Bestuursformatieplan Stichting Marenland 2014-2015



Vergelijkbare documenten
Bestuursformatieplan Stichting Marenland Bestuursnummer : Auteurs : OSG Assen OWB Marenland

Bestuursformatieplan VCO Midden- en Midden- en Oost-Groningen BESTUURSFORMATIEPLAN. VCO Midden- en Midden- en Oost- Groningen

Bestuursformatieplan VCO Oost-Groningen BESTUURSFORMATIEPLAN. VCO Oost-Groningen

Toelichting Begroting Stichting Openbaar Onderwijs Land van Altena

Toelichting bij de begroting 2015 Stopoz Hierbij biedt het bestuur van Stopoz u de toelichtingsbrief en de begroting 2015 aan.

Stichting voor Openbaar Primair Onderwijs Capelle aan den IJssel en Krimpen aan den IJssel

bestuursformatieplan met meerjarenraming tot en met

Schoolbudget voor Ontwikkeling en Ondersteuning: bestedingsvoorbeelden

SOPOH. Bijgestelde. Begroting Voor ieder kind het beste bereiken, met passie, plezier en professionaliteit. Begroting 2015.

C. Herziene Begroting Bestuursbureau/bovenschools Strategisch Beleidsplan Omvang en verloop van reserves 15

Ontwerpbegroting 2011

bestuursformatieplan met meerjarenraming tot en met

Bestuursformatieplan en meerjarenformatieplanning. Openbaar Primair Onderwijs Noordenveld

Flankerend beleid. 1 augustus 2011 tot 1 augustus Vastgesteld d.d. 18 april 2011 door het bestuur van stichting Wolderwijs

pr sma Bestuursformatieplan Stichting Prisma Bestuursformatieplari Stichting Prisma

3.12 Notitie Vervangingspool

Aan de bestuursleden van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Zuid- Kennemerland

December 2017 Susanne de Wit. Bestuursbegroting

SCHOLINGSBELEID PANTA RHEI

1. Hoofdlijn Tripartiete overeenkomst personele gevolgen passend onderwijs

Medezeggenschap en Financiën PO. Auke de Roos, MR trainer/adviseur

Bestuursformatieplan Stichting OOP

De scholen die onder de bestuurlijke verantwoordelijkheid van het stichtingsbestuur staan

Vragen en antwoorden tripartiet akkoord personele gevolgen

Bestuursformatieplan met meerjarenraming tot en met

Beloningsbeleid en Functiemix PCPO Capelle-Krimpen versie 1.1 1/6

Passend onderwijs. Lid van het dagelijks bestuur, Liesbeth Verheggen

Samenkomst gezamenlijke Medezeggenschapsraden STAIJ

Herziening fre-tabel voor scholen voor primair onderwijs en het (voortgezet) speciaal onderwijs met ingang van 1 augustus 2001

Nieuwsbrief CAO-PO September 2014 Opgesteld door Geeke Wolters en Frans Thomassen

Medezeggenschap en Financiën VO. Auke de Roos, MR trainer/adviseur

Acties korte termijn (2014) Acties korte termijn (eerste helft 2015) Acties voor de langere termijn ( )

Versie 0.3 Datum: 4 maart Managementstatuut

BESTUURSFORMATIEPLAN

Meerjarig Bestuursformatieplan

BASISSCHOLEN < EEN MEE ONTWERPBEGROTING september 2014

Meerjarenbegroting

Mobiliteitscentrum/flexpool BDOF Wenkend perspectief

Notitie Toelichting op het mobiliteitsbeleid

Ten behoeve van: Algemene Ledenvergadering Steller: J.P. van den Berg, Controller Datum:

Bestuursformatieplan

Stichting Lima Bestuursformatieplan

Aan de Raad. 1 Alle scholen die vallen onder de Opron doen mee aan het project duurzaam leren. Ambitie van

Tweede kwartaalrapportage exploitatie Conceptversie 1.1

Vervangingsbeleid. Panta Rhei, stichting r.k, algemeen bijzonder en openbaar primair onderwijs

Activiteitenplan. Schooljaar Hoofdstuk 1: Inleiding Hoofdstuk 2: Jaarplan Hoofdstuk 3: Financiën

FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT. bij Stichting Scholengroep Primato te Hengelo

JAARVERSLAG 2013 PRESENTATIE GEMEENTEN, RAAD VAN TOEZICHT, GMR EN DIRECTIES

Expertmeeting Regionaal mobiliteitscentrum als perspectief

Financiële consequenties akkoorden: duidelijkheid voor bekostiging 2014/2015

FUNCTIEBOUWWERK EN TOELAGEBELEID SKPO EINDHOVEN e.o.

Meerjarenbestuursformatieplan

TAAKBELEID. Krammer HE Brielle /

Geacht College van B&W Geachte leden van de Gemeenteraad van de gemeente Leiderdorp. 30 april 2015 Begroting 2015 en Meerjarenbegroting

GMR, schoolbestuur en passend onderwijs

18 Begroting. Begroting

Lumpsumbekostiging samenwerkingsverband WSNS

NIEUWSBULLETIN NIEUWS VAN- EN VOOR PLATEAU OPENBAAR ONDERWIJS ASSEN AAN: PERSONEEL / DIRECTIES / GMR / MEDEWERKERS BUREAU ONDERWIJS / BESTUUR

CNV Onderwijs gaat voor behoud van expertise

Levensfasebewust personeelsbeleid. Jong geleerd is oud gedaan, maar. nooit te oud om te leren!

MOBILITEIT STICHTING INITIA maart beweegt

Fusie Effect Rapportage (FER) Regina Pacis en St. Jan de Doper. 16 maart 2011

Personeels- beleidsplan Stichting Brevoordt

Raadsstuk. Onderwerp: Meerjarenbegroting 2014/ /2019 Stichting Dunamare Onderwijsgroep Reg.nummer: 2015/170311

NIEUWSBULLETIN NIEUWS VAN- EN VOOR PLATEAU OPENBAAR ONDERWIJS ASSEN AAN: PERSONEEL / DIRECTIES / GMR / MEDEWERKERS BUREAU ONDERWIJS / BESTUUR

Onderdeel van mobilitieitsbeleid voor SKIPOS medewerkers procedures vrijwillige en gedwongen mobiliteit:

Medezeggenschapsbevoegdheden MR en GMR

Managementstatuut VO - PO

VACATURES & VERVANGINGEN (alleen voor leden die leiding geven aan één school)

FUNCTIEBOUWWERK EN TOELAGEBELEID SKPO EINDHOVEN e.o.

Faciliteiten Weer Samen Naar School (WSNS) voor basisscholen in het schooljaar ; normatieve overgangsformatie met ingang van het

Beëindiging betrekking combinatiefunctie primair onderwijs (po)

MANAGEMENTRAPPORTAGE Periode van januari t/m augustus 2016

De taakomschrijvingen van de verschillende functies/taken binnen een school zijn vastgelegd

MOBILITEITSPLAN Stichting Openbaar Primair Onderwijs Zuid-Kennemerland

JULI Stichting voor openbaar primair onderwijs /Indrukwekkend onderwijs

2. De werkgever kan het personeelslid zonder zijn instemming overplaatsen:

OVEREENKOMST SAMENWERKINGSVERBAND WSNS NOORDOOST FRIESLAND

Stichting Katholiek Basisonderwijs De Veenplas

Bestuursformatieplan

Regeling Werkgelegenheidsbeleid

RIS129017A_28-JUN-2005

Besluit Regeling van de gevolgen. Samenvoeging Sterrenschool op één locatie

Daartoe spreken partijen onderstaand pakket maatregelen af ter bevordering van de mobiliteit van personeel.

Meerjarenbestuursformatieplan

NASCHOLINGSBELEID 13 maart 2012

KADERNOTITIE FUNCTIEMIX KS Fectio

1. Wanneer komt een personeelslid in aanmerking voor BAPO? Hoeveel uren BAPO-verlof kan een personeelslid krijgen?...2

5.5 Managementstatuut

VACATURES & VERVANGINGEN (alleen voor leden die leiding geven aan één school)

Invoering Functiemix

Begroting SKPO Eindhoven e.o.

