SCHOOLBROCHURE schooljaar 2016-2017 DEEL 2 PEDAGOGISCH PROJECT 14
DEEL 2 : Pedagogisch project Dit is wie we zijn en waar we voor staan De Klimtoren is een katholieke basisschool gelegen in het landelijke Meerle. Wij zijn een school die kinderen samenbrengt om te leren, te sporten, te vieren, vrienden te maken, cultuur op te doen, Wij bieden kwaliteitsvol en eigentijds onderwijs aan en gaan zorgzaam om metiedereen. Via een dynamisch en preventief zorgbeleid streven we ernaar dat kinderen zich evenwichtig kunnen ontwikkelen op vlak van kennis, vaardigheden en attitudes over de verschillende leerdomeinen heen. Dit betekent concreet dat we vanuit een grote zorgbreedte in de klas door een efficiënte aanpak streven naar maximale leerkansen om een zo hoog mogelijk ontplooiingsniveau te bereiken bij al onze kinderen. Wij willen een warme school zijn waar iedereen zich thuisvoelt. Onze school beschouwt elk kind als eigen aardig maar toch evenwaardig. Concreet wil dit zeggen dat we initiatieven nemen om te werken aan een fijn school- en klasklimaat. Wij vinden het dan ook heel belangrijk dat onze kinderen een realistisch én positief zelfbeeld opbouwen, genieten, verbondenheid ondervinden en we willen voor alle kinderen kansen creëren om hun talenten te ontdekken en te tonen. Het welbevinden en de betrokkenheid van onze leerlingen zijn een belangrijke graadmeter van hun ontwikkeling. Goed onderwijs in de klas veronderstelt dat leerkrachten kunnen omgaan met de verschillen tussen kinderen. Om deze zorg op klasniveau te bereiken, ontwikkelen we acties op preventief en remediërend vlak. We proberen planmatig en systematisch tegemoet te komen aan diversiteit. Via een goede klasorganisatie en krachtige leeromgeving willen we kinderen aanzetten tot actief denken, handelen en communiceren. Wanneer kinderen hinder ondervinden in hun ontwikkelingsproces willen wij hen als school hiermee helpen. Concreet wil dat zeggen dat de leerkrachten proberen de ontwikkeling van kinderen goed op te volgen, tijdig zorgpunten te signaleren en planmatigen doelgericht te handelen. Wanneer basiszorg niet volstaat voor een bepaalde leerling gaan we op zoek naar zijn of haar persoonlijke onderwijsbehoeften. Dit betekent dat we kijken wat elk kind nodig heeft. We schakelen alle betrokkenen rond het kind in om te zoeken naar oplossingen en maken afspraken over wie, wat doet. We evalueren het effect en sturen bij waar nodig. We willen als school ons maximaal inspannen zover onze draagkracht reikt. Omdat we die draagkracht steeds willen blijven bewaken, ondersteunt het zorgteam onze leerkrachten zoveel mogelijk op verschillende gebieden. Ons zorgteam gaat na wat de behoeften van de leerkracht is en bewaakt de haalbaarheid van de afgesproken initiatieven.we willen ons als school blijven inzetten voor een systematische verbreding van deze collectieve en individuele draagkracht. Wij beschouwen ouders als belangrijke partners binnen heel het onderwijsproces. School en thuissituatie zijn met elkaar verbonden. Onze school erkent dat ouders ervaringsdeskundigen zijn en trachten hen zoveel mogelijk te betrekken bij het onderwijsgebeuren. Wij streven zoveel mogelijk naar een open communicatie en transparantie in de acties van de school. Wij verwachten van alle ouders dat ze loyaal achter de identiteit en het pedagogisch project van onze school staan en deze mee dragen. Hieronder vindt u een beschrijving van de uitgangspunten van ons pedagogisch project. 15
