ELEKTRICIENS PSC 149.01 CAO 2011-2012
Inhoud 2 Inhoud Nationaal akkoord voor de sector elektriciens........... 3 Inkomen........................................... 4 Index........................................... 4 Loonsverhoging................................... 4 Ecocheques...................................... 4 Vervoerkosten.................................... 5 Mobiliteitsvergoeding............................... 6 Eindejaarspremie.................................. 6 Ploegenpremie.................................... 8 Premie voor gevaarlijk en ongezond werk............... 8 Anciënniteitpremie................................. 9 Bestaanszekerheid................................. 9 Toeslag bij tijdelijke werkloosheid..................... 9 Toeslag bij volledige werkloosheid.................... 9 Toeslag bij ziekte................................ 10 Toeslag bij sluiting van de onderneming.............. 10 Toeslag bij halftijds tijdkrediet....................... 10 Toeslag bij brugpensioen.......................... 11 Sectoraal pensioenfonds........................... 11 Werk............................................. 12 Werkzekerheidsclausule............................ 12 Begeleidingspremie............................... 12 Interimarbeid.................................... 13 Opbouw anciënniteit.............................. 13 Eenheidsstatuut................................... 14 Opzegtermijnen.................................. 14 Carenzdag...................................... 14 Loopbaan......................................... 15 Brugpensioen................................... 15 Tijdkrediet en loopbaanvermindering.................. 16 Loopbaanverlof.................................. 16 Flexibiliteit...................................... 17 Vorming en opleiding............................... 18 Vakbondsaanwezigheid in de onderneming............. 19 Syndicale voordelen................................ 20 Syndicale premie................................. 20 Andere voordelen................................. 20
Nationaal akkoord voor de sector elektriciens Beste De onderhandelingen tussen de werkgevers en de vakbonden van de sector elektriciens zijn eindelijk achter de rug. Nog nooit waren ze zo moeilijk. Immers, vanaf het begin was duidelijk dat de werkgevers er alles zouden aan doen om zelfs de beschikbare loonmarge en de index niet volledig te moeten toekennen. Als ACV-CSC METEA zijn we er in geslaagd om, dankzij onze actie en daadkracht, uiteindelijk de index en maximale loonsverhoging te doen toepassen vanaf begin 2012, samen met een aantal andere belangrijke stappen rond inkomen, werk en kwaliteit, o.m. een ééngemaakt werknemersstatuut, maximale verlenging van uw brugpensioenen, Inmiddels is de Collectieve Arbeidsovereenkomst (CAO), geldig voor 2011-2012, ondertekend. Deze CAO bevat de loon- en arbeidsvoorwaarden van toepassing voor alle arbeiders en alle bedrijven binnen de sector. Nationaal akkoord voor de sector elektriciens In deze brochure vindt u alle belangrijke elementen uit de CAO, aangevuld met algemene informatie die de sector elektriciens aanbelangt. Nieuwe zaken herkent u aan het icoontje. Indien u nog vragen hebt rond deze bepalingen, raadpleeg uw ACV-CSC METEA afgevaardigde, want op ACV-CSC METEA kan u rekenen, elke dag opnieuw! Veel leesplezier, ACV-CSC METEA 3
