdoor niet heel hoog in de cursus). Verwacht geen traditionele colleges waarbij je achterover zit en de stof aanhoort, hier moet je ter verwerking van de stof aan de slag en presenteren, tekenen, observeren en discussiëren. De stage is wel echt het hoogtepunt van het vak, zeker als je een leuke stageschool hebt getroffen. In de cursusomschrijving wordt gesteld dat er een stage voor je wordt gezocht, maar wanneer er te veel aanmeldingen zijn is het eigenlijk de bedoeling dat je zelf een stage zoekt. Dit was voor ons pas korte tijd voor de start duidelijk, waardoor niet iedereen de tweede week met zijn/haar stage kon beginnen. Als je eenmaal stage loopt ga je achterin de klas de leerlingen observeren en noteren wat ze zoal doen. Iedere week ligt de focus weer op een ander onderwerp, wat het wel interessant houdt. In de laatste paar weken van de cursus mag er ook les gegeven worden, mits je dit nog wel aandurft. Ad en Frans willen vooral niemand afschrikken voor het docent-zijn, hierdoor komen ze soms voorzichtig over. In de praktijk staan de meesten vanaf het begin al voor de klas om te helpen of om gewoon lessen over te nemen als de docent er niet is. Zelf vond ik de lessen die ik had voorbereid en aan de brugklas mocht geven het leukste van de cursus, je kan echt je eigen invulling geven. Al met al, als je twijfelt of het onderwijs iets voor je is en je in de huid van een docent wilt kruipen is OOP een leuk vak om te volgen, maar ook als je een keer iets totaal anders wilt doen of gewoon wat zelfverzekerder voor een groep wilt staan. Gedragsobservaties (B-B2GEBI05) Dit is een geheel nieuw vak, daarom is er jammer genoeg geen stukje. Ga je het vak wel volgen komende periode? Laat ons dan weten wat je ervan vond! Mail dan naar vicevoorzitter@ubv.info Bèta in bedrijf en beleid (B-B2VSR) Dit is een geheel nieuw vak, daarom is er jammer genoeg geen stukje. Ga je het vak wel volgen komende periode? Laat ons dan weten wat je ervan vond! Mail dan naar vicevoorzitter@ubv.info

- Niveau 3 Eukaryote microbiologie (B-B3EUKA09) Kun je het voorstellen, een huis van schimmels? Voedsel alleen maar bestaande uit schimmels? Waterafstotende materialen gemaakt van schimmels? Nou het kan! Tijdens deze cursus leer je hoe dit kan en waarom schimmels belangrijk zijn. Daarnaast kom je er achter of schimmels meer onder de planten of juist bacteriën/archaea vallen. Je komt in aanraking met de vele verschillende soorten schimmels. Het vak is leuk voor zowel plantgerichte, moleculair gerichte, medisch gerichte en environmental-gerichte studenten. Zelfs de mensen die richting de business-kant neigen zouden eens een kijkje moeten nemen bij deze cursus. Eukaryote microbiologie is een cursus die voor een deel bestaat uit hoorcollege s van niemand minder dan Han Wösten. Ligt het onderwerp van het college iets minder, dan vermaakt je je alleen al met alle leuke verhalen en weetjes die Han tussendoor weet te vertellen. De eerste 6 weken is zelfstudie naast de hoorcollege wel van belang. Na het tentamen mag je kiezen om 4 weken practicum te doen of een onderzoeksvoorstel te schrijven. Tijdens het practicum krijg je twee open opdrachten. Resultaten van beide opdrachten worden door AiOs, masterstudenten en/of Luis Lugones later weer gebruikt. Luis leidt samen met 3 AiOs het practicum. Hij heeft filmpjes gemaakt waarin hij de gebruikte methodes uitlegt en voordoet. Zelf moet je voor elk practicum voorbereiden en een planning van de dag maken. Doordat je bijna alles eerst instantie zelf moet uitzoeken aan de hand van protocollen en filmpjes, ga je het practicum beter begrijpen en heb je echt het gevoel dat je zelf onderzoek doet. De practicum dagen zijn altijd in 2 delen gesplitst, ene ged eelte voor voorbereiding en labjournaal typen en andere deel voor op het lab. Kies je voor het onderzoeksvoorstel schrijven dan ga je samen met Han Wösten aan de slag. Deze opdracht doe je samen in een groepje van 6 studenten en het voorstel zal uiteindeli jk met wat aanpassing van Han daadwerkelijk ingeleverd worden. Doordat met beide opdrachten ook daadwerkelijk iets mee gedaan gaat worden, heb je motivatie om het goed te doen. Het is een leuk, interessant vak met allemaal leuke weetjes tussendoor. Daarnaast is het één van de weinige vakken met veel practicum en de keuze om niet in het lab te staan. Voor het vak schaf je aan het begin van de cursus een syllabus aan voor 5 euro. Dit is het enige boek wat je ook echt nodig hebt en waar alle informatie instaat. Daarnaast heb je voor het tentamen ook nog enkele artikelen die je moet leren. Deze artikelen staan op blackboard en worden in de hoorcollege behandeld. Het tentamen is representatief voor de stof en goed te doen als je de stof bijhoudt. Ik vond het een zeer interessant en leuk vak en raad het zeker aan om te doen!

