Hersenwerk. Neurowetenschappen in de 21ste eeuw. Max van der Linden

Vergelijkbare documenten
H2 Bouw en functie. Alle neuronen hebben net als gewone cellen een gewone cellichaam.

De Hersenen. Historisch Overzicht. Inhoud college de Hersenen WAT IS DE BIJDRAGE VAN 'ONDERWERP X' AAN KUNSTMATIGE INTELLIGENTIE?

Het zenuwstelsel. Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel (hersenen en ruggenmerg) en het perifere zenuwstelsel. Figuur 3.7 boek p. 68.

Samenvatting door Hidde 506 woorden 31 maart keer beoordeeld. Biologie Hoofdstuk 14: Zenuwstelsel Centraal zenuwstelsel

De hersenen. 1. Anatomie en ontwikkeling 2. De grote hersenen

Onwillekurig of Autonoom Ingedeeld in parasympatisch en orthosympatisch

Beide helften van de hersenen zijn met elkaar verbonden door de hersenbalk. De hersenstam en de kleine hersenen omvatten de rest.

Carol Dweck en andere knappe koppen

Gedragsneurowetenschappen

H5 Begrippenlijst Zenuwstelsel

Het brein maakt deel uit van een groter geheel, het zenuwstelsel. Schematisch kan het zenuwstelsel als volgt in kaart worden gebracht:

18. Gegeven zijn de volgende uitspraken: I. Tyrosine is de precursor van serotonine II. Een overmaat aan serotonine kan leiden tot agressief gedrag.

De hersenen, het ruggenmerg en hun bloedvaten worden beschermd door drie vliezen.

Fysiologie / zenuwstelsel

Anatomie / fysiologie. Zenuwstelsel overzicht. Perifeer zenuwstelsel AFI1. Zenuwstelsel 1

2. Van welke van de onderstaande factoren is de hartslagfrequentie NIET afhankelijk? a. de wil b. lichamelijke activiteiten c.

Ruggenmerg Hersenen. Hersenstam Cerebellum Diencephalon Telencephalon. Somatisch zenuwstelsel Autonoom zenuwstelsel

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 14 Zenuwstelsel

Samenvatting Biologie Regeling

Samenvatting NLT Hersenen en leren H2 en H3

Samenvatting Biologie Thema 6

Brein. Basisinformatie Brain Training. Brain Gymmer

Grijze stof wordt gevormd door de cellichamen van de neuronen en de. Witte stof wordt gevormd door de met myeline omgeven neurieten

De hersenen: het meest complexe orgaan van het menselijk lichaam

Samenvatting Biologie hoofdstuk 14 - zenuwstelsel

Taal en het brein. Neurowetenschappen en taalontwikkeling

Wat is hersenletsel? Het centrale zenuwstelsel bestaat uit 5 onderdelen die allemaal met elkaar in verbinding staan:

1. Welke rol heeft Cajal gespeeld in de geschiedenis van de Neurowetenschappen?

Examen Medische Vakken

GEZONDHEIDSKUNDE-AFP LES 1. Het zenuwstelsel

NEDERLANDSE SAMENVATTING

Hoorcollege 2: Hersenanatomie en onderzoeksmethoden

Nederlandse Vertaling van Neuroscience for Dummies

Les 18 Zenuwstelsel 1

Samenvattingen. Samenvatting Thema 6: Regeling. Basisstof 1. Zenuwstelsel regelt processen:

3. Van welke structuren is het het meest waarschijnlijk dat je ze bij een rat in één (rechte) coronale doorsnede vindt?

Normwaarde = is een waarde die je af leest, zoals bij de thermostaat, zie je 19 graden staan dan is dat de normwaarde. Zo warm moet het zijn.

Sekseverschillen met betrekking tot brein en breinontwikkeling

WERKING VAN HET ZENUWSTELSEL

Door: Charlotte Simons Arts, yogadocent yin en yang en acupuncturist io

We kunnen het zenuwstelsel daarom onderverdelen in de controlekamer: het centrale zenuwstelsel en informatiewegen: het perifere zenuwstelsel.

3 keer beoordeeld 15 maart Regelkring van de lichaamstemperatuur is homeostase. Homeostase is een voorbeeld van zelfregulatie.

WA A NZINNIGE BOEK OVER JE LICHA AM

Samenvatting NLT Hersenen en Leren

Om NAH te omschrijven maken we gebruik van de definitie van Horizon:

Hersenen en gedrag. Evolutie, biologie en psychologie. Max van der Linden. Boom Amsterdam

Nederlandse samenvatting proefschrift Renée Walhout. Veranderingen in de hersenen bij Amyotrofische Laterale Sclerose

Regeling. Regeling is het regelen van allerlei processen in het lichaam. Regeling vindt plaats via twee orgaanstelsels: Zenuwstelsel.