1 De uitgangspunten van onze christelijke identiteit We zijn een katholieke basisschool. Ons omgaan met elkaar is geïnspireerd op Jezus voorbeeld. De christelijke waarden vormen voor ons de basis om op verder te bouwen. Toch vinden we het ook belangrijk om kinderen een brede kijk op de wereld mee te geven met respect voor onze aarde en alle mensen die erop wonen, ongeacht hun geloof of opvattingen. Wij delen in vreugde en verdriet bij blije en droevige gebeurtenissen van mensen uit onze schoolomgeving en werken zoveel mogelijk samen met onze plaatselijke parochie- en leefgemeenschap. Op belangrijke momenten in het jaar worden er in schoolverband vieringen gehouden. Wij willen ons daadwerkelijk inzetten om concrete ontwikkelingsdoelen financieel te steunen en sluiten aan bij acties van christelijke of sociaal - maatschappelijke origine (bijvoorbeeld Welzijnszorg, Broederlijk Delen). 2 Wij zorgen voor een degelijk samenhangend inhoudelijk aanbod Als een kind binnenstapt in onze school, vinden we het ontzettend belangrijk dat hij/zij zich thuis mag voelen, dat zij/hij een eigen plekje vindt. We willen elk kind laten voelen dat hij/zij welkom is.pas als een kind zich goed voelt in zijn nieuwe situatie, kan het leren beginnen. In de kleuterschool willen we sterk werken vanuit de nieuwsgierigheid van het kind, het leren aan de hand van experimenteren. Het proces, het ervaren, het voelen,... van de kleuters is hierbij belangrijk. In onze kleuterschool gaan we op ontdekkingstocht: we leren de wereld stap voor stap beter kennen. We leren ons oriënteren in de wereld. En dit volgens ons eigen leerproces. In de lagere school volgen we net zoals in onze kleuterschool de totale ontwikkeling van alle kinderen op. We willen ieder kind de kans bieden zich te ontplooien. We geloven in de mogelijkheden van elk kind en hechten daarbij zowel belang aan hoofd (kennen), hart (voelen) als handen (doen). Kinderen leren de hele dag: wiskunde, Nederlands, wereldoriëntatie, Frans, muzische vorming, godsdienst, bewegingsopvoeding. Onze kinderen leren leren en ervaren hoe ze sociaal vaardiger kunnen worden. Wij proberen al deze verschillende leergebieden en leerdomeinen spontaan en gepland aan elkaar te linken. Zo wordt leren voor kinderen meer doorzichtig en zinvoller. Het geeft hen de kans om een aantal weetjes, vaardigheden en inzichten in het dagelijks leren en leven te plaatsen en gebruiken. Dit alles doen we door aangepast kwaliteitsonderwijs aan te bieden dat we regelmatig vernieuwen. 16
3 Wij kiezen voor een doeltreffende aanpak en een stimulerend opvoedingsklimaat De Klimtoren wil een school zijn waar iedereen zich thuisvoelt. We proberen voortdurend in te zetten op een fijn school- en klasklimaat. Zoals eerder vermeld, vinden wij het belangrijk dat onze kinderen een realistisch én positief zelfbeeld opbouwen, genieten, verbondenheid ondervinden en we willen voor alle kinderen kansen creëren om hun talenten te ontdekken en te tonen. Het welbevinden en de betrokkenheid van onze leerlingen zijn een belangrijke graadmeter van hun ontwikkeling. Wij willen ons actief ontdekkend leren zoveel mogelijk voortbouwen op de aanwezige kennis van onze leerlingen en gebruik maken van zinvolle contexten. Ons leren is zoveel mogelijk interactief. Zelfsturing en reflectie maken hierbij het leren krachtig. Wij proberen dit in de kleuterschool te bereiken door te werken met de organisatievorm takenbord. In de lagere school wordt er gedurende 2 volledige namiddagen aan hoekenwerk (1 ste graad) en contractwerk (2 de graad) gedaan. In de derde graad hebben de leerlingen één namiddag contractwerk. Verworven kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes oefenen we op deze manier in. De leerkracht neemt zoveel mogelijk de rol van coach op: stimuleren, motiveren, vragen stellen, begeleiden, samen reflecteren,... Onze leerkrachten werken met een verlengde instructie en stellen hoge en voldoende uitdagende verwachtingen. We hebben hierbij aandacht voor basis-, uitbreidings- en verdiepingsdoelen. Via natuurlijke differentiatie eninterne klasdifferentiatie proberen we onderwijs op maat te bieden. 