HANDBOEK EVC. Ervaringscertificaat - Politieacademie Erkenning Verworven Competenties. Politie Kennemerland Politieacademie Veteraneninstituut



Vergelijkbare documenten
Ervaringscertificaat - Politieacademie

Ervaringscertificaat - Politieacademie

Ervaringscertificaat - Politieacademie. Erkenning Verworven Competenties

Ervaringscertificaat - Politieacademie. Erkenning Verworven Competenties

EVC Reacties kunt u geven via het feedbackformulier.

Iedereen competent. Handboek EVC

Handboek EVC. Iedereen competent

Beoordelingskader en normering onderzoek kwaliteit EVC-procedures in Nederland

Checklist EVC-procedure voor organisaties

EVC-traject Wft-Pensioenverzekeringen WFTNIVO

Kwalificatiedossiers. Kerntaken werkprocessen

Iedereen competent. Handboek EVC

Portfoliobeoordeling. Mini-workshop 17 juni 2014, Brussel

VakErkenningen. Centrum. Algemene informatie en EVC-procedures. VakErkenningen. Centrum

Algemene handleiding EVC-procedure CGO

Profiel EVC-assessor

Verzilvering van ervaringscertificaten Een matrix met rollen, verantwoordelijkheden en hulpmiddelen. Kenniscentrum EVC, januari 2013

Checklist uitwerking EVC-procedure ten behoeve van pilot EVC-HBO

Doel training. Programma Programma Voordelen voor de kandidaat. Uitgangspunten EVC. Assessoren en EVC-begeleiders training

Handleiding Nivometing SVMNIVO Kandidaat SCVM

Handleiding EVC Industrieel Produceren met Hout

EVC-procedure EVC4U. Algemene informatie

Handleiding EVC-procedure

Instructie Praktijkopleider of BPV Beoordelaar

Ruime ervaring als schoolleider, en toch nog niet geregistreerd?

c. De deelnemer ontvangt een factuur op naam als hij besloten heeft deel te willen nemen aan het traject. Bedrijven ontvangen een totaalfactuur.

Heb jij je diploma al?

HaKa Nederland b.v

EVC bij Windesheim. Windesheim Erkend EVC-aanbieder is. Erkennen van Verworven Competenties ErVaringsCertificaat. Erkennen van Verwoven Competenties

Profiel EVC-begeleider

EVC-procedure EVC4U. Algemene informatie

Afspraken tussen EVC aanbieder en EVC kandidaat. EVC-procedure Masteropleiding Archeologie. 1 v-3

Toelatings- en vrijstellingsbeleid Hbo Bachelor Verpleegkunde

normering voor de beoordeling van evc aanbieders BESCHRIJVING VAN DE GEHANTEERDE NORMERING EN DE WERKWIJZE VAN BEOORDELENDE ORGANISATIES

Help medewerkers aantonen wat ze waard zijn! Herken en erken Eerder Verworven Competenties (EVC)

evc ervaringscertificaat laat zien wat je waard bent!

Uitvoeren van EVC-procedures in het kader van Wft-modulen en PE-toetsen

Handreiking verzilvering van ervaringscertificaten. Kenniscentrum EVC, januari 2013; bewerkt door het Servicepunt examinering mbo, juni 2016

Werkend Leren in de Procestechniek Training en certificering assessoren Bevoegd en Bekwaam

Naam/logo beoordelende organisatie. Beoordelingsrapport Onderzoek Kwaliteit EVC-procedures. Verlenging. [naam EVC-aanbieder] Datum:

Erkennen van Verworven Competenties

Handleiding Nivometing Kandidaat SVMNIVO

Competentieprofiel Assessor Detailhandel in een EVC-procedure

Overeenkomst validering ervaringscertificaat in de onderwijsroute

De onderbouwing in het ervaringscertificaat

Proeve van Bekwaamheid. kerntaak 2. Uitvoeren van taken ten behoeve van het jongerenwerk, de organisatie en het beroep

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Toelichting op de kwaliteitscode voor EVC. Vertaling in werkprocessen

Checklist selectie EVC-aanbieder

Aan de slag met EVC en ESF 26 november 2009

Rescue Nederland. Beoordelingsrapport Onderzoek Kwaliteit EVC -procedures

Voorwoord Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning

Maak talenten zichtbaar met EVC. De EVC procedure Serviceadviseur

EVC, vrijstellingen en toelatingsonderzoek. Overeenkomsten en verschillen

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Onderzoek naar kwaliteit EVC-procedures van: [naam (beoogde) EVC-aanbieder]

Beoordelingsformulier Certificaat B Duurzaamheid Kerntaak 1

Beschrijving Basiskwalificatie onderwijs

Inhoudsopgave. Copyright ADEF,

Stichting Examenkamer uitvoeringsorganisatie van het. Nationaal Kenniscentrum EVC voor de arbeidsmarktroute operationeel per

Stichting Empowerment centre EVC

Verslag. Pilot ontwikkeling branchestandaarden in de sector Politie

EVC procedure CVO Leuven Landen Handleiding. EVC procedure

Leren van een assessment. Workshop IVG Scholingsdag Toetsing Eric Entken en Titia van Eijndhoven 12 november 2012

Examenprofiel mbo Schilderen en Onderhoud en Afbouw

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Competentieprofiel beoordelaar

Toolbox Validering Ontwikkeld door Kenniscentrum EVC, bewerkt door het Servicepunt Examinering mbo: juni 2016 I

Klik op een van onderstaande linken om direct naar het betreffende onderdeel te gaan:

EVC op het Deltion College

Formulier zelfevaluatie voor beoordeling door EVC-aanbieder

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. ROC van Amsterdam te Amsterdam

Voorlichtingsbijeenkomst EVC aanbieders en beoordelende organisaties. Tijs Pijls, 17 november 2015

Veel succes met het invullen van de Quickscan. Quickscan EVC Centrum Nederland Pagina 2/ 6

BPV werkboek. Technicus elektrotechnische industriële installaties en systemen niveau 4 BBL Crebonummer: BPV-werkboek 25262/versie sept.

De aanbeveling in het ervaringscertificaat

Assessmentprocedure. EVC procedure Master opleiding Archeologie. 1 v-3

Handleiding Praktijkopleider

KAA: Dispensatie- en herintrederregeling

Portfoliobegeleiding. Roland Leenaarts

EVC rapport - Ervaringscertificaat. EVC procedure Master opleiding Archeologie

Kwalificatiestructuur Sport Toetsdocumenten Scheidsrechterscoach

Waarderen ECVET eenheden en maatwerkopleiding

ZUYD HOGESCHOOL

Keuzedeel Ondernemend gedrag (geschikt voor niveau 1 en 2)

HANDLEIDING PORTFOLIO BEWEEGDESKUNDIGE NAH

Dossier Informatieblad praktijkopleider: voorbereiden en beoordelen proeve van bekwaamheid, niveau 4

Een Ervaringscertificaat (EVC) is nuttig voor iedereen die wil laten zien meer kennis en vaardigheden in huis te hebben dan uit diploma s blijkt.