De ziekte van Parkinson is een neurologische ziekte waarbij zenuwcellen in een specifiek deel van de

Zenuwcellen met Nissl-substantie

Psycho- en neurolinguïstiek van meertaligheid. Gastles Esli Struys EhB, opleidingsonderdeel «Psycholinguïstiek» (Dr. H. Stengers) 29 februari 2012

Psycho- en Neurolinguïstiek: een inleiding

Samenvatting NLT Hersenen en leren

Spelend leren. Kleuters spelen toch alleen maar?

De uitnodigingsbrief 11. Deel I Een algemene kennismaking 15

Fenotype nakomelingen. donker kort 29 donker lang 9 wit kort 31 wit- lang 11

Tentamen Neuroanatomie en Fysiologie 1008 mei 2007

Bronnenboekje. Thema 6

Nederlandse samenvatting

Drs. Charlotte Simons Arts voor leefstijl en acupunctuur yogadocent yin en yang

Sekseverschillen in breinontwikkeling

Fig De Leefstijlacademie

Inhoud. Woord vooraf Inleiding Kennismaking met de psychologie Biologie en gedrag De hardware van het psychisch functioneren 51

Danstherapie. Panorama. Samenvatting. Trefwoorden ANN CHATAR 1,

Werkhouding in de klas : meer dan alleen maar concentratie. Fabienne De Boeck Jeugdarts Gent, 18 januari 2018

H.6 regeling. Samenvatting

Neuropsychologie Boeksamenvatting - Fundamentals of Human Neuropsychology; Kolb & Whishaw; 7th edition; 2015

Aandacht training. Sessie 8. Bas Kniest

Stress en druk bij jongeren. Anke Berix Psycholoog - Apanta GGZ - afdeling Apanta Jong

Rol in leren en geheugen en veranderingen die optreden bij de ziekte van Alzheimer

Test je kennis van het brein!

6,7. Samenvatting door een scholier 1580 woorden 20 juni keer beoordeeld

Drs. Charlotte Simons Arts voor Integrative Medicine & acupunctuur yogadocent yin en yang, heartmath-therapeut

spasticiteit en decerebratiestijfheid

het lerende puberbrein

2139 weetjes over de hersenen, psyche en voeding

4 H4.Het puberende brein. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

A. de hersenen en het ruggenmerg B. het hersenvlies en de hersenstam C. het cerebrospinaal vocht en de gevoelszenuwen D. de klieren en de lymfevaten

Inhoud 1 Functionele anatomie 13 2 Mentale basisfuncties 33

Medische technieken. Maar dat is toch niet nieuw? Wat is. gebruiken voor verbetering. Mensverbetering

Serotonergic Control of the Developing Cerebellum M. Oostland

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 6 + 9: Regeling en Gedrag

Ooit nagedacht over wat er gebeurt onder een halsband?

Het consumenten brein: sleutel tot succes van winkelgebieden. Marie-Anne Simons en Jan-Erik van Dijck, MindLogyx Retail, 2016

dimat Biologische modellen - menskunde Hersenen

Toets Anatomie Opleiding Sport en Bewegen. Behaalde punten Hulpmiddelen geen

Block 1: Basic emotions, Brain structures and Stress.

Casuïstiek voor doktersassistenten Ik heb barstende hoofdpijn ISBN Hoofdstuk 1: Medische achtergrondkennis

COMPLEXITEIT EN PLASTICITEIT VAN DE HERSENEN

Medicatie bij dementie. Dr. L.K. Pul Huisarts Mw. L.A. Klarenbeek MSc Verpleegkundig specialist

Bijlage 11: Breinontwikkeling 1 bij adolescenten - Use it or lose it 2

Samenvatting Biologie Regeling (thema 5)

De grijze massa tussen je oren

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud

HOOFDSTUKoverzicht. Het sociaal-culturele perspectief

Spreekbeurtpakket - het skelet

Transcriptie:

Hersenwerk Neurowetenschappen in de 21ste eeuw Max van der Linden in samenwerking met Sander Bosch Jolien Francken Simon van Gaal Andrea Manneke Suzanne Oosterwijk en Annemie Ploeger

Inhoud Over het boek 7 1 Het wat en hoe van de neurowetenschappen 11 Anatomie en methoden Sander Bosch & Max van der Linden 2 Van neuron tot netwerk 47 Een beknopte geschiedenis van de neurowetenschappen Max van der Linden 3 Het brein als zakmes 69 Evolutie en gedrag Max van der Linden & Annemie Ploeger 4 Visuele waarneming 91 Samenspel van zinnen en geest Jolien Francken & Max van der Linden 5

