Onderwerp: Extra krediet watergebiedsplan Zegveld & Oud-Kamerik VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR AGENDAPUNT 4 Nummer: 651006 v9 In D&H: 13-08-2013 Steller: Peter Hesen In Cie: BMZ Telefoonnummer: 06-15068420 SKK 05-09-2013 Afdeling: Watersysteembeheer In AB: 02-10-2013 Portefeuillehouder: Kromwijk Geheim: ja nee Gelezen ONTWERP 15 juni 2005 (SPR/05.068). Vaststelling door het AB van watergebiedsplan Zegveld & Oud-Kamerik, met een budget van 7,1 mln euro. 25 september 2012 (DM 564835). Besluit van het AB om, wegens opgetreden overschrijding, het krediet voor het watergebiedsplan Zegveld & Oud-Kamerik op te hogen met 3,4 mln euro tot 10,5 mln euro. Kennisneming door het AB dat voor het laatste onderdeel, polder Oud-Kamerik, een projectplan en geactualiseerde kostenraming ter behandeling wordt voorgelegd. 27 september 2012 (DM 578300). Consultatie van de commissie SKK over het voorlopig collegebesluit Vaststellen variant lintbebouwing Kamerikse Wetering te Oud Kamerik. 16 januari 2013 (DM 588234). Kennisneming door het AB van de rapportage over de stand van zaken bij de zes watergebiedsplannen en scenario s om het voorziene dekkingstekort van 12,0 mln euro op te vangen. 25 april 2013. Overleg van de Commissie SKK. Mededeling van de hoogheemraad over toegenomen financieel risico voor het watergebiedsplan Zegveld & Oud-Kamerik. Stelt het college u voor: 1. Extra krediet beschikbaar te stellen van 2,9 mln euro voor de afronding van het watergebiedsplan Zegveld & Oud-Kamerik middels het gelijktijdig aangeboden voorstel over oplossing voorziene tekorten watergebiedsplannen (DM 628144). 2. Verdere kostenstijgingen te voorkomen door het streven los te laten om er alleen op basis van vrijwilligheid uit te komen bij onderhandelingen met partijen in het gebied. Advies commissie BMZ SKK Reactie college op advies commissie 651006-1 -
INLEIDING Het definitieve projectplan en het daarbij behorende inspraakrapport voor de polder Oud-Kamerik is gereed en ligt ter vaststelling voor aan het AB. Dit is het laatste onderdeel van het wgp Zegveld. Een groot deel van de maatregelen in het projectplan is noodzakelijk om de peilen in te kunnen stellen conform het peilbesluit Oud-Kamerik. Ook dit peilbesluit en het bijbehorende inspraakrapport liggen gelijktijdig ter vaststelling voor. Op 15 juni 2005 heeft het AB het watergebiedsplan Zegveld & Oud-Kamerik ((hierna: wgp Zegveld) vastgesteld, met een krediet van 7,1 mln euro. Op 25 september 2012 heeft het AB dit krediet, vanwege opgetreden overschrijding, verhoogd naar 10,5 mln euro. Op 16 januari 2013 heeft het AB kennis genomen van de prognose dat het wgp Zegveld in totaal 11,9 mln euro zou gaan kosten, dus 1,4 mln euro meer dan het beschikbare krediet. In de Burap 1 van 2012 is voor het wgp Zegveld, op basis van geactualiseerde kostenramingen, een risico gemeld van 1,0 mln euro aan extra kosten. De commissie SKK is hierover op 25 april 2013 tijdens de mededelingen door de portefeuillehouder geïnformeerd. Op grond van de kostenraming bij het definitieve projectplan polder Oud-Kamerik komen de totale kosten voor het wgp Zegveld uit op 13,4 mln. euro. Zie (de vertrouwelijke) bijlage 1 bij dit voorstel voor een nadere toelichting op de totale kosten. Voor de afronding van het watergebiedsplan is dus 2,9 mln euro aan extra krediet nodig (met een risico van 0,7 mln euro). Dit voorstel bevat de onderbouwing en argumentatie bij de extra kredietaanvraag. De dekking van het extra krediet maakt deel uit van het voorstel aan het algemeen bestuur over oplossing voorziene tekorten watergebiedsplannen dat tegelijk met dit voorstel voorligt ter vaststelling