De aanbeveling in het ervaringscertificaat

Het oogsten van ervaring van medewerkers van het wabo-werkveld

Algemene Richtlijnen Beoordeling Formele & Non-formele Leerervaringen

Examenprofiel mbo Zakelijke dienstverlening Orde & Veiligheid ICT

Convenant Een kwaliteitscode voor EVC

Handboek EVC (Erkennen Verworven Competenties) Ecarr

Visie op examinering. Visie op examinering, 21 april

Praktijksessie efficiënt opleiden en ontwikkelen voor volwassenen. Tijs Pijls 18 november 2014

Maak talenten zichtbaar met EVC. De EVC procedure Autotechniek

3. Een norm voor valide examenproducten norm voor valide examenproducten cesuur exameninstrumentarium

Het Titelregistratiesysteem van de

HOGESCHOOL WINDESHEIM

Transcriptie:

HANDBOEK EVC Ervaringscertificaat - Politieacademie Erkenning Verworven Competenties Politie Kennemerland Politieacademie Veteraneninstituut

Inhoudsopgave pagina Voorwoord 2 1. Begrippenlijst EVC 4 2. De organisatie van EVC bij de Politieacademie 7 3. Uitgangspunten van EVC 8 4. Opbouw EVC-traject 9 4.1 Oriëntatie en informatie 10 4.2 Voorlichting en selectie deelnemers 11 4.3 Invullen aanmeldingsformulier 12 4.4 Intake 13 4.5 Ondertekening EVC-overeenkomst 14 4.6 Start EVC-traject met maken van afspraken 15 4.7 Vullen portfolio 16 4.8 Afsluiting portfoliotraject en overdracht aan assessor 17 4.9 Start assessment 18 4.10 Beoordeling van de bewijslast en normering 19 4.11 Criteriumgericht interview n.a.v. portfolio-onderzoek en/of 21 praktijkassessment 4.12 Bezoek aan werkplek 22 4.13 Schrijven Ervaringscertificaat 23 4.14 Beoordeling kwaliteit en registratie Ervaringscertificaat 24 4.15 Afsluitend gesprek 25 4.16 Ondertekening en uitreiking 26 4.17 Evaluatie door alle betrokkenen 27 5. Klachtenreglement 28 6. Kwaliteitszorg en kwaliteitsborging 30 7. Investeringen in tijd 32 8. 8.1 Competentieprofiel portfoliobegeleider 33 8.2 Competentieprofiel assessor 34 Bijlage 1 EVC in stappen 35 Bijlage 2 P&C Cyclus 36 Bijlage 3 EVC-overeenkomst 37 Bijlage 4 Profiel assessor 41 Bijlage 5 Verslag beoordeling met VRAAK-criteria 42 Bijlage 6 Voorbeeldvragen STARR-methode 43 Bijlage 7 Uitwerking standaarden 44 Bijlage 8 Verantwoording instrumentenmix 48 Bijlage 9 Organogram Politieacademie 55 Bijlage 10 Organogram Afdeling Examinering 56 Bijlage 11 Klachtenformulier 57-1 -

Voorwoord De Politieacademie wil als erkend EVC aanbieder iedere medewerker van Politie Nederland en van de Politieacademie, die daarom vraagt, helpen om aanwezige competenties in beeld te brengen en deze formeel te erkennen middels een Ervaringscertificaat. Een Ervaringscertificaat-traject, gebaseerd op het Convenant Kwaliteitscode EVC van het Kenniscentrum EVC, is daarvoor het middel bij uitstek. Dit Convenant Kwaliteitscode EVC is op 14 november 2006 gesloten door de volgende convenantpartners: STAR - Stichting van de Arbeid; Colo - Vereniging kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven; CWI - Centrum voor Werk en Inkomen; MBO Raad - Brancheorganisatie voor middelbaar beroepsonderwijs en volwasseneneducatie; AOC-raad - Brancheorganisatie voor agrarisch middelbaar beroepsonderwijs; HBO-raad - De Vereniging van Hogescholen; Open Universiteit Nederland; Paepon - Platform van aangewezen/erkende particuliere instellingen; De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap mede namens de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De Kwaliteitscode EVC bestaat uit vijf kwaliteitsstandaarden. Deze vormen de basis voor de procedures die in dit handboek zijn beschreven. Gebleken is dat het zichtbaar maken en formeel erkennen van verworven competenties voor de deelnemer die het Ervaringscertificaat-traject doorloopt, vaak een verrassend resultaat oplevert. Dit traject draagt bij aan de bewustwording van de eigen competenties en het stimuleert het nemen van verantwoordelijkheid ten aanzien van de eigen loopbaan. Tevens draagt dit bij aan het voldoen aan de voortdurend veranderende vraag van de arbeidsmarkt binnen Politie Nederland, maar ook daarbuiten. Hiermee wordt de deelnemer beter toegerust om te voldoen aan de vraag voor flexibiliteit en voor een leven lang leren. Beter dan voorheen is de deelnemer in staat om kennis, vaardigheden en houdingen geïntegreerd in het beroep toe te passen en deze capaciteiten ook nog te benutten in verschillende en veranderende situaties. Een Ervaringscertificaat biedt uitgebreide mogelijkheden voor zowel de deelnemer als de werkgever. Het vaststellen van aanwezige competenties kan het startpunt zijn voor verdere competentieontwikkeling. Indien sprake is van een vervolgtraject, gekoppeld aan een opleiding, kan een Ervaringscertificaat mogelijk een traject voor vrijstelling of een traject voor niveaudrempelbepaling verkorten. Het is een goed middel voor de werkgever om in ruime zin scholing en ontwikkeling van medewerkers te organiseren en te stimuleren, om zicht te krijgen op de kwaliteiten van de medewerkers. Een belangrijke meerwaarde daarbij is dat het formeel erkennen van het vakmanschap van medewerkers, een belangrijke bijdrage kan leveren om de kwaliteit en de uitstraling van Politie Nederland en de Politieacademie te vergroten. Meer informatie over het Ervaringscertificaat is te vinden op de website van het Kenniscentrum EVC: www.kenniscentrumevc.nl. Voor informatie over de werkgeversvisie Politie verwijzen wij naar: http://www.politietopdivers.nl/media_files/files/werkgeversvisie.pdf - 2 -

De missie van de Politieacademie met betrekking tot het uitvoeren van EVC-trajecten is af te leiden uit onderstaande uitgangspunten. EVC-trajecten 1. Leveren een bijdrage aan de uitgangspunten van een leven-lang-leren en de werkgeversvisie van Politie Nederland; 2. Worden uitgevoerd op basis van de kwaliteitstandaarden van de landelijke kwaliteitscode voor EVC; 3. Worden ingericht op basis van positief denken vanuit wat iemand al kan; 4. Starten met het maken van heldere afspraken met de werkgever die worden vastgelegd in een overeenkomst; 5. Worden gestart nadat afspraken zijn gemaakt met de deelnemer, die worden geformaliseerd in een EVC-overeenkomst. De Politieacademie 6. Is bereid de kwaliteit van de EVC-procedures voortdurend te verbeteren, mede op basis van de wensen van de belanghebbenden; 7. Bewaakt dat iedere beoordeling wordt uitgevoerd door twee assessoren waarvan er één werkzaam is in het werkveld (externe assessor) en één procesdeskundig is vanuit Afdeling Examinering; 8. Wil een bijdrage leveren aan het vergroten van de civiele waarde van het Ervaringscertificaat; 9. Legt verantwoording af over de kwaliteit van de uitgevoerde EVC-procedures met een jaarverslag; 10. Blijft eindverantwoordelijk voor de EVC-procedures; 11. Bewaart het volledige dossier van iedere individuele EVC-procedure, conform de Archiefwet, minimaal drie jaar; 12. Wil hiermee de dialoog tussen deelnemer en leidinggevende stimuleren met betrekking tot de ontwikkeling van de eigen loopbaan. De uitvoerders van de EVC-trajecten 13. Zijn deskundig en bereid hun deskundigheid voortdurend op peil te houden en zo mogelijk te vergroten, zij voldoen aan de criteria die door de Politieacademie hiervoor zijn gesteld; 11. Opereren vanuit rollen, taken en verantwoordelijkheden die helder en voor iedereen inzichtelijk zijn beschreven. De samenstellers van dit handboek, augustus 2011 2011 Politieacademie Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteurs. - 3 -

