Markt of overheid? Afwegingskader voor gemeenten bij de organisatie van de inzameling van huishoudelijk afval ZELF DOEN SAMEN DOEN LATEN DOEN Arnhem, maart 2010
Inhoudsopgave Inleiding 3 Zelf doen (inbesteding) 4 Samen doen (publieke samenwerking) 6 Laten doen (aanbesteding, PPS) 8 Tot slot 10 Colofon 11 Disclaimer 11 2
Inleiding Achtergrond en aanleiding Markt of Overheid? Of beter: Markt, overheid of publieke samenwerking? Dat zijn in de kern de drie keuzes waar gemeenten bij elke publieke taak voor staan. De argumenten voor de keuze tussen Zelf doen, Samen doen of Laten doen verschillen niet, maar voor elk beleidsterrein kan de afweging wel anders uitvallen. Op grond van de Wet Milieubeheer is een gemeente verplicht om ervoor te zorgen dat binnen haar grondgebied ten minste eenmaal per week het afval bij huishoudens wordt ingezameld. Veel gemeenten hebben de laatste jaren ervaren dat aan de keuze rond de organisatie van afvalinzameling nogal wat bestuurlijke, juridische, financiële en organisatorische aspecten kleven. De NVRD, de vereniging van gemeenten verantwoordelijk voor afvalbeheer en reiniging en hun publieke bedrijven, heeft daarom het initiatief spelen en het gewicht dat hieraan wordt toegekend, verschilt uiteraard per gemeente. De toepassing van het afwegingskader is daarom maatwerk. Reikwijdte van het afwegingskader Het afwegingskader is gericht op de organisatie van de inzameling van huishoudelijk afval bij gemeenten. Het afwegingskader gaat niet in op aanverwante activiteiten zoals reinigingsactiviteiten, beheer van de openbare ruimte en be- en verwerking van afval. Bestuurlijk gezien kunnen hiervoor vergelijkbare argumenten gelden. Juridische en organisatorische overwegingen kunnen verschillend zijn. Opzet afwegingskader Voor de organisatie van de inzameling van huishoudelijk afval kunnen drie hoofdvormen worden onderscheiden zoals weergegeven in onderstaande figuur. Organisatie afvalinzameling Zelf doen (inbesteding) Samen doen (publieke samenwerking) Laten doen (aanbesteding) genomen voor een afwegingskader dat gemeenten ondersteunt bij de keuze voor het meest geëigende organisatiemodel voor afvalinzameling. Doelgroep voor het afwegingskader De doelgroepen voor het afwegingskader zijn gemeentelijke bestuurders en ambtenaren die betrokken zijn bij de organisatie van de afvalinzameling. Daarnaast biedt het afwegingskader andere betrokkenen, zoals gemeenteraadsleden en adviseurs, inzicht in de aspecten die een rol spelen bij de keuzes rondom de inzameling van huishoudelijk afval. Doelstelling van het afwegingskader Het doel van het afwegingskader is om gemeenten te ondersteunen bij de bestuurlijke afweging omtrent de organisatie van de inzameling van huishoudelijk afval, zodat gemeenten weloverwogen beslissingen kunnen nemen. Het afwegingskader geeft inzicht in de belangrijkste aspecten die hierbij een rol spelen. Dat zijn o.a. politiek-bestuurlijke overwegingen, juridische randvoorwaarden en bedrijfsmatige invalshoeken. De mate waarin deze aspecten binnen een gemeente een rol Hierna worden deze drie organisatievormen verder toegelicht op hoofdlijnen. In het document Markt of Overheid; Nadere uitwerking afvalinzameling is een uitgebreide toelichting van de organisatievormen opgenomen waarbij meer in detail wordt ingegaan op de organisatorische en juridische aspecten, vanuit aanbestedings- en mededingingsrechtelijke invalshoek. Twee andere belangrijke documenten die door de NVRD zijn uitgebracht en die een directe relatie hebben met dit document zijn: Handreiking strategische positionering en organisatiemodellen in de afval en reinigingssector van 12 oktober 2004. In deze handreiking worden onder andere de verschillende rechtsvormen die mogelijk zijn bij de organisatie van de inzameling van huishoudelijk afval uitgewerkt. Handboek aanbesteding afvalinzameling van 17 november 2009. Het handboek geeft onder meer een handreiking om een goed bestek te ontwikkelen voor de aanbesteding van de inzameling van huishoudelijk afval. Deze documenten zijn beschikbaar op het ledennet van de NVRD. 3