door het AB. ARGUMENTEN 1.1 De kostenstijgingen zijn te verklaren uit de complexiteit van het project en de gekozen aanpak. In het AB-voorstel van 16 januari 2013 over tekorten bij watergebiedsplannen is geconstateerd dat overschrijding van oorspronkelijke kredieten vooral optreedt vanwege: Te lage oorspronkelijke ramingen (vanwege onbekendheid met de specifieke eisen en het te doorlopen gebiedsproces); Duurdere alternatieve en extra maatregelen (als gevolg van onderhandelingen en onverwachte omstandigheden); Complexiteit van het gebiedsproces (wat veel extra personele inzet vraagt). Met name is dit het geval in de eerste twee watergebiedsplannen van het waterschap, wgp Zegveld en het wgp Kamerik & Kockengen. In beide plannen is besloten tot de aanleg op uitgebreide schaal van hoogwatervoorzieningen, die mede vanwege hun complexiteit een belangrijke oorzaak zijn van opgetreden en voorziene overschrijdingen. Wanneer we kijken naar de polder Oud-Kamerik, onderdeel van het wgp Zegvel, dan blijkt: Ook in dit gebied leiden de hoogwatervoorzieningen en het daarmee samenhangende proces tot sterke toename van de kosten en de looptijd. Het streven naar afspraken grondeigenaren/-gebruikers op basis van vrijwilligheid zorgt nog meer dan bij andere watergebiedsplannen voor hogere uitgaven en vertraging (uitgebreide en langdurige onderhandelingen met allerlei afgedwongen concessies). Het ingewikkelde gebiedsproces gaat gepaard met veel commotie en hoog oplopende controverse, zowel tussen partijen in het gebied als tussen het waterschap en partijen in het gebied. Het is qua watersysteem een complex gebied, met weinig speelruimte voor maatregelen. Voordeel voor de een is al gauw nadeel voor de ander. 651006-2 -
Deze ontwikkelingen zorgen bij de polder Oud-Kamerik (ook nog recent) voor zeer sterke stijging van de kosten ten opzichte van eerdere ramingen. De stijging met 1,5 miljoen ten opzichte van de raming in januari wordt veroorzaakt door: Onvoorziene kosten bij de uitvoering (0,5 mln euro extra). Aanpassing en detaillering van reeds geplande maatregelen (0,2 mln euro extra). Nieuwe maatregelen (0,8 mln euro extra). Bij de analyse van de financiën valt op dat voor de polder Oud-Kamerik circa 1,2 mln aan kosten wordt gemaakt door extra toezeggingen in het kader van onderhandelingen en het gebiedsproces: Streven naar vrijwillige medewerking bij grondverwerving en plaatsen van kunstwerken (0,4 mln). Aanleg van een duurder type peilscheidingen voor de collectieve hoogwatervoorziening (0,2 mln). Bebouwingsonderzoek voor het bebouwingslint langs de Kamerikse Wetering (0,3 mln). Realisatie van een aangepaste constructie (aquaduct) voor de kruising van de Kamerikse Wetering met de nieuwe maalvliet (0,3 mln). In de bijlage worden de financiële aspecten nader toegelicht. Geconcludeerd kan worden dat de kostenstijgingen verklaarbaar zijn en vooral samenhangen met de complexiteit van het watersysteem in het gebied en het streven naar afspraken op basis van vrijwilligheid. Om verdere kostenstijgingen tegen te gaan zal vanaf nu voor een zakelijkere insteek gekozen worden waarbij duidelijk gecommuniceerd moet worden dat inzetten van de gedoogplicht wordt overwogen. Inzetten van de gedoogplicht is een mogelijkheid die het waterschap altijd achter de hand heeft bij de aanleg van waterstaatkundige werken. Vanwege het uitgangspunt van vrijwilligheid is hier tot dusver bij de watergebiedsplannen zeer terughoudend mee omgegaan. Wanneer een onderhandelingstraject uitmondt in een gerechtelijke procedure dan resulteert dat overigens ook in extra kosten en vertraging van de uitvoering. Het voordeel is wel dat dit een gunstige precedent kan scheppen voor toekomstige onderhandelingen. Het communiceren van de eventuele inzet van gedoogplicht tijdens onderhandelingen hoeft overigens niet per se te leiden tot extra juridische kosten. Het waterschap heeft bijvoorbeeld in een ander vergelijkbaar gebiedsproces wél expliciet de mogelijkheid van gedoogplicht gecommuniceerd, wat uiteindelijk tot een acceptabele schikking met de betrokkene heeft geleid. 