1. Begrippenlijst EVC Accreditatie Adviseur Assessment Assessor Beoordelaar Beoordelingsstandaard Betrouwbaarheid Bewijsmateriaal Certificaat Civiel effect Het proces van kwaliteitstoetsing en maatschappelijke verantwoording om aan te tonen dat een opleiding aan de basiskwaliteit voldoet zoals vastgelegd in de wettelijke kaders. De gehele procedure bestaat doorgaans uit een zelfevaluatie, visitatie en accreditatie. Een door Afdeling Examinering aangewezen persoon die optreedt als adviseur voor de start van een EVC-procedure tbv de potentiële deelnemer. Letterlijk: beoordeling of toewijzing. In Nederland wordt de term assessment vaak gebruikt als synoniem voor performance assessment, ook wel authentieke beoordeling. Assessment wordt in de literatuur benoemd als het multidimensionaal beoordelen van de geschiktheid van een persoon voor een (toekomstige) taak of functie. Een door Afdeling Examinering aangewezen persoon die optreedt als beoordelaar in een EVC-procedure. De assessor heeft uitsluitend een beoordelende functie en houdt zich niet bezig met de begeleiding van degene die het assessment ondergaat. Zie assessor. Zie standaard. De mate waarin de resultaten van een beoordeling consistent, nauwkeurig en reproduceerbaar zijn (vrij van meetfouten). Het resultaat van de beoordeling moet herhaalbaar zijn en niet afhangen van toevalligheden als de soort opdracht, de beoordelaar of de situatie. In een EVC-procedure verzamelt de deelnemer bewijsmateriaal in het portfolio om aan te tonen dat hij/zij de competenties verworven heeft die voldoen aan de eisen uit de beoordelingsstandaard. Bewijsmateriaal kan bestaan uit diploma s, getuigschriften, werkstukken, reflectieverslagen, beoordelingen van proeven van bekwaamheid etc. Een bewijsstuk voor het behalen van een deel van de opleiding. Civiel effect heeft betrekking op de rechten (bijv. toelating tot beroepsgroepen, toelating tot opleidingen, inschaling binnen een CAO) die aan een certificaat ontleend kunnen worden op de arbeidsmarktpositie. Het civiel effect wordt met name bepaald door de acceptatie van en het draagvlak voor de gehanteerde beoordelingsstandaard of meetlat enerzijds, en door de kwaliteit van de gehanteerde beoordelingsprocedures anderzijds. Binnen EVC spreken we van erkenning wanneer competenties zodanig zijn vastgelegd en gewaardeerd dat ze enig (civiel) effect hebben. Competenties Een cluster van verwante kennis, vaardigheden, houdingen en persoonskenmerken die een individu in staat stellen om op adequate wijze taken uit te voeren en oplossingen te vinden en te realiseren in een dagelijkse (arbeids)situatie. - 4 -

CGI Diploma Duaal (opleiden) Employability Erkennen EVC of Ervaringscertificaat EVC-aanvrager EVC-procedure Formeel leren Informeel leren Initieel leren Herkennen Criterium gericht interview, STARR interview of reflectie interview. Vorm van een interview waarbij aan de hand van vooraf beschreven gedragscriteria bij kandidaten wordt beoordeeld in hoeverre zij dat gedrag in het verleden hebben vertoond. Er wordt gewerkt aan de hand van het STARRmodel. STARR staat voor: situatie, taak, actie, resultaat en reflectie. Een bewijsstuk voor het behalen van een volledige kwalificatie van een opleiding en wordt onder verantwoordelijkheid van de examencommissie van de onderwijsinstelling uitgereikt. Een duale opleiding is een opleiding die zodanig is ingericht dat het volgen van onderwijs wordt afgewisseld met beroepsuitoefening in verband met dat onderwijs. De opleiding bestaat uit een onderwijs- en een beroepsuitoefening deel. De beroepsuitoefening is onderdeel van het onderwijsprogramma van de opleiding. Optimale inzetbaarheid waardoor mensen in staat zijn om werk te krijgen en te behouden. Met erkennen wordt bedoeld het, op grond van een onafhankelijke toetsing van competenties en competentiebewijzen, verlenen van civiel effect aan bekwaamheid. Voor het erkennen is een standaard (zie standaard) nodig. Met een Ervaringscertificaat worden competenties, kennis en vaardigheden van werknemers of werkzoekenden in beeld gebracht, erkend en gewaardeerd. De werkgever van de deelnemer. Procedure om eerder verworven competenties te erkennen (verkrijgen van civiel effect). Dit kan worden ingezet als instrument voor loopbaanontwikkeling. Schools leren; intentionele en systematische overdracht van kennis, vaardigheden en attituden waarbij bijv. een leraar of stagebegeleider als kennisoverdrager optreedt en de lerende kennisontvanger is. Dit alles binnen vaste, institutionele grenzen van leeromgeving en tijd. Het leren dat zich, min of meer spontaan, in contexten voordoet die niet expliciet rond het leren georganiseerd zijn (incidentele en toevallige leerervaringen). Formeel onderwijs op secundair of tertiair niveau. Om tot een afbakening te komen tussen initieel en postinitieel wordt ook wel gebruik gemaakt van de volgende indicatoren: diplomaniveau (startkwalificatie), leeftijdsgrens en bekostiging. Het herkennen en in kaart brengen van competenties. Het herkennen van combinaties gebeurt d.m.v. een portfolio. Kwaliteit Volgens de Van Dale: doen wat je eigenlijk moet doen. Er zijn vele definities van kwaliteit te vinden. De volgende zaken zijn kenmerkend: - duidelijke afspraken maken en deze nakomen; - leveren wat de klant wil; - je werk goed doen; - producten maken conform de specificaties. - 5 -

Kwaliteitsborging Non-formeel leren P&C cyclus PDCA cyclus POP Portfolio Portfoliobegeleider Postinitieel leren Proeve van bekwaamheid Standaard Stakeholders Validiteit Verworven Maatregelen die het nakomen van de kwaliteit moeten bewaken en garanderen. Intentioneel georganiseerd en gestructureerd leren dat zich in een ander institutioneel verband dan de school afspeelt. Te denken valt aan bijv. bedrijfsopleidingen of vormingswerk. Planning en control cyclus. Hierbij gaat het om het maken van een strategische planning en het beheersen van de uitkomsten. Plan-Do-Check-Act. Een methode om de kwaliteit van het handelen te verbeteren. Persoonlijk ontwikkel plan; een plan van aanpak voor een medewerker met daarin individuele afspraken voor verdere ontwikkeling, afhankelijk van wat een erkenning moet bewerken. In het geval van diplomering wordt een plan gemaakt voor een opleidingstraject op maat. Een portfolio in een EVC-procedure is een verzameling van bewijsmateriaal waarmee de deelnemer aan kan tonen dat hij/zij de vereiste competenties beheerst. Het portfolio is eigendom van de deelnemer. Hierin wordt een ontwikkeling in competenties gedocumenteerd en het zet aan tot reflectie. De persoon die optreedt als begeleider in een procedure ter verkrijging van het Ervaringscertificaat. De portfoliobegeleider heeft tot taak de deelnemer te stimuleren en te ondersteunen om diens eigen ervaringen (competenties en kwaliteiten) in beeld te brengen. Leren, gericht op werk en beroep na het initiële onderwijs. Beoordelingsvorm ter vaststelling van bereikte competenties. De beoordelaar stelt middels een proeve van bekwaamheid vast of de medewerker een set competenties conform de beheersingscriteria kan aanwenden bij het uitvoeren van een taak. Referentie- of beoordelingskader, meetlat voor beoordeling. De resultaten van het leren en de persoonlijke ontwikkeling worden vergeleken met een standaard, bijv. de kwalificatiestructuur voor beroepsonderwijs of een branchestandaard. Belanghebbenden. De validiteit van de beoordeling is de eigenschap dat de beoordeling meet wat de constructeur bedoeld heeft om er mee te meten. De validiteit van een beoordeling is de mate waarin de beoordeling beoordeelt wat het zou moeten beoordelen. Competenties die een individu heeft opgedaan. Het doet er niet toe of deze competenties zijn verworven via formeel leren, non-formeel leren of informeel leren. Uitgangspunt van EVC is, dat al het leren in de verschillende settings bijdraagt aan competentieontwikkeling van het individu. VRAAK criteria VRAAK staat voor Variatie, Relevantie, Authenticiteit, Actualiteit en Kwantiteit. Hieraan moet de bewijslast voldoen. Dit is verder uitgewerkt in een bijlage van dit handboek. - 6 -