Zelf doen (inbesteding) Als een gemeente opdracht geeft aan een derde voor de inzameling van huishoudelijk afval is er in principe sprake van een aanbestedingsplichtige overheidsopdracht voor diensten. Maar een opdracht die wordt verleend aan een onderdeel of dienst van de eigen organisatie valt buiten het aanbestedingsrecht. Dit is een interne opdrachtverlening. Er is in dat geval geen sprake van een overeenkomst uit de definitie van overheidsopdracht. Bij opdrachtverlening aan een eigen dienst zonder rechtspersoonlijkheid is er dus geen sprake van een aanbestedingsplicht. Deze variant wordt inbesteding genoemd. Er kan ook sprake zijn van een interne opdrachtverlening aan een rechtspersoon buiten de gemeentelijke organisatie. Er moet dan voldaan worden aan twee voorwaarden (de zogenaamde Teckal-voorwaarden, vernoemd naar het arrest van het Europese Hof waarin deze uitzondering voor het eerst is aanvaard): Het toezichtcriterium: de gemeente moet op de rechtspersoon toezicht (kunnen) uitoefenen als op haar eigen diensten en; Het merendeelcriterium: de rechtspersoon moet het merendeel van zijn werkzaamheden verrichten voor de gemeente(n) die toezicht op hem uitoefen(t)(en). De commerciële oriëntatie van de rechtspersoon mag slechts marginaal zijn. Ook in dit geval is er dus geen sprake van een aanbestedingsplicht. Deze variant wordt quasi-inbesteding genoemd. Of aan de twee voorwaarden is voldaan, vergt steeds een zorgvuldige, feitelijke analyse van de mate van toezicht en van de activiteiten van de betrokken rechtspersoon. Onderstaande figuur geeft de beide varianten schematisch weer. Zelf doen (inbesteding) Zelf doen via een eigen gemeentelijke dienst Zelf doen via een (verzelfstandigde) dienst met eigen rechtspersoonlijkheid 4
Als gemeentelijke inzameldiensten tevens commerciële activiteiten verrichten, zoals het inzamelen van bedrijfsafval, dan moeten zij zich daarbij overigens wel houden aan de gedragsregels die worden opgenomen in de Mededingingswet, zoals de verplichting om de integrale kosten in rekening te brengen. In het rapport Nadere uitwerking organisatie afvalinzameling worden de beide varianten verder uitgewerkt. Argumenten voor gemeenten om te kiezen voor het zelf uitvoeren van de inzameling van huishoudelijk afval: Directe bestuurlijke zeggenschap/aansturing; Mogelijkheid tot sturing op andere beleidsdoelen; Flexibiliteit; Verantwoordelijkheidsgevoel voor het personeel betrokken bij de inzameling van het huishoudelijk afval; Innovatie van overheidswege stimuleren. Publieke taken in het publieke domein De discussie over de organisatie van de inzameling van het huishoudelijke afval - als onderdeel van het beheer van de openbare ruimte - kent een lange geschiedenis en vele smaken. Kort samengevat is het mijn opvatting dat het wenselijk is dat gemeenten werkzaamheden in eigen beheer uitvoeren, en dat zij daartoe zeer wel in staat zijn, tenzij Die wenselijkheid komt voort uit de verantwoordelijkheid die gemeenten hebben voor een goed beheer en gebruik van de openbare ruimte, en de integrale afstemming die hiervoor nodig is in het belang van de burger. Het is volgens mij een misvatting dat gemeenten er alleen maar zouden zijn om te besturen en niet om taken in eigen