Meerjarenbegroting

Workshop AVS-congres 15 maart Jos Siemerink en Carine Hulscher-Slot

Medezeggenschapsstatuut van Stichting "Het Rijnlands Lyceum" te Wassenaar, primair onderwijs

Aan de slag met de functiemix

(P)(G)MR en CAO. Hoofddorp cursussen, advisering, maatwerk.

- 1 - De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Managementstatuut (AB-DB model)

Meerjarenbestuursformatieplan

Transcriptie:

Bestuursformatieplan Stichting Marenland 2014-2015 Bestuursnummer : 41574 Auteurs : OSG Assen OWB Marenland Datum : Versie : 21 maart 2014 2.1 Pagina 1/26

Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Managementsamenvatting... 4 2.1 Ontwikkeling leerlingaantal en fte... 4 2.2 Convenant Leerkracht/functiemix... 4 2.3 Resultaten... 5 2.4 Conclusie... 5 3. Ontwikkelingen... 6 4. Bestuursbeleid... 8 4.1 Onderwijskundige aspecten formatiebeleid... 8 4.2 Personeelsbeleid... 9 4.3 Formatiebeleid... 12 4.4 Risico s... 14 5. Toelichting systematiek... 15 5.1 Kader toedeling formatie Marenland... 15 5.2 T=0 systematiek... 15 5.3 Personele inkomsten... 15 5.4 Personele uitgaven... 18 6. Schooljaar 2014-2015... 20 7. Meerjarenformatieplanning... 22 7.1 Ontwikkeling leerlingaantallen... 22 7.2 Meerjarenplanning... 22 7.3 Oplossingen en bezuinigingen... 23 8. Besluiten en medezeggenschap... 25 Bijlage I Meerjarenformatieplanning Pagina 2/26

1. Inleiding Het bestuursformatieplan geeft de geplande inkomsten en uitgaven op het personele vlak weer van de Stichting Marenland. In de besteding van de personele inkomsten is het beleid omtrent het personeel en de verdeling van de personele middelen verwerkt. Het bestuursformatieplan heeft betrekking op het schooljaar 2014-2015. Tevens is een vooruitblik gemaakt naar de drie hiernavolgende schooljaren. Elk bevoegd gezag is op grond van het gestelde in de CAO Primair Onderwijs, onderdeel formatiebeleid, verplicht tot het opstellen van de meerjaren formatieplanning voor de komende vier schooljaren. Met het opstellen en vaststellen van dit bestuursformatieplan wordt aan deze verplichting voldaan. In het bestuursformatieplan worden de aan het bestuur toegekende inkomsten in geld, berekend per school, weergegeven. De technische berekeningen voor dit plan zijn gemaakt door OSGMetrium. Deze berekeningen hebben de basis gevormd voor verder overleg. Het door het bestuur en het directieoverleg vastgestelde beleid is in de technische berekeningen verwerkt. Deze formatieplanning is het kader en taakstellend voor de schoolformatieplannen voor het schooljaar 2014-2015. Dit bestuursformatieplan dient daarmee als basis voor de schoolformatieplannen van de afzonderlijke scholen en wordt jaarlijks geactualiseerd op grond van het meerjarenformatiebeleid. Bij het ontwikkelen van het formatiebeleid dient rekening te worden gehouden met de CAO Primair Onderwijs en de Wet op het Primair Onderwijs. Het besluitvormingstraject omvat naast de formele vaststelling van het bestuursformatieplan door het bestuur, instemming/advies conform het bepaalde in het reglement van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad en het managementstatuut voor de directies. Na de officiële vaststelling door het bestuur wordt deze meerjarenformatieplanning aangeboden aan alle betrokkenen. Dick Henderikse Algemeen directeur Pagina 3/26

2. Managementsamenvatting In de navolgende samenvatting wordt in het kort ingegaan op bestuursspecifieke zaken, de ontwikkeling van het leerlingenaantal en het resultaat, zowel voor schooljaar 2014-2015 als voor de drie daaropvolgende schooljaren. In hoofdstuk 7 wordt uitgebreider ingegaan op de conclusies en aandachtspunten voor het formatiebeleid. 2.1 Ontwikkeling leerlingaantal en fte Stichting Marenland heeft te maken met een dalend aantal leerlingen. Hierdoor zal de formatie moeten inkrimpen. Een deel hiervan zal onder andere gebeuren door natuurlijk verloop en door het niet of intern herbezetten van verlofsituaties. In de hiernavolgende tabel is de (te verwachten) ontwikkeling van het aantal leerlingen opgenomen van de teldata 1 oktober 2012 tot en met 1 oktober 2018. Realisatie Prognose 2012 2013 2014 2015* 2016* 2017* 2018* Aantal leerlingen 3043 2940 2814 2757 2702 2647 2593 Toename/afname -103-126 -57-55 -55-54 In % -3% -4% -2% -2% -2% -2% * De leerlingenaantallen zijn de afgelopen jaren gedaald. De prognose voor de komende jaren is dat deze daling zich met 2% per jaar doorzet. In de meerjarenformatieplanning is uitgegaan van een krimpend personeelsbestand. De daling in fte is zichtbaar gemaakt in onderstaande tabel. Realisatie Prognose 13/14 14/15 15/16 16/17 17/18 18/19 Aantal fte 172,68 164,68 156,41 150,42 144,61 140,17 Toename/afname -8,00-8,27-5,99-5,81-4,44 In % -5% -5% -4% -4% -3% 2.2 Convenant Leerkracht/functiemix Met het convenant leerkracht heeft de overheid de stap gezet om het lerarenberoep te versterken, de professionaliteit in de schoolorganisatie te verhogenen, differentiatie in salariëring voor onderwijzend personeel te bewerkstelligen. Een van de consequenties uit het convenant is de functiemix en de daarbij behorende doelstellingen zoals opgenomen in de CAO PO. In Marenland zijn we in 2012 gestart met het benoemen van LB leerkrachten. Deze leerkrachten hebben een extra taak en extra verantwoordelijkheid gekregen binnen de schoolorganisatie. In Marenland zijn 57 medewerkers benoemd in de LB functie, 47 fte s, wat wil zeggen 32% van de totale formatie. In juni 2014 start opnieuw een ronde sollicitaties LB functie. 2014 is het laatste jaar van de invoering van de functiemix. Het percentage zal uiteindelijk op ongeveer 46% LB-functies liggen en daarna stabiliseren gerelateerd aan de ontwikkeling van het personeelsbestand. Basisformatie Totaal Benoemd Nieuw 2014-2015 46% 152,04 69,94 47,18 22,76 Pagina 4/26

2.3 Resultaten In onderstaand schema wordt de ontwikkeling van de personele inkomsten en uitgaven voor de komende vijf schooljaren weergegeven. In het onderstaande meerjarenoverzicht is aan de batenkant rekening gehouden met de daling van het aantal leerlingen en aflopende subsidies. Aan de lastenkant is rekening gehouden met het natuurlijk verloop op basis van uitstroom op 65-jarige leeftijd. Schooljaar 2014-2015 2015-2016 2016-2017 2017-2018 2018-2019 Inkomsten 14.435.393 13.852.484 13.443.682 13.047.482 12.744.795 Uitgaven 14.474.174 13.852.483 13.443.682 13.047.482 12.744.795 Exploitatieresultaat -38.781 0 0 0 0 Voor het schooljaar 2014-2015 is er op bestuursniveau sprake van een negatief saldo van - 38.781,-. De redenen voor dit tekort zijn: - Het aantal leerlingen loopt terug; - Het aantal personeelsleden zal bijna navenant teruglopen. 2.4 Conclusie In het schooljaar 2014-2015 zal een aantal maatregelen plaatsvinden die van invloed zijn op het resultaat. De oplossingsrichtingen die leiden tot een sluitende begroting zijn in dit formatieplan opgenomen. De voornaamste ontwikkelingen zijn: - Volledig benutten van de bekostigde vervangerspool; - Meerscholig directeuren inzetten in kleine organisaties; - Begeleiden van werknemers naar een andere werkkring; - Deelnemen aan een provinciaal mobiliteitscentrum, zodat boventallig en goed personeel een andere plek krijgt, eventueel bij een ander bestuur; - Het ontwikkelen van eigen personeel, nieuwe taken bemensen, integraal personeelsbeleid en invoering passend onderwijs. Pagina 5/26