2. De organisatie van EVC bij de Politieacademie Het hoofd van Afdeling Examinering is proceseigenaar voor zowel examinering als voor EVC. De dagelijkse leiding van de afdeling ligt bij de manager van Afdeling Examinering, die taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden heeft belegd bij een aantal coördinatoren. Voor alle zaken rond de EVC-procedure is een coördinator-evc aangesteld (zie hiervoor bijlage 10 - organogram Afdeling Examinering). Afdeling Examinering formuleert haar beleid voor de komende jaren aansluitend op maatschappelijke ontwikkelingen, de strategische koers van de Raad van Korpschefs (RKC), de ontwikkelingen in het werkveld, de bewegingen op de markt en de beleidskaders gegeven door het College van Bestuur. Deze context is bepalend voor de koers die Afdeling Examinering gaat varen, de doelen die ze zichzelf stelt en de activiteiten die Afdeling Examinering gaat ontplooien. Uitgangspunten voor de afdeling zijn een objectieve, onafhankelijk en deskundige meting van competenties. Afdeling Examinering is binnen de Politieacademie ondergebracht bij Onderwijs als autonome afdeling. Er is geen relatie tot de diverse scholen voor wat betreft het onderwijs dat door de scholen wordt verzorgd (zie hiervoor bijlage 9 - organogram Politieacademie). De speerpunten van Afdeling Examinering zijn kwaliteitszorg en kwaliteitsborging van examineren en EVC. In opdracht/ten behoeve van de proceseigenaar houdt Afdeling Examinering zich met deze speerpunten bezig. De kwaliteitszorg kent voor EVC de volgende kerntaken Professionaliseren en certificeren van de assessoren; Realiseren erkenning als EVC-aanbieder. De kwaliteitsborging richt zich voor EVC op Voldoen aan de vereisten gesteld in de kwaliteitscode; Adequate, tijdige informatie aan belanghebbenden; Verbinding met en afstemming op het werkveld; Deskundigheid van betrokkenen bij EVC-trajecten. Informatiebronnen: In bijlage 9 en 10 van dit handboek zijn de organogrammen van zowel de Politieacademie als Afdeling Examinering weergegeven. - 7 -

3. Uitgangspunten van EVC Doel: Met een Ervaringscertificaat kunnen deelnemers hun capaciteiten en talenten aan het licht brengen. Het geeft een beeld van de competenties van een deelnemer met formele en informele werkervaring in relatie tot een landelijk erkende standaard. Competenties zijn een verzameling van talenten, kennis en vaardigheden. Kenmerkend voor het Ervaringscertificaat is dat in beeld wordt gebracht wat iemand kan, het brengt niet in beeld wat de deelnemer niet kan. Derhalve is het een positief instrument. Hierbij tellen niet alleen diploma s mee, maar juist ook werkervaring, vrijwilligerswerk, bijbaantjes en hobby s. Uitgangspunten Het Ervaringscertificaat is positief en ontwikkelgericht; Het succes van het Ervaringscertificaat is afhankelijk van de inzet van alle spelers in het proces: HRM, medewerkers en leidinggevenden; De Ervaringscertificaat procedure staat volledig los van de opleider - er is geen sprake van belangenverstrengeling tussen de aanbieder van het Ervaringscertificaat en een onderwijsinstelling; - er is sprake van gescheiden functies, degene die de begeleiding verzorgt kan niet de beoordeling van het portfolio doen; - de aanbieder is erkend en gecertificeerd; De evaluatie wordt gebruikt om het proces te bewaken en indien gewenst bij te stellen. - 8 -

4. Opbouw EVC-traject Hieronder staan beknopt de verschillende processtappen die bij ieder EVC-traject worden doorlopen. Bij iedere processtap staat tussen haakjes in welk onderdeel van dit handboek de verdere uitwerking is beschreven. Oriëntatie en informatie (4.1-4.3) Twee doelgroepen Medewerker - uitleg over het Ervaringscertificaat; - belang formuleren vraag (concreet/smart); - inspanning medewerker; - afspraken/rechten/plichten/verwachtingen. Werkgever (leidinggevende/p&o) - uitleg over het Ervaringscertificaat; - doelgroep; - inspanning werkgever (tijd en geld); - zorgvuldigheid naar de medewerker; - wie doet wat binnen het traject; - afspraken en rechten werkgever en medewerker. Intake (4.4-4.5) Uitleg over proces intern (regio) en extern (PA) en eventueel derden - taken, termijnen, rolverdeling, verantwoordelijkheden; Doel van Ervaringscertificaat formuleren - concreet, smart, meetbaar, in relatie tot standaarden; Bespreken meetinstrumenten - direct en indirect bewijs, min. twee instrumenten, VRAAK-criteria; Afspraken maken over begeleiding - eigen verantwoordelijkheid medewerker. Start EVC-traject (4.6-4.8) Begeleiden bij opmaken portfolio; Verzamelen direct en indirect bewijs, hard en zacht (diploma s en beschrijvingen); In relatie tot standaarden (afhankelijk van benoemd doel Ervaringscertificaat); Begeleiding kan individueel of aan een groep. Start assessment ( 4.9-4.13) Beoordelen van portfolio door gecertificeerd assessor; Verschillende meetinstrumenten worden ingezet; Totale input wordt tegen de meetlat gelegd; De VRAAK-criteria worden gebruikt. Schrijven Ervaringscertificaat (4.14-4.17) De rapportage geeft antwoord op de vooraf gestelde vraag van de medewerker (= doel); De rapportage geeft geen advies ten aanzien van verdere stappen; De rapportage is een momentopname, het geeft een beeld van de kwaliteiten en is derhalve een positief instrument; De medewerker is eigenaar van het Ervaringscertificaat; Vooraf zijn afspraken gemaakt omtrent het wel/niet rapporteren aan de werkgever; Er wordt voor de rapportage gebruik gemaakt van het format Ervaringscertificaat van het Kenniscentrum EVC. Evaluatie (4.18) Ieder individueel traject wordt afgesloten met een evaluatie door alle betrokkenen; De resultaten worden gebruikt voor o.a. intervisie, kwaliteitszorg en -borging. - 9 -