beheer uit te voeren. Primair gaat het om de verantwoordelijkheid die een gemeente heeft voor haar eigen burgers en het belang dat zij hecht aan de gemeentelijke taken waaraan zij belastinggeld besteedt. Afvalinzameling is onderdeel van een leefbare wijk. Daarop zijn gemeenten aanspreekbaar. Bij eigen beheer telt ook de wenselijkheid van expertise in eigen huis, milieudoelstellingen, sociale doelstellingen op het vlak van personeelsbeleid en de participatie van burgers. Het is mijn overtuiging dat met het huidige klimaat het ondenkbaar is dat de zo gewenste overgang naar duurzaamheid op alle gebied zonder actieve inzet van de overheid zou kunnen plaatsvinden. Uitvoering in eigen beheer veronderstelt daarbij wél een flexibele en efficiënte organisatie. Het gaat immers om dienstverlening en besteding van overheidsgeld. Als dat niet lukt of kan, kunnen wat mij betreft andere opties in beeld komen. Daarmee komt het tenzij aan de orde. Tekort aan organisatiekracht of schaalgrootte of ontevredenheid over geboden kwaliteit-prijs verhouding kunnen aanleiding zijn om andere wegen te bewandelen, waarbij mijn voorkeur uitgaat naar vormen van samenwerking tússen gemeenten. Mijn persoonlijke wereldbeeld staat ver af van de lange tijd dominante ideologie waarbij de markt de oplossing was voor alle kwalen. Overheidsoptreden was slechts gewenst bij het falen van de markt. Wat dat betekent zien we inmiddels bij de huidige bankencrisis. Uiteindelijk is het de overheid die aangesproken wordt als bij marktfalen ontwrichting van de samenleving dreigt. Zo blijft de gemeente verantwoordelijk voor een goed beheer van de openbare ruimte en ook voor het inzamelen van huishoudelijk afval. Voorkomen moet worden dat gemeenten in Nederland daarbij volledig afhankelijk worden van marktpartijen. Daarom prijs ik mij gelukkig met het feit dat overheidsgedomineerde partijen zorgen voor een verantwoord evenwicht in die markt en daarmee een mogelijk falen verhinderen. En overheidsdominantie begint echt bij zelf doen. Jannie Visscher Wethouder Milieu gemeente Groningen 5
Samen doen (publieke samenwerking) Een gemeente kan voor de organisatie van de afvalinzameling kiezen voor samenwerking met een of meer andere gemeenten. In de praktijk zijn hierbij verschillende publieke opdrachtnemers mogelijk: Een publiekrechtelijke rechtspersoon (Gemeenschappelijke regeling), waarin uitsluitend gemeenten deelnemen; Een privaatrechtelijke rechtspersoon (NV/BV), waarin uitsluitend gemeenten deelnemen; Een privaatrechtelijke rechtspersoon (NV/BV), waarin gemeenten en gemeenschappelijke regeling(en) deelnemen. Schematisch kan dit als volgt geïllustreerd worden. Publieke samenwerking Een gemeenschappelijk orgaan met een eigen rechtspersoonlijkheid Een privaatrechterlijke rechtspersoon waarop een aantal gemeenten toezicht uitvoeren Een privaatrechterlijke rechtspersoon waarin gemeenten en rechtspersonen in de zin van de WGR deelnemen Intergemeentelijke samenwerking bij de inzameling van huishoudelijk afval kan op verschillende manieren vorm krijgen: Door de overdracht van bevoegdheid aan een nieuwe publiekrechtelijke rechtspersoon, die vervolgens de keuze maakt voor zelf doen, samenwerken of aanbesteden; Door de opdracht tot inzameling van huishoudelijk afval aan een rechtspersoon waarop toezicht wordt uitgeoefend als op een eigen dienst en die het merendeel van zijn activiteiten uitvoert ten behoeve van de controlerende instantie(s); het toezicht kan gezamenlijk, door meerdere gemeenten, worden uitgeoefend (dit heet quasi-inbesteding); Door de opdracht tot inzameling van huishoudelijk afval, gebaseerd op een wettelijke of bestuursrechtelijke bepaling, bijvoorbeeld de APV of de Afvalstoffenverordening, waarbij aan een andere aanbestedende dienst een alleenrecht voor de inzameling wordt toegekend; Door samenwerking tussen gemeenten op contractbasis; deze samenwerking moet voldoen aan specifieke voorwaarden ter vervulling van de publieke taak van de inzameling van huishoudelijk afval (de zg. Landkreise-variant, dit is het arrest van het Europese Hof waarin deze uitzondering voor het eerst werd aanvaard). 6