3. Ontwikkelingen Onderstaand nieuwe wet- en regelgeving die gevolgen hebben voor Marenland. Daarnaast is er een aantal regionale ontwikkelingen, zoals een dalend leerlingaantal, die directe gevolgen heeft voor de beschikbare formatie. Hieronder zijn deze ontwikkelingen weergegeven. Passend Onderwijs De Wet passend onderwijs is op 9 oktober 2012 aangenomen door de Eerste Kamer. Als de wet op 1 augustus 2014 ingaat, krijgen scholen een zorgplicht. Dit betekent dat scholen verantwoordelijk zijn om elk kind een goede onderwijsplek te bieden. Op de eigen school, eventueel met extra ondersteuning in de klas, op een andere reguliere school in de regio of in het (voortgezet) speciaal onderwijs. In de provincie Groningen ontstaat met ingang van 1 augustus 2014 één groot samenwerkingsverband. Dit samenwerkingsverband zal vervolgens worden verdeeld in vijf kamers. Dit betekent voor Marenland een kamer, samen met Noordkwartier, Lauwers en Eems en het VCPO Noord Groningen. De werkwijze zoals nu wordt toegepast in Marenland en Noordkwartier zal worden doorgezet en verdiept. Hiermee zal Marenland blijven werken met een Onderwijs Zorgcentrum, waarbij hulp aan zorgleerlingen snel en zover mogelijk dichtbij wordt geregeld. De samenwerkingsverbanden krijgen het reguliere deel van de rugzakmiddelen en de middelen die voorheen onder meer naar de rec s gingen. Zij kunnen dit vervolgens verdelen over de scholen. De middelen voor ambulante begeleiding gaan naar de (v)so-scholen, tenzij het samenwerkingsverband en het (v)so andere afspraken gaan maken over de ambulante begeleiding en het daarmee gemoeide personeel. Samenwerking op het Groninger platteland Veel scholen op het Groninger platteland worden in hun bestaan bedreigd. Voornaamste oorzaak: de krimp van het leerlingenaantal. Volgens de prognoses zal het leerlingenaantal in het gebied van Marenland met een derde verminderen in de periode 2010-2030. Samen met de scholen staan alle voorzieningen voor 0- tot 12-jarigen, - zoals peuterspeelzaal, kinderopvang, buitenschoolse opvang en zorg, - onder druk. Om voorzieningen voor het Groninger platteland te behouden en de kwaliteit ervan te kunnen garanderen, kiest Marenland voor intensieve samenwerking met Noordkwartier. De samenwerking richt zich op het ontwikkelen van deze kindvoorzieningen op het platteland en het vormgeven van bestuurlijke samenwerking. Sluiten van scholen In relatie tot de krimp van het aantal leerlingen zijn er diverse scholen gefuseerd. Dit komt ten goede voor de kwaliteit van het onderwijs. Kleine scholen (tot 145 leerlingen) krijgen in de bekostiging een toeslag. Hoe kleiner de school, hoe groter de toeslag. Wanneer ze fuseren met een andere school verandert de toeslag. De eerste paar jaar wordt dit deels gecompenseerd door de fusiebekostiging die wordt ontvangen. De kleine scholentoeslag zal worden veranderd. Deze zomer worden de voorstellen verwacht. Pagina 6/26

Krimp van de bevolking In het grootste gedeelte van Nederland zal de bevolking de komende jaren in omvang afnemen. Deze krimp gaat in onze regio gepaard met vergrijzing en ontgroening. Vooral het vertrek van jongeren, ontgroening, leidt tot een bovengemiddeld snelle afname van het aantal 0-12 jarigen, onze leerlingen. De regio Delfzijl is één van de vier grootste probleemgebieden in Nederland. In de gemeenten Delfzijl, Loppersum en Bedum is de verwachting dat de leerlingaantallen in de periode van 2010-2030 met 35% zullen afnemen. Marenland, mede afhankelijk van landelijk beleid, zoekt naar de beste mogelijkheden om de krimp het hoofd te bieden. 2008 2010 2015 2020 2025 2030 Afname% Appingedam 562 575 529 517 535 540 7% Bedum 395 387 310 259 232 244 37% Delfzijl 1486 1337 1136 989 896 869 35% Loppersum 531 504 444 393 358 323 35% Ten Boer 346 353 318 297 297 293 17% Totaal 3320 3156 2737 2455 2318 2269 28% Pagina 7/26

4. Bestuursbeleid De formatie van een school is sterk afhankelijk van de keuze die de school maakt in de organisatie van het onderwijs. De formatie van de school hangt weer samen met de bestuursbrede visie op formatie en personeelsbeleid. De uitgangspunten die gehanteerd worden bij het bestuur komen in dit hoofdstuk aan bod. 4.1 Onderwijskundige aspecten formatiebeleid Het onderwijsconcept van de scholen is in principe het uitgangspunt voor de inzet van personeel (functies en taken). De onderwijskundige mogelijkheden van de scholen worden zoveel mogelijk benut, waarbij de regelgeving van het ministerie van OCW en regelgeving voortvloeiend uit de CAO-PO in acht wordt genomen. Ten aanzien van de verdeling van de personele middelen hanteert Marenland de volgende beleidskeuzes: Verdeling baten Beleidskeuze: T=0 systematiek De formatie wordt berekend met de T=0 systematiek, dat is gebaseerd op het werkelijke leerlingaantal aan het begin van het schooljaar. De verdeling Voorzieningen vindt plaats op basis van de prognoses van de school. En daar waar nodig is er aanvulling vanuit de T-1 systematiek. Voor de opname jubilea is een voorziening getroffen. Het budget voor personeelsbeleid (budget P&A) Afspraken m.b.t. medezeggenschap Vanuit het P&A budget worden middels beleidskeuzes zaken bekostigd met betrekking tot het personeelsbeleid, strategisch beleid en schoolbegeleiding. De kosten voor de school MR-en komen ten laste van de schoolbegroting, de kosten voor de GMR worden uit de bestuursmiddelen (P&A) betaald. Uitgangspunten bovenschoolse kosten (verdeling bovenschools en scholen) Projecten Onder de bovenschoolse kosten vallen de personeelskosten van de algemene directie en het stafbureau. Daarnaast voert nog een aantal personeelsleden bovenschoolse taken uit. Dit betreft het personeel voor detachering, stagebureau, zorgkantoor, projecten, ziektebegeleiding, etc.. De projecten worden bovenschools beheerd. Passend Onderwijs Inzet in fte s Een deel van de gelden van het passend onderwijs komt via de samenwerkingsverbanden weer rechtstreeks naar de scholen. Voor het schooljaar 2014-2015 is de verwachting dat de scholen en het zorgkantoor in totaal ca 322.000,- ontvangen. Schooldirecteuren krijgen voor de inzet van hun schoolformatie een budget in FTE s gebaseerd op basisformatie. Daarnaast wordt per school bekeken welke aanvullende budgetten noodzakelijk zijn en toegekend worden. Pagina 8/26