5 Op zoek naar het engram 107 Geheugensporen in het brein Sander Bosch & Max van der Linden 6 Het emotionele brein 123 Grip op gevoel? Max van der Linden & Suzanne Oosterwijk 7 Het taalinstinct 141 Oneindige bron van communicatie Jolien Francken & Max van der Linden 8 Bewustzijn 153 Van filosofie naar empirie Simon van Gaal & Max van der Linden 9 De handelende mens 173 Van motoriek tot vrije wil Jolien Francken, Simon van Gaal, Max van der Linden, Andrea Manneke & Suzanne Oosterwijk 10 Tussen hoop en hype 199 Neurowetenschappen in de maatschappij Max van der Linden & Andrea Manneke Literatuur 221 Over de auteurs 232 Verantwoording van de figuren 235 Register 237 6

Over het boek My own brain is to me the most unaccountable of machinery always buzzing, humming, soaring roaring diving, and then buried in mud. And why? What s this passion for? Virginia Woolf (1932) Een onverklaarbare machine Zo omschreef de Britse schrijfster Virgina Woolf in 1932 haar eigen brein. Ook nu nog is het menselijke brein een mysterieus orgaan, een onvoorstelbaar complex systeem van netwerken van neuronen dat altijd actief is, altijd zoemt en ronkt, ook als we slapen of dagdromen. En het speelt inderdaad tot onze dood een belangrijke rol in onze soms onbegrijpelijke gevoelens, passies, gedachten en gedrag. Vele soorten wetenschappers proberen al eeuwen het mysterie van dit bijzondere orgaan te ontrafelen. Maar de afgelopen decennia is er iets bijzonders aan de hand. Zonder enige overdrijving kan gesteld worden dat de neurowetenschappen een mondiale, interdisciplinaire en hoogtechnologische smeltkroes zijn geworden. Wereldwijd bestuderen tienduizenden neurowetenschappers van psychologen tot natuurkundigen en van biologen tot computerwetenschappers met peperdure hightechapparatuur en supersnelle computers onze hersenen tot op de millimeter nauwkeurig, met 7

financiële steun uit de diepe zakken van verschillende overheden. Ons brein is letterlijk en figuurlijk big science geworden. In 2006 schreef ik het boek Hersenen en gedrag: Evolutie, biologie en psychologie. Door de razendsnel voortschrijdende technologische vernieuwingen van de afgelopen tien jaar is dit boek steeds meer een getuigenis van een verleden tijd geworden. Daarom heb ik het boek met een aantal geweldige neurowetenschappers zeer grondig herschreven. Dankzij Sander Bosch, Jolien Francken, Simon van Gaal, Andrea Manneke, Suzanne Oosterwijk en Annemie Ploeger is de herschrijving een toegankelijke introductie geworden in de belangrijkste technieken en theorieën van de neurowetenschappen anno 2017. Wij hebben ook hulp gehad van anderen: Nienke van Atteveldt, Alexander Backus, Paul Eling, Margreet Fasel, Agneta Fischer, Willem Frankenhuis, Ton van Gaal, Marloes de Jong, Machiel Keestra, Bart Lutters, Gerben Meynen, Arjen Noordhof, Filip van Opstal, Steven Scholte, Lukas Snoek, Edwin Verhoeven, Lisa Wijsen en Roel Willems hebben zeer zorgvuldig en kritisch (delen van) de hoofdstukken gelezen. Ook het nimmer aflatende en toegewijde enthousiasme van de redacteuren Suzanne Batelaan, Roos Haasnoot en Janneke Wolters en uitgever Arjen Groenink was van groot belang bij het schrijven van dit boek. Dank daarvoor. Ondanks deze onschatbare hulp kunnen er nog fouten of onzorgvuldigheden in de tekst geslopen zijn. Deze vallen geheel onder onze verantwoording. Dit boek is niet zozeer een breinboek dat op een populariserende manier de werking van het brein uitlegt, als wel een boek dat de neurowetenschappen beschrijft. Dat is een belangrijk verschil met vele andere boeken. We willen met dit boek laten zien hoe neurowetenschappers onderzoek doen. Wat voor methoden gebruiken ze? Wat zijn daar de mogelijkheden en beperkingen van? Welke theorieën hebben ze over het brein? Hoe beïnvloeden methoden en theorieën elkaar? Door te lezen over de neurowetenschappen leer je niet alleen veel over het brein, maar ook over de manier waarop de kennis hierover tot stand is gekomen. En dat geeft je een goede basis om andere populariserende breinboeken te beoordelen op hun (wetenschappelijke) waarde. De hoofdstukken in het boek behandelen de belangrijkste neurale aspecten van onze gevoelens en gedachten, en van ons gedrag. 8