Toxicologie (B-B3TOX10) De cursus Toxicologie is een breed opgezette cursus. Je begint aan de basis op cellulair niveau en behandelt verschillende werkingsmechanismen van toxische stoffen. In de loop van de cursus wordt het schaalniveau vergroot totdat je uiteindelijk eindigt met ecotoxicologie. Zo komen alle aspecten van de toxicologie aan bod. Vanwege de brede opzet van de cursus worden de colleges door een aantal verschillende docenten gegeven, wat soms leidt tot overlap tussen de colleges. De meeste dagen bestaan uit hoorcolleges en aansluitend daarop werkcolleges. De colleges zijn voornamelijk in de ochtenden, zodat er s middags zelfstudietijd is om aan de grote opdracht te werken. Dez e opdracht bepaalt 40% van je cijfer en bestaat uit een research proposal wat je maakt in groepjes van 3-4 personen. Dit is een goede manier om aan je schrijven te werken en je te verdiepen in de stof. Je mag zelf uit een aantal onderwerpen kiezen welke je het leukst lijkt. Ook sta je onder begeleiding van een docent aan wie je van alles kan vragen en wat je dan ook zeker moet doen! Behalve schriftelijk presenteer je het proposal ook mondeling in een presentatie aan de klas. Dit is de manier om je gemiddelde omhoog te krikken. De overige 60% van je cijfer wordt bepaald door twee deeltentamens, waarvan het gemiddelde minimaal 5,5 moet zijn. Vanwege de brede opzet van de cursus bestaat de tentamenstof uit veel verschillende informatie. De tentamens zijn pittig en moet je dus niet onderschatten! Het boek is behoorlijk dik, maar wel erg handig als naslagwerk, al is het niet absoluut noodzakelijk om het tentamen te kunnen halen. Daarnaast krijg je een blokboek waarin per hoofdstuk een korte beschrijving staat en een aantal oefenvragen die heel handig zijn ter voorbereiding op het tentamen. Kortom, een breed en interessant vak met vrij weinig contacturen, en goed te halen als je de tentamens niet onderschat! Wetenschapper in advies (B-B3WEAD09) Tijdens de hele Bachelor Biologie in Utrecht ben je bezig met het vergaren van kennis om dit een paar weken later op een tentamen weer te reproduceren of op kleine schaal toe te passen in een verslag. Bij Wetenschapper in advies is dat anders. Bij dit vak ga je als wetenschapper in spé de wereld van wetenschappelijk adviseur ontdekken om te zien of dit iets voor jou is. Dit ga je doen door middel van een groot advies rapport dat geschreven wordt voor een echte opdrachtgever. De cursus begint met het uitkiezen van een opdracht die het best bij je past of je interessant lijkt. Hieruit worden groepen gevormd van rond de zes personen waarmee je de komende tien weken samen gaat werken om een advies rapport te schrijven. Je begint met het maken van afspraak met je opdrachtgever om duidelijk te krijgen wat deze verwacht en om een afspraak te maken over wat mogelijk is. Je gaat dan aan de slag met je groepje! Voor het oplossen van je vraagstuk en het schrijven van je adviesrapport kan je op verschillende manieren aan de slag. Naast de gebruikelijke literatuurstudie zoals we die allemaal gewend zijn binnen de biologie kan je ook met experts op het vakgebied afspreken of je eigen (kleine) experiment opzetten. Dit jaar is het vak vernieuwd en wordt het gegeven door Codrin Kruijne. Hij focust in de paar hoorcolleges en werkcolleges vooral op het groepswerk en hoe dit zo goed mogelijk kan verlopen. Dit zorgt er voor dat je naast het constant werken aan je opdracht je ook beter gaat nadenken over het groepswerk wat soms een hoop kan helpen. Je werkt dan ook aan een persoonlijk ontwikkelplan (POP) waarin je aan het begin doelen stelt voor de cursus. Halverwege en aan het eind van de cursus ga je terugkijken hoe goed je hieraan hebt gewerkt. Daarnaast is er ook begeleiding vanuit het UBV Adviesbureau, zij zullen je als groep ook verder kunnen helpen en geven ook een paar werkcolleges over praktische vaardigheden. De cursus wordt afgesloten met een postermarkt waarbij alle opdrachtgevers aanwezig zijn en je samen met je groep je rapport kan presenteren. Het eindcijfer wordt opgemaakt uit je adviesrapport en hoe goed je met je POP bent omgegaan. Al met al is het een cursus waarbij je veel in groepsverband bezig bent en soms lang bezig bent (en gefrustreerd raakt) met het zoeken naar een goed antwoord. Het is dus zeker niet een cursus die je even makkelijk doet, je moet er zeker tijd in steken maar als je onderwerp en opdrachtgever leuk zijn kost dit maar weinig moeite!

