Praktijkgericht onderzoek Samengesteld door Leon Wetzel



Vergelijkbare documenten
Overzicht van tabellen 13. Overzicht van figuren 15. Voorwoord 17. Inleiding 19

INHOUDS- OPGAVE. Voorwoord 19. Voorwoord bij de nieuwe druk 20. Inleiding 23

Hoofdstuk 1 Het soort onderzoek waar dit boek op gericht is 15

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97

Voorwoord... iii Verantwoording... v

Auteurs: Baarda e.a. isbn:

Palliatieve Zorg. Onderdeel: Kwalitatief onderzoek. Naam: Sanne Terpstra Studentennummer: Klas: 2B2

Voorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi

WORKSHOP ONDERZOEKSMETHODEN

tudievragen voor het vak TCO-2B

Methodologie voor onderzoek in de verpleegkunde. Foeke van der Zee

A. Business en Management Onderzoek

Onderzoeksmethodologie van praktijkgericht en toegepast onderzoek. Jac Christis, 14 februari 2013

Onderzoek Module 10.3 Het empirisch onderzoek ontwerpen. Master Innovation & Leadership in Education

Onderzoeksmethodologie van praktijkgericht en toegepast onderzoek. Jac Christis, 29 januari 2014

Praktische tips voor succesvol marktonderzoek in de land- en tuinbouwsector

Onderzoek in het kader van de interventiecyclus. Jac Christis, 11 september 2013

Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1

Methodologie voor onderzoek in zorg, welzijn en hulpverlening. Foeke van der Zee

20/04/2013: Kwalitatief vs. Kwantitatief

Methodologie voor de sociale wetenschappen. Voorwoord. Deel 1 Algemeen: basisbegrippen 1. H1 Waarom sociaalwetenschappelijk onderzoek?

gegevens analyseren Welk onderzoekmodel gebruik je? Quasiexperiment ( 5.5) zonder controle achtergronden

PRESTUDY TASKS: DOING WHAT IS GOOD FOR YOU

Je kunt deze presentatie na afloop van de les downloaden.

Workshop. Dataverzameling. Van onderzoeksvraag naar data

Bloom. Taxonomie van. in de praktijk

Introductie. De onderzoekscyclus; een gestructureerde aanpak die helpt bij het doen van onderzoek.

Inleiding 15 Waarom deze methode? 15 Voor de student 16 Legenda gebruikte icoontjes 18 Personages: wie is wie? 18. In de startblokken 19

Methodologie & Profielwerkstukken

Kwaliteit van praktijkgericht onderzoek; de spanning tussen praktische relevantie en methodische grondigheid

Methodologie voor sociaalwetenschappelijk onderzoek. Foeke van der Zee

Methodologie voor onderzoek in marketing en management. Foeke van der Zee

datavisualisatie Stappen verzamelen en opschonen analyseren van data interpeteren hoorcollege 4 visualisatie representeren

Profielwerkstuk: stappenplan, tips en ideeën

Ontwikkeling informatiesysteem

Social Action Research Plan

Onderzoeksvraag Uitkomst

Sportclubs en Sociale Media

MASTERCLASS De datateam methode Examenresultaten Nederlands

Onderzoeksontwerp. Module 1 (29 sept 2015) Jac Christis en Annet Jantien Smit

Hoorcollege 2: Onderzoeksmethoden !!

Hoofdstuk 7 Marktonderzoek

Meten van Resultaat. Carine van Schie 22 april 2014

Aansluiting op het actuele curriculum (2014)

Methodiek Actieonderzoek

ONDERZOEK ALS ONDERDEEL VAN HET ONTWERPEN VAN TECHNISCHE INNOVATIES. Inge Oskam Rutger de Vries

ZORGNODEN VAN EEN POPULATIE IN KAART BRENGEN

Kwalitatieve analyse met NVivo

14 Onderzoeksmethodologie in de bedrijfskunde

Sessie 5: Methodes voor dataverzameling

Docentonderzoek binnen de AOS Bijeenkomst 8 Feedbackformulier bij het onderzoeksinstrument

