Onderwijskunde ontwikkelingspsychologie VT 1 2ec Code Jaar uitgave 2011 Opleiding: WdKA Auteur(s):P.Pos Cluster WdKA, Hogeschool Rotterdam
Inhoudsopgave Verantwoording... 1. Inhoud 1.1 Hoofdonderwerpen... 1.2 Competenties en leerdoelen... 1.2.1 startcompetenties... 1.2.2 Relatie met HBO- kunstvak competenties... 1.2.3 Concretisering leerdoelen. 2. Programma 2.1 Organisatie... 2.1.1 planning... 2.1.2 Overige organisatorische zaken... 2.2 Studieactiviteiten... 2.2.1 studiehouding... 2.2.2 Studieactiviteiten... 2.3 Literatuur en andere hulpmiddelen... 3.1 Verplichte literatuur... 3.2 Aanbevolen literatuur... 3.3 Overige bronnen... 2.4 Toetsing en beoordeling... 4.4.1 Wijze van toetsing, toetsonderdelen... 4.4.2 Procedure... 4.4.3 Beoordelingscriteria... 4.4.4 Aanwezigheidsverplichting... 4.4.5 Herkansingen... 3. compacte info 3.1 Voor de studiegids (beknopt)... PAUL POS ONDERWIJSKUNDE 2011 DBKV VT1 2
Verantwoording De module ontwikkelingspsychologie richt zich op het verwerven van beroepscompetenties in het domein van het pedagosich handelen. Het verwerven van kennis over de ontwikkeling op cognitief, fysiek, psychisch en creatief gebied moet worden omgezet in adequate pedagogisch activiteiten die gericht zijn op het ontwikkelen van beeldende, artistieke en algemeen vormende capaciteiten bij anderen. Inleidend Ontwikkelingspsychologie beslaat een zeer breed veld van onderzoeksgebieden die zich richten op de wijze waarop de mens zich ontwikkeld. In deze module is de keuze gemaakt om met name aandacht te geven aan de grote lijnen van de ontwikkeling van het kind gedurende de schoolperiode met een accent op de puberteit. Deze keuze komt voort uit de realiteit van de beroepspraktijk waarin docenten in de beeldende vakken in de meeste gevallen werken met jonge mensen in de leeftijd van 12 tot 18. Deze fase kenmerkt zich door een zeer snelle verandering van kind tot volwassene waarbij seksualiteit, en identiteit centraal staan. Recent is er veel aandacht voor de ontwikkeling van de hersenen waarbij er gesteld wordt dat de ontwikkeling van het brein ervoor zorgt dat het onderwijs niet altijd even vanzelfsprekend is. Zijdelings is er aandacht voor de sociale context en leerprocessen die van invloed zijn op de ontwikkeling van jongen mensen waarbij gerefereerd wordt aan de voorgaande modules. PAUL POS ONDERWIJSKUNDE 2011 DBKV VT1 3
1. Inhoud 1.1 Hoofdonderwerpen: Het programma is inhoudelijk gebaseerd op het handbook ontwikkelingspsychologie, grondslagen en theorieen, (verhofstad- deneve, VanGeert, Vyt, 2003) aangevuld met recentere literatuur. Het boek hoeft niet verplicht te worden aangeschaft maar het wel aan te bevelen om enige literatuur op dit vlak te verwerven. In de colleges zullen hiervoor adviezen worden gegeven. De module bestaat uit 5 delen: Introductie (3 colleges) Biologische ontwikkeling (3 colleges), Cognitieve ontwikkeling( 4 colleges), Sociale ontwikkeling(2colleges), Creativiteits ontwikkeling (2 colleges) 1.2. Competenties en leerdoelen 1.2.1 Startcompetenties De module staat open voor de studenten in de propedeusefase van de opleiding docent beeldende kunst en vormgeving 1.2.2 Relatie met HBO- kunstvakcompetenties (gekoppeld aan de dublindescriptoren hbo- niveau) Competenties kunstvakonderwijs docent beeldende kunst en vormgeving domein vormgeving, WdKA- competentiematrix niveau 2 Competenties Leerdoelen 1. De student verwerft kennis over verschillende onderwerpen en theorieën uit de ontwikkelingspsychologiepsychologie. 