Naast de beleidskeuzes die rechtstreeks met de verdeling van de middelen te maken hebben, heeft Marenland een aantal algemene beleidskeuzes die ook betrekking op de formatie hebben: Algemeen Wel of geen schot tussen personele en materiële bekostiging Functiebouwwerk en afwijkende leraarfuncties Beleidskeuze: Er wordt geen schot tussen de personele en materiële bekostiging gehanteerd. De gelden kunnen zowel voor personeel als materieel gebruikt worden. Tijdens het schooljaar 2010-2011 zijn in het kader van het Actieplan Leerkracht de functies LB ingevoerd. Met ingang van het schooljaar 2014-2015 heeft 46% van de leerkrachten een LB functie. Aanstellingsbeleid Indien nodig zal er DGO gevoerd worden. Scholen De schooldirecteur is onderwijskundig en integraal verantwoordelijk. BAPO en FPU Het bestuur stimuleert seniorleerkrachten gebruik te maken van BAPO en keuzepensioen. Doel is het stimuleren van de doorstroming. Pensioen Boetes vervangingsfonds Administratie, Beheer en Bestuur Ouderschapsverlof De arbeidsovereenkomst wordt beëindigd, conform de in de CAO-PO vastgestelde leeftijd. Eventuele boetes van het Vervangingsfonds worden in eerste instantie op bestuursniveau gedragen. De ABB-gelden worden door het bestuur beheerd. Deze worden gebruikt voor de bekostiging van de administratie, de bestuurskosten en het onderwijsbureau. Ouderschapsverlof wordt, conform CAO, uitgevoerd voor een periode niet langer dan een jaar, uitzonderingen daargelaten. 4.2 Personeelsbeleid Bij Marenland is het personeelsbeleid vervat in de volgende personeelsbeleidsstukken: Het strategisch beleidsplan 2010-2014 is verlengd tot 2015 Integraal personeelsbeleidsplan en in afzonderlijke deelplannen; Handboek gesprekkencyclus; Functiemix. Integraal personeelsbeleid Het Integraal Personeelsbeleid (IPB) is divers en omvat personeelsbeheer, personeelszorg, personeelsinstrumenten en competenties. In de CAO-PO wordt gerefereerd aan het Integraal Personeelsbeleid, dat in onderlinge samenhang aandacht besteedt aan functioneren, functies en taken, personeelsvoorziening en professionele ontwikkeling waaronder scholing, beoordeling en belonen. Via het jaarverslag wordt het gevoerde beleid geëvalueerd en verantwoord. Pagina 9/26

De doelstellingen van Marenland in het kader van IPB zijn: Iedere school heeft een vorm van competentiebeleid; Iedere leerkracht heeft een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP); Iedere leerkracht toont bekwaamheid en is verantwoordelijk voor de eigen ontwikkeling, dit is zichtbaar in het portfolio; Iedere medewerker participeert in de gesprekkencyclus; Iedere school voert ziekteverzuimbeleid uit; Opleiden op de werkplek heeft vorm gekregen, er is voor iedere school een opleidingsfunctionaris; Er is een Marenland academie; Gerichte mobiliteit van medewerkers wordt bevorderd; Marenland is een goed werkgever; Taak- en functiedifferentiatie Marenland hanteert een functiebouwwerk waarin de volgende functies zijn opgenomen: Functie Onderwijsbureau Schaal Algemeen directeur/bestuurder DE Algemeen adjunct-directeur/bestuurder DC Algemeen beleidsmedewerker 10 Personeelsadviseur 9 Medewerker huisvesting 9 Medewerker financiën 7 Medewerker personeel (vervanging) 5 Medewerker secretariaat 5 Management scholen Directeur kleine school Directeur grote school Meerscholen directeur DA DB DB Onderwijs Leraar A LA Leraar B LB Onderwijsassistent * 3 Klassenassistent * 3 Combinatiefunctionaris * 3 Onderwijsbegeleiding Coördinator Zorg 10 Psycholoog/orthopedagoog 11 Onderwijsondersteunend personeel op school Conciërge * 3 Administratief medewerker 3 * = komt momenteel niet voor in functiebouwwerk Marenland Verder zijn binnen Marenland op de scholen nog specifieke taken waarvoor een bepaalde deskundigheid, opleiding en ervaring is vereist. Deze taken kunnen op schoolniveau of op bovenschools niveau worden uitgeoefend. Enkele voorbeelden hiervan zijn: Ambulant begeleider, Intern Begeleider (IB-er), Bedrijfshulpverlener en Preventiemedewerker. De ICT functie zal komend Pagina 10/26

jaar nader bekeken worden. Hoe kunnen we deze functie bovenschools inzetten zodat deze ten behoeve van alle scholen ten goede komt. Het beleid is er op gericht zo veel mogelijk gebruik te maken van de specialistische kennis en vaardigheden van de leerkrachten en deze zo mogelijk in te zetten op bovenschools niveau. Hiervoor vindt binnen Marenland scholing plaats. Regelingen bij formatieve fricties en afvloeiing Formatieve fricties Wanneer er sprake is van onvoldoende inkomsten om aan de verplichtingen te voldoen, zal uiteindelijk ontslag van personeel plaatsvinden. Hierbij worden de formatie inkomsten en uitgaven op bestuursniveau vergeleken, aangezien sprake is van een aanstelling bij het bestuur. Bij de inzet van formatieplaatsen dient rekening te worden gehouden met krimp voor het volgend schooljaar. Het Participatiefonds ziet inzet van personeel (ook aanstellingen in tijdelijke dienst) bij verwachte krimp als eigen beleid van het bestuur. Bij een instroomtoets voor het participatiefonds (vergoeding kosten WW-uitkering) in het volgend schooljaar worden natuurlijk verloop en andere ontslagen in de zes maanden voorafgaand aan de instroom afgetrokken van de daling in formatie. Hierdoor wordt de ontslagruimte kleiner en kunnen de uitkeringskosten voor rekening van het bestuur komen. Om een flexibele schil te creëren maakt Marenland gebruik van payrollers. De payrollers krijgen per 2 maanden een aanstelling, welke eventueel verlengd wordt voor 2 maanden, met een maximum van een jaar. Deze constructie dient om verplichtingen te voorkomen en financiële risico s te beperken. Afvloeiingssystematiek Op basis van de CAO-PO hanteert Marenland, in overleg met de GMR, de regeling werkgelegenheidsbeleid. Dit houdt in dat de vaste werknemers voor onbepaalde tijd een werkgelegenheidsgarantie hebben, de afvloeiingsregeling is hierdoor vervallen. Als toch gedwongen ontslag dreigt door terugloop van de werkgelegenheid, moet de werkgever afspraken maken in het Decentraal Georganiseerd Overleg (DGO = overleg met de vakbonden) over een sociaal plan. Formatiebesteding en personele verplichtingen Bij de voorbereiding van de formatieplanning voor het schooljaar 2014-2015 zijn de volgende wensen van de medewerkers geïnventariseerd: Vrijwillige overplaatsing (mobiliteit); Het opnemen of uitbreiding van het seniorenverlof (BAPO); Taakvermindering of ontslag op eigen verzoek; Gewenste deelname aan het keuzepensioen. Vanwege de terugloop in het aantal leerlingen is er op bestuursniveau geen vacatureruimte beschikbaar. Wel doet zich de situatie voor dat tussen scholen onderling verplaatsingen van personeel noodzakelijk zijn. Bij verplaatsingen van personeel tussen scholen doet de schooldirecteur een voorstel aan de Algemeen Directeur. Deze legt het voorstel voor aan de medewerkers van het onderwijsbureau, welke de haalbaarheid onderzoeken. Daarna koppelt de Algemeen Directeur terug aan de schooldirecteur. Daarnaast is van belang te weten dat volgens de CAO-PO tijdelijke aanstellingen (inclusief korttijdelijken) na 36 maanden vaste aanstellingen worden. Werkt een vervanger 12 maanden in dezelfde functie en wordt nadien een benoeming aangeboden anders dan vervanging, dan geldt de Pagina 11/26