Profielen. Inhoud. 1. Het profielwerkstuk. Stappenplan, tips en ideeën Profielwerkstuk

Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten

ONDERZOEK DOEN. HENK LINDEMAN Naam Datum

Informatiemanagement, -processen en -implementaties

The role of interpersonal conflict between top and middle managers in top-down and bottom-up initiatives. Rein Denekamp

Onderzoek naar de informatiehuishouding. Twee vragenlijsten vergeleken

Het belang van. Data Modellering. GEMINIT Training. Data Modellering. Frédéric BARBIER

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel

Secundair onderwijs - Tweede graad ASO/KSO/TSO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen

Thuiswerktoets Filosofie, Wetenschap en Ethiek Opdracht 1: DenkTank De betekenis van Evidence Based Practice voor de verpleegkunde

Leren bedrijfseconomische problemen op te lossen door het maken van vakspecifieke schema s

Dossier Opdracht 2. Statistiek - Didactiek

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Didactiek van Informatieverwerking en Statistiek voor leerlingen van 12-16?

Deel 1 Concepten en kaders 29

Schema van een praktijkgericht juridisch onderzoek 18 Schema s van vier typen beroepsproducten 20

Stijn Hoppenbrouwers en Tom Heskes. Onderzoeksmethoden (vervolg)

Format beoordelingsformulier FEM voor geschreven afstudeerwerk: de afstudeeropdracht Toelichting over het gebruik van het formulier:

Gaan stemmen of niet gaan stemmen? (Uit: Kompas)

Seminarie kwalitatieve onderzoeksmethoden

Onderzoek in Organisaties (OiO) ABK 34 April-Mei College 2 Hans Doorewaard. Faculteit der Managementwetenschappen Radboud Universiteit Nijmegen

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 hoofdstuk 4.

Inleiding tot het wetenschappelijk werk

Lesinhoud. !! De uitvoering van focusgroepen. !!! Mogelijkheid tot vragen en/of oefenen. Hoe een interview uitvoeren?

Aanpak van criminele markten en geld

Wanneer is onderzoek goed: de kwaliteitscriteria

Hoe ontstaat handelingsverlegenheid bij leraren & complicaties bij complex onderzoek. Jan Bijstra, Niels Strolenberg, Jan Hoving & Wilfred Hofstetter

Hoorcollege 1: Onderzoeksmethoden !!

Competentie niveaus HHS TIS opleiding Werktuigbouwkunde

Informal Interpreting in Dutch General Practice. R. Zendedel

Drijven maar! 3-5. Auteur : Kristof Van de Keere, VIVES, Belgium. jaar. Wetenschappelijke inhoud: Natuurwetenschap

De Taxonomie van Bloom Toelichting

Centrum Blended Learning

Onderzoeksontwerp. Module 3 (wo 30 sept 2015) Jac Christis en Annet Jantien Smit

DATAMODELLERING BASIS UML KLASSEMODEL

Vakoverschrijdende eindtermen die van toepassing zijn tijdens de klimaatexcursie

WISKUNDE D HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

Afstudeertraject. Het schrijven van een scriptie. hier korte introductie wat ze gaan horen. en zelf voorstellen

Bij deze danken we collega-docenten in het hoger onderwijs voor het delen van hun ervaringen en expertise.

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel

O&O cyclus. Onderzoeken en ontwerpen

Onzekere complexe problemen complexe problemen worden gekarakteriseerd doordat er vooraf geen causaal verband bestaat tussen oorzaak en gevolg.

