Hoe zit je skelet in elkaar? In je lichaam zitten 206 botten. Samen vormen ze je skelet.

Vergelijkbare documenten
De beenderen in het hoofd vormen samen de schedel. De schedel word gedragen door de wervelkolom die in de romp naar beneden loopt.

3,7. Antwoorden door een scholier 706 woorden 15 april keer beoordeeld

Samenvatting Biologie H2

Samenvatting Biologie Boek 2: Je lichaam

Samenvattingen. Samenvatting Thema 8: Stevigheid en beweging. Basisstof 1. Stevigheid bij dieren door:

Naam: BOTTEN EN SPIEREN Het menselijk lichaam

Samenvatting Biologie Thema 1: stevigheid

Geraamte vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Biologie. Quintie Beerens. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Biologie. Quintie Beerens. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

A. De dijbenen moeten het gewicht van de schedel, de romp en armen kunnen dragen, daarom zijn de dijbenen steviger dan de opperarmbenen

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

Spreekbeurtpakket - het skelet

Geraamte vmbo-b12. banner. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

2.1 Botten VWO groep A

MIND & MOVEMENT COACH. Bewegen

Ik en de maatschappij. Gezondheid

Geraamte hv12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Het bewegingsstelsel. 1 Inleiding

Stevigheid en beweging. Hanneke Borgman. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

2D/E. T5: Stevigheid en beweging.

platte botten Langwerpige en smalle botten met aan één kant een gewricht, of botten met brede, platte kanten en een gewrichtskom.

Samenvatting Biologie Thema 7 + 8

Rechtop staan vmbo-b12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

> Lees Beweging. > Lees Bescherming.

1. Ons lichaam, wat een wonder!

Rechtop staan hv12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Thema Blessures hv12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Het skelet van de mens

Lichaamshouding vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Toets Anatomie Opleiding Sport en Bewegen. Behaalde punten Hulpmiddelen geen

VMBO-BK LEERWERKBOEK

A. Schedel B. Romp C. Bovenste extremiteit (Arm) D. Bekken (Pelvis) E. Onderste extremiteit (Been)

H7 Zintuigelijke waarneming:

Werkstuk Biologie Het menselijk lichaam

Spieren. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Belangrijkste anatomische structuren van de wervelkolom

bovenbouw vmbo kgt werkboek Biologie interactief K8 Houding, beweging en conditie

Werkstuk Biologie Het menselijk lichaam

TRAININGSPLAN STRETCHBANDEN

Over de arm en hand wrijven

Cursus Ontspanningsmassage. Bijlage spieren. Trapezius

6,9. Werkstuk door een scholier 1972 woorden 23 mei keer beoordeeld

Klas 2. Herhaling biologie klas 1

Massage: het lichaam. Het gespierde lichaam. Psychowerk

Educatieprogramma GOUD. 8. Je spieren en botten.

Werkblad schedels groep 1

Spieren vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

De lenden vormen het onderste deel van de rug.

Oefenvraag Wat is er op het plaatje te zien?

Oefeningen voor patiënten met reumatoïde artritis

Plekken waar je extra aan gaat spannen kunnen zijn: andere kant, je nek, je rug en je buik.

KWALIFICATIEDOSSIER. Dierverzorging MODULE NIVEAU 3/4. Anatomie en fysiologie HOOFDSTUK 2. Het bewegingsstelsel

rekken. Tel tot acht of tien en breng het hoofd weer in de uitgangspositie terug.

6,1. Zwemmen, kruipen en kronkelen. Werkstuk door een scholier 2448 woorden 25 maart keer beoordeeld. Inleiding; Lopen

1a HAVO V HAN WO DB OEK

Aanvulling: Om de oefeningen wat uitdagender te maken kun je je handen op je borst leggen ipv naast je lichaam op de grond.