4 Wij werken aan de ontplooiing van elk kind, vanuit een brede zorg. Aan de hand van een intakegesprek bij de inschrijving van ieder kind willen we een duidelijke beginsituatie van elk kind op school krijgen en een vertrouwensrelatie opbouwen met de ouders. We starten hierbij een leerlingdossier op. Aan de hand van deze systematische gegevensverzameling krijgen we een breed beeld op de totale ontwikkeling van elke leerling en kunnen we aangepast onderwijs bieden. We benoemen en benutten zoveel mogelijk het positieve. Waar liggen talenten? Wat werkt voor dit kind? De klasleerkracht realiseert zoveel mogelijk binnen de klas de extra zorg voor leerlingen met speciale onderwijsbehoeften. De zorgcoördinator ondersteunt en coacht hierbij. De leerling blijft zoveel mogelijk betrokken bij het klasgebeuren. Wanneer het probleem de draagkracht van de leerkracht overstijgt, kan het zorgbeleid via enkele gerichte interventies tijdelijk overgenomen worden door de zorgcoördinator buiten de klascontext. De eerstelijnszorg door de klasleerkracht en de aanvullende expertise van de zorgcoördinator vullen elkaar dan voor korte termijn aan. Deze maatregel passen we eerder uitzonderlijk toe. 17
De klasleerkracht noteert in het leerlingdossierwat het kind nodig heeft en wat werkt voor deze leerling. De leerkracht kijkt hierbij steeds voldoende breed (positieve kenmerken en talenten, onderwijsleeromgeving, thuissituatie, ). Vanuit gedeelde deskundigheid zorgen goed gestructureerde overlegmomenten ervoor dat de klasleerkracht samen met het zorgteam nagaat hoe we kunnen voldoen aan de onderwijsbehoeften van de leerling en welke de ondersteuningsbehoeften zijn van de leerkracht. Informatie vanuit het kindcontact wordt mee opgenomen tijdens het gesprek. Er is maandelijks een MDO (= overleg over kleuters en leeringen) met CLB en drie keer per jaar zonder CLB. Het onderling uitwisselen van informatie, het verstrekken van aangepast materiaal, het aanreiken van nieuwe inzichten, het verwerken en analyseren van observaties en resultaten, het samen opzetten van allerlei vormen van binnenklasdifferentiatie, staat hierbij centraal. Wanneer de inspanningen onvoldoende resultaat leveren, willen we op onze school een planmatige aanpak afspreken, uitvoeren en evalueren. Onze school doet hierbij beroep op het CLB voor bijkomende inzichten. Leerkracht, zorgcoördinator, CLB, ouders en leerling werken hierbij intensief samen en er wordt zo breed mogelijk gekeken. Onze zorgcoördinator treedt op als verbindingspersoon tussen alle betrokkenen. Er kan een individuele leerlijn opgesteld worden, een aangepast curriculum opgestart worden, de keuze gemaakt worden voor GON, aangepast aan de noden van het kind. De zorgcoördinator en CLB blijven de leerkrachten zoveel mogelijk ondersteunen en coachen. Hierbij houdt men rekening dat de draagkracht van het team bewaakt wordt. Ons team (klasleerkracht, zorgcoördinator, directie) zoekt samen met het CLB en de ouders naar onderwijs op maat van de leerling wanneer we niet meer tegemoet kunnen komen aan de onderwijsbehoeften van het kind. We zorgen ervoor dat er voldoende en complete informatie wordt overgedragen zodat er onmiddellijk kan gestart worden met een aangepast zorgprogramma binnen het gewoon of buitengewoon onderwijs. Voor meer informatie: lees ook onze zorgvisie. 18