Inkomen Inkomen Index De automatische koppeling van de lonen aan de index blijft behouden. Zowel de effectieve als de baremalonen worden jaarlijks geïndexeerd. De indexering zal gebeuren op volgende data: - 1 januari 2011-1 januari 2012. De lonen worden die dag telkens verhoogd volgens de reële inflatie. Concreet betekent dit dat de lonen op 1 januari 2011 reeds verhoogd werden met 2,57 %. Om de reële inflatie op 1 januari te bepalen, wordt het indexcijfer van de maand december vergeleken met het indexcijfer van de maand december van het vorige jaar. Loonsverhoging De CAO 2011-2012 voorziet een loonsverhoging op 1 januari 2012. Alle minimum- en effectieve uurlonen worden dan verhoogd met 0,3 %. In de onderneming kan tot 31 december 2011 een collectieve arbeidsovereenkomst worden afgesloten omtrent een alternatieve invulling van deze loonsverhoging van 0,3 %. Zonder akkoord tegen 31 december 2011 wordt deze 0,3 % omgezet in een verhoging van alle effectieve lonen op 1 januari 2012. 4 Ecocheques Het stelsel van de ecocheques wordt verlengd en verbeterd. Elke voltijds tewerkgestelde arbeider heeft recht op ecocheques ter waarde van 250 per jaar. Deze worden in één keer uitbetaald op 15 november. De betaling gebeurt op basis van de tewerkstelling in de referteperiode
van 1 oktober van het voorgaande jaar tot en met 30 september van het lopende jaar. Wanneer de arbeider in deze periode op bepaalde ogenblikken niet werkt, worden in een aantal gevallen gelijkstellingen voorzien: - alle schorsingsdagen waarvoor loon werd betaald - alle dagen van tijdelijke werkloosheid om economische redenen - alle dagen van vaderschapsverlof - de volledige periode van moederschapsrust - 30 dagen ziekte of (arbeids)ongeval bovenop het gewaarborgd maandloon. Inkomen Voor alle gevallen van onvolledige tewerkstelling tijdens de referteperiode wordt in een pro rata voorzien. Uitzendkrachten hebben op het vlak van ecocheques dezelfde rechten als de vaste arbeiders. In de onderneming kan tot 31 december 2011 een collectieve arbeidsovereenkomst worden afgesloten omtrent een alternatieve besteding van de ecocheques. In ondernemingen zonder een vakbondsafvaardiging is deze alternatieve besteding ook mogelijk via een toetredingsakte, maar dit kan enkel betrekking hebben op een omzetting in een loonsverhoging van 0,0875 bruto per uur (38 uur/week). Vervoerkosten Openbaar vervoer: terugbetaling a rato van 80 % van de kosten van het openbaar vervoer. Privévervoer: wanneer een arbeider met eigen vervoer naar het werk komt, ontvangt hij een vergoeding gebaseerd op een week- of maandabonnement. De werkgever mag deze tussenkomst niet omzetten naar een dagbedrag. De bedragen zijn terug te vinden in onze publicatie Vervoerkosten. 5
Inkomen Mobiliteitsvergoeding Wanneer een arbeider zich verplaatst van zijn woonplaats, de zetel van de onderneming of de ophaalplaats naar de werf, heeft hij recht op een mobiliteitsvergoeding. Deze mobiliteitsvergoeding is verschillend naargelang het vervoermiddel waarmee hij deze verplaatsing doet: - wie met het openbaar vervoer naar de werf gaat, heeft recht op een volledige terugbetaling van de kost van het openbaar vervoer. - een arbeider die met zijn eigen wagen naar de werf gaat, heeft recht op 0,2429 per kilometer. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd. - een arbeider die zich met het voertuig van de werkgever naar de werf begeeft, ontvangt 0,1052 per kilometer. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd. Een chauffeur ontvangt 0,1184 per kilometer. Vanaf 1 januari 2012 is een nieuwe definitie van chauffeur van kracht. Vanaf dan ontvangt elke bestuurder die 1 medepassagier meeneemt een chauffeursvergoeding. Bovendien wordt deze chauffeursvergoeding vanaf 1 februari 2012 jaarlijks geïndexeerd. Eindejaarspremie In de sector bestaan 2 systemen voor de eindejaarspremie: 6 - het ALGEMEEN regime waarbij de premie betaald wordt door het FONDS VOOR BESTAANSZEKERHEID vóór 31 december. - een ander systeem dat we kunnen omschrijven als de eindejaarspremie van de FEE/RTD. Dit zijn 2 werkgeversorganisaties. Wie in een onderneming werkt die aangesloten is bij één van deze organisaties, krijgt de premie rechtstreeks van zijn werkgever omstreeks 15 december. Beide systemen niet dooreenhalen!