In de Nadere uitwerking worden de publieke samenwerkingsvarianten verder uitgewerkt. Argumenten voor gemeenten om te kiezen voor een vorm van publieke samenwerking zijn onder andere: Behoud van het huidige voorzieningenniveau en serviceniveau tegen aanvaardbare kosten ; Eventuele bedrijfswinst vloeit terug naar de gemeente; Inschatting van kostenvoordelen als gevolg van schaalgrootte (inkoopvoordelen, betere bezetting van materieel en personeel, grotere flexibiliteit); Spreiding risico s (financieel, personeel); Versterken ondernemerschap ; Continuïteit; Versterken van innovatieve kracht; Professionalisering. Bundeling van krachten is effectief en efficiënt Waar ligt in uw visie de primaire taak van een gemeente? Een gemeente moet vooral goed besturen. Daar is kwaliteit voor nodig én focus. De burgers staan daarbij centraal. Zij stellen eisen ten aanzien van bijvoorbeeld de kwaliteit van de leefomgeving, veiligheid, zorg en mobiliteit. Als gemeente hebben we een zorgtaak. Om deze zorg te kunnen bieden, moeten we als gemeente effectief zijn, flexibel en wendbaar. Hoe denkt u dat in te vullen? Dat is niet eenvoudig gelet op de toenemende complexiteit en dynamiek in de verschillende beleidsvelden. Kennis en uitvoeringskracht ontberen nog wel eens in de gemeentelijke organisatie om adequaat in te kunnen spelen op veranderingen in de markt. En dat laat zich met name gelden op die beleidsterreinen waar we als gemeente in aanraking komen met marktpartijen. Neem bijvoorbeeld de afvalverwijdering. Door sterk veranderende regelgeving en de overheersende invloed van private partijen, is het voor een gemeente steeds moeilijker grip te houden op de eigen afvalzorg. Bundeling van krachten met andere gemeenten binnen een eigen, overheidsgedomineerde organisatie, kan dan zeer efficiënt en effectief zijn. Door het op afstand plaatsen van deze uitvoeringsorganisatie kan men bedrijfsmatiger en doortastender opereren. Verliest u dan geen grip op de zaak, want u bent toch verantwoordelijk? Om als gemeente klantgericht te werken hebben wij gekozen voor het regie-model. Voor een gemeente is besturen de core-business. Uitvoering kun je overlaten aan derden. Maar dat betekent niet dat je de handen aftrekt van de organisaties die belast worden met de uitvoering. Besturen is niet overboord zetten, besturen is verantwoordelijkheid nemen. Regievoeren betekent dat wij het beleid bepalen en de kaders vaststellen waarbinnen de uitvoeringsorganisatie mag opereren en ons vervolgens beperken tot toezicht houden en beleid evalueren. De uitvoeringsorganisatie moet de ruimte krijgen zich te ontwikkelen en zelf beslissingen te nemen binnen de kaders van de bedrijfsstrategie (bedrijfsvoering). Om toezicht te kunnen houden is het nodig om een positie te hebben binnen de uitvoeringsorganisatie. Als mede-eigenaar (aandeelhouder) van de uitvoeringsorganisatie is het mogelijk dat toezicht vorm en inhoud te geven. Welke eisen stelt u aan het bedrijf? Als verantwoordelijke overheid willen wij ons herkennen in het bedrijf, dat wil zeggen dat het bedrijf de uitgangspunten van de gemeente overneemt, bijvoorbeeld op gebied van duurzaamheid, maatschappelijk verantwoord ondernemen en