Moleculaire en cellulaire biologie Experimenteel (B-B3MCBE); Theoretisch (B-B3MCBT) De cursus moleculaire en cellulaire biologie is uiterst geschikt om te kijken of het onderzoek iets voor jou is. Het vak is dit jaar veranderd en opgesplitst in een theoretisch en een praktisch deel. Toen ik de cursus heb gevolgd waren deze delen nog samengevoegd. Het vak heeft een hele andere structuur dan de meeste andere vakken. In de eerste weken werden veel opdrachten in groepsverband uitgevoerd, zoals het reviewen van een wetenschappelijk artikel of een onderzoeksvoorstel schrijven. Voor iedere opdracht krijg je een inleidend college van een andere docent, waarin een inhoudelijke achtergrond gegeven wordt. Vervolgens heb je een aantal dagen de tijd om hier met je groepje aan te werken. Fons Cremers was de enthousiaste cursuscoördinator van deze cursus en met alle vragen over opdrachten kon je bij hem langsgaan voor goede raad. Na de verschillende groepsopdrachten hebben we in dezelfde groepen een ministage van drie weken gelopen bij een vakgroep in het Kruyt. In overleg met je begeleider, een PhD er, bedacht je met je groepje welke experimenten je ging uitvoeren op het lab. Over de resultaten van deze experimenten schrijf je vervolgens individueel een wetenschappelijk artikel. De beoordeling van het vak was gebaseerd op de resultaten voor alle groe psopdrachten, je inzet tijdens de ministage en de beoordeling van je individuele wetenschappelijke artikel over de stage. Je hoeft dus geen tentamen te maken. Door de afwisseling in werkvormen en opdrachten vond ik het een erg leuke cursus om te volgen. Door alle losse opdrachten waren het soms veel deadlines achter elkaar. Gelukkig kon de hoeveelheid werk goed verdeeld worden over je groepje, waardoor de werkdruk niet te hoog was. De ministage vond ik een goede toevoeging aan de cursus. Hierdoor krijg je een goed beeld van het werk dat er gedaan wordt op een lab door een PhD er. Wij hebben onze begeleider ook al onze vragen kunnen stellen over het onderzoek. In dit vak gaat zul je vooral allerlei verschillende vaardigheden ontwikkelen en niet zozeer nieuwe biologische kennis opdoen. Je ontwikkelt het wetenschappelijk schrijven, het opzoeken van informatie in artikelen, het verwerken van resultaten en ga zo maar door. Een aanrader als je graag het onderzoek in wilt, of nog twijfelt over of onderzoek iets voor jou is! Moleculaire en cellulaire neurobiologie Experimenteel (B-B3MCNE) ; Theoretisch (B-B3MCNT) Dit is een geheel nieuw vak, daarom is er jammer genoeg geen stukje. Ga je het vak wel volgen komende periode? Laat ons dan weten wat je ervan vond! Mail dan naar vicevoorzitter@ubv.info

Periode 3 - timeslot B + C - - Niveau 2 Evolutie 2 (B-B2EVO09) Eigenlijk een onmisbaar vak als bioloog. Je gaat nog dieper in op de classificatie, dat kan natuurlijk nooit kwaad, en je leert belangrijke evolutionaire theorieën die je ook in andere vakgebieden zult tegen komen. Het vak kent één tentamen, vorig jaar was dit voor het eerst een computertoets, dit beviel goed dus ik verwacht dat dit zo blijft. Hiernaast krijg je nog een twee grote projecten. De ene is de fyla-expositie, de ander de galerij van bedreigde diersoorten. Voor de fyla-expositie moet je 10 organismen verzamelen die elk tot een ander fylum behoren. Klinkt makkelijk, maar komt helemaal op planning aan. Je moet vroeg genoeg beginnen met brainstormen en op zoek gaan naar je fyla. Bij het andere project, galerij van bedreigde diersoorten, moet je een diersoort aandragen die jij en je partner belangrijk vinden om actief te beschermen en tegelijktijdig ook kunnen verdedigen waarom en hoe dit moet gebeuren. Hierna ga je voor een andere aangedragen diersoort juist een tegenvoorstel schrijven, hoezo is het niet noodzakelijk om dit dier actief te beschermen. Door al deze grotere projecten blijft het vak dynamisch, niet alleen hoorcollege of werkcollege die je moet bijwonen. Dit vak wordt door Edwin Pos gecoördineerd. Bijna alle colleges worden door hem verzorgt. Er zijn wel een paar gastsprekers van onder andere het WNF die komen praten over de problemen van het beschermen van diersoorten bijvoorbeeld. De college van Edwin Pos gaan op een iets andere manier dan dat je tot nu toe gewend bent. Hierdoor is het aanschaffen van het boek zeker een aanrader. Het zijn namelijk interactieve colleges. je bereidt telkens een aantal hoofdstukken uit het boek voor en aan de hand van figuren op slides legt de hele zaal aan elkaar de stof uit. Ook dit soort ervoor dat het een interessant vak blijft met stof waar je echt wordt gedwongen om er actief over na te denken.