nieuwe benoeming als vast. Hierbij worden dienstverbanden als opeenvolgend gezien indien er geen onderbreking langer dan 3 maanden is. De tussenpozen tellen mee voor de berekening van de 36 of 12 maanden termijn, ter bescherming van het zittend personeel. Marenland ziet er op toe dat langdurige vervangers op deze manier geen rechten opbouwen. Marenland beseft zich dat dit onrust kan veroorzaken op de scholen. Management Marenland kiest voor een managementstructuur die bestaat uit een algemeen directeur en een adjunct algemeen directeur. Op elke school is een fulltime of parttime schooldirecteur aangesteld. Meerscholige directeuren worden ingezet, daar waar mogelijk. Faciliteiten (G)MR In de huidige CAO-PO (artikel 13.3 en bijlage A11) wordt het bevoegd gezag verplicht faciliteiten ter beschikking te stellen aan de medezeggenschapsraad en de GMR. Het betreft faciliteiten uitgedrukt in uren en in geld afhankelijk van de schoolgrootte. Deze faciliteiten zijn opgenomen in de begroting van de (G)MR. Scholing van de GMR leden gebeurt via het medezeggenschapsbudget. Faciliteiten in uren Marenland stelt aan de werknemers die lid zijn van de GMR per schooljaar de volgende faciliteiten beschikbaar: Als de werknemer zowel lid is van de GMR als de MR wordt 100 uur ter beschikking gesteld. Het wordt verwerkt in de normjaartaak van de betrokken medewerker; Als de werknemer lid is van één van de medezeggenschapsorganen wordt 60 uur ter beschikking gesteld. Het wordt verwerkt in de normjaartaak van de betrokken medewerker. Deze uren worden beschikbaar gesteld via de normjaartaak die op schoolniveau wordt vastgesteld. Faciliteiten in geld Een MR bij een school tot 250 leerlingen: 927,- Een MR bij een school van 250 tot 750 leerlingen: 1.545,- De GMR heeft een eigen begroting vastgesteld: 8.000,- De materiële gelden voor de MR staan in de schoolbegrotingen vermeld. Het personele deel van de MR wordt via het taakbeleid van de scholen ingezet. 4.3 Formatiebeleid De personeelsformatie is afhankelijk van de toekenning van de personele baten op basis van het aantal leerlingen en de aanvullende budgetten. Bij het formatiebeleid geldt dat Marenland het principe van de juiste persoon op de juiste plek zoveel mogelijk hanteert. Marenland stimuleert mobiliteit. De uitgangspunten die gehanteerd worden voor de inzet van personeel komen in deze paragraaf aan de orde. Ongewijzigd beleid De volgende uitgangspunten voor de toedeling van de schoolformaties zijn ten opzichte van het BFP 2013-2014 ongewijzigd gebleven. De leerlingenprognoses voor 1 augustus 2014 zijn de basis voor de formatieberekeningen voor het schooljaar 2014-2015. Bij de schooldirecteuren is geïnventariseerd hoeveel leerlingen zij op 1 augustus 2014 verwachten. Marenland zet de middelen in op basis van het werkelijke leerlingenaantal (T=0) en wijkt daarmee af van de bekostiging vanuit het Pagina 12/26

rijk die gebaseerd is op het voorgaande jaar (T-1). Hierdoor kunnen de scholen de inzet van het personeel beter afstemmen op het aantal leerlingen; Marenland heeft een eigen zorgkantoor ingesteld met een zorgcoördinator die het zorgbeleid coördineert en IB-ers ondersteunt bij het uitvoeren van hun zorgtaken; Marenland werkt met het stagebureau waarmee leerkrachten in opleiding worden begeleid op de werkvloer. Vanuit het stagebureau worden ook meer ervaren leerkrachten die handelingsverlegen zijn gecoacht; Voor de begeleiding van beginnende en oudere leerkrachten en schooldirecteuren vindt een begeleiding- of coachingtraject plaats. Hiervoor heeft Marenland een opgeleide coach in dienst; De opdracht is dat alle scholen geen overschrijdingen hebben op hun formatiebudget en schoolgedeelte van het P&A budget, in combinatie met de totale schoolbegroting; De kosten van o.a. het integraal personeelsbeleid worden gedekt uit het P&A budget; Gelden afkomstig van het Passend Onderwijs worden mede ingezet voor interne begeleiding. Elke school heeft, deels uit eigen middelen, minimaal één halve dag per week de beschikking over een intern begeleider. Hiermee wordt een goede leerlingenzorg bewerkstelligd. Dit is een minimum, bij de scholen met meer leerlingen wordt ook meer tijd besteed aan interne begeleiding; Marenland is in samenwerking met Noordkwartier bezig aan de realisatie van kindvoorzieningen. Voortgezet beleid Gezien de leerlingdaling in onze regio en de daarmee samenhangende financiële positie is Marenland genoodzaakt om terughoudend te zijn ten aanzien van de vorming van nieuw beleid. Wel heeft Marenland te maken met landelijke en regionale trends en ontwikkelingen. Deze zullen in de komende jaren ook haar weerslag hebben op het bestuursformatieplan, bijvoorbeeld: Passend onderwijs; De brede school en de kindvoorzieningen ontwikkeling; De daling van de bevolking (Krimp); Andere schooltijden andere werktijden; Versterking van het ziekteverzuim beleid. In het BFP 2014-2015 worden de volgende nieuwe uitgangspunten gehanteerd: Marenland werkt aan een goede uitvoering van de Wet Passend Onderwijs; Er is een intentiebesluit genomen over de voorgenomen besturenfusie. Aandachtspunten Onder eigen beleid van Marenland is niet alleen te verstaan de concrete afspraken in bepaalde situaties, maar bijvoorbeeld ook de gevolgen van vervanging wegens ziekte (premiedifferentiatie), de gevolgen van een grote instroom in de WAO/WIA en de onterechte instroom in een WWuitkering (toetsing: Participatiefonds). Daarmee is duidelijk dat Marenland geconfronteerd wordt met diverse zaken die beslag kunnen leggen op de reserves voor personeel. We volgen dit nauwlettend. Maandelijks vindt controle plaats op het personeelsbestand en met name de vervangingen ter voorkoming van verplichtingen; Het ziekteverzuimbeleid is strak in de uitvoering gezet en met elke langdurig zieke worden afspraken gemaakt voor een spoedige terugkeer naar de werkplek; Marenland controleert op de risico s van (eventuele) ontslaguitkeringen voor eigen rekening, er zijn complete personeelsdossiers. Pagina 13/26

Kwaliteit van het onderwijs De kwaliteit van het onderwijs in Marenland is verbeterd, maar blijft kwetsbaar. De financiële mogelijkheden om kwaliteit te bieden worden ingezet en zijn gericht op de ontwikkeling van de medewerkers. De Marenland Academie, de LB functionaris en de specifieke teamscholingen dragen bij aan versterking. Vanwege het dalende leerlingenaantal en de invoering Passend onderwijs doet Marenland haar uiterste best de kwaliteit van het onderwijs te bestendigen en waar mogelijk te verstevigen. Marenland staat voor goed onderwijs. Marenland besteedt 83,2% (landelijk 80%) van haar totale inkomsten personeel aan de formatie op de scholen. Personeel wordt op basis van het leerlingenaantal, met een daaraan gekoppelde basisformatie toebedeeld aan de school. Afhankelijk van de noodzaak kan een school aanspraak maken op extra budgetten. Scholen maken vervolgens een zo gunstig mogelijke organisatie indeling. Scholen maken hierin (deels) hun eigen keuze, deze wordt voorgelegd aan de MR van de school. 4.4 Risico s Binnen het schooljaar is een divers aantal risico s te benoemen waarmee Marenland rekening dient te houden. In onderstaande tabel is op hoofdlijnen een inschatting van de risico s weergegeven. Risico s Fluctuaties leerlingen aantal Ziekteverzuim: premieheffing en trede-indeling Vervangingsfonds personeel voor eigen rekening wet verbetering Poortwachter kosten Arbo-dienst kosten re-integratie Ontslag: formatieve frictie instroomtoets Participatiefonds wachtgeldverplichtingen (kunnen meerdere jaren duren) werkgelegenheidsgaranties kosten ontslagprocedure kosten outplacement en scholing vertrekregeling werving en selectie Betaald ouderschapsverlof Flexibele BAPO Toelichting Als het leerlingenaantal in een korte periode terugloopt, kan Marenland worden geconfronteerd met boventallige formatie, waarvan de loonkosten niet door het Ministerie worden betaald. In de Groninger plattelandsgebieden neemt het aantal basisschoolleerlingen de komende tien jaar met 20 procent af voor sommige gebieden. Ziekteverzuim kan op meerdere wijzen tot kosten leiden. Bijvoorbeeld door een malus van het Vervangingsfonds, doordat vervanging van personeel dat voor eigen rekening is aangesteld niet wordt vergoed, of door extra kosten van de Arbo-dienst als ziekte optreedt. Ontslag brengt in bijna alle gevallen kosten met zich mee. Wachtgeldkosten kunnen aan Marenland doorberekend worden als een aanvraag niet door de instroomtoets komt. Marenland zal procedurekosten (opbouw dossier, juridische kosten) moeten maken. In sommige gevallen kan personeel afvloeien via een outplacement en/of bijscholing of door een vertrekregeling aan te bieden. Marenland ondersteunt het vrijwillig vertrek van personeel. Een werknemer heeft per kind recht op betaald ouderschapsverlof. De extra loonkosten van de vervanger in verband met het verlof komen voor rekening van Marenland. De salariskosten van de Bapo-gerechtigde komt ten laste van Marenland. Pagina 14/26