Collegedag eindonderzoek / kernbegrippen

Taxanomie van Bloom en de kunst van het vragen stellen. Anouk Mulder verschil in talent

KWANTITATIEF TESTEN. experimenteel ontwerp (MIT 14) statistische analyse (MIT 15)

Domein A: Vaardigheden

Voorstel van de Taakgroep Vernieuwing Basisvorming voor nieuwe kerndoelen onderbouw VO

Transcriptie:

Praktijkgericht onderzoek Samengesteld door Leon Wetzel Problemen Samenvatting Research door Leon Wetzel Type Omschrijving Voorbeelden Wicked Probleem dat niet of moeilijk is op te lossen, omdat er kennis ontbreekt of de eisen voor het oplossen steeds veranderen. Het is onduidelijk hoe het probleem kan worden opgelost. Armoede Gezondheidszorg Klimaatverandering Tame Probleem dat is op te lossen, omdat de juiste middelen aanwezig zijn. De manieren om het probleem op te lossen zijn duidelijk en zodra het probleem is opgelost, dan blijft het opgelost. Schaakspel Taart bakken Worteltrekken Problem Chance Gat tussen de huidige (slechte) staat en de gewenste (neutrale) staat. Gat tussen de huidige (neutrale) staat en de gewenste (veelbelovende) staat. Artefacten Artefacten zijn middelen om problemen op te lossen, als mensenkennis niet genoeg is. Ze bevatten: Omgeving Functie Structuur Gedrag Beoogde effecten Waar wordt het artefact gebruikt en in welke omstandigheden? Wat kan het artefact doen voor zijn gebruikers? Wat voor voordelen heeft het artefact voor zijn gebruikers? De componenten van het artefact en de relaties en interacties. Wat kan het artefact uitvoeren? Wat voor effecten verwacht ik bij het gebruiken van het artefact? Onverwachte effecten Onverwachte effecten die ontstaan bij het gebruiken van het artefact. Beoogd gebruik Onverwacht gebruik Waarvoor en wanneer gebruik ik het artefact? Moment waarop een artefact gebruikt wordt zonder dat men het verwacht. Designs science versus evidence-based practice Design science Evidence-based practice Problemen oplossen voor algemene vraagstukken. Problemen oplossen voor lokale vraagstukken, wat gebaseerd is op theorie en onderzoek. 1

De bijdrage van evidence-based practice Socio-technische systemen Hybride systemen o Technisch artefact + mensen + wetten, regels & normen Het gedrag kan moeilijk worden voorspeld en beheerst, want Er zijn verschillende mensen met verschillende rollen, met verschillende achtergronden en perspectieven, waardoor er conflicten en moeilijkheden kunnen ontstaan Regels met betrekking tot de omgang met anderen kunnen makkelijk worden genegeerd of geschonden. De grenzen van het systeem zijn vaag en veranderen vaak Verantwoordelijkheden zijn onduidelijk en onzeker Als gevolg: Socio-technische systemen zijn moeilijk om te beheersen en te controleren! Partiële oplossingen voor wicked problemen 2

Kennistypes Definiërende kennis o Kennis die uitlegt over een onderwerp. o Voorbeeld: Kaas wordt gemaakt van melk, dat van koeien komt. Omschrijvende kennis o Kennis die omschrijft wat er aan de hand is. o Voorbeeld: Alle grote bedrijven in Europa gebruiken ERP-systemen. Verklarende kennis o Kennis die verklarend is d.m.v. oorzaak-gevolg relaties. o Voorbeeld: De leerlingen scoorden slecht op het tentamen, want de vragen waren onduidelijk en taalkundig niet op orde. Voorspellende kennis o Kennis die voorspelt over zaken. o Voorbeeld: Vroeg opstaan kan ervoor zorgen dat je op een dag meer kunt doen. Verklarende en voorspellende kennis o Combinatie van verklaren en voorspellen o Verklaart een voorspelling, d.m.v. oorzaak-gevolg relaties o Voorbeeld: Extra mensen inhuren voor een vertraagd softwareproject kan zorgen voor meer vertraging, want de extra mensen moeten leren wat het project inhoudt. Voorschrijvende kennis o Kennis die suggereert zaken te doen. o Voorbeeld: Om de helling te berekenen, moet je differentiëren. Kennistypes beschrijven de doelen waarvoor kennis gebruikt kan worden! Kennisvormen Expliciete kennis o Uitgedrukt/opgenomen in media zoals tekst, codes, formules, video, nummers. o Makkelijk te transfereren tussen mensen. o Voorbeeld: handleiding, boek. Belichaamde kennis o Zit in de gedachten van mensen. o Vaak moeilijk om te vertalen in een expliciete manier. o Moeilijk om te veranderen in expliciete kennis. o Voorbeeld: het gebruik van een app, een manier om een tompouse te eten. Ingebedde kennis o Bevindt zich niet in mensen, maar in entiteiten zoals fysieke objecten, processen, routines of structuren. o Veranderen van ingebedde kennis in expliciete kennis heet reverse engineering. Hierbij kan verlies van ingebedde kennis optreden. o Voorbeeld: printer, UML. Kennis kan worden weergeven in verschillende vormen in een organisatie! 3