1.2 Terugkomen op de gemaakte keuze voor een collectieve hoogwatervoorziening is gezien de voorgeschiedenis geen realistische optie. In het voorlopig collegebesluit Vaststellen variant lintbebouwing Kamerikse Wetering te Oud Kamerik dat op 27 september 2012 ter consultatie is voorgelegd aan de commissie SKK is becijferd dat een inrichtingsvariant met louter individuele hoogwatervoorzieningen in de polder, dus ook langs het lint, 1,1 mln. euro extra zou kosten ten opzichte van het toen gehanteerde krediet van 10,5 mln euro. Dat was 0,4 mln. minder dan de raming voor de variant met de collectieve hoogwatervoorziening in het lint (1,5 mln euro extra). Het verschil in kosten was op dat moment geen aanleiding om te kiezen voor de variant met louter individuele hoogwatervoorzieningen. Een geactualiseerde raming wijst uit dat voor de individuele variant 2,2 mln. euro extra nodig zou zijn, dat wil zeggen 0,7 euro mln. minder dan voor de variant met de collectieve hoogwatervoorziening die nu voorligt. Het verschil is dus in absolute zin hoger dan in september 2012, maar niet in relatieve zin. Dit met de kanttekening dat de kosten voor de beide varianten zijn vervuild door oneigenlijke kosten. Zo is voor circa 0,3 mln. aan bebouwingsonderzoek gedaan dat voor een collectieve hoogwatervoorziening overbodig is. Een berekening met een schone lei zou er anders uitzien. In september 2012 is tevens aan de commissie SKK bericht dat de beheerkosten voor een collectieve hoogwatervoorziening of individuele hoogwatervoorzieningen in het bebouwingslint op hetzelfde niveau liggen, namelijk 30 tot 35 duizend euro per jaar. Dit met de kanttekening dat het streven is om de beheerkosten van eventuele individuele voorzieningen aan eigenaren over te dragen. Het staat echter niet vast dat eigenaren een dergelijke overdracht per definitie accepteren. 651006-3 -
KANTTEKENINGEN De ervaringen in watergebiedsplannen tot dusver, zeker met polder Oud-Kamerik, hebben geleid tot een aantal verbeterpunten, die de komende tijd nader worden uitgewerkt: Sneller wettelijke middelen inzetten bij grondverwerving (gedoogplicht). Eerder, op basis van mogelijkheden in de Waterwet, plaatsing van kunstwerken op andermans eigendom afdwingen (in plaats van langdurig blijven onderhandelen op basis van vrijwilligheid). In diverse watergebiedsplannen zijn op uitgebreide schaal hoogwatervoorzieningen toegezegd. Een juridische toetsing uit 2012 door Sterk Consulting laat zien dat dit in de meeste gevallen formeel niet nodig was geweest. Wanneer de peildaling niet meer is dan de bodemdaling is het juridisch gezien - aan de eigenaren zelf om beschermende maatregelen te treffen rond gebouwen met gevoelige fundering. Nu zit het waterschap er aan vast vanwege het vertrouwensbeginsel (de burger moet op een plan kunnen vertrouwen). Zie de bijlage voor nadere toelichting. In de polder Oud-Kamerik kosten de hoogwatervoorzieningen samen ongeveer 1,6 mln. euro aan rechtstreekse investeringen (dus exclusief de uitgaven voor het proces). Het gaat daarbij zowel om de collectieve hoogwatervoorziening in het bebouwingslint als om de individuele hoogwatervoorzieningen in de rest van de polder. Zie de bijlage voor een uitgebreidere toelichting. De