5. Toelichting systematiek Voor het toedelen van de budgetten naar de scholen (FTE s) wordt gebruik gemaakt van het allocatiemodel. Het allocatiemodel is het rekenprogramma dat de beschikbare personele budgetten en verplichtingen vertaald naar het beschikbare aantal FTE op schoolniveau. In hoofdstuk 6 wordt de systematiek van toedeling in hoofdlijnen weergegeven. Deze systematiek sluit aan met de, in eerdere hoofdstukken, toegelichte ontwikkelingen en beleidskeuzes binnen Marenland. 5.1 Kader toedeling formatie Marenland In onderstaande figuur is het kader geschetst waarop de toedeling systematiek van Marenland gebaseerd is. Uit de figuur blijkt duidelijk de splitsing tussen een beschikbaar budget voor lonen en salarissen en een beschikbaar budget voor personeelsbeleid (en het materiële tekort). LUMPSUM PERSONEEL MATERIEEL SALARISSEN P&A MATERIEEL ARBO/IPB B&A Beleid Materieel 5.2 T=0 systematiek Voor het bepalen van de formatie hanteert Marenland de T=0 systematiek. Dit houdt in dat de formatie wordt toebedeeld naar de scholen op basis van het aantal leerlingen op 1 augustus van het betreffende schooljaar. 5.3 Personele inkomsten De personele inkomsten bestaan uit diverse budgetten. De personele lumpsum is hierbij het grootste budget. Naast de personele lumpsum ontvangt Marenland onder andere middelen voor Personeels en Arbeidsmarkt beleid (P&A), leerling-gebonden financiering en diverse andere budgetten vanuit de rijksoverheid of derden. Personele lumpsum De personele lumpsum wordt berekend op basis van twee belangrijke componenten. Deze componenten zijn het aantal leerlingen en de gewogen gemiddelde leeftijd (GGL) van het onderwijzend personeel. Pagina 15/26

Met betrekking tot het aantal leerlingen is de prognose voor 1 augustus 2014 de basis voor de formatieberekeningen voor het schooljaar 2014-2015 (T=0). Bij de schooldirecteuren is geïnventariseerd hoeveel leerlingen zij op 1 augustus 2014 verwachten. Bij uitzonderlijke groei of terugloop van het aantal leerlingen kunnen aanpassingen hierop plaatsvinden. Marenland zet hierdoor de beschikbare middelen in op basis van het werkelijke leerlingenaantal. Ten aanzien van de kleine scholen toeslag wordt 25% ( 267.000) in eerste instantie buiten de basisformatie gehouden. Dit bedrag zal worden ingezet op basis van noodzaak en behoefte op de scholen. Om te komen tot de hoogte van het lumpsumbudget wordt, zoals reeds aangegeven, ook gerekend met de GGL van 1 oktober 2013. Als de gemiddelde leeftijd van het onderwijzend personeel hoog is, is de personele vergoeding ook hoger. Andersom geldt dat als de gemiddelde leeftijd van het onderwijzend personeel laag is, de vergoeding ook lager is. Hiermee worden de hogere loonkosten van ouder personeel gecompenseerd. Bij Marenland is de gemiddelde leeftijd van het onderwijzend personeel 43,46 jaar per 1 oktober 2013, landelijk is dit 40,43 jaar. Door het ministerie van OCW wordt bij de berekening van de GGL een bandbreedte van 30 tot 50 jaar gehanteerd. Dit heeft als consequentie dat de loonkosten van Marenland niet volledig gecompenseerd worden door de hogere GGL. Onderstaand is de landelijke GGL ten opzichte van de GGL van Marenland in een grafiek weergegeven. Hieruit blijkt dat de GGL van Marenland behoorlijk hoger ligt dan het landelijk gemiddelde. Kleine scholentoeslag Een onderdeel van de personele lumpsum is de kleine scholen toeslag. Wanneer een school minder dan 145 leerlingen heeft, heeft deze recht op kleine scholentoeslag. Hoe kleiner de school, hoe groter het te ontvangen bedrag. In afwachting van vernieuwde regelgeving wordt ten aanzien van de kleine scholen toeslag 25% ( 276.000) in eerste instantie buiten de basisformatie gehouden. Dit bedrag zal worden ingezet op basis van noodzaak en behoefte op de scholen. Fusiebekostiging Met ingang van het schooljaar 2011-2012 zijn de Viking-Noorman en de Brandaris gefuseerd in de Noorderbreedte. In verband met de nieuwe concept regelgeving rondom fusiebekostiging, wordt er vanaf 1 augustus 2011 geen 2 jaar, maar 5 jaar bekostiging ontvangen in een afbouw van 100% voor het eerste jaar, tot 20% in het 5 e jaar. In het geval van de Noorderbreedte wordt er voor het 4 e fusiejaar (2014-2015) bekostiging ontvangen van 26.000. Pagina 16/26

Per augustus 2013 zijn CBS De Klimop en de Wirdummerdraaischool gefuseerd tot de Wirdummerklimmer. De fusie bekostiging voor het 2 e jaar (2014-2015) is 120.000. Hiervan is 80% ( 96.000) voor de personele bekostiging en 20% voor de materiële bekostiging. Deze laatste is hier niet zichtbaar. Per augustus 2013 zijn de Dieftil en de Prinses Beatrix ook gefuseerd. De fusiebekostiging voor het 2 e jaar (2014-2015) is 118.000. Hiervan is 80% ( 94.000) voor de personele bekostiging en 20% voor de materiële bekostiging. Per augustus 2014 is de intentie dat de Iemekörf en de Jan Nieuwenhuyzenschool gaan fuseren. De fusiebekostiging voor het 1 e jaar (2014-2015) is 80.000. Hiervan is 80% ( 64.000) voor de personele bekostiging en 20% voor de materiële bekostiging. Per augustus 2014 is de intentie dat de Huifkar en de Lessenaar gaan fuseren. De fusiebekostiging voor het 1 e jaar (2014-2015) is 122.000. Hiervan is 80% ( 98.000) voor de personele bekostiging en 20% voor de materiële bekostiging. Daarnaast is er de intentie dat er nog een fusie gaat plaatsvinden. Ditmaal tussen de Ripperdaborg en de Rengersborg van Noordkwartier. In dit geval zal de Ripperdaborg toegevoegd worden aan de scholen van Noordkwartier. Bekostiging impulsgebieden Het kabinet wil investeren in het voorkomen en bestrijden van onderwijsachterstanden. Het opleidingsniveau van ouders blijft het criterium voor de toekenning van gewichtengeld. Aan de gewone vaststelling van het schoolgewicht verandert niets. Daarnaast zijn impulsgebieden ingevoerd. Dat zijn (postcode)gebieden met veel inwoners die een laag inkomen en/of uitkeringen hebben. Scholen die in deze gebieden zijn gevestigd, krijgen per gewichtenleerling (0,3 of 1,2) een extra impulsbedrag voor het schooljaar 2014-2015 ( 1.687,- per leerling). Voor Marenland betreft dit een aanvullende bate van ruim 351.000,- in het schooljaar 2014-2015. De bekostiging impulsgebieden wordt in eerste instantie buiten de basisformatie gehouden en zal op basis van noodzaak en behoefte op de scholen ingezet worden. Budget Personeel en arbeidsmarktbeleid Naast de basisformatie wordt een deel van het budget Personeels- en Arbeidsmarktbeleid (P&A) toegekend aan scholen. Hieruit worden de kosten betaald voor onder andere nascholing, betaald ouderschapsverlof, beloningsdifferentiatie, herintredersperiodieken, werkgelegenheidsbeleid, arbokosten, strategisch beleid en schoolbegeleiding. Passend Onderwijs (WSNS) De middelen voor zorgformatie worden door het Ministerie afgedragen aan de samenwerkingsverbanden (SWV) waaraan de scholen deelnemen. Het samenwerkingsverband kent hieruit middelen toe aan de binnen hun samenwerkingsverband werkende basisscholen. Een deel van de middelen is nodig voor de kosten van het samenwerkingsverband. In het zorgplan van de beide samenwerkingsverbanden WSNS waaronder de scholen van Marenland vallen, is de wijze van verdeling en inzet van de zorgformatie aan basisscholen geregeld. Marenland besteedt deze middelen aan de inzet van interne begeleiding. Met de invoering van het Passend Onderwijs blijft de manier waarop de middelen voor lichte ondersteuning, het zogenaamde budget WSNS, worden toegekend, hetzelfde. Pagina 17/26