5 Werken aan de school als gemeenschap, als organisatie. Een kijkje in de spiegel Wat zien we in de spiegel als wij als school een kijkje nemen? Zien we een beeld van een Goedgevoel school? Zien we kinderen die met een Goedgevoel leren, spelen en ontwikkelen? Zien we ouders die iedere dag opnieuw hun kinderen afzetten aan de schoolpoort met een Goedgevoel? Zien we leerkrachten die met een Goedgevoel iedere dag opnieuw het beste van zichzelf geven? We hopen het van harte en werken hier iedere dag opnieuw aan! Als Goedgevoel school zijn we ons op elk moment bewust van het belang en de waarde van zich goed voelen op school. Goed kan daarbij vervangen worden door veilig, blij, gewaardeerd, welkom, gehoord, ontspannen, geborgen, met warmte, Als Goedgevoel school werken we iedere dag opnieuw aan het goedgevoel omdat het de basis vormt om te kunnen leren en ontwikkelen én omdat het de belangrijkste basis is van preventie en zorg. Ons respectbeleid We richten ons op De Klimtoren op een veilig en warm schoolklimaat. We willen werken aan een warme school waar kinderen veilig kunnen opgroeien, waar ze graag zijn en zich thuis voelen, waar kinderen en volwassenen zich respectvol en verdraagzaam tegenover elkaar gedragen. Door te focussen op het welbevinden en de betrokkenheid, werken we aan een beleid dat pesten geen kans geeft. We werken schoolbreed op verschillende manieren aan een veilig en verbindend schoolklimaat. We werken al vanaf de kleuterschool rond sociale vaardigheden.we geloven dat werken aan sociale vaardigheden een basis vormt voor een veilig schoolklimaat. Een veilig schoolklimaat ontstaat als er verbondenheid, veiligheid en vertrouwen is. Wanneer een kind het moeilijk heeft in zijn socio-emotionele ontwikkeling werken we vanuit een 2-sporenbeleid. We zetten in op de omgeving (groepsdynamiek) en we bekijken individueel wat het kind nodig heeft (beloningssysteem, kindgesprekjes, intense observatie, contract, ) 19
We werken hieraan door: Sociale vaardigheden in de klas: Lagere school: methode Mijn klas, mijn team + Ik ben fijn en mag er zijn werking: in kleine groepjes met enkele kinderen praat en oefenmomenten volgens hergo methode,. Kleuterschool: Maandelijks wordt er gewerktrond een aandachtspunt sociale vaardigheden. Op een fijne, speelse manier (poppenspel, liedje, toneel, spelletje, ) wordt er steeds vertrokken vanuit een gezamenlijke aanbreng. Nadien is er in iedere klas afzonderlijk een terugblikgesprek en enkele leuke activiteiten (liedje, verhaal, tekening maken, ). Samen zijn we sterk, het kan fout gaan, blij / bang / boos / verdrietig zijn o.a. thema s die aan bod komen. Inbreng kinderen/ouders: babbelbrievenbus met praatkaartjes op verschillende plaatsen praatstraat met praatput en praathut (open 1x week tijdens middag) folder respectbeleid Van ik, via jij naar wij. voor ouders kindcontacten klas: sociometrie, praatbrievenbus, kringgesprekken, gevoelsmeter, klimraad: maandelijkse bijeenkomst van klasafgevaardigden babbelcafé: 3x per jaar voor ouders babbeljuf op school Speeltijd, toffe tijd : speelplaatsbeleid met o.a. : weekindeling speelplaatsafspraken ok brigade met leerlingen 6 de leerjaar spelschatkamer (= uitleenhuis) met leerlingen 5 de leerjaar meter peterschap (oude jonge kinderen) stille speeltijd in de eetzaalalle VM - speeltijden middagsport en leeskar vrolijke vrijdag voor iedere vakantie verrassingspeeltijden middagspeeltijden in kleine groepjes (1 ste graad gaat o.a. spelen op kleuterspeelplaats) nadenkstoel groepjes kinderen 6 de leerjaar spelen als buddy op speelplaats kleuterschool vrijdag: wieltjesdag en muziekdag feestbeesten van de maand : 1 ste donderdag van de maand samen jarigen vieren (zingen, dansen) + pluim ontvangen: wat loopt goed op onze speelplaats? goesting activiteiten op onze speelplaats: schaakclub, muziekgroepje, groene vingers (onderhoud tuin en planten), Ieder trimester een themaweek: Week van de goedendag Vriendenweek Iedereen is ok week Fair Play op onze school: 20
Mascotte op school SVS - activiteiten Fair Play aandachtspunt tijdens de turnles en op het sportbord - iedereen doet mee - eerlijkheid - aanmoediging - respect - samen spelen - samen sporten 21
Pesten aanpakken In een school waar alle kinderen zich goed voelen, zal minder gepest worden, zal pesten sneller opgemerkt worden en zullen problemen zoals pesten gemakkelijker besproken worden. We zouden dolgraag schrijven dat er op onze school niet geplaagd of gepest wordt, dat er helemaal geen ruzies of conflicten zijn. Helaas... soms is er toch ruzie. Dat kan ook geen kwaad. Kinderen leren dat je van mening kan en mag verschillen. Dat kan soms botsen. Dat daar een ruzie van kan komen. Kinderen leren ook om een ruzie uit te praten, te luisteren naar elkaars verhaal en zo te komen tot begrip voor elkaar. Als een ruzie blijft aanslepen, als een conflict uit de hand loopt, als plagen te lang blijft duren, dan wordt de situatie ongezond. Dan zoeken we samen met de kinderen naar een oplossing. We stellen een persoonlijk contractje op of gebruiken de no blame methode. De No blame methode is een niet bestraffende manier om pesten aan te pakken. De pesters, meelopers en een aantal neutrale leerlingen worden samengebracht en gaan op zoek naar mogelijke oplossingen. Deze aanpak heeft niet tot doel de feiten in vraag te stellen; evenmin wordt de pester beschuldigd of gestraft. De groep krijgt de verantwoordelijkheid een aantal voorstellen te doen om het negatieve gevoel bij het slachtoffer weg te nemen. We beseffen dat iedere pestsituatie een andere aanpak vraagt. Bij melding van pesten stellen we zo snel mogelijk een plan van aanpakop. We spreken zo snel mogelijk met alle partijen en proberen ons plan stapsgewijs aan te pakken. We merken dat dit werkt! Kinderen willen niemand met opzet pijn blijven doen. Kinderen willen ook niet als pester gezien worden. Ze willen gezien worden als fijne kinderen! Dat stukje fijne mens zit in elk van hen. Daarmee willen we verder op weg gaan. Heel vaak zijn kinderen, samen met de juf, heel erg bereid om een ongezonde situatie weer gezond te maken. Mooi van veel kinderen! Voor meer informatie: lees ook ons respectbeleid. 22
6 Enkele troeven in de kijker Leefgroepen in onze kleuterschool Waar kinderen op een andere wijze gegroepeerd worden (2,5-jarigen, 3-jarigen, 4-jarigen en 5-jarigen) bij elkaar in één klasgroep binnen een familiale sfeer. Waar rust ontstaat in de klas en kleuters mogen leren van elkaar! Net zoals in een gezin brengen ze elkaar mee groot, zonder hierbij zelf ontwikkelingskansen te missen! Oudere kleuters worden meer aangesproken om hun taal in te zetten om de jongsten te helpen, wat op zijn beurt een positief effect heeft op de taalontwikkeling van deze jonge kleuters! Kleuters die iets uitleggen leren ook zelf nog bij. Een bewuste keuze die veel mogelijkheden biedt om spontaan aan te sluiten bij de ontwikkeling van élk kind. De juf vertrekt vanuit de ontwikkeling van de kleuters en houdt hiermee rekening bij de begeleiding van haar activiteiten. Op