Paleoecologie (B-B2PALE09) De cursus Paleoecologie wordt gecoördineerd door (Friede)Rike Wagner, bijgestaan door Timme Donders en (voor één college) Hans Persoon. Het vak is opgedeeld in twee helften, waarbij Friederike het eerste deel leidt en de geschiedenis van de aarde en de bijbehorende vegetatie wordt behandeld tot de huidige aardse periode (het Cenozoïcum). Tijdens deze weken moet je veel fossielen bekijken, een enkele keer een steen likken en vooral veel tekeningen maken. Daardoor leer je een hoop over de morfologie van de planten die bij elke periode horen, maar het is na een paar tekeningen best saai - tenzij je een grote fan bent van tekenen. Dan volgt de eerste toets, die makkelijker is dan verwacht en daardoor je GPA een beetje kan opkrikken. Na de eerste toets neemt Timme Donders het over en ligt de nadruk op veensystemen en daarnaast ook op de effecten die ijstijden hebben gehad op de wereldwijde vegetatieverspreiding. In deze weken hoef je geen fossielen meer te tekenen maar moet je wel een keer een aantal stukken veengrond op de juiste volgorde van ontwikkeling leggen. Daarnaast geeft Hans Persoon een college over de zeven stappen van de ontwikkeling van alle groepen landplanten en ga je daarna in de BoTu tekeningen maken (een stuk of dertig) van moderne planten. Nu kun je de kennis van de morfologie van de fossiele planten gebruiken om voor de grap eens een slimme opmerking te maken, maar het is vooral veel werk om deze tekeningen te verzamelen en in te leveren. Voor geen van de tekeningen krijg je een cijfer. Je kunt wel bonuspunten verdienen die niet echt van waarde zijn maar vooral leuk zijn om onder de neus van je medestudenten te wapperen. Naast tekenpractica en hoorcolleges heb je ook een aantal computeropdrachten. Voor één van die opdrachten krijg je een cijfer, evenals voor een presentatieopdracht die het afgelopen jaar bestond uit het maken van een kort filmpje (korter dan vijf minuten) over één gekozen plantensoort die nu nog bestaat. Als het maken van twee toetsen en deze opdrachten als veel werk klinkt, dan kan ik je verzekeren dat het in werkelijkheid reuze meevalt. De tweede toets is van een stuk hoger niveau dan het eerste tentamen, maar nog steeds is het makkelijk punten scoren. Dat geldt trouwens voor het vak als geheel: als je graag makkelijk studiepunten sprokkelt, dan is paleoecologie een goede optie. Overigens zijn de docenten ontzettend aardig en zijn de colleges goed te volgen. Stel vooral vragen als je de kans ziet; zo kun je zelf nog wat meer diepgang geven aan de stof en ook gewoon een gezellig gesprek hebben met mensen die ontzettend enthousiast zijn en veel weten van hun vakgebied. Uiteindelijk vond ik het een leuk vak om gevolgd te hebben. Het was meer dan ik ervan verwacht had en het grote aantal mogelijkheden om lol te maken tijdens het tekenen, practica volgen en klooien

met projecten maakte het erg gezellig, ook als het misschien niet heel handig was om zoveel plezier te hebben.

- Niveau 3 - Planten, adaptatie en afweer (B-B3PLAA05) De Cursus Planten, Adaptatie en Afweer wordt gegeven door de Corné Pieterse en Ronald Pierik en gaat, zoals de naam al wel zegt, over het afweer systeem van de plant en hoe planten interacteren met hun omgeving. Je hebt geen boek nodig en aan het begin koop je in het college een reader. De cursus is opgedeeld in twee delen, met elk op het eind een tentamen. Het eerste deel van de cursus krijg je college van Corné over biotische factoren die planten kunnen belagen. Je moet dan denken aan schimmel, insecten etc. Corné geeft duidelijk college, ik kon mijn aandacht er altijd goed bij houden. Helaas bleek er wel veel overlap te zijn met colleges van de cursus Microbiële interacties, dus als je dat vak al gevold hebt kunnen ze misschien wat oninteressant zijn. Daarna krijg je college van Ronald over abiotische factoren die planten belagen, hierbij moet je denken aan schaduw en overstromingen. Wederom duidelijke en interessante colleges. Naast de colleges sta je in het lab waar je direct onderzoekt/toepast wat je een paar uur eerder geleerd hebt. Dat vond ik echt heel fijn! Je snapt wat je aan het onderzoeken bent en wat je als resultaten kan verwachten. Omdat wij met teveel studenten waren kon niet iedereen tegelijk in het lab werken, er kwam een opdracht bij en dat was het schrijven van een populair wetenschappelijk artikel aan de hand van een primair artikel. Dan vond ik zelf ook best leuk om te doen. Dit deel sluit je af met een tentamen over de opgedane kennis. Dan volgt het tweede deel van de cursus. Hierbij ga je de echte onderzoeker uithangen. Je krijgt eerst een paar colleges van PhD ers die vertellen wat zij aan het uitzoeken zijn. Vervolgens mag je een onderwerp kiezen waar je dan daadwerkelijk onderzoek aan gaat doen. Je krijgt een begeleider die al bezig is met dat specifieke onderwerp. Wederom kon niet iedereen het lab in omdat we met te veel waren. De overige mensen gingen een onderzoeksvoorstel schrijven alsof je beurs wilde gaan aanvragen voor je eigen PhD. Ik heb dit laatste gedaan. Veel vrijheid, wat lastig was, maar zeer leerzaam! Want wat komt er allemaal wel niet kijken bij je eigen onderzoek!? En bedenk maar eens iets wat interessant genoeg is om vier jaar beurs voor te ontvangen. Gelukkig kregen we goede begeleiding, je moet wel initiatief nemen, maar dan wil jou PdD er je alle uitleg geven die je nodig hebt. Van wat ik van anderen gehoord heb over het labwerk, was het zeer leerzaam, maar ben je er wel veel tijd aan kwijt! Je sluit dit deel af met een toets die je je opgedane kennis laat toepassen. Je krijgt resultaten te zien van ongepubliceerde artikelen die je moet interpreteren of waar je vervolgonderzoek bij moet bedenken. Dit vond ik zelf een super leuke manier van toetsen! De cursus PAA is een intensieve maar super leuke cursus. Wanneer je geïnteresseerd bent in planten en hun afweersysteem zou ik hem zeker aanraden.