sociaal werkgeverschap. En wij verwachten van het bedrijf dat het op die gebieden ook zelf initiatief ontwikkelt. Als het bedrijf zelf initiatief neemt, gaan ze dan niet op uw stoel zitten? Het is de vraag of dat erg is. Als gemeente wil je juist dat gespecialiseerde bedrijven met ideeën komen. Anders moet je nog steeds alles zelf verzinnen. De toets van het bestuur is of deze initiatieven passen in het politieke beleid dat je wilt voeren. Daar ligt ook de link die ons bindt. Het bedrijf is niet een zichzelf ontwikkelende organisatie met eigen doelstellingen, dat aandeelhouders zoekt die daarbij passen. Het bedrijf neemt taken over, die ontstaan vanuit wetgeving en voert innovaties door die passen bij het beleid van overheden. Leidt dat niet tot grote onzekerheid bij het bedrijf? Dat zou kunnen. En daar moeten we als politiek rekening mee houden. Maar het bedrijf moet ook flexibel zijn en kunnen inspelen op de wensen uit de politiek. Voor het bedrijf kan dat de keerzijde zijn van het ondernemen als overheidsgedomineerd bedrijf. Het bedrijf heeft met overheden als aandeelhouder veel ontwikkelingsmogelijkheden, die verder gaan dan alleen de winst per aandeel. Een overheid geeft stabiliteit, maar de consequentie is dat het bedrijf de politieke ontwikkeling altijd in het oog moet houden. Corrie Langelaar Burgemeester van Lisse 7
Laten doen (aanbesteding) Een opdracht van een gemeente aan de markt om huishoudelijk afval in te zamelen, dient - afgezien van uitzonderingen op de aanbestedingsplicht - plaats te vinden via een Europese aanbestedingsprocedure zodra het gaat om een opdracht boven de drempelwaarde. De drempelwaarde wordt snel bereikt. Sinds 1 januari 2010 geldt voor opdrachten voor diensten van gemeenten, samenwerkingsverbanden van gemeenten en publiekrechtelijke instellingen een drempelwaarde van 193.000, excl. BTW. In het kader van opdrachtverlening aan de markt kunnen gemeenten ervoor kiezen samen te werken door hun inkoopbehoeften te bundelen en gezamenlijk aan te besteden. Een gemeente volgt mede namens een aantal andere gemeenten een Europese aanbesteding of meerdere gemeenten richten samen een aankoopcentrale op die voor hen de Europese aanbesteding van de inzameling van huishoudelijk afval verzorgt. De aankoopcentrale is zelf een aanbestedende dienst. Een gemeente die opdrachten gunt via een aankoopcentrale, die aanbesteedt, wordt geacht de aanbestedingsregels te hebben nageleefd. Een opdracht voor de inzameling van huishoudelijk afval kan ook worden verleend aan een publiek-privaat samenwerkingsverband (PPS). Zo n PPS kan een contractueel samenwerkingsverband of een zogenaamde geïnstitutionaliseerde PPS zijn (bijvoorbeeld een besloten vennootschap). Uit de rechtspraak van het Hof van Justitie van de EU volgt dat ofwel de selectie van de private partner ofwel de opdrachten aan de PPS Europees moeten worden aanbesteed. Als een geïnstitutionaliseerde PPS zelf ook een aanbestedende dienst is, kan - mits ook aan de overige voorwaarden daarvoor is voldaan - eventueel een alleenrecht worden gegund aan de PPS. Schematisch ziet het bovenstaande er als volgt uit. Laten doen (aanbesteding) Via een Europese aanbesteding aan een private of (semi) publieke partij Door opdrachtverlening aan een publiek-privaat samenwerkingsverband 8