1. ALGEMEEN REGIME 8,33 % van het brutoloon verdiend tussen 1 juli en 30 juni (dit is de referteperiode). De arbeider moet op 30 juni van het beschouwde jaar ten minste 65 gewerkte of gelijkgestelde dagen hebben. Wie tijdens de referteperiode geen jaar, maar meer dan 65 dagen anciënniteit heeft, krijgt één twaalfde per maand tewerkstelling (pro rata). Inkomen Er is ook een pro rata in geval van: - ontslag door de werkgever - ontslag door de werknemer - bij einde contract van bepaalde duur van minstens 65 dagen - bij beëindiging van het contract wegens overmacht - bij het beëindigen van de arbeidsovereenkomst via onderlinge instemming. Een bruggepensioneerde of gepensioneerde arbeider heeft recht op een volledige premie. Rechthebbenden van arbeiders die overlijden tijdens de referteperiode ontvangen een basis eindejaarspremie van 1.660. De arbeider verliest zijn recht op de premie als hij ontslagen wordt om dringende reden. Sommige afwezigheden worden onder bepaalde voorwaarden gelijkgesteld met effectieve prestaties. Het aantal gelijkstellingen wordt bepaald op maximum 1/3 van het aantal betaalde dagen. 2. EINDEJAARSPREMIE FEE/RTD 8,33 % van het brutoloon verdiend tussen 1 december en 30 november (referteperiode). Elke arbeider die op 30 november in dienst is, heeft recht op een (pro rata) eindejaarspremie (er is geen anciënniteitvoorwaarde). 7
Inkomen De arbeider verliest zijn recht op premie als hij: - vrijwillig de onderneming verlaat (ontslag door de werknemer) - ontslagen wordt om dringende reden. De arbeider krijgt pro rata in geval van: - ontslag door de werkgever - bij beëindiging van een contract van bepaalde duur van minstens 3 maanden - bij beëindiging van het contract wegens overmacht. De arbeider krijgt de volledige premie in geval van: - pensioen - overlijden - brugpensioen (mits 5 jaar anciënniteit in de onderneming). Sommige afwezigheden worden onder bepaalde voorwaarden gelijkgesteld met effectieve prestaties. Het aantal gelijkstellingen wordt bepaald op maximum 150 dagen, mits 6 maanden effectieve prestaties. Ploegenpremie Sinds 1 april 2001 geldt een minimale regeling inzake ploegenpremie: 10 % voor ploegenarbeid en 20 % voor nachtarbeid. Regelingen op ondernemingsvlak die gunstiger zijn blijven uiteraard van toepassing! Premie voor gevaarlijk en ongezond werk 15 %, behalve voor ondernemingen aangesloten bij RTD (Radio- en TV-distributie) waar de premie 10 % is. 8
Anciënniteitpremie Per jaar anciënniteit in de onderneming en in dezelfde categorie wordt het minimumloon verhoogd met 0,5 %. De maximale loonsverhoging ten gevolge van de anciënniteit bedraagt 13 %. Dit betekent dat deze verhoging kan worden toegekend tot de arbeider een anciënniteit heeft van 25 jaar in de onderneming. Inkomen Bestaanszekerheid Toeslag bij tijdelijke werkloosheid Bij tijdelijke werkloosheid wegens: - economische reden - jaarlijkse vakantie - slecht weer - technische stoornis - overmacht betaalt het Sociaal Fonds vanaf 1 oktober 2011 bovenop de normale werkloosheidsuitkering 8,50 per werkloosheidsuitkering en 4,25 per halve werkloosheidsuitkering. Toeslag bij volledige werkloosheid Het bedrag van de aanvullende vergoeding bij volledige werkloosheid, uitbetaald door het Sociaal Fonds, bedraagt vanaf 1 oktober 2011 5,49 per werkloosheidsuitkering en 2,75 per halve werkloosheidsuitkering. Er wordt een onderscheid gemaakt in leeftijd: - jonger dan 45 jaar: maximum aantal uitkeringen: 120 dagen - 45 jaar en ouder: maximum aantal uitkeringen: 200 dagen - 55 jaar en ouder: maximum aantal uitkeringen tot aan het pensioen. 9
Inkomen Toeslag bij ziekte Een arbeider die ziek wordt, ontvangt van het Sociaal Fonds een dagvergoeding, bovenop de ziekte-uitkeringen van de mutualiteit. Deze vergoeding bedraagt vanaf 1 oktober 2011: - 1,54 per ziekte-uitkering - 0,77 per halve ziekte-uitkering Voorwaarden voor deze toeslag: - ziekte-uitkeringen genieten - 1 maand ononderbroken ziek zijn - maximum 36 maanden. Arbeiders die ziek worden en op dat ogenblik 55 jaar of ouder zijn, ontvangen vanaf 1 oktober 2011 van het Sociaal Fonds als oudere zieke 5,49 per ziektedag bovenop het bedrag uitbetaald door de mutualiteit en dit tot hun pensioen. In geval van halftijdse tewerkstelling ontvangt de arbeider 2,75 per ziekte-uitkering. Toeslag bij sluiting van de onderneming Arbeiders krijgen in geval van sluiting van de onderneming een aanvullende vergoeding van 272,41 voor een anciënniteit van 5 jaar. Per jaar anciënniteit komt daar 13,72 bij (met een maximum van 898,46). Voorwaarden: - op het ogenblik van de sluiting ten minste 45 jaar oud zijn - op het ogenblik van de sluiting ten minste 5 jaar anciënniteit hebben in de onderneming - de arbeider moet bewijzen dat hij binnen de 30 kalenderdagen na het ontslag niet elders is beginnen werken. 10 Toeslag bij halftijds tijdkrediet Een arbeider van 53 jaar en ouder in halftijds tijdkrediet ontvangt van het Sociaal Fonds gedurende 60 maanden een maandelijkse vergoeding van 68,10 bovenop de vergoeding van de RVA.