2. De student kan theoretische kennis omzetten naar eigen vragen, gedachten en teksten. 3. De student ontwikkelt een eigen visie op leren in het algemeen en leren binnen het onderwijs. 4. De student start met het toepassen van de verworven kennis in de praktijk. 5. De student leert samenwerken; overleg plegen, communiceren, taken verdelen, afspraken nakomen en verwerft inzicht in de andere bijkomende aspecten van het samenwerken. PAUL POS ONDERWIJSKUNDE 2011 DBKV VT1 4
2. Programma 2.1. Organisatie 2.1.1 planning We les Datum college Minor CD ek 36 1 4/7 Introductieles Ontwikkelingspsychologie Opdracht 1 37 2 11/9 Historisch overzicht 38 3 18/9 Geen les 39 25/9 india 40 4 2/10 Nurture or nature /Hechtingstheorie (Bowlby) 41 5 9/10 Aangeboren kennis (Chomsky) 42 6 16/10 Feed forward opdracht 1 43 herfstvakantie 44 7 31/10 Jean piaget 45 7/11 Moraalontwikkeling (Kohlberg) 46 14/11 leerontwikkeling 47 21/11 Kwartaal 2 tussenevaluatie 48 28/11 Vygotski 49 4/12 Erikson 50 11/12 puberteit 51 18/12 puberbrein 52 kerstvakantie 1 kerstvakantie 2 8/1 Beeldende ontwikkeling ( inleveren opdracht 1 digitaal en hardcopy, woensdag 8/1 20.00) 3 15/1 Creativiteits ontwikkeling 4 22/1 Presenteren + feed back 5 29/1 Presenteren + feed back 6 5/2 beoordelen 7 2.1.2 Overige organisatorische zaken 2.2. Studieactiviteiten 2.2.1 De volgende twee opdrachten worden dit semester gegeven: 1) zoek in je omgeving een persoon die voldoende beschikbaar is om uitgebreid te onderzoeken. Het liefst een puber. Neem daarbij bij voorkeur NIET je eigen zoon of dochter omdat hierbij te weinig afstand kan worden betracht en het natuurlijk niet echt objectief is om hem of haar tot studieobject te maken. De opdracht is om alles uit te soeken aangaande de ontwikkeling van die persoon. Hoe je dit doet is aan jou maar wees wel zorgvuldig dat je dit altijd in overleg met die persoon en zijn/haar ouders doet. Alle gegevens moeten worden geanonimiseerd wat wil zeggen dat je gewoon over persoon x of y hebt ( of een fictieve naam ). Dit onderzoek richt zich op aspecten als fysieke groei, mentale ontwikkeling, cognitieve fase, identiteit, moraal etc. Alle aspecten die in de hoorcolleges voorbijkomen kunnen worden meegenomen in de beschrijving dus kies voor een persoon die gedurende de module beschikbaar is voor : metingen ( fysiek), gesprekken ( mentaal), toetsjes ( cognitief), opdrachten ( creatief), PAUL POS ONDERWIJSKUNDE 2011 DBKV VT1 5
enquetes, interviews, observaties. Het doel van het onderzoek is NIET om een uitspraak te doen over deze persoon aangaande GOED/SLECHT, NIVEAU of anderszins, het is uitsluitend bedoeld om concreet een vertaling te maken van de theorie naar de praktijkl. Van dit onderzoek wordt een verslag gemaakt van maximaal 2000 woorden. Hierbij gelden als criteria Onderzoeksverslag is voorzien van een voorblad met titel, studentnummer, vakcode, datum, naam en docentnaam Verslag heeft een inleiding Verslag geeft aan op