Ontwikkelingsbiologie en genetica (B-B3OBG05) De niveau 3 cursus Ontwikkelingsbiologie en genetica zal nog verder ingaan op de ontwikkeling en differentiatie van cellen in organismen. De cursus bestaat uit hoorcolleges en practica. Er wordt geen boek gebruikt, dus alle theorie die op de twee deeltentamens getoetst wordt zal tijdens colleges en practica besproken worden. Tijdens deze cursus ga je wel diep op de stof in. De nadruk ligt vooral op de verschillende factoren die de identiteit van een cel bepalen. Er worden soms moeilijke termen naar je gegooid, maar in de slides komt duidelijk naar voren welke je wel uit je hoofd moet kennen, en welke niet. Daarbij wordt alles ook duidelijk uitgelegd, waardoor de tentamens goed te doen zijn. De tentamens bestaan uit open en multiple choice vragen. Er zullen ook wetenschappelijke artikelen zijn die tot de tentamenstof behoren. Deze artikelen horen bij de presentatie opdracht, die moet worden uitgevoerd door groepjes van 3 à 4 personen. Deze presentaties moeten in het Engels worden gegeven. Door deze presentati es leer je wetenschappelijke artikelen te ontleden en wordt ook nog eens de collegestof herhaald. De cursus is in twee delen opgedeeld. In het eerste gedeelte van de cursus ligt de focus voornamelijk op het model organisme C. elegans, een microscopische kleine worm. Tijdens de practica zal je voornamelijk bezig zijn met het kruisen en onderscheiden van gemuteerde C. elegans, maar ook met moleculaire technieken. De studentassistenten waren enthousiast en ook heel fijn om mee samen te werken. Deze practica zijn goed bij te houden en ook heel leuk om uit te voeren, maar ze nemen wel veel tijd van je week in beslag. Bij de practica maak je gebruik van een reader. Hierin staan een aantal vragen waarvan je een gedeelte ook moet inleveren, dit zal meetellen voor e en practicum cijfer. Het is dus belangrijk die vragen goed bij te houden tijdens elke practicum. In het tweede gedeelte van de cursus ligt de focus op de fruitvlieg Drosophila melanogaster en het zebravisje Danio rerio. De hoorcolleges over de zebravis gaan iets minder diep op de stof in. In dit gedeelte van de cursus ben je tijdens de practica dagen vervolgens alleen nog maar met zebravissen bezig. Deze practica werden als minder interessant gezien, vergeleken met de C. elegans. Maar dat kwam vooral, omdat de embryo s niet net zo leuk als de C. elegans over het beeld konden kruipen. Al met al een hele interessante cursus!

Bio-ethiek (B-B3BETH05) De cursus Bio-ethiek wordt in de eerste periode gegeven door Frans Stafleu. De colleges die hij geeft zijn een voorbeeld van hoe hijzelf denkt over bepaalde ethische stromingen en theorieën. Naast dat hij veel weet over het vakgebied en er nog steeds dagelijks mee gemoeid is, zijn de colleges fijn om aan te horen en vertelt hij lekker duidelijk. Binnen de cursus zal je een aantal theorieën langslopen en vanuit de ideeën en standpunten van een desbetreffende theorie een aantal meer op de biologie gerichte casussen bekijken in de werkcolleges. Ook zal je een essay moeten schrijven over plagiaat (was in mijn jaar zo, zou anders kunnen zijn per jaar, weet dit niet helemaal zeker) en hoe de ethiek hierover zou denken. Aan het eind van de periode geef je in tweetallen een presentatie over een zelfgekozen onderwerp. In deze presentatie leg je zelf uit hoe de ethiek en de ethische theorieën een probleem bekijken en beoordelen, deze presentatie samen met het essay dat je schrijft en het tentamen aan het einde van de periode bepaalt je cijfer. Ik vond het niet geheel duidelijk wat er precies belangrijk was om te leren voor het tentamen, aangezien er niet echt een boek voor de cursus is. Ook zijn er geen dictaten voor de cursus. Desalniettemin is de hoeveelheid stof die in de colleges wordt behandeld goed te overzien, en ben je tijdens de cursus ermee bezig in de vorm van de werkcolleges. Ik vond de cursus Bio-ethiek een leuke cursus. Het filosoferen en redeneren over ethische casussen zorgt ervoor dat je op een andere manier met de biologie bezig bent dan welke je mogelijk gewend zou zijn. Vandaar dat ik deze cursus zeker aan kan raden aan studenten die een wat minder traditionele uitdaging zoeken binnen hun biologiecurriculum.