wijziging in het projectplan voor Oud-Kamerik dat circa 500 meter wegsloot langs de van Teylingenweg door de polder Oud-Kamerik niet in polderpeil blijft, maar alsnog opgenomen wordt in de collectieve hoogwatervoorziening kan leiden tot claims van belanghebbenden met wie eerder de afspraak was gemaakt dat hun percelen in polderpeil zouden blijven. Deze mogelijke claims komen boven op een claim van circa 0,6 mln. euro die is aangekondigd door een van de insprekers voor het geval het projectplan ongewijzigd wordt vastgesteld. De genoemde potentiële claims zijn getoetst op hun realiteitswaarde en meegenomen in de kostenraming en het totale financiële risico van 0,7 mln euro. Personen die denken schade te ondervinden van de uit te voeren maatregelen kunnen een beroep doen op de regeling voor nadeelcompensatie van het waterschap. Indien dit niet leidt tot genoegdoening kan men naar de rechter stappen. Wanneer de uitvoering is gestart kan men via een voorlopige voorziening vragen om de werkzaamheden stil te laten leggen, zoals ook in 2011 is gebeurd in de polder Oud-Kamerik. RELATIE MET ORGANISATIEMISSIE, COLLEGEPROGRAMMA OF ANDERE BELEIDSDOCUMENTEN Naar aanleiding van het rapport Bouwen aan vertrouwen en de Veranderagenda wordt het AB op vaste momenten, bij de buraps, geïnformeerd over de stand van zaken en de risico s bij de watergebiedsplannen. Het inzetten van de gedoogplicht is verankerd in de Waterwet en vastgelegd in de Nota grondbeleid van het waterschap. FINANCIËLE CONSEQUENTIES Voor het aanvullend krediet van 2,9 mln euro voor het wgp Zegveld is extra dekking nodig. In het voorstel Oplossing voorziene tekorten watergebiedsplannen staat een beschrijving van de dekking voor het totale krediettekort van 13,5 mln euro voor de watergebiedsplannen, inclusief wgp Zegveld. Het extra krediet voor wgp Zegveld kan dus alleen daadwerkelijk beschikbaar komen als het AB de integrale dekking voor alle watergebiedsplannen heeft vastgesteld. Het beheersen van de gemelde risico s is mede afhankelijk van de omstandigheden in het veld en opstelling van andere partijen. Als het optreden van de risico s leidt tot extra kosten dan zal hiervoor dekking worden gezocht via een nieuw voorstel aan het bestuur. UITVOERING Wanneer het extra krediet voor de inrichtingsmaatregelen in de polder Oud-Kamerik wordt goedgekeurd zullen de werkzaamheden weer zo spoedig mogelijk worden opgestart. In principe kan dit vrij snel wanneer dit werk gedaan kan worden door de aannemers die in 2012 aan de slag waren toen de activiteiten werden stilgelegd. Als tegenvallers, zoals lange gerechtelijke procedures, achterwege blijven dan kunnen de werkzaamheden in 2015 worden afgerond. COMMUNICATIE 651006-4 -
Het is van belang om de inwoners en belangenorganisaties in het gebied te informeren over de stand van zaken en komende ontwikkelingen. Hiervoor zijn diverse communicatieactiviteiten gepland, waaronder het informeren van de gebiedscommissie en de belangenorganisaties. Voor het betrekken van de inwoners organiseren we in het najaar van 2013 een gebiedsavond. Tijdens deze avond lichten we het bestuursbesluit toe en bespreken we de uitvoering van het projectplan. Over het bestuursbesluit en de gebiedsavond verschijnt ook een nieuwsbrief. BIJLAGE(N) nee ja, namelijk Bijlage bij voorstel Extra krediet watergebiedsplan Zegveld & Oud-Kamerik VERTROUWELIJK De bijlage is vertrouwelijk omdat deze informatie bevat die de onderhandelingspositie van het waterschap met de reeds betrokken aannemers kan schaden. TER INZAGE nee ja, namelijk Dijkgraaf en hoogheemraden, dijkgraaf, P.J.M. Poelmann secretaris-algemeen directeur a.i., drs. J. Miedema 651006-5 -