Toeslag bij brugpensioen De aanvullende vergoeding brugpensioen valt volledig ten laste van het Sociaal Fonds, met een minimum van 5,49 per dag. Op voorwaarde dat de bruggepensioneerde 5 jaar anciënniteit in de sector kan voorleggen. Inkomen Sectoraal pensioenfonds Elke arbeider uit de sector elektriciens heeft sedert 1 januari 2002 recht op een aanvullend pensioen boven op het wettelijk pensioen. De voordelen van dit sectorale pensioenstelsel zijn dus van toepassing op alle arbeiders die verbonden zijn of waren met een werkgever uit de sector elektriciens en dit ongeacht de aard van de arbeidsovereenkomst (bepaalde of onbepaalde duur, voltijds of deeltijds ). Vanaf 1 januari 2012 stijgt de bijdrage die door de werkgever aan het sectoraal pensioenfonds wordt betaald voor het aanvullend pensioen van 1,46 % naar 1,7 % van de brutolonen. Voor meer informatie: Fonds voor Bestaanszekerheid Marlylaan 15 1120 Brussel tel.: 02/478.86.97 e-mail: pensioen.pension.elec@fbz-fse.be www.fbz-fse-elec.be of uw ACV-CSC METEA secretariaat. 11
Werk Werk Werkzekerheidsclausule De werkgever die de intentie heeft over te gaan tot meervoudig ontslag, moet hierbij de juiste organen informeren en het nodige overleg plegen om deze ontslagen te vermijden. Zo moet de werkgever nagaan of alle tewerkstellingsbehoudende maatregelen zijn uitgeput, zoals: tijdelijke werkloosheid, beroepsopleiding Met meervoudig ontslag bedoelen we een ontslag van ten minste: - 3 arbeiders in ondernemingen met 23 arbeiders en minder - 5 arbeiders in ondernemingen van 24 tot 47 arbeiders - 6 arbeiders in ondernemingen met 48 tot 79 arbeiders - 8 % van de arbeiders in ondernemingen met 80 arbeiders en meer, dit alles in de loop van een periode van 60 kalenderdagen. Begeleidingspremie Voor arbeiders die individueel ontslagen worden door de werkgever, werd tot 31 maart 2011 een crisispremie voorzien. Deze crisispremie bedraagt 1666 en wordt nu verlengd tot eind 2011. Vanaf 1 januari 2012 krijgt deze premie een nieuwe naam, de zogenaamde begeleidingspremie. Het gaat eveneens om een nettopremie, dus zonder belastingen of sociale bijdragen. Deze premie is ten laste van de RVA. 12 Voor arbeiders die vóór 1 januari 2012 in dienst zijn van hun werkgever en na 1 januari 2012 ontslagen worden, bedraagt deze begeleidingspremie: - 1250 voor arbeiders met minder dan 5 jaar anciënniteit - 2500 na 5 jaar anciënniteit - 3750 na 10 jaar anciënniteit.