Om de uitvoering van een Europese aanbestedingsprocedure door gemeenten te ondersteunen, is eind 2009 in opdracht van de NVRD het uitgebreide Handboek aanbesteding afvalinzameling uitgebracht. Argumenten voor gemeenten om te kiezen voor aanbesteding van de inzameling van huishoudelijk afval zijn onder andere: De uitvoering van de afvalinzameling is geen gemeentelijke taak ( de gemeente is om te besturen, niet om uit te voeren ) Ontzorging. Geen problemen met de dagelijkse uitvoeringspraktijk Risicominimalisatie Kostenvoordelen Gebruik maken van kennis en faciliteiten van de opdrachtnemer Maximaal inspelen op innovatie door marktpartijen Het gaat om de doelen die we willen bereiken. In de visie van de gemeente Arnhem is de gemeente vooral om te besturen, in de zin van regisseren en faciliteren en niet om zelf alles uit te voeren. Binnen de gemeente Arnhem worden vele uitvoerende taken uitbesteed, waaronder de inzameling van huishoudelijk afval. Gemeente bepaalt Alle uitvoerende taken voor de inzameling van huishoudelijk afval zijn uitbesteed aan externe partijen. De huis-aan-huis inzameling van het huishoudelijk afval (gft-afval en restafval) zijn door een Europese aanbesteding gegund aan een private afvalinzamelaar. De gemeente bepaalt het beleid en het serviceniveau dat zij haar inwoners wil bieden en heeft dat vertaald in het bestek. Het werk inclusief bijbehorende kwaliteit- en servicenormen zijn goed te omschrijven. Spel van opdrachtnemer en gever Als je zaken uitbesteedt dan moet je de opdrachtgeversrol heel helder invullen. Dit kost tijd en energie. Er ontstaat een spel van opdrachtnemer en gever. De opdrachtnemer wil het werk zo uitvoeren dat hij er zo veel mogelijk aan overhoudt. De opdrachtgever wil een goed serviceniveau voor een redelijke prijs. Een goed bestek (dat vervolgens ook dient als contract) is zeer belangrijk om dit spel goed te kunnen spelen. Kritische succesfactor in dit geheel is dan ook om voldoende knowhow in de organisatie te houden om te kunnen onderhandelen en aansturen. Groot voordeel van het uitbesteden is dat we als gemeente uit de uitvoeringsproblematiek kunnen blijven. In die uitvoering spelen namelijk regelmatig zaken die afleiden van de hoofddoelen. Denk bijvoorbeeld aan een periode met hoog ziekteverzuim. Als opdrachtgever kan je nu zeggen dat het niet uitmaakt hoe het geregeld wordt, als het maar geregeld wordt. Als opdrachtgever besteden we ook de nodige tijd aan controle. Dat doen we op verschillende manieren. Door het uitvoeren van inspecties, door waarneming van andere gemeentelijke diensten, door factuurcontroles en door registratie en monitoring van klachten die bij onze eigen klantenservice binnen komen. Vooral dit laatste geeft zeer snel informatie als er buiten zaken mis gaan. Het bestek voorziet in boetes als de aannemer de werkzaamheden niet conform de afspraak uitvoert. Goed inspelen op veranderingen Naast het voordeel van sturen op hoofdzaken en niet verwikkeld raken in de uitvoeringsproblematiek, kunnen we in de gemeente Arnhem ook goed inspelen op veranderingen door de uitbesteding. Afvalinzameling is een branche waarin mechanisering en automatisering in rap tempo door gaan. Inzamelaars in Nederland gebruiken bijvoorbeeld steeds andere en beter uitgeruste voertuigen en ook de ontwikkelingen met chips op minicontainers gaan snel. De inzameling wordt steeds kapitaalintensiever wat het in eigen beheer inzamelen tegen een marktconform tarief moeilijk maakt. Kwaliteitsverbetering en financiële voordelen Vaak wordt bij inzameling door een eigen dienst gedacht dat het kwaliteits- en serviceniveau hoger is dan bij uitbesteding. Wij kunnen inmiddels uit eigen ervaring zeggen dat dit echt niet waar hoeft te zijn. Uit rapporten blijkt dat de inwoners van Arnhem nog steeds tevreden zijn over de inzameling. De huidige inzameling wordt door de Arnhemse bevolking met een 7,5 gewaardeerd. Bovendien heeft het uitbesteden van de afvalinzameling tot financiële voordelen geleid. Wat ons als gemeente sterkt in onze visie dat uitbesteden van taken die daar geschikt voor zijn voordelen heeft, voor zowel de eigen organisatie als de inwoners van onze stad. Margreet van Gastel Wethouder Milieu en Openbare Ruimte Gemeente Arnhem 9