Periode 3 - timeslot A + D of B + C - - Niveau 3 - Scriptiecursus (B-B3AFST05) Het is zover, bijna het einde van je bachelor, sommige zien er tegenop, sommige hebben er extre em veel zin in, maar wat zijn nu eigenlijk je mogelijkheden? Nou, dat zijn er veel en als eerste tip geef ik dan ook: Leef je uit! Je scriptie kan je zo leuk maken als je zelf wilt. Het belangrijkste is vooral, begin op tijd met regelen van dingen zoals stage, begeleiders en onderwerp. Ten eerste is het belangrijk dat je een scriptieonderzoek vindt. Waar je dat gaat doen maakt de universiteit niet uit. Je kunt denken aan het buitenland, een bedrijf of gewoon de universiteit. Bedenk een richting die je op wilt aan ga op zoek. Er zijn veel buitenlandse projecten waar je op kan solliciteren, bedenk alleen wel dat er vaak inleg van eigen geld bij komt kijken. Wil je iets minder ver, maar wel buiten de uni? Kijk eens bij interessant bedrijf of onderzoeksinstituten. Er zijn er in Nederland meer dan je denkt. Vaak hebben ze plekken voor stagiaires en sommige bedrijven betalen zelfs voor je stage tijd. Wil je toch liever op de universiteit zelf, ga dan is naar een hoofd van een onderzoeksgroep die jou interessant lijkt. Waarschijnlijk heeft hij wel een leuke stage voor je. Voordeel aan stage op de Universiteit is dat zij dat beter de tijd van een onderzoek kunnen in schatten. Maakt de tijd je niet uit, dan raad ik aan verder te kijken dan je neus lang is. Kun je echt geen stage plek vinden, kun je altijd met Ton Peeters of Martijn van Zanten gaan praten. Naast een stage, begeleider en onderwerp is het ook belangrijk dat je je nog even inschrijft op Osiris. Let op dat je je wel voor het goede inschrijft er is namelijk ook nog een andere cursus waar je alleen literatuurstudie doet. In de eerste 3 weken van de cursus zal je 3 lessen krijgen van Martijn of Ton over een scriptieplan, schrijfplan en refereren. Redelijke nuttige lessen die verplicht zijn. Een scriptie schrijven is voor iedereen een andere opgave. Ik heb zelf me diepte punten gehad, maar tegelijkertijd veel plezier ingehad en veel geleerd. Je zult vanzelf je eigen weg vinden en vergeet vooral geen hulp te vragen aan je begeleider! Succes ermee! Met hieronder nog een link waar alles te vinden is over de scriptie bij biologie! http://students.uu.nl/beta/biologie/onderwijs/studieprogramma/major-biologie/scriptiecursus

Periode 3 - Fulltime - - Niveau 3 Onderzoeksproject (B-B3ONPR09) Wanneer je voor deze cursus kiest, kun je het schrijven van de scriptie combineren me t een ministage. Je mag zelf bepalen hoe je de tijd indeelt, zolang je maar ongeveer vijf weken aan beide onderdelen besteed. Zelf heb ik ervoor gekozen om eerst vijf weken fulltime aan het onderzoek te werken, om vervolgens de resterende vijf weken aan het schrijven van mijn scriptie te besteden. Bij nader inzien is het wellicht slimmer om deze werkzaamheden wat meer af te wisselen, want vijf weken van 9:00 tot 17:00 aan een scriptie werken kost erg veel geestelijke inspanning. De meeste studenten zullen tijdens het onderzoeksproject iemand (bv. een aio) assisteren bij zijn/haar onderzoek. Ik mocht echter een eigen onderzoek verrichten, namelijk naar de evolutie van corbiculate bijen (zoals honingbijen en hommels). Dit onderzoek deed ik op het moleculaire laboratorium van Roy Erkens, omdat ik de DNA-sequentie van een bepaald gen wilde verkrijgen voor verschillende soorten bijen. Het werk was erg gevarieerd, namelijk van het vangen van bijen tot het sequencen van DNA tot het analyseren van de data achter de computer. Helaas bleek het onderzochte gen niet geschikt, waardoor ik geen bruikbare onderzoeksresultaten verkreeg. Dit zeg ik om aan te geven dat je niet teleurgesteld moet zijn wanneer er geen harde conclusies uit je onderzoek komen. Het doel van het Onderzoeksproject is daarentegen om ervaring op te doen met onderzoek en dat doe je wel degelijk. Bij het Onderzoeksproject hoort ook het houden van een presentatie voor je werkgroep. Hierin zullen de resultaten van je onderzoek besproken worden. Afhankelijk van je begeleider dien je ook een verslag in te leveren van het verrichte onderzoek. Naast het onderzoek werk je aan je scriptie. Deze thesis is geen uitgebreide uitwerking van het onderzoek, maar je moet eerder als een losstaand geheel zien. Het is echte r wel mogelijk om je eigen onderzoeksresultaten erin te verwerken. Ik vond deze cursus zeer leuk