welke wijze de persoon is onderzocht ( methodes) en wat de context is van de persoon is ( sociale context). verslag heeft relevante maar anonieme illustraties ( geen foto s van de persoon) verslag beschrijft teniminste 3 ontwikkelingsaspecten verslag heeft een conclusie en reflectie. ( conclusie gaat over de onderzochte persoon, reflectie gaat over de eigen ervaring en ontwikkeling) Plaats alle aspecten altijd in de context van je toekomstig beroep als docent beeldende kunst en vormgeving en zorg ervoor dat je niet op de stoel van een orthopedagoog, psycholoog gaat zitten 2) Pecha Kucha Je maakt een keuze uit alle aspecten die je gevonden hebt en bouwt om de keuze een presentatie van 20 slides die ieder 20 seconden zichtbaar zijn. Ondanks dat de meeste studenten die dit al eens gedaan hebben allemaal aangeven het verschrikkelijk te vinden, blijkt dat zij dit strenge format vaak weer gebruiken tijdens IB- presentaties en lessen. Een presentatie kan dus maximaal 400 seconden duren met een strak ritme van visuele beelden. Dit dwingt je om een compact ( to the point) verhaal te vertellen waarbij het beeld ondersteunend is. We gaan hiermee ook nog oefenen. De beoordelingscriteria zijn De presentatie is in het Pecha Kuch Format De beelden zijn origineel en ondersteunen het verhaal Het verhaal is inhoudelijk op niveau en correct De persoon is anoniem en er wordt een duidelijke vertaling gemaakt naar de toekomstige beroepspraktijk beoordelings waardering Het verslag en de presentatie vormen ieder 40% van de eindbeoordeling. Actieve participatie gedurende het programma vormt het laatste deel van 20 %. 3. Literatuur en andere hulpmiddelen Handboek ontwikkelingspsychologie, P. van Geert & L. Verhofstadt- Deneve Co- auteur: A. Vyt, Bohn Stafleu Van Loghum, 2003, ISBN10 9031337315 Ontwikkeling in vogelvlucht, Martine F.Delfos Swets&zeitlinger isbn 90-265- 1567-7 Aanbevolen: Psychology in education: Woolfolk, Hughes, Walkup Pearson isbn 978-1- 4058-3541- website www.puberbrein.nl/ 4. Toetsing en beoordeling 4.0 Opdrachten PAUL POS ONDERWIJSKUNDE 2011 DBKV VT1 6
4.4.1 Wijze van toetsing, toetsonderdelen Studenten werken aan opdrachten waarvan de studieresultaten worden beoordeeld op kwaliteit en relevantie. De samenstelling van een portfolio met studieresultaten, de presentatie hiervan aan docent en medestudenten waarbij de relevantie voor de eigen professionele ontwikkeling wordt aangeven zal bepalende zijn voor de eindbeoordeling 4.4.2 Procedure De docent heeft een instruerende en begeleidende taak. De docent zal de opdracht introduceren en de uitvoering op individuele wijze begeleiden. De onderzoekspresentatie vindt plaats gedurende de contacttijd en is plenair. Tijdens de presentatie zal de docent feed- back geven waarna het cijfer zal worden vastgesteld. 4.4.3 Beoordelingscriteria Per opdracht 4.4.4 Aanwezigheidsverplichting (indien van toepassing) 80 % aanwezigheid en actieve participatie 4.4.5 Herkansingen Herkansing is niet mogelijk indien de werkstukken/tentamen niet zijn afgelegd en er onvoldoende aanwezigheid is vastgesteld. Tenzij docent anders beslist in overleg met de examencommissie PAUL POS ONDERWIJSKUNDE 2011 DBKV VT1 7
PAUL POS ONDERWIJSKUNDE 2011 DBKV VT1 8