Artefacttypes Constructies o Drukken definiërende kennis uit. o Zijn termen, notaties, definities en concepten die nodig zijn om problemen te formuleren en op te lossen. o Voorbeeld: concept van een klasse in UML, functionele afhankelijkheid in een relationele database. Modellen o Drukken voorschrijvende kennis uit. o Representaties van mogelijke oplossingen op praktische problemen. o Een model kan gebruikt worden om de constructie van andere artefacten te ondersteunen. o Voorbeeld: ERD dat ondersteuning biedt bij de ontwikkeling van een database systeem, klassediagram voor het ontwikkelen van een Java-programma. Methodes o Drukken voorschrijvende kennis uit. o Definiëren richtlijnen en processen voor het oplossen van problemen en het behalen van doelen. o Voorbeeld: Normalisatie voor database-ontwerpen, scrum voor softwareontwikkeling. Instanties (van modellen en/of methodes o Werkende systemen die gebruikt kunnen worden in een situatie. o Voorbeeld: Javaprogramma dat een zoekopdracht realiseert, database met medische gegevens. Archetypes van IT-applicaties: Archetype Functie Voorbeelden Processor To automate Automatiseren Systemen voor het afhandelen van transacties, embedded control systemen Gereedschap To augment Spreadsheets, tekstverwerkers Uitbreiden, vergroten Medium To mediate E-mail, blogs, social media Bemiddelen Informatiebron To inform Informatiesystemen Informeren Spel To entertain Computerspellen, edutainment Entertainen Kunstwerk To create art Digitale kunst Kunst maken Huisdier To accompany Vergezelen Virtuele huisdieren 4

Theorietypes Een theorie: Gericht op het verklaren van objecten en hun relaties, meestal door het geven van oorzaakgevolg relaties. Soms kan een theorie dienen voor het voorspellen van gebeurtenissen in de toekomst. In combinatie met verklarende en voorspellende kennis. Een grote theorie (grand theory): Groots in scope en heel abstract Gericht op het geven van grote theoretische schema s voor het verklaren van verschillende fenomenen. Voorbeeld: Systeemtheorie Een middellange theorie (middle-range theory): Verklaart enigszins fenomenen op een gemiddeld niveau over verschillende contexten. Voorbeeld: Technology Acceptance Model Een microlange theorie (micro-range theory): Verklaart een specifiek fenomeen in een specifieke setting. Voorbeeld: Het gebruik van sociale media stimuleerde deelname aan protestbewegingen in Chili in 2011. Design Theory Een theorie die kennis over een artefact systematiseert. Doel en scope Heeft betrekking tot voorschrijvende kennis, modellen en methodes. Voorbeeld: relationele database theorie. Een verbetering van databasetechnologie is nodig voor het verhogen van de productiviteit, want de huidige aanpak van databeheer faalt. 5

Constructies Attributen, tuple, n-achtige relaties, domein van waarden Principes van form en functie Een relatie is gedefinieerd over een domein van waarden en bevat attributen en tuples. Veranderbaarheid van een artefact Het relationele model staat makkelijke adaptie en het veranderen van de basistabellen toe, terwijl de gebruikersinterface nauwelijks veranderd. Testbare proposities Een relationele database werkt evengoed als een non-relationele database. Gerechtvaardigde kennis Set theory Principes van implementatie Richtlijnen van hoe een relationele database gemaakt kan worden via normalisatieprocedures. Blootgestelde instantie Een werkende relationele database met tabellen die gevuld zijn met data. Onderzoek doen Onderzoeken Praktijkgericht onderzoek Onderzoeken is het methodisch beantwoorden van vragen dat leidt tot relevante kennis. Praktijkgericht onderzoek is onderzoek waarvan de vraagstelling wordt ingegeven door de beroepspraktijk en waarvan de opgedane kennis direct bij kan dragen aan die beroepspraktijk. 6