en leerzaam. Aangezien het onderwerp van de scriptie gerelateerd is aan het onderzoek, was ik extra gemotiveerd om aan mijn scriptie te werken. Een bijkomend voordeel is dat de benodigde wetenschappelijke literatuur zowel betrekking heeft op de scriptie als op het onderzoek, waardoor het lezen een veel leukere bezigheid wordt. Daarnaast ben je tijdens deze cursus veel op jezelf aangewezen: je zult zelf tijdig contact op moeten nemen met je begeleider(s), je moet een degelijke tijdsplanning aanhouden, je dient creatief te zijn met het bedenken van oplossingen. Het is daarmee een uitstekende voorbereiding op de onderzoeksprojecten tijdens je master. Het Onderzoeksproject is dus echt een aanrader, zeker wanneer je het leuk vindt om onderzoek te verrichten. Graag wil ik nog als tip meegeven dat je veel uren aan het onderzoek kwijt kunt zijn. Houdt daarom een strakke planning aan, zodat je scriptie niet in het gedrang komt. Met hieronder nog een link waar alles te vinden is over de scriptie bij biologie! http://students.uu.nl/beta/biologie/onderwijs/studieprogramma/major-biologie/scriptiecursus

Vakken buiten Biologie Naast al deze leuke vakken bij Biologie is het ook mogelijk om je profileringsruimte te vullen met vakken die door andere studies worden aangeboden. De mogelijkheden zijn oneindig en de deuren van de universiteit staan wagenwijd voor je open! Maar dit maakt het uiteraard ook lastig om juist dat ene leuke vak te vinden dat zo perfect aansluit op de rest van je Bachelor. Om het voor jullie iets makkelijker te maken komen er voortaan in elke studiegids een aantal vakken buiten Biologie te staan. De stukjes worden geschreven door biologen uit Utrecht en de vakken sluiten goed aan op je huidige studie. Dit is natuurlijk geen compleet overzicht van de grote diversiteit aan cursussen die je zou kunnen volgen, en als een cursus niet in deze gids staat kan het evengoed een leuke cursus zijn. Maar hopelijk brengt het jullie op ideeën! En vraag gerust aan je studiegenoten welke vakken zij hebben gevolgd, want wie weet hebben ze nog een goede aanrader! Check voor je een cursus wilt gaan doen wel altijd goed de reguliere studiegids van de desbetreffende studie voor toelatingseisen en om na te gaan of de cursus dit jaar weer op dezelfde wijze gegeven wordt en wanneer de inschrijvingen zijn. Vergelijkende Ethologie - Diergeneeskunde (DB3B23-EW) De verschillende docenten die betrokken zijn bij dit vak zijn: dr. Lesscher(coördinator), dr. Goerlich- Jansson, prof. dr. Vanderschuren, dr. Schilder, dr. Arndt en dr. Vinke. Over het algemeen zijn alle docenten gewoon goed. Verstaanbaar en duidelijk met een goede begeleiding van slides. Alleen dr. Goerlich-Jansson is van oorsprong Duits dus haar accent zou het ietsje lastiger kunnen maken maar ze praat vloeiend Engels en kan ook Nederlands als het moet. Het eerste deel van de cursus gaat over de ethologie. Dus de studie van het gedrag van dieren. Dit deel is het meest overlappend met biologie en is, zeker als je gedragsbiologie en/of gedragsecologie hebt gehad, wat mager en kort door de bocht. Het is wel iets meer gericht op het welzijn van dieren en hoe je daar dus ethologie bij kan gebruiken. Het gaat dus ook veel over domesticatie en gedragsproblemen bij dieren. Het tweede gedeelte dat door Matthijs Schilder wordt gegeven gaat over angst bij dieren. Dit is een onderwerp die je bij biologie nauwelijks tegenkomt maar he t is wel heel erg interessant. Het derde gedeelte gaat over diergedrag en maatschappij, dat is heel erg gericht op de bredere inzetbaarheid van dieren in de maatschappij. Waar je het in dit gedeelte over gaat hebben is de relatie tussen mens en dier, wat komt kijken bij disfunctioneel of ongewenst gedrag en je leert over dierenhandel en de Animal Welfare Index (richtlijnen voor we lzijnsbeoordeling bij dieren). Het onderwijs wordt in eerste instantie veel gegeven door hoorcolleges, maar deze zijn door de kleine groep (rond de 30 studenten) wel echt interactief. Ook worden er werkcolleges gegeven waarbij je meer in opdracht vorm bezig gaat met de stof. Die zijn ook zeer leuk en interessant. Bij elk gedeelte is er ook een werkcollege opdracht die meetelt voor je cijfer. Voor het eerste gedeelte moet je met een groep een klein experiment uitvoeren op honden of katten wat te maken heeft met verwarringseffect of toonhoogte van communicatie naar honden toe. Dit moet je dan presenteren aan de hand van een poster. Voor het tweede gedeelte moet je met een groep een aantal verdiepende vragen uitwerken rondom het thema angst. Voor het derde gedeelte moet je een essay schrijven over het gebruik van de Animal Welfare Indices en wat de voor- en nadelen zijn van het hanteren daarvan. Ook ga je aan het eind nog een keer naar Stichting AAP waar je een verhaal krijgt over de stichting en wat hun rol is in het hele circuit van dierenhandel. De excursie naar stichting AAP