Voor arbeiders die na 1 januari 2012 in dienst treden en ontslagen worden, bedraagt de begeleidingspremie 1250. Werk Ook deeltijds tewerkgestelde arbeiders ontvangen deze premie in verhouding tot de arbeidsprestaties zoals voorzien in de arbeidsovereenkomst. Komen niet in aanmerking voor deze begeleidingspremie: - beëindiging om dringende redenen - beëindiging tijdens de proeftijd - beëindiging met het oog op brugpensionering - beëindiging met het oog op pensioen. - ontslag binnen de eerste 6 maanden anciënniteit - beëindiging wegens overmacht - beëindiging na onderling akkoord. Meer informatie: www.rva.be > crisismaatregelen > crisispremie voor ontslagen arbeiders Interimarbeid Ondernemingen in de sector elektriciens kunnen enkel een beroep doen op dagcontracten in de 1 ste en laatste kalenderweek van de opdracht. Opbouw anciënniteit Arbeiders nemen hun anciënniteit van contracten van bepaalde duur en uitzendcontracten mee als zij later met een contract van onbepaalde duur worden aangeworven. Bovendien mag er geen nieuwe proefperiode worden opgenomen in die arbeidsovereenkomst. 13
Werk Eenheidsstatuut Opzegtermijnen In het kader van het eenheidsstatuut arbeiders-bedienden, verbeteren de opzegtermijnen voor alle categorieën arbeiders vanaf 1 januari 2012: Algemeen regime Brugpensioen en vervroegd pensioen Anciënniteit WN WG WG - 5 jaar 14 d 40 d (= + 5 d) 28 d 5-9 jaar 14 d 48 d (= + 6 d) 28 d 10-14 jaar 21 d 64 d (= + 8 d) 28 d 15-19 jaar 28 d 97 d (= +13 d) 28 d 20-24 jaar 35 d 129 d (= +17 d) 56 d +25 jaar 42 d 129 d (= +10 d) 56 d d = kalenderdagen Carenzdag Carenzdag is de eerste dag van een korte ziekteperiode die de werkgever niet betaalt. Vanaf 1 januari 2012 worden de 1 ste 2 carenzdagen per kalenderjaar betaald, ongeacht de duurtijd van de arbeidsongeschiktheid. 14
Loopbaan Brugpensioen In de sector elektriciens bestaan volgende stelsels van brugpensioen: Loopbaan Brugpensioen vanaf 58 jaar voor mannen en vrouwen Deze regeling is van toepassing tot 30 juni 2013 en wordt verlengd van 1 juli 2013 tot 31 december 2015. Om op 58 jaar met brugpensioen te kunnen gaan, moet aan volgende loopbaanvereisten worden voldaan: - vanaf 1 januari 2010 tot en met 31 december 2011: 37 jaar voor mannen en 33 jaar voor vrouwen - vanaf 1 januari 2012 tot en met 31 december 2013: 38 jaar voor mannen en 35 jaar voor vrouwen - vanaf 1 januari 2014: 38 jaar voor mannen en vrouwen. Brugpensioen vanaf 56 jaar voor vrouwen na 38 jaar loopbaan Deze leeftijd verhoogt naar 57 jaar vanaf 1 januari 2013. Dit stelsel loopt tot 31 december 2014. Brugpensioen vanaf 56 jaar na 40 jaar loopbaan Deze regeling is verlengd tot 31 december 2012. Brugpensioen vanaf 56 jaar na 33 jaar loopbaan waarvan 20 jaar ploegenarbeid met nachtprestaties Deze regeling is verlengd tot 31 december 2012. Halftijds brugpensioen Er bestaat een recht op halftijds brugpensioen vanaf 56 jaar. Deze regeling wordt verlengd tot 31 december 2012. De concrete modaliteiten moeten (via CAO) overeengekomen worden in de onderneming. 15
