Zorgbeleid. 1. Visie van de scholengemeenschap

Transcriptie

1 Zorgbeleid 1. Visie van de scholengemeenschap Als scholengemeenschap willen wij aan elk kind gelijke kansen bieden op kwaliteitsvol onderwijs. Dit is het uitgangspunt van onze schoolorganisatie. Elk kind dient in zijn of haar groei tot volwassenheid zoveel mogelijk kansen te krijgen om te leren en om zichzelf te ontwikkelen. Het zorgbeleid van onze scholen waakt er over dat kinderen met specifieke onderwijsbehoeften bijzondere aandacht krijgen, zonder de leerkansen van de andere leerlingen uit het oog te verliezen. Elke leerling telt! We hebben dan oog voor de diversiteit van onze kinderen. Als scholengemeenschap trachten we, binnen de grenzen van onze eigen draagkracht, tegemoet te komen aan de individuele vragen en behoeften van elk kind. Dit houdt in dat we ons richten op het oplossen van problemen en op het voorkomen ervan. 2. Het zorgcontinuüm De brede zorg in onze scholengemeenschap is een beleid dat zich situeert op vier lijnen: De eerstelijnszorg of goede preventieve basiszorg, de tweedelijnszorg of verhoogde zorg, de derdelijnszorg of de uitbreiding van de zorg en de vierdelijnszorg. Binnen deze vier lijnen speelt de klasleerkracht een cruciale rol. Hij/zij blijft de spilfiguur. De eerstelijnszorg of goede preventieve basiszorg speelt zich af binnen de klas. De klasleerkracht, het schoolteam is in deze fase verantwoordelijk voor het zorgen voor een krachtige leeromgeving waarin elke leerling aan zijn trekken komt. De klasleerkracht volgt elke leerling van nabij op in zijn totale ontwikkeling. Het schoolteam evalueert regelmatig de vorderingen van de leerlingen. We houden dit systhematisch bij in ons leerlingvolgsysteem (LVS). De klasleerkracht heeft aandacht voor een positief klasklimaat en voor het welbevinden en de betrokkenheid van de leerlingen. Ten slotte kan een flexibele klasorganisatie niet ontbreken in deze fase van brede zorg. Dit alles draagt bij tot de algemene zorg. We hebben aandacht voor de gewone zorgvragen van alle leerlingen. Elk kind is anders en uniek, met individuele vragen.

2 Regelmatig stallen we vast dat de zorg door de eerstelijnszorg niet altijd voldoet. De volgende fase in ons continuüm is dan ook logischerwijs de tweedelijnszorg of de verhoogde zorg. Binnen deze fase heeft de klasleerkracht aandacht voor kinderen met specifieke onderwijsbehoeften en stuurt op basis van deze specifieke onderwijsbehoeften het leerproces bij. Het zorgteam kan eventueel ingeschakeld worden om de klasleerkracht te ondersteunen bij deze differentiatie om zo de leerlingen de nodige extra ontwikkelingskansen te bieden. De zorgcoördinator kan de klasleerkracht coachen en /of klasinterne ondersteuning bieden. De begeleiding door de zorgcoördinator dient bij voorkeur en in de mate van het mogelijke in de klas plaats te vinden. Deze leerling blijft in het algemeen goed functioneren mits deze extra zorg. Het schoolteam meldt wel aan de ouders dat er verhoogde aandacht is en houdt rekening met de reacties van de ouders. Indien de tweedelijnszorg onvoldoende resultaat oplevert komen we in de derdelijnszorg of de uitbreiding van de zorg terecht. Op basis van een grondige diagnose werken we handelingsgericht samen met het CLB, de ouders, het kind en eventueel externe hulpverleners. Klasintern worden de nodige interventies uitgevoerd door de klasleerkracht of de zorgcoördinator. Indien de klasinterne interventies ontoereikend zijn, bestaat de mogelijkheid dat het zorgteam klasexterne interventies uitvoert. Wanneer beide interventies nog ontoereikend blijken, kunnen er interventies uitgevoerd worden door externe deskundigen. Het CLB-team neemt de draaischijffunctie op naar de externe deskundigen. Daarnaast tracht het CLB-team in deze fase de draagkracht van de leerkracht en het zorgteam te verhogen via leerlinggebonden acties en handelingsgerichte adviezen. Ten slotte waakt het CLB-team erover dat de ouders voldoende betrokken zijn in deze fase met oog voor hun reacties. Als laatste fase in ons zorgcontinuüm is er de vierdelijnszorg of de zorg op maat. Het schoolteam ervaart de noodzaak om: - de schoolloopbaan te verlengen. - een individueel traject uit te stippelen. - de overstap naar een andere school op maat van het kind te doen. Het CLB-team bespreekt met de ouders, het schoolteam en eventueel de leerling de vastgelopen situatie en overloopt de verschillende mogelijkheden. Het CLB-team begeleidt de ouders in hun zoektocht naar de beste ontwikkelingsmogelijkheden voor hun kind. Naast deze vier lijnen die zich hoofdzakelijk bevinden binnen de school, werken de scholen samen op niveau van de scholengemeenschap aan de uitbouw van het zorgbeleid door het uitwisselen van ervaringen en het verhogen van de expertise. Maandelijks is een overlegmoment voorzien onder leiding van de zorgcoördinator van onze scholengemeenschap. Door deze samenwerking van de scholen willen we de draagkracht van de individuele scholen verhogen. Zo hopen we het doorverwijzen van leerlingen te beperken in de hoop de leerlingen in de eigen omgeving maximale kansen te bieden.