4.1 Oriëntatie en informatie Doel: Het verstrekken van informatie door de Politieacademie aan de EVC-aanvrager die in deze fase relevant is; Het vaststellen of deskundige assessoren en eventueel portfoliobegeleiders bij de Politieacademie beschikbaar zijn. Werkwijze en activiteiten: Door de Politieacademie wordt algemene informatie omtrent het Ervaringscertifaat verstrekt aan potentiële EVC-aanvragers. Hiervoor is onder andere een powerpoint presentatie opgesteld. In de presentatie wordt uitleg gegeven over de definitie en het doel van het Ervaringscertificaat. Toegelicht wordt enerzijds de meerwaarde van dit HRM-instrument voor medewerkers, anderzijds de meerwaarde voor de werkgever. Er wordt uitleg gegeven over de processtappen, over de rollen en over verantwoordelijkheden. Tevens wordt een overzicht getoond waarin staat wie proceseigenaar is van de diverse stappen in het EVC-traject. Investeringen: Het doorlopen van een volledig traject kost 1.500. Indien de werkgever kiest voor een erkend aanbieder, bestaat de mogelijkheid gebruik te maken van de Wet vermindering afdracht loonbelasting. Indien besloten wordt na de intake het traject voort te zetten, vinden gesprekken plaats ten behoeve van de portfoliobegeleiding (gemiddeld 3 x 1 uur) en het assessment (gemiddeld 4 uur). Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden: Onder verantwoordelijkheid van de coördinator-evc wordt de informatie up to date gehouden, worden landelijke ontwikkelingen hieromtrent gevolgd en wordt indien noodzakelijk de presentatie aangepast. Hiermee wordt het belang van de borging van de kwaliteit van het Ervaringscertificaat en het civiel effect van dit certificaat gewaarborgd. Informatiebronnen: Op de website www.politieacademie.nl/evc staat de meest recente versie van dit handboek alsmede beknopte informatie. - 10 -

4.2 Voorlichting en selectie deelnemers Doel Het aanvullend informeren van de EVC-aanvrager over EVC, waarin duidelijk wordt gemaakt wat de meerwaarde is van het Ervaringscertificaat en welke deelnemers hiervoor in aanmerking komen. Werkwijze en activiteiten De vraag voor een Ervaringscertificaat-traject is afkomstig van een EVC-aanvrager die EVC wil inzetten in het kader van een loopbaanvraag. Onder de verantwoordelijkheid van de coördinator-evc worden de volgende aspecten nader toegelicht: Toepassingsmogelijkheden van EVC; De verschillende stappen in de EVC-procedure; De tijdsinvestering; De beoordeling door twee assessoren van de Politieacademie; Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van alle betrokkenen; De voorlichting naar de deelnemers; De bekostiging; Mogelijkheden voor het laten verzilveren van het Ervaringscertificaat. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden Onder verantwoordelijkheid van de coördinator-evc worden afspraken gemaakt met de EVC-aanvrager. Dit wordt vastgelegd en betreft de verdeling van de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden over het gehele EVC-traject conform onderstaande tabel. Processtap Artikel Politieacademie EVC nummer (PA) aanvrager Eigenaar Voorlichting en selectie 4.2 X PA deelnemers Intake 4.4 X X EVC aanvrager Vullen portfolio 4.7 X X EVC aanvrager Start assessment 4.9-4.13 X PA Schrijven Ervaringscertificaat 4.14 X PA Evaluatie door alle 4.18 X X PA betrokkenen Vervolgafspraken X EVC aanvrager X geeft aan wie dit onderdeel kan uitvoeren In de kolom Eigenaar staat wie over deze processtap gaat en daarmee bepaalt waar de uitvoering ligt. De coördinator-evc van de Politieacademie is verantwoordelijk voor de kwaliteitszorg en -borging gedurende het gehele EVC-traject. Informatiebronnen Op de website www.politieacademie.nl/evc staat de meest recente versie van dit handboek alsmede beknopte informatie. - 11 -

4.3 Invullen aanmeldingsformulier Doel Het registreren van alle gegevens van de potentiële EVC-deelnemer. Werkwijze en activiteiten Onder verantwoordelijkheid van de coördinator-evc wordt het aanmeldformulier verwerkt en wordt het EVC-traject gestart. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden De adviseur die de intake verzorgt, is verantwoordelijk voor het registreren van alle relevante gegevens van de EVC-deelnemer t.b.v. de aanmelding. Informatiebronnen Op de website www.politieacademie.nl/evc is een aanmeldformulier te downloaden. - 12 -

4.4 Intake Doel Het vaststellen wat de loopbaanvraag van de potentiële individuele EVC-deelnemer is om te bepalen of het Ervaringscertificaat-traject het juiste HRM-instrument is; Het vaststellen van voldoende belangstelling en motivatie bij de potentiële individuele EVC-deelnemer om deel te gaan nemen aan een traject voor het verkrijgen van een Ervaringscertificaat; Het informeren van de EVC-deelnemer over alle rechten en plichten zoals die in de EVC-overeenkomst zijn opgenomen; Voldoende informatie verzamelen om de EVC-overeenkomst op te kunnen stellen. Werkwijze en activiteiten Na de fase van oriëntatie en informatie worden potentiële EVC-deelnemers individueel benaderd voor een intake. Zij krijgen in een persoonlijk en informeel gesprek een toelichting op de te volgen procedure, voor zover dat nog niet in een vorige fase is gebeurd. Dit gesprek wordt gevoerd tussen de EVC-deelnemer en een adviseur. Deze adviseur kan tevens de beoogde portfoliobegeleider zijn. De direct leidinggevende van de betreffende deelnemer heeft de mogelijkheid hierbij aanwezig zijn. Er wordt vooral aandacht besteed aan de tijdsinvestering door de deelnemer en de waarde van het Ervaringscertificaat. Belangrijk is de vaststelling van de loopbaanvraag welke de medewerker voor ogen heeft met het EVC-traject. Aan de medewerker wordt voorts verteld wat vervolgstappen kunnen zijn na het doorlopen van het volledige EVC-traject. Benadrukt wordt dat er geen relatie is tussen dit traject en de inschrijving voor een opleiding. Gemiddeld zal een traject vier maanden duren. Van een aantal onderdelen is aan te geven hoeveel tijd hiermee gemoeid is. Zo duurt het intakegesprek 1,5 uur, zullen er gemiddeld drie gesprekken à 1 uur zijn met de portfoliobegeleider en duurt het assessment ongeveer 4 uur. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden Het is de taak van de adviseur om de potentiële EVC-deelnemer volledig te informeren over het verloop van de EVC-procedure en een aanmeldingsformulier in te laten vullen. Tevens draagt de adviseur zorg voor, in overleg met de deelnemer, een zorgvuldig geformuleerde loopbaanvraag en communiceert dit bij de overdracht naar de portfoliobegeleider. Informatiebronnen Op de website www.politieacademie.nl/evc is een aanmeldformulier te downloaden. - 13 -

4.5 Ondertekening EVC-overeenkomst Doel Het bekrachtigen van de afspraken tussen de deelnemer en de Politieacademie met een EVC-overeenkomst en het starten van het traject. Werkwijze en activiteiten Wanneer de potentiële deelnemer tijdens of na de intake het besluit heeft genomen met het EVC-traject te starten, laat de portfoliobegeleider de EVC-overeenkomst in tweevoud door de deelnemer ondertekenen. Beide exemplaren worden vervolgens ook door het hoofd van Afdeling Examinering ondertekend. In het kort legt de portfoliobegeleider nogmaals de bepalingen van de EVC-overeenkomst aan de deelnemer uit. Daarmee is het traject in formele zin gestart en begint de portfoliobegeleider ook zijn/haar werkzaamheden. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden De portfoliobegeleider heeft de taak te controleren of de deelnemer volledig is geïnformeerd over de bepalingen in de EVC-overeenkomst. Tevens ziet de portfoliobegeleider er op toe dat de overeenkomst door de deelnemer correct wordt ondertekend; De coördinator-evc draagt zorg voor de ondertekening van de EVC-overeenkomst door het hoofd van Afdeling Examinering; De medewerker-evc draagt zorg voor archivering van één van de getekende EVC-overeenkomsten in het dossier. Informatiebronnen De EVC-overeenkomst is als bijlage 3 toegevoegd aan dit handboek. - 14 -