Loopbaan Tijdkrediet en loopbaanvermindering Het recht op (voltijds & halftijds) tijdkrediet geldt voor 1 jaar. Dit recht kan in de onderneming via een CAO worden uitgebreid tot 5 jaar. Indien 5 % van de werknemers tegelijkertijd van dit recht wensen gebruik te maken, moeten hierover op ondernemingsvlak voorrangsregels worden afgesproken. De specifieke vormen van loopbaanonderbreking (ouderschapsverlof, palliatief verlof en loopbaanonderbreking voor bijstand of verzorging van een zeer zwaar ziek gezins- of familielid) worden niet meegeteld in de berekening van de 5 %. In ondernemingen met minder dan 10 werknemers zijn de formules van tijdkrediet en loopbaanvermindering toegelaten mits individueel akkoord tussen werkgever en werknemer. Bij loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking behoudt de werknemer de anciënniteit en functiecategorie van vóór de prestatievermindering. Loopbaanverlof Vanaf het kalenderjaar waarin de arbeider de leeftijd van 58 jaar bereikt, heeft hij recht op 1 bijkomende verlofdag per jaar. Deze regeling gaat in vanaf 1 januari 2012. 16
Flexibiliteit De bestaande CAO inzake variabele werkweek wordt verlengd tot en met 31 december 2013. De bestaande regeling inzake overuren wordt ongewijzigd verlengd (tot en met 31 december 2013): - wettelijke keuzemogelijkheid om 1 ste 65 overuren te recupereren of uitbetaald te krijgen - keuzemogelijkheid om bijkomende schijf tot 130 overuren te recupereren of uitbetaald te krijgen - ondernemingen met een vakbondsafvaardiging moeten een ondernemingsovereenkomst afsluiten om gebruik te maken van bijkomende schijf tot 130 overuren. Loopbaan 17
Vorming en opleiding Vorming en opleiding Het is de bedoeling om meer arbeiders uit de sector de kans te geven om vorming te volgen. Het aantal arbeiders dat vorming volgt, moet jaarlijks met 5 % worden verhoogd. Hoeveel recht op vorming? Per onderneming wordt een collectief recht op permanente vorming opgebouwd van 2 dagen per jaar per arbeider. Binnen dit collectief recht heeft elke arbeider recht op 1 dag vorming per 2 jaar op voorwaarde dat hij de afgelopen 2 jaar geen opleiding heeft gevolgd. Wie heeft recht op vorming? Per onderneming wordt op die manier een premiekrediet voor vorming samengesteld. Dit vormingskrediet wordt in overleg met de vakbondsafgevaardigde (VA) of met de arbeiders maximaal gespreid over alle categorieën van de arbeiders in de onderneming. Opleidingsplannen? Elke onderneming met een VA stelt jaarlijks een bedrijfsopleidingsplan op dat rekening houdt met de noden van het bedrijf en de kwalificaties van de werknemers. Ondernemingen zonder een VA kunnen voor het opstellen van een opleidingsplan beroep doen op de begeleiding van Vormelek. 18
Vakbondsaanwezigheid in de onderneming De drempel voor het installeren van een VA blijft behouden op 30 arbeiders (en minstens 35 werknemers). In ondernemingen vanaf 50 werknemers is een comité voor preventie en bescherming op het werk (CPBW) verplicht en vanaf 100 werknemers moet een ondernemingsraad (OR) worden geïnstalleerd. Hierdoor worden de werknemers meer betrokken bij het beleid van de werkgever en wordt deze laatste aan welbepaalde regels gebonden. Werkgevers zonder een VA moeten de representatieve functie van de vakbonden die deel uitmaken van het paritair subcomité erkennen. Deze erkenning houdt onder meer in - verantwoordelijken van de vakbond kunnen contact opnemen met de werkgever - de werkgever kan zich laten bijstaan door een vertegenwoordiger van de werkgeversorganisatie - dit contact is veeleer preventief van aard en kan betrekking hebben op informatieverstrekking aan de werknemers. Vakbondsaanwezigheid in de onderneming 19