PECTUS REVALIDATIE. De pectoralisspieren. De rugspieren

Opgemaakt door Arno Kanters Geplaatst

celkenmerken schimmels -eencellig/meercellig -celwand/celmembraan -celkern -eencellig/meercellig - celwand/celmembraan -bladgroenkorrels -celkern

De polsfractuur. Fysiotherapie. Beter voor elkaar

Ga op de rug liggen. Buig de knieën en zet de voeten plat op de grond. Klap beide knieën naar één kant.

Patiënteninformatie. Bewegen bij gewrichtsklachten. Aanbevolen door de reumatoloog

Oefenprogramma revalidatie

Opdrachten Pathologie Hoofdstuk 3 / Bouw van het skelet

Oefenprogramma revalidatie rechterzijde

De schouder. Anatomie De schouder bestaat uit 3 botstukken: - het schouderblad met de schouderkom - de bovenarm met schouderkop - het sleutelbeen

Paragraaf 4.1: Waarnemen

Gebruikershandleidingen

kijkwijzers. De voortgezet onderwijs leefstijl cursus voor in de gymles!

Het skelet. opdracht 1. 1 vwo gymnasium

Operatie sleutelbeen

Lenigheid en beweeglijkheid

Orthopedie. Artrotische knie / correctie kniestand. Afdeling: Onderwerp:

Antwoorden bij het katern LICHAAMSMASSAGE

1. UCHI-KOMI (IPPON-SEOI-NAGE)

Cardioschema (50 minuten)

Oefenprogramma revalidatie linkerzijde

Spieren vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

1 Wat zijn eigenlijk de buikspieren?

LEERWERKBOEK. E. Vanoutrive C. Discart BIOLOGIE ISBN

Massage Workshop. Edith du Bois. Telefoon

2012 Editie v1.0 EquestrianMassage.nl F.S.A. Tuinhof. Oefeningen voor een gezond lichaam en geest

Correctie van de kniestand. (artrotische knie)

Oefeningen ter Verbetering van je Lichaamshouding

Cursus Rust. Het Slotervaart, een ziekenhuis met ambitie KINDERGENEESKUNDE TELEFOONNUMMER

Voorste kruisband reconstructie

Zorgvrager verplaatsen en bewegen

Rughernia (behandeling door de huisarts)

Nieuwe elleboog elleboogprothese, elleboogartroplastiek

Rekoefeningen voor de Gehandicapte schutter

APPENDIX C: Patiënteninformatie over uitzaaiingen in de wervelkolom.

Het skelet in de achtste klas document bij Opleiding Fenomenologie Ger van de Ven (2017)

Krachttraining. Een krachttrainingsschema voor Bewegen, sport en maatschappij. Naam Klas Docent

Let tijdens het masseren op afwijkingen en asymmetrische vormen die kunnen duiden op mogelijke lichamelijke klachten.

Referentiepunten gebruiken voor analyse. Lichaams Houding. Bewegingsvolgorde

Inhoud 1. Allemaal botten 2. Stevig 3. Licht 4. Beschermen 5. Bewegen 6. Grote botten, kleine botten 7. In het gips 8. Dieren 9. Filmpje Pluskaarten

Functional Equine Taping

Oefeningen nekklachten. Paramedischcentrum Landauer

Demo stretchings. Door Inge Delforterie. (O= ontvanger / G= gever) DEEL 1: Buikligging

Transcriptie:

Tekst over skelet, gewrichten en spieren pag. 1/5 Hoe zit je skelet in elkaar? In je lichaam zitten 206 botten. Samen vormen ze je skelet. De botten in je hoofd vormen je schedel. Je schedel wordt gedragen door de wervelkolom. De botten in de wervelkolom heten wervels. Aan een deel van die wervels zitten je ribben. De ribben zitten aan de voorzijde vast aan het borstbeen. Het borstbeen, de ribben en de wervels waar de ribben aan vastzitten, vormen samen de borstkas. De wervelkolom loopt door je romp naar beneden, tussen je heupbeenderen door. Je heupbeenderen horen bij je bekken. In de afbeeldingen hieronder zie je dat aan je heupbeenderen de langste botten van je lichaam vastzitten: de dijbeenderen in je bovenbenen. In je onderbeen zit aan de voorkant het scheenbeen en aan de achterkant bet kuitbeen. In je arm zit het opperarmbeen aan bet schouderblad vast. Je onderarm bevat twee botten. Aan de kant van de pink zit de ellepijp en aan de kant van de duim zit het spaakbeen. Je armen en benen noem je ook wel je ledematen.

Tekst over skelet, gewrichten en spieren pag. 2/5 Je skelet heeft vier functies: 1 Stevigheid geven Zonder botten zou je lichaam in elkaar zakken. 2 Vorm geven De vorm van je lichaam hangt af van de bouw van je skelet. Zo geven de botten van je schedel de vorm aan je hoofd. 3 Bescherming geven Delen van je skelet beschermen kwetsbare organen. Je schedel beschermt bijvoorbeeld je hersenen tegen stoten. 4 Beweging mogelijk maken Aan botten zitten spieren vast. Dankzij de botten met spieren kun je bewegen. De verbinding tussen bot en spier noemt men een pees. Sommige pezen kunnen heel lang zijn, zodat spieren op afstand kunnen werken. In je knieholte bijv. kun je pezen duidelijk voelen. Bestanddelen van botten Een bot bestaat uit been. Been bestaat uit kalk en lijmstof. Kalk ken je wel, schoolkrijt is ook van kalk. Een pijpje krijt is heel sterk, maar als je het wilt buigen, breekt het. Lijmstof is net gum. Het is gemakkelijk in elkaar te drukken, maar veert daarna weer terug. Stevig is die lijmstof dus helemaal niet, maar wel erg soepel. Door die twee stoffen is een rib erg sterk. Kalk lost op in zuur, bijvoorbeeld zoutzuur. De kalk is eruit, alleen de lijmstof is nog over. De rib wordt in zoutzuur een buigzaam staafje. In tegenstelling tot kalk is lijmstof brandbaar. Als je de rib in een vlam houdt verbrandt de lijmstof. Je houdt dan een zwartgeblakerd breekbaar kalkstaafje over. Hoe ouder je wordt, hoe meer lijmstof er uit de botten verdwijnt. Daardoor zij de botten van ouderen minder buigzaam en breken ze sneller dan bij kinderen. In het bot zitten ook bloedvaatjes en zenuwen. Via de bloedvaatjes krijgen de beencellen de stoffen die ze nodig hebben en door de zenuwen kun je pijn voelen in je botten. In het midden van het bot zit een holle ruimte met beenmerg. De wervelkolom als schokbreker In de afbeelding hiernaast zie je de wervelkolom. De wervelkolom is zo gebouwd dat hij schokken opvangt als je loopt, rent of springt. Dat gebeurt op twee manieren: 1. Door de speciale vorm. Als je van de zijkant naar de wervelkolom kijkt ziet er uit als twee letters S die op elkaar staan, de dubbele S-vorm. Daardoor kan de wervelkolom een beetje in elkaar gedrukt worden en weer terugveren. 2. Door kraakbeenschijven Tussen de wervels zitten kraakbeenschijven (zie de afbeelding). De kraakbeenschijven kunnen ook een beetje ingedrukt worden. Ook daardoor kan de wervelkolom een beet je veren.