4.6 Start EVC-traject met maken van afspraken Doel Het maken van definitieve afspraken over tijdsplanning, taken en verantwoordelijkheden, activiteiten en aan te leveren bewijslast waarmee de assessoren een beoordeling kunnen uitvoeren. Werkwijze en activiteiten Met een toelichting op het document Werkinstructie deelnemer maakt de portfoliobegeleider definitieve afspraken met de deelnemer over tijdsplanning, taken en verantwoordelijkheden, activiteiten en aan te leveren bewijslast. Hiermee kunnen de assessoren een beoordeling uitvoeren. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden De portfoliobegeleider maakt alle noodzakelijke afspraken met de deelnemer over de te volgen procedure en draagt zorg voor de verslaglegging van deze afspraken. Informatiebronnen Op de website www.politieacademie.nl/evc is de Werkinstructie deelnemer te downloaden. - 15 -

4.7 Vullen portfolio Doel Het verzamelen van bewijslast waaruit de competenties blijken die door de deelnemer zijn verworven. Te denken valt aan competenties opgedaan in de beroepspraktijk, maar ook tijdens vrijwilligerswerk, hobby en/of vrije tijd. Werkwijze en activiteiten Het portfolio wordt gemaakt door de deelnemer en blijft zijn/haar eigendom. Naast het gebruik van het portfolio in het EVC-traject, kan het portfolio ook in de verdere loopbaan van de deelnemer van pas komen. Bij het vullen van het portfolio wordt een koppeling gemaakt met de competenties die worden beoordeeld. Het is niet noodzakelijk dat de portfoliobegeleider werkzaam is bij de Politieacademie. Voorwaarde is dat de portfoliobegeleider op de hoogte is van de standaard die van toepassing is voor de deelnemer en ervaring heeft met het samenstellen van een portfolio. Van belang is dat de portfoliobegeleider in staat is om te adviseren ten aanzien van de relevantie van bewijsmateriaal. De deelnemer en de portfoliobegeleider maken afspraken over het moment waarop het portfolio gevuld moet zijn en welke ondersteuning de portfoliobegeleider biedt. Het volledige portfolio wordt digitaal aangeboden aan de Politieacademie. Tijdens het EVC-traject worden aan het portfolio de volgende documenten toegevoegd: Aanmeldingsformulier; EVC-overeenkomst; Verslag beoordeling bewijslast portfolio op basis van de VRAAK-criteria; Ervaringscertificaat; Evaluatieformulier. Optioneel: Verslag praktijkassessment; Resultaten taal- en rekenassessment; Testresultaten. Wanneer het portfolio is gevuld, wordt deze overgedragen aan de assessoren ter beoordeling. Na deze overdracht wordt geen bewijslast meer aan het portfolio toegevoegd. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden De deelnemer vult zijn/haar portfolio en wordt hierin ondersteund door de portfoliobegeleider. De deelnemer is verantwoordelijk voor het vullen van het portfolio. Informatiebronnen Op de website www.politieacademie.nl/evc is de Werkinstructie deelnemer te downloaden. - 16 -

4.8 Afsluiting portfoliotraject en overdracht aan assessor Doel Het formeel beëindigen van het traject van begeleiding ter voorbereiding op de beoordeling. Werkwijze en activiteiten Het traject van begeleiden (inclusief het vullen van het portfolio) is formeel beëindigd wanneer het aanmeldingsformulier en de getekende EVC-overeenkomst zijn opgenomen in het dossier van de deelnemer en tevens het vullen van het portfolio is afgerond. Het dossier wordt door de portfoliobegeleider overgedragen aan de coördinator-evc die vervolgens zorg draagt voor de overdracht naar de assessoren. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden De portfoliobegeleider beëindigt formeel het begeleidingstraject en draagt het portfolio over. Onder verantwoordelijkheid van de coördinator-evc worden deskundige assessoren aan het traject gekoppeld. Informatiebronnen Geen. - 17 -

4.9 Start assessment Doel Het oriënteren door de assessor op de inhoud van het dossier van de deelnemer en het vaststellen of een onafhankelijk assessment uitgevoerd kan worden. Werkwijze en activiteiten Bij elk assessment is het uitgangspunt dat minimaal twee beoordelingsinstrumenten worden gebruikt bij het beoordelen van de competenties van de deelnemer. Standaard is een beoordeling van het portfolio en het daaraan gekoppelde criterium gerichte interview. Een EVC-procedure heeft tot doel het beoordelen van de praktijkervaring van de deelnemer. Waar mogelijk wordt bij een EVC-procedure, naast een portfoliobeoordeling en een criteriumgericht interview, ook een praktijkassessment gedaan. Alvorens de assessoren kennis nemen van de inhoud van het portfolio wordt gecontroleerd op basis van het aanmeldformulier of er geen sprake is van een relatie (zakelijk of privé) tussen de deelnemer en de beoogde assessoren. Elke assessor heeft voor aanvang van het eerste assessment dat voor de Politieacademie wordt uitgevoerd een Overeenkomst assessor ondertekend. Daarmee verklaart de assessor dat in het geval van een persoonsafhankelijke relatie de assessor het assessment niet uitvoert. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden De assessor ondertekent de Overeenkomst assessor voordat het eerste assessment bij de Politieacademie begint; De assessor beoordeelt voor aanvang van elk assessment of er sprake is van een zakelijke of persoonlijke relatie met de deelnemer; De assessor oriënteert zich op de inhoud van het dossier van de deelnemer. Informatiebronnen Een Overeenkomst assessor is opgesteld, deze dient voor het eerste assessment ondertekend te worden. - 18 -

4.10 Beoordeling van de bewijslast in het portfolio en normering Doel Het inhoudelijk beoordelen van de documenten in het portfolio om vast te stellen of er sprake is van overtuigend bewijs. Werkwijze en activiteiten Alle bewijslast in het portfolio, waarover een assessor een oordeel moet uitspreken, dient aan een vijftal criteria te voldoen. Bij iedere standaard is dit verder uitgewerkt; bijvoorbeeld Variatie = hoeveel verschillende situaties moeten worden beschreven. Deze criteria zijn de zogenaamde VRAAK-criteria: Variatie: is ervaring opgedaan in verschillende situaties/contexten? Relevantie: zegt dit bewijs daadwerkelijkheid iets over de beheersing van het werkproces en kunnen met dit bewijs één of meer competenties worden aangetoond? Authenticiteit: is dit echt door deze deelnemer gedaan? (en niet door een collega?) Actualiteit: hoe lang is het geleden dat dit bewijs is geleverd en wat zegt dit over de beheersing van het werkproces of de competentie nu? Kwantiteit: is de ervaring in een bepaald competentiedomein opgedaan in een voldoende lange periode, oftewel: hoe lang en hoe intensief heeft de deelnemer hier ervaring in opgedaan? Voor elk bewijsstuk in het portfolio worden deze criteria beoordeeld. Wanneer tijdens de beoordeling van het portfolio blijkt dat deze niet voldoende worden aangetoond, kan dit bij één van de andere beoordelingsinstrumenten verder worden onderzocht. Zo kan bijvoorbeeld tijdens het criterium gericht interview naar aanvullend bewijs worden gevraagd. Voor alle bewijsstukken behorende bij een competentie of werkproces geldt dat alle VRAAKcriteria voldoende moeten zijn. Hier worden alle aangedragen bewijzen in behandeling genomen. De scoringsmogelijkheden voor de beoordeling op grond van deze criteria zijn aangetoond of niet aangetoond. VRAAK criteria Aangetoond Niet aangetoond Variatie Relevantie Authenticiteit Actualiteit Kwantiteit Uit alle bewijsstukken blijkt dat de deelnemer de gewenste competenties heeft verworven en adequaat kan toepassen. Er is een duidelijke relatie tussen gedemonstreerde bewijslast en vereiste competenties. Er is geen twijfel over de inbreng van de deelnemer. Situaties komen overeen met de realiteit. De ervaring is recentelijk opgedaan. Per standaard is omschreven wat wordt verstaan onder recent. Indien de hoeveelheid in overeenstemming is met wat in de betreffende standaard is benoemd. Uit de bewijsstukken blijkt dat er geen duidelijke relatie is tussen de bewijslast en de vereisten die nodig zijn om de gewenste competenties op het gewenste niveau uit te voeren. Er is geen duidelijke relatie tussen gedemonstreerde bewijslast en vereiste competenties. De inbreng van de deelnemer geeft reden tot twijfel. De beschreven situaties komen niet overeen met de realiteit of zijn overduidelijk ontoereikend. De ervaring is niet recentelijk opgedaan, deze voldoet niet aan wat is omschreven bij de van toepassing zijnde standaard. Indien niet wordt voldaan aan de hoeveelheid zoals genoemd in de van toepassing zijnde standaard. - 19 -