Passend Onderwijs (LGF) De financiering van extra ondersteuning voor een leerling is na de invoering van de Wet passend onderwijs niet meer afhankelijk van een landelijke indicatie. De samenwerkingsverbanden ontvangen de beschikbare middelen voor extra ondersteuning. De (schoolbesturen binnen de) samenwerkingsverbanden verdelen vervolgens de middelen over de scholen waar de extra ondersteuning nodig is. Zo is er beter maatwerk mogelijk en kunnen de middelen zo veel mogelijk ten goede komen aan ondersteuning in de klas. Een deel van de middelen gaat naar het (v)so, op basis van het aantal kinderen dat het samenwerkingsverband daar plaatst. De middelen worden door Marenland ingezet in de formatie door lesgebonden uren en nietlesgebonden uren te besteden aan de verbetering van het onderwijs aan de betreffende leerling. Voor het schooljaar 2014-2015 betreft dit een bate vanuit het Passend Onderwijs van ongeveer 246.000. Prestatiebox Het budget is bedoeld voor opbrengstgericht werken, professionalisering van leraren en schoolleiders en cultuureducatie. Het budget in de prestatiebox wordt onderverdeeld in een bedrag per leerling en een bedrag per school. Voor opbrengstgericht werken, het professionaliseren van leraren en cultuureducatie wordt een bedrag per leerling verstrekt. Daarbovenop is er per school een bedrag voor het professionaliseren van schoolleiders. De prestatiebox biedt schoolbesturen bestedingsvrijheid om de ambities uit het bestuursakkoord te realiseren. Het gaat hier namelijk niet om een subsidie met een specifieke verantwoordingslast, maar om bijzondere bekostiging met bestedingsvrijheid. In dit kader zet Marenland een bedrag per school en voor het onderdeel voor cultuureducatie in voor materiële doeleinden. Het overige deel, 246.000, wordt aan personele doeleinden besteed. Nationaal Onderwijsakkoord Het Nederlandse onderwijs behoort op alle niveaus tot de betere onderwijsstelsels van de wereld. Maar Nederland wil meer. In het Nationaal Onderwijsakkoord wordt die ambitie verwoord als het streven naar excellent onderwijs. Vanuit dit akkoord is er eind 2013 560.000 ontvangen. In schooljaar 2014-2015 wordt er 308.000 van dit akkoord benut. Subsidie jonge leerkrachten Schoolbesturen hebben te maken met krimpende budgetten en met oplopende werkloosheidskosten met negatieve gevolgen voor de werkgelegenheid. Daarom komen er vanuit het ministerie de komende jaren additionele middelen beschikbaar om vooral de jonge leerkrachten aan het werk te houden. In het kader hiervan is er eind 2013 een bedrag van 161.000 ontvangen. Een deel hiervan is besteed in het schooljaar 2013-2014. Het restant, 98.000, zal besteed worden in 2014-2015. Overige personele budgetten Bovenstaand zijn de grootste budgetten kort toegelicht. Naast deze budgetten ontvangt Marenland een aantal kleinere budgetten en subsidies. Hierbij gaat het onder andere om baten voor: detachering en een bijdrage voor de schakelklas AZC. Daarnaast wordt een budget ( 34.000,-) vanuit de materiële instandhouding overgeheveld naar de personele begroting ter dekking van de kosten van het schoonmaakpersoneel in eigen dienst. In de materiële instandhouding is hiervoor een vergoeding opgenomen. 5.4 Personele uitgaven Onderstaand worden de belangrijkste personele uitgaven op hoofdlijnen weergegeven. De lonen en salarissen zijn hierbij de grootste categorie. Pagina 18/26

Lonen en salarissen Bij de lonen en salarissen wordt onderscheid gemaakt tussen het onderwijsbureau, bovenschools personeelsbeleid, bovenschools lumpsum, het stagebureau, het zorgkantoor, detachering, vervangingspool en de loonkosten van het personeel op de scholen (schoolformatie). De inzet per fte wordt op schoolniveau bepaald op basis van het beschikbare budget per school en de gemiddelde personeelslast (GPL 1 ) van Marenland (budget/ GPL). Door gebruik te maken van de GPL van Marenland wordt het effect van duurdere oudere personeelsleden en goedkopere jongere personeelsleden op de scholen genivelleerd. De scholen krijgen uiteindelijk een beschikbaar budget in FTE toegewezen. Overige personele lasten De overige personele lasten worden hoofdzakelijk bekostigd vanuit het P&A budget. In paragraaf 4.1 is hier reeds aandacht aan besteed. Een klein deel van de overige personele lasten wordt echter bekostigd vanuit de personele lumpsum. Het gaat hierbij om de volgende posten: Schoonmaak WSNS projectgeld 1 De GPL komt als volgt tot stand. De loonkosten schoolformatie worden gedeeld door de inzet op schoolformatie, genormeerd op LA-schaal. Pagina 19/26

6. Schooljaar 2014-2015 In hoofdstuk 6 worden de in de voorgaande hoofdstukken geschetste ontwikkelingen en beleidskeuzes vertaald naar inkomsten en uitgaven. 3. Personele baten Begroting 3.1 (Rijks)bijdrage OCW 3.1.1 Personele lumpsum (CFI) 11.039.568 3.1.1 Personele lumpsum (allocatie bestuur) 10.398.620 Totaal fusiescholen 0 Herfstakkoord (1% van loonkosten) 128.000 Nationaal onderwijsakkoord 180.000 Aanvullende bekostiging jonge leerkrachten 98.000 25% kleine scholentoeslag (buffer) 267.381 Bekostiging impulsgebieden (buffer) 350.896 Subtotaal (Normatieve) rijksbijdrage OCW 11.801.578 3.1.2 Overige subsidies OCW Budget voor Personeelsbeleid 1.401.411 Prestatiebox PO (alleen bovenschoolse deel) 245.677 Visueel gehandicapte leerling 0 Subtotaal overige rijksbijdrage OCW 1.647.087 3.2 Overige overheidsbijdragen Passend Onderwijs (WSNS) 322.450 Passend Onderwijs (LGF) 246.600 Schakelklas 30.530 Subtotaal overige overheidsbijdragen 599.580 3.5 Overige Baten Detachering 352.967 Schoonmaakpersoneel 34.179 Subtotaal overige baten 387.146 Totaal personele baten: 14.435.392 4. Personele lasten 4.1 Lonen en salarissen Onderwijsbureau 514.558 Bovenschools personeelsbeleid 164.676 Bovenschools lumpsum 137.572 Detachering 352.967 Stagebureau 26.676 Zorgkantoor 59.498 Loonkosten vervangingspool 346.252 Loonkosten schoolformaties 11.244.668 Functiemix 54.556 Subtotaal Lonen en Salarissen 12.935.601 12.901.422 12.881.045 4.2 Overige personele lasten 54.556 Cursuskosten 279.500 Extern personeel 274.880 Werving en selectie 5.000 Reis- en verblijfskosten 45.650 Bedrijfsgezondheidszorg 75.000 Overige personele kosten 125.300 Afstortingen personeelsbeleid 100.000 Overige pers. Kosten strategisch beleid 117.000 Overige pers. Kosten Schoolbegeleiding 120.000 Dotatie jubileum 15.000 OOP Schoonmaakpersoneel 34.179 WSNS projectgeld 6.000 Schakelklas 30.530 Malus vervangingsfonds 25.000 Materieel 625.962 Subtotaal overige personele lasten 1.879.001 4.3 Uitkeringen Vergoeding loonkosten vervangingspool -306.252 Subtotaal uitkeringen -306.252 Totaal personele lasten 14.474.171 Resultaat personeel -38.780 Pagina 20/26