Tekst over skelet, gewrichten en spieren pag. 3/5 Hoe is een wervel gebouwd? Elke wervel bestaat uit een wervellichaam, een wervelgat en Uitsteeksels. Het wervellichaam geeft stevigheid aan de wervelkolom. Door alle wervelgaten loopt het ruggenmerg. Dat bestaat uit zenuwen. In de afbeelding hiernaast zie je dat tussen twee wervels links en rechts een zenuw uit het ruggenmerg naar buiten komt. Kraakbeen Sommige delen van het skelet zijn heel buigzaam, bijv. de oorschelp, de punt van de neus, en de schijven tussen de wervels. Dit bestaat uit kraakbeen. Kraakbeen bevat veel lijmstof en heel weinig kalk. Kijk naar de afbeelding hiernaast. Daar zie je nog een plaats waar kraakbeen zit. Probeer zelf te bedenken waarom daar beweging nodig is! Waardoor zijn kinderen zo soepel? Met skelet van een pasgeboren baby bestaat bijna helemaal uit kraakbeen. Door alle lijmstof is het babyskelet zo buigzaam, dat de baby zijn tenen in de mond kan doen. Het skelet is wel erg buigzaam, maar niet stevig. Baby's kunnen nog niet rechtop staan, doordat de botten in hun benen dan doorbuigen. Als een baby ouder wordt, verandert het kraakbeen in de botten langzaam in been. Dat noemen we verbening. Het skelet van jonge kinderen is ai zo stevig, dat ze kunnen staan, lopen en rennen. Doordat de botten nog veel lijmstof bevatten, zijn ze nog buigzaam en breken ze niet snel. Door die buigzame botten zijn kinderen lenig en bewegen ze soepel. De verbening van bet skelet gaat tijdens het opgroeien verder. Hoe ouder je wordt, hoe meer lijmstof er uit de botten verdwijnt. Daardoor zij de botten van oudere mensen minder buigzaam en breken ze sneller dan bij kinderen. Hoe zitten botten aan elkaar vast? Botten kunnen op verschillende manieren aan elkaar vastzitten. Bij een naadverbinding is er geen beweging mogelijk, bij een gewricht juist heel veel. Je hebt altijd spieren nodig om je botten te laten bewegen. Je hebt ongeveer 200 botten in je lichaam. Deze botten kunnen op verschillende manieren met elkaar verbonden zijn. De meeste schedelbeenderen zijn door een naad met elkaar verbonden. Deze botten kunnen niet bewegen. Tussen de wervels zitten kraakbeenschijven. Kraakbeen is Wat buigzamer dan bot, daarom kan je wervelkolom een beetje bewegen. Botten kunnen ook door gewrichten met elkaar verbonden zijn. Je kan ze dan goed bewegen.

Tekst over skelet, gewrichten en spieren pag. 4/5 Er zijn verschillende typen gewrichten. Het uiteinde van je opperarmbeen heeft de vorm van een kogel. Je schouderblad heeft een holle kom. Zo kan je arm alle kanten op draaien. Een kogelgewricht. In je elleboog zit een scharniergewricht. Een scharniergewricht kan maar één kant op bewegen. Net als een deur die open en dicht gaat. Bij een rolgewricht rollen ellepijp en spaakbeen om elkaar been, hierdoor kan de hand draaien. Bij een gewricht passen de uiteinden van de botten in elkaar. Kraakbeen voorkomt slijtage van je botten.

Tekst over skelet, gewrichten en spieren pag. 5/5 Een gewricht wordt bij elkaar gehouden door het gewrichtskapsel, en soms ook nog door gewrichtsbanden. Alles wordt soepel gehouden door gewrichtssmeer. Je kunt bewegen door je gewrichten. Maar dat gebeurt niet vanzelf. Daar heb je spieren voor nodig. Je spieren zitten met pezen aan de botten vast. De plaats waar een pees aan een bot vastzit heet aanhechtingsplaats. Een spier kan zich samentrekken, een pees niet. Als je je onderarm buigt, trekt je biceps samen. De biceps wordt korter en dikker. Als je je arm strekt, trekt je triceps samen. De triceps wordt nu iets dikker. Twee spieren die een tegengestelde beweging maken heten antagonisten MAAK NU DE OPDRACHTEN OP HET OPDRACHTENBLAD!