deze manier vergroot ze de ontwikkelingskansen van de verschillende leeftijden. Dit heeft een positief effect op hun zelfbeeld! Kleuters sluiten spontaan aan daar waar ze, via hun mogelijkheden en beperkingen, worden aangesproken, en worden op dat vlak vaak uitgedaagd door de anderen. Door het kleiner aantal kleuters per leeftijd in één groep, kan de juf véél gerichter kijken en begeleiden. Een beperkte groep 5-jarigen kan ze nog beter en intensiever opvolgen! Klasverdeling beter in de hand! Op deze manier kunnen de klasjes gelijkmatig verdeeld worden naar aantal, zorgen en noden, Kleuters die vervolgens instappen, worden evenredig over de groepen verdeeld. Kleuters worden meer aangesproken op hun sociale vaardigheden! Je bent altijd eens de jongste en altijd eens de oudste en toch wordt iedereen aangesproken om anderen te helpen. Hierdoor leren kleuters spontaan omgaan met diversiteit en ze gaan er op een respectvolle wijze mee om. Ook in leeftijdsgroepen verschillen kinderen erg veel van elkaar! Dezelfde kalenderleeftijd betekent daarom niet dezelfde mentale of verstandelijke leeftijd, waardoor elke leeftijdsgroep in feite al een soort leefgroep vormt. Het werken met leefgroepen zorgt ervoor dat we de verschillen niet verdoezelen en er terdege bewust rekening mee houden. Leefgroepenwerking zet het vergrootglas op de verschillen die er in de klas sowieso zijn! 23
6.1 Het kind van de dag/week In elke klas van onze basisschool is er een kind van de dag/week. De bedoeling is dat de kinderen om de beurt extra aandacht krijgen, dat zij meer over hun interesses, leefwereld, kunnen vertellen, dat medeleerlingen positieve dingen over dat kind zeggen of schrijven Op die manier leren de leerkracht en de kinderen elkaar beter kennen en meer waarderen. In kleuterschool en de 1ste graad van onze lagere school mag het kind van de dag een koffertje mee naar huis nemen. Daarin mag hij/zij één lievelingsspulletje uit de klas steken om dat thuis te laten zien, ermee te spelen, er uit te laten voorlezen, De volgende dag mag het eveneens één speelgoedje, boek, knuffel, CD, van thuis mee naar school brengen om te tonen, er anderen mee te laten spelen, te laten beluisteren, In het lager onderwijs organiseren de leerkrachten van de 2de en 3de graad afwisselend een toonkring, een muziekkring, een actuakring, een vertelkring, Op die manier worden de leerlingen gestimuleerd om hun interesses uit te breiden, om de actualiteit ( van de eigen en de verdere omgeving) te volgen, om, om veel van elkaar te leren. 6.2 Takenbordwerking Hoekenwerk (HW) Contractwerk (CW) Takenbordwerking (kleuterschool): Het gaat om een organisatievorm die het de leerkracht mogelijk maakt om op een vlotte wijze aan zorg te doen. Interventies met het oog op het aanpakken van problemen van kleuters kunnen er goed door georganiseerd worden. Het takenbord wordt gebruikt als aanvulling bij het vrije kleuterinitiatief. De leerkracht kiest voor de kleuters één (Jongste Kleuters) of meer (Oudste Kleuters) aanvullende activiteiten. Voor kleuters met weinig of geen problemen kiest de leerkracht als aanvulling op het vrije aanbod zo veel mogelijk verschillende activiteiten. Kleuters met een eenzijdige of onevenwichtige keuze worden via het takenbord en de daaraan gekoppelde begeleiding door de leerkracht gestimuleerd tot een evenwichtige ontwikkeling. Voor kleuters met ontwikkelingsproblemen wordt vanuit het kindvolgsysteem gezocht naar gepaste interventies. De daaraan gekoppelde activiteiten worden door het takenbord aangegeven. Sommige interventies vereisen begeleiding door de leerkracht. Andere interventies gebeuren door de kleuter zelfstandig. Interventies met een groepje kleuters zijn ook mogelijk. 24