Uit bovenstaand overzicht blijkt dat Marenland momenteel een verwachte overschrijding van 38.780,- voor het schooljaar 2014-2015 heeft. Deze overschrijding komt voort uit het hebben van meer verplichtingen dan de hiervoor beschikbare baten. Deze overschrijding zal opgelost worden door natuurlijk verloop en mobiliteitswensen. In bovenstaande berekening is met een aantal uitgangspunten gerekend: - De T=0 systematiek. Dit houdt in dat het verschil tussen T-1 en T=0 buiten de formatieplanning is gelaten; - De bekostigde vervangerspool zal ingezet worden met personeelsleden die volledig inzetbaar zijn. Bovenstaand overzicht is het uitgangspunt. Aan de hand van dit overzicht is Marenland inmiddels begonnen met de voorbereidingen en besprekingen van de formatie voor schooljaar 2014-2015. Op basis van het huidige peilmoment, maart 2014, is de verwachting dat de inzet van de formatie sluitend zal zijn. Pagina 21/26

7. Meerjarenformatieplanning De meerjarenformatieplanning geeft inzicht in de verwachte ontwikkeling van de personele baten en lasten voor de komende vier schooljaren. Dit hoofdstuk is opgesteld aan de hand van de aangeleverde leerlingenprognoses, het personeelsbestand en de overige op dit moment bekende gegevens. In paragraaf 7.1 wordt ingegaan op de ontwikkeling van de leerlingenaantallen. In paragraaf 7.2 wordt nader ingegaan op de meerjarige inkomsten en uitgaven. 7.1 Ontwikkeling leerlingaantallen Voor de bepaling van de omvang van het beschikbare budget is inzicht vereist in de leerlingaantallen. De prognoses van het leerlingenaantal van Marenland is opgenomen in onderstaande tabel. Tot en met 2014 zijn de aantallen door de directeuren opgegeven, daarna is een daling van 2%(*) gehanteerd. De leerlingaantallen zijn bepalend voor de bekostiging. Hierbij hanteert Marenland de T=0 systematiek. Realisatie Prognose 2012 2013 2014 2015* 2016* 2017* 2018* Aantal leerlingen 3043 2940 2814 2757 2702 2647 2593 Toename/afname -103-126 -57-55 -55-54 In % -3% -4% -2% -2% -2% -2% 7.2 Meerjarenplanning Op basis van de uitkomsten van 2014-2015 en de leerlingaantallen is een doorrekening gemaakt naar de komende jaren. In bijlage I is de meerjarenformatieplanning in detail weergegeven. Schooljaar 2014-2015 2015-2016 2016-2017 2017-2018 2018-2019 Inkomsten 14.435.393 13.852.484 13.443.682 13.047.482 12.744.795 Uitgaven 14.474.172 13.852.483 13.443.682 13.047.482 12.744.795 Exploitatieresultaat -38.781 0 0 0 0 Uitgangspunten meerjarenformatieplanning De meerjarenplanning heeft als uitgangspunt het allocatiemodel 2014-2015. Onderstaand zijn de uitgangspunten weergegeven die tot het meerjarenoverzicht hebben geleid. Baten: - De baten in het schooljaar 2014-2015 zijn gebaseerd op de bekostigingsvariabelen van het schooljaar 2013-2014 (sept. 2013). De variabelen voor het schooljaar 2014-2015 zijn nog niet beschikbaar; - De rijksbijdragen zijn gecorrigeerd op basis van het aantal leerlingen, uitgaande van de T=0 systematiek; - Er wordt tot en met het schooljaar 2015-2016 fusiebekostiging ontvangen voor de Noorderbreedte; - Er wordt tot en met het schooljaar 2017-2018 fusiebekostiging ontvangen voor de Wirdummerklimmer en de Prinses Beatrixschool. In het allocatiemodel is per jaar rekening gehouden met 80% van de voor dat jaar toegekende bekostiging; - Er wordt tot en met het schooljaar 2018-2019 fusiebekostiging ontvangen voor de Iemekorf/Jan Nieuwenhuyzen en de Huifkar/Lessenaar. In het allocatiemodel is per jaar rekening gehouden met 80% van de voor dat jaar toegekende bekostiging; - Er wordt in het kader van Passend Onderwijs gelden ontvangen; Pagina 22/26

- De bijdrage voor de schakelklas is onzeker. Vanaf 2015-2016 is hier geen rekening mee gehouden; - De Gemiddelde Gewogen Leeftijd (GGL) is bij de berekening van de baten voor 2014-2015 en verdere jaren niet aangepast. Bij de lonen en salarissen is ook niet gewerkt met periodieken, waardoor het gelijk houden van de GGL en de lonen en salarissen met elkaar overeenkomt; Lasten: - In het schooljaar 2014-2015 is de bekostigde vervangerspool nog niet volledig bezet. Dit zal wel gaan gebeuren. Dit betekent dat er nog 0.5 1 fte aan ruimte is voor de komende schooljaren, waar we rekening mee houden in de meerjarenraming. - Medewerkers die op basis van de CAO de pensioengerechtigde leeftijd bereikt hebben stromen uit. Voor de meerjarenberekening wordt gerekend met een leeftijd van 65 jaar. Er kunnen daardoor wat verschuivingen plaatsvinden. In onderstaande tabel is weergegeven wat het te verwachten en natuurlijk verloop voor de komende jaren is. 2014-2015 2015-2016 2016-2017 2017-2018 2018-2019 Verwachte uitstroom fte 2015-2016 5,00 Verwachte uitstroom fte 2016-2017 5,29 Verwachte uitstroom fte 2017-2018 6,56 Verwachte uitstroom fte 2018-2019 6,87 Verwachte en uitstroom 0 341.211 360.498 447.099 468.643 Bovenstaande tabel laat zien dat er vanaf het schooljaar 2015-2016 een behoorlijke uitstroom per jaar is. In de meerjarenraming in bijlage 1 zien we dit ook terug. Door de grote uitstroom ontstaat er vanaf het schooljaar 2017-2018 mogelijk weer vacatureruimte. 7.3 Oplossingen en bezuinigingen Zoals uit bovenstaand meerjarenoverzicht blijkt, is de uitstroom van natuurlijk verloop in het komend schooljaar op basis van leeftijd nog niet voldoende. Andere oplossingen en keuzes zijn hierdoor noodzakelijk. Hierbij kan gedacht worden aan oplossingen op de lange en oplossingen op de korte termijn. Voor oplossingen op de lange termijn wordt verwezen naar het strategische beleidsplan van Marenland waarin het toekomstbeeld met betrekking tot de kindvoorzieningen centraal staat. De afgelopen periode en ook de komende jaren wordt actief gewerkt aan het realiseren van deze voorzieningen, waardoor naar verwachting de druk op de financiën minder wordt. Op de korte termijn zijn een aantal acties geformuleerd om het tekort te verminderen. Deze acties zijn gerelateerd aan de beheersing van diverse processen en voornamelijk risico s: 1. Aanvragen buitengewoon verlof worden tot het minimum beperkt en worden alleen toegekend conform CAO afspraken en indien noodzakelijk; 2. De diverse verlofsituaties zullen zoveel mogelijk intern opgevangen worden zonder uitbreiding van de werktijdfactor; 3. Actief detacheringbeleid; 4. Met een actief scholingsbeleid personeelsleden scholen en hierdoor brede inzetbaarheid vorm te geven; 5. Extra subsidies leiden niet per definitie tot uitbreiding van de formatie; 6. Begeleidingswerk op de scholen zoveel mogelijk laten uitvoeren door eigen personeel; 7. Directieformatie waar mogelijk inkrimpen bij natuurlijk verloop door interne oplossingen. Bijvoorbeeld meerscholige directeuren; Pagina 23/26