Onderzoeksstrategieën en -methodes Bij het opstellen van de onderzoeksstrategie is het van belang dat er rekening wordt gehouden met de volgende vragen: Beantwoord ik met dit onderzoek mijn onderzoeksvraag? Is het beantwoorden van de onderzoeksvragen mogelijk met de middelen die ik (ga) heb(ben)? Is het ethisch verantwoord om dit onderzoek te doen (denkend aan mensen, dieren en de omgeving)? Bestaat uit: Strategie Strategy Doel(en) Purpose(s) Sleutelconcepten Key concepts Sleutelactiviteiten Key activities Vormen / manieren Forms Zorgen Major concerns 7

Experiment Doel(en): Het veranderen van de waarden van een onafhankelijke variabele, om vervolgens te kijken wat het effect is op de afhankelijke variabelen. Sleutelconcepten: Het introduceren van workflow-systemen zorgt voor een toename van de productiviteit. Sleutelactiviteiten: Rekening houden met factorconstante. Factor elimineren van het experiment. Willekeurig geselecteerde entiteiten. Gebruik van controlegroepen. Controlefactoren: Rekening houden met factorconstante. Factor elimineren van het experiment. Willekeurig geselecteerde entiteiten. Gebruik van controlegroepen. Lab- of veldexperiment? Survey Bestaat uit: Strategie Strategy Doel(en) Purpose(s) Sleutelconcepten Key concepts Sleutelactiviteiten Key activities Vormen / manieren Forms Zorgen Major concerns Doel(en): Basisdata verzamelen over grote groepen van mensen, inclusief hun activiteiten, gedachten en gedrag. Sleutelactiviteit & sleutelconcept: Omdat het bestuderen van een hele populatie duur is, wordt er gebruik gemaakt van steekproeven om te bepalen wat het uiteindelijke resultaat zou kunnen zijn dat geldt voor de hele populatie. Vormen / manieren: Via de post, telefoon, internet of face-to-face. 8

Case study Sleutelconcepten: Het bepalen van de instantie die wordt bestudeerd. Eerst moet bepaald worden welk fenomeen wordt bestudeerd, bijvoorbeeld mensen, bedrijven of workflow systemen. De volgende stap is om te kiezen welke instantie wordt gekozen, zoals een typische en representatieve instantie, een extreme instantie of een gebruikelijke instantie Methodes voor het verzamelen van data Verzamelde data kan: Kwantitatief zijn, zoals de hoeveelheid lijnen aan code. Kwalitatief zijn, zoals tekst, geluid, afbeeldingen en video. Het verzamelen van data kan gaan via: Vragenlijsten Interviews Focusgroepen Observatiestudies Documentatiestudies Vragenlijsten Bestaat uit: Een achtergrond Instructies Open of gesloten vragen Vragenlijsten worden gegeven aan een aantal respondenten, via de post of het internet. Het wordt gebruikt om feiten en meningen te verzamelen. Vragen moeten zijn: Kort Relevant Duidelijk Specifiek Objectief Voordelen: Goedkoop Gestandaardiseerde data (maakt data-analyse makkelijker) Nadelen: Gesloten vragen zorgen voor (deels) voorspelbare antwoorden. Lage antwoordpercentages 9