Syndicale voordelen Syndicale voordelen Syndicale premie Elk lid van ACV-CSC METEA, tewerkgesteld in één van de metaal- of textielsectoren, heeft recht op een syndicale premie. Voor de metaalsectoren is deze syndicale premie voor elk lid gelijk. Het bedrag en de toekenningvoorwaarden worden jaarlijks vastgesteld. Vanaf 2011 bedraagt de premie 110 voor leden die een bijdrage betalen als actieve en voltijdse werknemer. Voor schoolverlaters, zieken, enz. zijn speciale regelingen voorzien. Andere voordelen Aan het lidmaatschap van ACV-CSC METEA zijn vele voordelen verbonden. Naast het verdedigen van de belangen van de werknemer heeft elk lid recht op duidelijke en correcte informatie over tal van thema s (arbeidscontract, studenten- en uitzendcontracten, loon- en arbeidsvoorwaarden ), op juridische bijstand, een aanvullende uitkering bij werkloosheid, ziekte of brugpensioen (als aan bepaalde voorwaarden is voldaan), en talloze extra s. Naast deze vakbondsvoordelen biedt ACV-CSC METEA ook talloze kortingen, waarmee u heel wat geld kan besparen op vakantie en vrije tijd. Bezoek onze website en ontdek wat ACV-CSC METEA u te bieden heeft! 20
ACV-CSC METEA heeft u nodig! Ik wil lid worden van ACV-CSC METEA Syndicaal werk in de onderneming interesseert me. Er is nog heel wat werk aan de winkel. Daarom wil ik me samen met ACV-CSC METEA inzetten voor een betere werkplek voor mijn collega's. U mag me daarvoor contacteren. Naam:... ACV-CSC METEA heeft u nodig! Voornaam:... Straat en nr:... Postnr:... Gemeente:... Telefoon of gsm:... E-mail:... Werkgever:... Bezorg deze pagina aan het secretariaat van ACV-CSC METEA (zie adressen op volgende pagina) of aan het ACV-secretariaat in de buurt. 21
Nota s Nota s 22
U kan terecht in onze secretariaten: HOPMARKT 45 9300 AALST Tel. 053 73 45 46 NATIONALESTRAAT 111 2000 ANTWERPEN Tel. 03 222 70 51 RUE PIETRO FERRERO 1 6700 ARLON Tel. 063 24 20 58 CHAUSSÉE DE LOUVAIN 510 5004 NAMUR Tel. 081 25 40 18 OUDE BURG 17 8000 BRUGGE Tel. 050 44 41 83-84 RUE PLETINCKXSTRAAT 19 1000 BRUSSEL / BRUXELLES Tel. 02 557 87 00 RUE PRUNIEAU 5 6000 CHARLEROI Tel. 071 23 08 64 OUDE VEST 146 9200 DENDERMONDE Tel. 03 765 23 33 AACHENER STRASSE 89 4700 EUPEN Tel. 087 85 99 46 POEL 7 9000 GENT Tel. 09 265 43 20-22 GULDENSPORENLAAN 7 3530 HOUTHALEN Tel. 011 30 67 00 BOULEVARD SAUCY 10 4020 LIÈGE Tel. 04 340 73 20 ONDER DEN TOREN 5 2800 MECHELEN Tel. 015 71 85 21 RUE CLAUDE DE BETTIGNIES 10-12 7000 MONS Tel. 065 37 25 80 RUE SAINT-PIERRE 52 7700 MOUSCRON Tel. 056 33 06 73 RUE DES CANONNIERS 14 1400 NIVELLES Tel. 067 88 46 15-16 DR. L. COLENSSTRAAT 7 8400 OOSTENDE Tel. 059 55 25 36-37 H. HORRIESTRAAT 31 8800 ROESELARE Tel. 051 26 55 32 AIME DELHAYEPLEIN 16 9600 RONSE Tel. 053 73 45 48 H. HEYMANPLEIN 7 9100 SINT-NIKLAAS Tel. 03 765 23 30 OUDE STATIONSSTRAAT 4 8700 TIELT Tel. 051 23 11 52 AV. DES ÉTATS-UNIS 10 BTE 4 7500 TOURNAI Tel. 069 88 07 45 U kan terecht in onze secretariaten PR. KENNEDYPARK 16D 8500 KORTRIJK Tel. 056 23 55 70 PLACE MAUGRÉTOUT 17 7100 LA LOUVIÈRE Tel. 065 37 28 27 MARTELARENLAAN 8 3010 KESSEL-LO Tel. 016 21 94 51-50 KORTE BEGIJNENSTRAAT 20 2300 TURNHOUT Tel. 014 44 61 15 PONT LÉOPOLD 4-6 4800 VERVIERS Tel. 087 85 99 37-85 TOEKOMSTSTRAAT 17 1800 VILVOORDE Tel. 02 557 87 10 23
www.acv-csc-metea.be Voor meer informatie kunt u altijd op onze website terecht: www.acv-csc-metea.be. Via het contactformulier kunt u altijd vragen stellen. Of stuur gewoon een mailtje naar metea@acv-csc.be. Wij trachten u zo snel mogelijk een antwoord te bezorgen. Verantwoordelijke uitgever: Marc De Wilde Pagodenlaan 1-3, 1020 Brussel