Hoekenwerk (Eerste graad): Hoekenwerk is een organisatievorm waar leerlingen op zelfstandige basis taken/opdrachten uitvoeren. Tijdens het hoekenwerk kunnen de leerlingen individueel of in groep werken. Op het takenbord (wat de leerlingen al kennen uit de kleuterschool) lezen zij af welke moet opdrachten afgewerkt moeten worden binnen een bepaalde periode. Het is de bedoeling dat zij zelf plannen in de tijd wanneer zij deze opdrachten afwerken. Er wordt steeds gedurende 14 dagen gewerkt rond een bepaald WO thema. Tijdens het hoekenwerk krijgen de kinderen de kans om verworven kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes vast te zetten en in te oefenen. De leerkracht staat in voor de begeleiding van de hoeken en kan eventuele interventies uitvoeren. Deze werkvorm wordt in het 1 ste en het 2 de leerjaar toegepast. Contractwerk: Contractwerk is een organisatievorm waar leerlingen van 3 de, 4 de, 5 de en 6 de leerjaar zelfstandig, met een contractblad, taken/opdrachten uitvoeren. Verworven kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes worden op deze manier vastgezet en extra ingeoefend. Op de contractbrief staat vermeld welke taken ze moeten doen. Zij kunnen deze individueel, per twee of in groep uitvoeren. De leerkracht treedt op als coach. 6.3 Overgang kleuterschool - 1ste leerjaar Voor veel kleuters is de overgang naar de lagere school een vrij grote verandering. In de kleuterschool is er een vrij losse dagindeling met nog veel tijd om vrij te spelen en te bewegen, is er bijna dagelijks aandacht voor bewegingsopvoeding en hebben de activiteiten een sterk speels en creatief karakter. De kinderen zijn vaak in groepjes bezig, er zijn verschillende activiteiten tegelijk aan de gang, kinderen krijgen veel keuzemogelijkheden en er worden activiteiten en leerinhouden thematisch aangeboden. In de lagere school is er vaak een strakke dagindeling, is er minder vrije tijd en bewegingsvrijheid, is de klasindeling gericht op klassikale activiteiten en op leren, zijn de activiteiten vaak minder speels, is de productgerichtheid vaak erg groot, krijgen vaardigheden als lezen, schrijven en rekenen meer aandacht dan het muzisch creatieve en worden de leerinhouden vaak aangeboden in afgebakende leergebieden. We zien een aantal verschillen in ontwikkelingskenmerken tussen vijf- en zesjarige kinderen maar deze zijn niet zo groot dat ze een totaal verschillende aanpak en begeleiding vragen voor die laatste kleuterklas en dat 1 ste leerjaar. De verschillen liggen eerder in het ontwikkelingstempo (sommige kinderen zijn vlugger of trager) dan in het verschil in leeftijd. 25
Daarom streven wij er als school naar om: de overgang van de derde kleuterklas naar het eerste leerjaar zo vlot mogelijk te laten verlopen. de kinderen plezier te laten beleven aan het 1 ste leerjaar. de continuïteit in de onderwijsaanpak en de onderwijsstijl zo goed mogelijk te waarborgen. aandacht te hebben voor het exploreren en het zelfontdekkend leren. te mikken op zelfstandig leren en leren leren. We vinden het belangrijk dat de kinderen in het 1 ste leerjaar: actief bezig kunnen zijn binnen verschillende activiteiten. hun eigen creativiteit kunnen beleven. explorerend en zelfontdekkend kunnen leren. zelfstandigheid en zelfsturing kunnen ontwikkelen. plezier beleven en kansen krijgen om al spelend te leren. kansen krijgen om vaardigheden op verschillend niveau te oefenen (motorisch, dynamisch affectief, cognitief en metacognitief). 26