Van de beoordeling van de bewijslast in het portfolio wordt een verslag gemaakt. Hiervoor is een format beschikbaar voor de assessor. In dit format worden alle bewijsstukken uit het portfolio opgenomen. Het verslag wordt opgenomen in het archief van de deelnemer. Aan iedere gekozen standaard zijn beoordelingsinstrumenten gekoppeld. Dit betekent dat, afhankelijk van de standaard, bij de start van de EVC-procedure bekend is op welke manieren de deelnemer beoordeeld gaat worden. Aan dit handboek zijn de uitwerkingen van de standaarden toegevoegd. Daarin is beschreven welke instrumenten worden ingezet, waarom de keuze voor die combinatie van instrumenten is gemaakt en tevens welke normering wordt gehanteerd (wanneer is goed goed genoeg). De basis voor iedere beoordeling is een portfolio met daarin o.a. een uitgebreid CV en beschrijvingen van competenties plus een criterium gericht interview. Omdat competenties niet altijd zijn geformuleerd in termen van waarneembaar gedrag, zijn voor iedere standaard aan de competenties prestatie-indicatoren toegevoegd. Deze prestatie-indicatoren zijn wel geformuleerd in termen van waarneembaar gedrag. Niet alles wat in een prestatie-indicator wordt genoemd hoeft ook daadwerkelijk te worden waargenomen om tot de conclusie te komen dat een competentie is aangetoond. Richtlijn is dat minimaal 75% van wat in de prestatie-indicator wordt genoemd ook zichtbaar moet zijn in het bewijsstuk. Wanneer minder dan 75% van de prestatie-indicator zichtbaar is in een bewijsstuk in het portfolio, kan een criterium gericht interview en eventueel een praktijkassessment het resterende bewijs opleveren zodat toch de betreffende competentie als voldoende aangetoond kan worden beoordeeld. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden De assessor beoordeelt of de bewijslast in het portfolio deugdelijk is op grond van de VRAAK- criteria. Informatiebronnen Bij iedere standaard zijn de VRAAK-criteria verder uitgewerkt waarmee de assessor de beoordeling van bewijslast kan toetsen. Tevens is per standaard aangegeven welke meetinstrumenten worden gehanteerd en waarom die keuze is gemaakt. Voor de verantwoording heeft de assessor de beschikking over een format. - 20 -

4.11 Criterium gericht interview n.a.v. portfolio-onderzoek en/of praktijkassessment Doel Het verkrijgen van extra informatie over de bewijslast in het portfolio; Het verkrijgen van aanvullende informatie over de waarnemingen bij het praktijkassessment. Werkwijze en activiteiten Het criterium gericht interview is gebaseerd op een gestructureerde interviewtechniek. Een criterium gericht interview moet zorgvuldig worden voorbereid. De assessoren bepalen van te voren welke bewijsstukken in het portfolio nog te weinig informatie bevatten om een positief oordeel te kunnen vellen over één of meer competenties. Vervolgens wordt aan de hand van de bevindingen bepaald welke vragen in het criterium gericht interview gesteld gaan worden. De STARR-methode is een interviewtechniek die de deelnemer de mogelijkheid biedt om ervaringen toe te lichten om zodoende aan te tonen dat hij/zij bepaalde competenties beheerst in verschillende contexten. Het criterium gericht interview wordt met deze methode vormgegeven vanuit een aantal vaste stappen: Situatie, Taak, Actie, Resultaat en Reflectie. Een criterium gericht interview vindt plaats met twee assessoren, die ieder vanuit een eigen expertise kunnen beoordelen. Vooraf bespreken zij de taakverdeling tijdens het interview. Het interview start altijd met een korte wederzijdse kennismaking en uitleg over de werkwijze. Benadrukt wordt dat het gaat om het zichtbaar maken van wat de deelnemer kan, niet wat de deelnemer niet kan. Het gesprek wordt afgesloten nadat de deelnemer de mogelijkheid heeft gekregen om voor hem/haar relevante zaken alsnog in te brengen. In de onderbouwing van de beoordeling in het Ervaringscertificaat kan worden verwezen naar het criterium gericht interview, zonder letterlijk de vragen en antwoorden te citeren. Wel moet in de onderbouwing aannemelijk zijn dat de vragen en antwoorden in het verslag van het criterium gericht interview terug te vinden zijn. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden De assessoren voeren het criterium gericht interview uit en dragen zorg voor een goede verslaglegging. Voor alle beoordelingsinstrumenten geldt dat de rapportage wordt toegevoegd aan het dossier van de deelnemer en wordt gearchiveerd conform de eisen van de Archiefwet. Informatiebronnen Als bijlage aan dit handboek is een schema opgenomen met de onderdelen van een criterium gericht interview volgens de STARR-methode (bijlage 6). Voor de assessoren is een format beoordelingsformulier beschikbaar. - 21 -