vond ik wel tegenvallen. Veel van Stichting AAP is niet toegankelijk dus we hebben weinig apen gezien en je gaat ze ook niet echt observeren. Er is geen boek nodig voor dit vak. Er is wel een syllabus en er worden veel artikelen gegeven die ook tentamen stof zijn. Dit is veel en het wordt gevraagd, maar het is alleen belangrijk dat je de principes weet die achter de artikelen liggen en wat het artikel heeft aangedragen qua conclusies. Dus je hoeft niet alles in detail te weten. Het vak is maar 5 weken lang. Hierin is het aantal contacturen best wel goed. Je moet alleen wel opletten met de werkcollege opdrachten, omdat dat allemaal zelfstudie is en elkaar best snel kunnen opvolgen. Dus je moet wel goed alles in de gaten houden en goed plannen. Verder is het qua stof niet een heel zwaar vak. Het tentamen is goed te doen. Je moet gewoon goed opletten bij de colleges en de artikelen een keer hebben doorgelezen en een beetje snappen. Ik vond het een boeiend vak. Ik heb er best veel geleerd en het leukste vond ik dat je met allemaal diergeneeskundigen zit. Die zijn toch wat anders, denken wat anders en het is best leuk om een keer een kijkje te nemen in die keuken. Zeker als je geïnteresseerd bent in welzijn bij dieren is dit echt een leuk vak. Evolutie en ecologie (GEO2-1215) De cursus evolutie en ecologie wordt gegeven bij geo-wetenschappen en wanneer je besluit deze te gaan volgen, dan valt het in je vrije ruimte. Het vak is er wel op gericht dat er ongeveer net zo veel biologen als geologen mee zullen doen. Dus alleen zal je waarschijnlijk niet zijn. De cursus is verdeeld in twee delen, invertebraten en vertebraten, en laat je aan de hand van The fossil record een reconstructie maken van vroegere marine en terrestiële omgevingen. In het eerste deel van de cursus krijg je les van Ivo Duijnstee (maar volgens mij is hij helaas dit jaar gestopt). Ivo geeft zijn deel in het Engels, maar hij is goed verstaanbaar en ook een sympathieke man dus de hoorcolleges zijn goed uit te houden. Je leert aan de hand van colleges en werkcolleges te kijken naar de functionele morfologie van vroegere mariene invertebraten. Dus hoe zie je aan de hand kennis over evolutie (zichtbaar in fossielen) de veranderingen in de paleo-omgeving. De hoorcolleges bevatten wel wat informatie die je als bioloog al weet van je eerstejaars vak evolutie, soms kan dit een beetje saai zijn. De werkcolleges kunnen echter voor de bioloog soms nogal pittig zijn. Je moet in korte tijd veel fossielen tekenen en vragen over hun leefomgeving etc. beantwoorden. Leuk w erk, maar wel veel! Je antwoordformulier wordt telkens ingenomen en beoordeeld. Het resultaat maakt een klein deel uit van eindcijfer. Je hebt ook twee tentamens, de eerste over invertebraten en de tweede over vertebraten. Deze zijn goed te doen als je braaf leert. Dat houdt in de slides, reader en je werkcolleges goed doornemen. Officieel is er ook een boek bij de cursus, maar die heb ik niet gebruikt. Het tweede deel gaat over vertebraten en wordt gegeven door Wilma Wessels en Jelle Reumer. Jelle is onder andere directeur Natuurhistorisch Museum Rotterdam en UU en weet echt alles te vertellen over de morfologie van kiezen en hoe dat gerelateerd is aan veranderingen in paleo-omgevingen. Het is super leuk om hierover te leren en Jelle is ook leuk om naar te luisteren. Wilma zie je voornamelijk bij de werkcolleges. Wilma is coördinator van de cursus en ze is streng/duidelijk met afmelden voor werkcollege etc. maar als jij daar netjes in bent is ze erg bereid om met je mee te denken over in inhaalmoment of iets anders. Over de werkcollege moet je bij dit deel elke keer een klein verslagje schrijven, dat wederom beoordeeld zal worden en meetelt voor je eindcijfer. De cursus is niet moeilijk, maar je moet wel netjes je werkcolleges maken wil je het halen. Wanneer je geïnteresseerd bent in paleoecologie-gerelateerd aan evolutie, is deze cursus echt iets voor jou.