Tot slot Er zijn vele wegen die naar Rome leiden. De figuur hieronder geeft een samenvattend overzicht van de mogelijke organisatievormen. Welke organisatievorm in een specifieke situatie de beste is, is afhankelijk van de uitgangssituatie, de bestuurlijke visie, het politieke draagvlak, lokale en regionale omstandigheden, en de financiële en organisatorische mogelijkheden en randvoorwaarden. Er is geen universele beste oplossing. Dit afwegingskader probeert gemeenten te ondersteunen in dit keuzeproces. Wanneer er een keuze op hoofdlijnen is gemaakt, volgt de detaillering, en dan blijkt dat de weg naar Rome is bezaaid met voetangels en klemmen. Niet zelden worden gemeenten geconfronteerd met juridische procedures wanneer ze aanbesteden of juist besluiten om dat niet te doen. Zorgvuldigheid in het verdere proces is dan ook een vereiste om ongeschonden de eindstreep te behalen. Het is daarom cruciaal dat wanneer de keuze eenmaal is gemaakt de gemeente het besluit zeer zorgvuldig neemt, onderbouwt en communiceert. De keuze blijft aan wethouders en raadsleden. En de zorgvuldige voorbereiding ligt bij de gemeentelijk beleidsambtenaar. Het document Nadere uitwerking afvalinzameling schetst u langs welke wegen u veilig door het juridische moeras kunt geraken wanneer u kiest voor het zelf doen of het samen doen. Het Handboek aanbesteding afvalinzameling is verplichte kost wanneer de keus valt op het laten doen door de markt. Zijn er dan nog vragen over dan kunt u natuurlijk de NVRD, als vereniging van gemeenten verantwoordelijk voor afvalbeheer en reiniging van de openbare ruimte alsmede hun publieke bedrijven, benaderen voor verdere ondersteuning. Organisatie afvalinzameling Zelf doen (inbesteding) Samen doen (publieke samenwerking) Laten doen (aanbesteding) Zelf doen via een eigen gemeentelijke dienst Zelf doen via een (verzelfstandigde) dienst met eigen rechtspersoonlijkheid Via een Europese aanbesteding aan een private of (semi) publieke partij Door opdrachtverlening aan een publiek-privaat samenwerkingsverband Een gemeenschappelijk orgaan met een eigen rechtspersoonlijkheid Een privaatrechtelijk rechts persoon waarop een aantal gemeenten toezicht uitvoeren Een privaatrechtelijk rechtspersoon waarin gemeenten en rechtspersonen in de zin van de WGR deelnemen 10
Colofon Het Afwegingskader voor gemeenten voor de inzameling van huishoudelijk afval en de Nadere uitwerking organisatie inzameling huishoudelijk afval zijn in de periode oktober 2009 tot en met februari 2010 in opdracht van de Koninklijke NVRD opgesteld door een consortium bestaande uit: Bartels Sueters Fischer Aanbestedingsadvocaten Maasdam Mededingingsadvocaten PricewaterhouseCoopers Advisory N.V. Disclaimer Het afwegingskader is gebaseerd op de geldende wetgeving, rechterlijke uitspraken en de beschikkingspraktijk van de Europese Commissie en de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa). Het afwegingskader geeft een richting, maar biedt geen volledige juridische en economische beoordeling aangezien de wetgeving en rechtspraak op dit terrein nog volop in beweging zijn. Aan het afwegingskader kunnen dan ook geen rechten worden ontleend noch jegens de NVRD noch jegens de opstellers ervan. Het kan sterk afhangen van de bijzondere omstandigheden van het geval of de Europese aanbestedings- en mededingingsregels wél of niet van toepassing zijn. 11
12 NVRD Postbus 1218 6801 BE Arnhem 026-3771333 www.nvrd.nl post@nvrd.nl