4.12 Bezoek aan de werkplek Doel Het beoordelen, aan de hand van observatie van de werkzaamheden van de deelnemer, of de te beoordelen competenties in voldoende mate worden beheerst. Werkwijze en activiteiten Een bezoek aan de werkplek kan in verschillende contexten plaatsvinden. Bij een observatie op de werkplek of werkplekonderzoek wordt die context bepaald door de dagelijkse werkzaamheden van de deelnemer en de assessoren hebben hierop geen invloed. De assessoren zijn afhankelijk van de vraag of zich tijdens de uitvoering van die werkzaamheden situaties voordoen waarin de geplande waarneming en de beoordeling kunnen plaatsvinden. Is dit niet het geval, dan kunnen de assessoren besluiten om een opdracht te geven die in de context van de dagelijkse werkzaamheden moet worden uitgevoerd. Deze proeve van bekwaamheid of simulatie wordt zo geformuleerd dat de assessoren gegarandeerd de vereiste waarneming kunnen doen en een beoordeling kunnen opmaken. Verder kunnen de assessoren tijdens een bezoek aan de werkplek aan de deelnemer verdiepingsvragen of what if vragen stellen om te komen tot een goede beoordeling. Zowel een werkplekonderzoek als een proeve van bekwaamheid moet zorgvuldig worden voorbereid. In beide gevallen is het niet de bedoeling dat wederom competenties worden beoordeeld die al overtuigend zijn aangetoond bij het portfolio-onderzoek. De assessoren en de deelnemer weten vooraf welke competenties worden gemeten tijdens het werkplekbezoek of tijdens de simulatie. Evenals bij een criterium gericht interview wordt een praktijkassessment met twee assessoren uitgevoerd. Na het assessment overleggen beiden over de waarnemingen en komen zij tot een eensluidend oordeel. De organisatorische voorbereiding van de proeve van bekwaamheid is nodig om de proeve gestructureerd, efficiënt en prettig te laten verlopen. De opdracht vindt zoveel mogelijk plaats in een echte beroepssituatie. De situatie dient geschikt te zijn voor de beoordeling van de gewenste competenties. De deelnemer moet immers het werk kunnen uitvoeren waarbij de competenties gebruikt worden die hij/zij nog moet aantonen. Tevens moet de situatie goed observeerbaar zijn door de assessoren. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden De assessoren bepalen van tevoren welke competenties bij het praktijkassessment worden beoordeeld en informeren de deelnemer hierover. Voor alle beoordelingsinstrumenten geldt dat de rapportage wordt toegevoegd aan het dossier van de deelnemer en wordt gearchiveerd conform de eisen van de Archiefwet. Informatiebronnen Voor de assessoren is een format beoordelingsformulier beschikbaar. - 22 -

4.13 Schrijven Ervaringscertificaat Doel Het verantwoorden van de beoordeling tijdens het assessment in een schriftelijke rapportage. Werkwijze en activiteiten Het Ervaringscertificaat is de rapportage betreffende het resultaat van deze procedure en de onderbouwing van de beoordeling. Voor het schrijven van het Ervaringscertificaat is een format beschikbaar, dat is gebaseerd op een landelijk vastgesteld format. Bij de onderbouwing van de beoordeling maakt de assessor gebruik van alle bewijslast die tijdens het assessment is verzameld. Deze input kan bestaan uit: De bewijsstukken in het portfolio; De verslagen van criteriumgerichte interviews; Het verslag van het praktijkassessment; Testresultaten DVD. In de onderbouwing van het oordeel geeft de assessor antwoord op drie vragen: 1. Wat is het bewijs; 2. Waar is het bewijs te vinden; 3. Wat maakt het bewijs toereikend voor een positief oordeel. We gaan hierbij uit van twee stappen: 1. Een beoordeling van de bewijsstukken op VRAAK-criteria; 2. De onderbouwing van de beoordeling met waargenomen gedrag uit de bewijsstukken die relevant is voor de betreffende competentie. Tijdens de beoordeling en in de totale EVC-procedure wordt niet gesproken over een voldoende of een onvoldoende oordeel. Een competentie is wel/niet aangetoond of gedeeltelijk aangetoond. Indien sprake is van gedeeltelijk aangetoond, dan geldt als cesuur minimaal 75%. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden De assessoren zijn verantwoordelijk voor de inhoud van het Ervaringscertificaat, met name voor de onderbouwing van het oordeel welke heeft geleid tot erkenning van de beoordelingseenheid. Informatiebronnen Voor de assessoren is een format Ervaringscertificaat beschikbaar. De Politieacademie heeft voor de assessoren een schrijfwijzer voor ervaringscertificaten beschikbaar. - 23 -

4.14 Beoordeling kwaliteit en registratie Ervaringscertificaat Doel De borging van het Ervaringscertificaat als een uniek document dat voldoet aan vastgestelde kwaliteitseisen zoals weergegeven in de kwaliteitscode. Werkwijze en activiteiten Het Ervaringscertificaat wordt door beide assessoren in samenspraak opgesteld. Na afronding van het schrijven van het Ervaringscertificaat leveren zij dit in bij de coördinator-evc. Vervolgens wordt een controle uitgevoerd op de kwaliteit met specifieke aandacht voor: De volledigheid van alle formele gegevens; De formulering van doel/vraag, conclusie en advies in een onderlinge samenhang; De juiste beschrijving van de stappen in de EVC-procedure en de gebruikte beoordelingsinstrumenten; Het taalgebruik en de grammatica; De onderbouwing van de beoordeling, waaruit in ieder geval duidelijk wordt welk bewijs is gebruikt voor de beoordeling, waar dit bewijs te vinden is en waarom het bewijs toereikend is voor een positieve beoordeling. Waar nodig wordt één van de assessoren gevraagd het Ervaringscertificaat aan te passen. Onder verantwoordelijkheid van de coördinator-evc wordt een uniek registratienummer op het Ervaringscertificaat vermeldt en tevens wordt zorg gedragen voor een juiste archivering die voldoet aan de eisen van de Archiefwet. Op het geprinte exemplaar zet het hoofd van Afdeling Examinering als eindverantwoordelijke een handtekening. De assessoren ontvangen dit getekende exemplaar en zetten eveneens een handtekening, waarmee wordt vastgelegd dat de assessoren verantwoordelijk zijn voor de inhoud van het document. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden De coördinator-evc beoordeelt de lay-out en de inhoudelijke en redactionele kwaliteit van het Ervaringscertificaat; De assessoren zorgen eventueel voor aanpassingen op aanwijzing van de coördinator-evc; De coördinator-evc zorgt voor een uniek registratienummer, archiveert het document en draagt zorg voor een geprint exemplaar van het Ervaringscertificaat; Het hoofd van Afdeling Examinering tekent als eindverantwoordelijke het Ervaringscertificaat; De coördinator-evc draagt zorg voor ondertekening van het Ervaringscertificaat door de assessoren; De assessoren tekenen het Ervaringscertificaat als inhoudelijk verantwoordelijken. Informatiebronnen Geen. - 24 -

4.15 Afsluitend gesprek Doel Voor de deelnemer inzichtelijk maken hoe het oordeel tot stand is gekomen en het Ervaringscertificaat verstrekken; Het laten evalueren van de EVC-procedure door de deelnemer. Werkwijze en activiteiten De medewerker-evc maakt een afspraak met de deelnemer voor een afsluitend gesprek. In dit gesprek overhandigt de medewerker het Ervaringscertificaat en geeft daarbij uitleg over de totstandkoming van de conclusie. Tijdens het gesprek kan blijken dat de deelnemer bezwaar wil aantekenen tegen het niet nakomen van de afspraken zoals deze zijn gemaakt in de EVC-overeenkomst. Indien dit bezwaar niet naar tevredenheid van de deelnemer wordt afgehandeld tijdens het gesprek, kan de deelnemer schriftelijk zijn/haar bezwaar kenbaar maken aan het hoofd van Afdeling Examinering. Aan de deelnemer wordt gevraagd om het ingevulde evaluatieformulier tijdens dit afsluitende gesprek in te leveren. De uitkomsten en bevindingen van de evaluatieformulieren worden gebruikt om de kwaliteit van het traject te volgen en waar mogelijk te verbeteren. Ook kan het gebruikt worden tijdens bijvoorbeeld intervisie bijeenkomsten van assessoren. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden De medewerker is verantwoordelijk voor een volledige uitleg aan de deelnemer aangaande het oordeel dat heeft geleid tot het erkennen van de onderdelen van de gebruikte standaard; De medewerker zorgt ervoor dat het door de deelnemer ingevulde evaluatieformulier wordt overhandigd aan de coördinator-evc. Informatiebronnen Dit handboek is geplaatst op de website van de Politieacademie. Daarmee is ook de bezwaarprocedure voor het Ervaringscertificaat openbaar gemaakt. - 25 -