Interviews De onderzoeker stelt vragen aan een respondent om emoties, gedrag, meningen en ervaringen op te nemen (complexe en gevoelige informatie). Interviews kunnen gestructureerd (vragenlijst), semigestructureerd of ongestructureerd zijn. Voordelen: Diepte: mogelijkheid om veel informatie te kunnen verkrijgen Hoge antwoordpercentages Nadelen: Vreet tijd: het transscript schrijven en analyseren kost heel veel tijd. De onderzoeker kan de resultaten van de antwoorden van de respondent beïnvloeden. Focusgroepen Een interview waarin een groep van respondenten discussiëren over een bepaald onderwerp, om het onderwerp te begrijpen en te interpreteren. Onderzoekers hebben twee rollen: ze beheren de discussie en ze houden alles bij. Voordelen: Discussie kan kwalitatief betere antwoorden geven dan een interview Het is kosteneffectief. Nadelen: Het resultaat is afhankelijk van de onderzoekers die observeren. Sterke respondenten kunnen andere respondenten beïnvloeden. Observatie Een dataverzamelingsmethode waarbij de onderzoeker een groep mensen onderzoekt op wat ze doen. Hierbij wordt niet gelet op wat ze zeggen of denken. Systematisch, op basis van een observatierooster Voordelen: Betrouwbaar Efficiënt Nadelen: Resultaten kunnen beïnvloed worden vanwege het voortijdig plannen van de observatie. Geheime of open observatie van participanten Voordelen: Legitieme en context-gevoelige resultaten Nadelen: Betrouwbaarheid is betwist Ethische problemen kunnen ontstaan bij geheime observatie. 10

Documenten Bevatten data op basis van tekst, foto s, afbeeldingen, audio- of videobestanden. Voorbeelden van documenten: Overheidspublicaties Kranten Facebook feed Voordelen: Heel veel data kan worden verzameld in een korte tijd Het is niet duur Nadelen: De geloofwaardigheid van sommige documenten kan betwist zijn. Methodes voor het analyseren van data Data-analyse Levert waardevolle informatie van data op om bepaalde fenomenen die worden onderzocht te verklaren of te omschrijven. Rauwe data moet worden voorbereid, geïnterpreteerd, geanalyseerd en gepresenteerd VOORDAT je conclusies eruit kunt trekken. Een onderzoeker heeft de taak om grote hoeveelheden data te veranderen in beheersbare en betekenisvolle stukken van informatie. Methodes voor het analyseren van data: Kwantitatieve data-analyse Kwalitatieve data-analyse Soorten kwantitatieve data Nominaal Ordinaal Interval Ratio Deze schalen zijn behandeld bij Beschrijvende Statistiek. Kwantitatieve data-analyse Beschrijvende statistiek Het beschrijven van een bepaalde hoeveelheid data door middel van tabellen of grafieken. Ook valt het berekenen van gemiddelden, modus, mediaan (en nog veel meer) hieronder. Inferentiële statistiek Het trekken van conclusies over de populatie die een bepaalde hoeveelheid informatie representeert. 11

Kwalitatieve data-analyse Voordeel: Nadeel: betrouwbaarheid is oké. Niet contextgevoelig. 12

13

Onderzoeksdoelen. -strategieën en -methodes 1. Oorzaken analyseren a. Gebaseerd op voorgestelde oorzaken in theorie b. Case study + interviews en/of documenten (of logs) + content-analyse en/of kwantitatieve data-analyse c. Survey + vragenlijsten + kwantitatieve data-analyse en/of content-analyse 2. Huidige situatie evalueren a. Gebaseerd op criteria die zijn voorgesteld in ontwerptheorie / design theory. b. Case study + interviews en/of documenten (of logs) + content-analyse en/of kwantitatieve data-analyse c. Survey + vragenlijsten + kwantitatieve data-analyse en/of content-analyse 3. Benodigdheden definiëren a. Case study + interviews + content-analyse b. Survey + vragenlijsten + kwantitatieve data-analyse en/of content-analyse 4. Oplossingen evalueren a. Case study + interviews (met experts) + content-analyse en/of kwantitatieve dataanalyse 5. Ontwerp evalueren a. Case study + interviews (met experts) + content-analyse 6. Artefact evalueren a. Experiment + observatie, documenten (of logs) en/of vragenlijsten + kwantitatieve data-analyse en/of content-analyse. b. Case study + interviews (met experts) en/of documenten (of logs) + content-analyse en/of kwantitatieve data-analyse. EINDE 14