3 3. Wat doet de zorgcoördinator? De zorgcoördinator voert zorgtaken uit op 3 niveaus: a. Het coördineren en het stimuleren van zorginitiatieven: het niveau van de school b. Het ondersteunen van het handelen van de leerkrachten: het niveau van de klas c. Het begeleiden van de leerlingen: het niveau van het kind De zorgtaken op deze drie niveaus mogen niet van elkaar gescheiden worden. De zorgcoördinator is het aanspreekpunt voor zowel leerlingen, leerkrachten, directie, ouders, externe hulpverleners, Wat betekent dit meer specifiek? - Met het zorgteam (GOK-leerkracht, zorgcoördiantor school, zorgcoördinator scholengemeenschap en de directie) werken aan het opstellen, het realiseren en het bewaken van een zorgvisie, beleidsplan en actieplan. - Coachen en begeleiden van alle zorginitiatieven en leerkrachten, zowel binnen als buiten de klaspraktijk. - Opvolgen van het kindvolgsysteem. - Organiseren van MDO s. - Contacten leggen en samenwerken met externen zoals CLB, logopedisten, - Begeleiden van kinderen met een bepaalde zorg: sociaal/emotioneel, gedrag, leerproblemen, - Aandacht voor elk kind, want ieder kind ontwikkelt zich op zijn eigen unieke manier. - Een leeromgeving creëren op maat van het kind.

4 Kinderen met leer-of ontwikkelingsstoornissen kunnen we niet genezen. Niet alle problemen kunnen opgelost worden. Wat we wel kunnen bieden is steun, de nodige hulpmiddelen en handvaten, zoals: - Zoeken met de klasleerkracht/clb/ouders naar een gepaste begeleiding voor het kind. - De klasleerkracht ondersteunen door in kleine niveaugroepjes of individueel het kind extra te begeleiden. - Regelmatig te overleggen met ouders/clb/klasleerkracht/directie en de eventuele vorderingen goed op te volgen - Op regelmatige basis afnemen van genormaliseerde testen om ons onderwijs op tijd te kunnen bijsturen. Wat houdt dit concreet in? Als de leerkracht een zorgvraag heeft stapt hij naar de zorgcoördinator. Deze wordt dan ingeschakeld om extra ontwikkelingskansen te bieden aan een groepje leerlingen of één leerling. Deze ondersteuning vindt, in de mate van het mogelijke, in de klas plaats. Als deze ondersteuning niet voldoet wordt er extra materiaal gezocht/aangemaakt om deze leerlingen nog beter en eventueel klasextern (in de zorgklas) te begeleiden. Ook het CLB wordt geraadpleegd en de ouders worden steeds op de hoogte gebracht van deze stappen. Als de toegepaste strategieën van het schoolteam nog ontoereikend zijn kan er externe hulp aangeraden worden. Dit gebeurt altijd in overleg met het schoolteam, CLB en de ouders. De zorgcoördinator helpt ook bij het afnemen van screeningen en testjes. Dit gebeurt soms ook in de zorgklas. De ouders kunnen met vragen altijd terecht bij de klasleerkracht of de zorgcoördinator, deze manier van werken geeft extra kansen aan kinderen die het nodig hebben. Zorg op school heeft grenzen! Indien we als school alle kansen hebben geboden aan het kind en het komt niet tot een verdere ontwikkeling, dan bepalen we als school onze zorggrens. Als het kind ontmoedigd geraakt en niet meer tot leren komt, als de draagkracht en draaglast van de klas onhoudbaar zijn, als het welbevinden en de betrokkenheid van het kind achteruit gaan, als de externe hulp niet meer voldoende blijkt dan zullen we als school, na veel beraad met alle partijen, beslissen om voor het welzijn van het kind een ander type onderwijs te kiezen. Zo geven we het kind nieuwe kansen om op zijn/haar tempo toch tot een optimale ontwikkeling te komen, met perspectieven voor zijn/haar toekomst.

5 De ouders als gesprekspartner. De ouders worden steeds via open communicatie en met wederzijds respect betrokken bij elke evolutie van hun kind. Indien er binnen het zorgteam wordt bepaald dat er extra onderzoek en begeleiding voor het kind nodig is, zal dit altijd in overleg en met toestemming van de ouders gebeuren. Als school willen wij ook de ouders ondersteunen in het soms moeilijke aanvaardingsproces van de extra zorgen die een kind nodig heeft om tot een optimale ontwikkeling te komen. Ieder kind is uniek en ontwikkelt zich op zijn eigen unieke manier! Fig. Het zorgcontinuüm. Zie volgende pagina

6