Om deze hoofdstukken goed te kunnen volgen, is het essentieel om enige kennis te hebben van de neuroanatomie en van de methoden waarmee neurowetenschappers onderzoek doen. In het eerste hoofdstuk komen daarom anatomie en methoden aan bod. Het tweede hoofdstuk behandelt beknopt de geschiedenis van de neurowetenschappen. De eerste twee hoofdstukken geven samen een goede algemene basis voor de rest van het boek. Daarna volgen hoofdstukken over respectievelijk evolutie en het brein, visuele waarneming, geheugen, emotie, taal en bewustzijn. De laatste twee hoofdstukken zijn geschreven vanuit een wat breder kader. In het voorlaatste hoofdstuk staat niet één specifieke functie of benadering centraal, maar komen verschillende aspecten aan bod die een belangrijke rol spelen bij ons handelen, zoals motoriek, waarneming, motivatie, sociale emoties en cognitieve controle. Het laatste hoofdstuk ten slotte plaatst de huidige neurowetenschappelijke ontwikkelingen in een maatschappelijk kader. Wat voor invloed hebben de neurowetenschappen op dit moment in zorg, onderwijs, recht en marketing? Of het uiteindelijk gaat lukken om onze eigen neurale code te kraken, valt niet te voorspellen. Maar de manier waarop we in de 21ste eeuw onze intelligentie en technologie gebruiken om de activiteit van ons eigen brein in beeld te brengen en wetenschappelijk te vangen, is al zeer fascinerend. Hopelijk geeft dit boek een goed inzicht in het immense werk dat neurowetenschappers nu verrichten om de werking van onze hersenen beter te begrijpen. Max van der Linden Bilthoven, maart 2017 9

1 Het wat en hoe van de neurowetenschappen Anatomie en methoden Sander Bosch & Max van der Linden The brain is wider than the sky. Emily Dickinson (1862) Neurowetenschappers bestuderen het zenuwstelsel van de mens. Het zenuwstelsel verwerkt zintuiglijke informatie, maakt het lichaam klaar voor actie of rust, zet emotionele en cognitieve processen in gang en stuurt de spieren aan. Kortom, het zenuwstelsel speelt een coördinerende rol bij al onze handelingen. Het ontvangt en stuurt hiervoor signalen van en naar verschillende lichaamsdelen. Grofweg bestaat het zenuwstelsel uit ons brein, ons ruggenmerg en de zenuwen in ons lichaam. De centrale verwerkingseenheid hierin is het brein, een zachte klomp zenuwcellen (neuronen) van ruim een kilo zwaar. Neurowetenschappers kunnen verschillende technieken inzetten om de activiteit van het brein te manipuleren, te registreren en te simuleren. De instrumenten om het brein te onderzoeken variëren van microscopen die activiteit van neuronen kunnen waarnemen tot nieuwe beeldtechnieken zoals fmri, die activiteit in het hele brein kunnen registreren. Ook de tijdseenheid van de metingen van 11

de gebruikte technieken loopt sterk uiteen: van milliseconden tot dagen en langer. Een belangrijk onderscheid dat neurowetenschappers maken, is dat tussen structuur en functie. Structuur slaat hier op anatomische structuren. Een bepaald gebied in het brein onderscheidt zich van andere hersengebieden op basis van bijvoorbeeld het soort neuronen dat zich daarin bevindt. Maar deze gebieden doen ook iets. Dan gaat het om functie. In de dagelijkse praktijk van bijna elke neurowetenschapper lopen structuur en functie door elkaar heen. Ze willen immers allemaal weten hoe het brein werkt. Daarvoor proberen ze in hun experimenten activiteit in (bepaalde gebieden van) het brein te verbinden met een bepaalde psychologische, fysiologische, motorische of sociale functie. De Amerikaanse dichteres Emily Dickinson was zeer geïnteresseerd in de enorme en bijna transcendentale reikwijdte van zowel de natuur als onze geest. In haar beroemde gedicht nummer 632 uit 1862 geeft ze de hersenen een belangrijke rol in de totstandkoming van onze ervaringen. Haar vergelijking van het brein met het weidse luchtruim past goed bij het feit dat we nu kennen, namelijk dat de hersenen met tientallen miljarden neuronen en een duizelingwekkend veelvoud aan verbindingen daartussen, het meest complexe orgaan vormen in ons lichaam. Daarvan de (functionele) anatomie in kaart brengen is op zijn minst een uitdagende taak. In dit boek laten we zien waar neurowetenschappers zich mee bezighouden en wat de laatste stand van zaken is in hun onderzoek. Vooraf enig begrip hebben van de anatomie van het brein en de methoden om die te onderzoeken, vergemakkelijkt het lezen van de hoofdstukken aanzienlijk. Daarom volgt nu eerst een korte introductie in de neuroanatomie. We beginnen met het kleinste deeltje, de zenuwcel of het neuron, en geven daarna een grove schets van de belangrijkste grotere structuren. Vervolgens komen de meest gebruikte onderzoeksmethoden aan bod. Vorm en functie van het neuron De basisbouwstenen van ons zenuwstelsel zijn neuronen (zenuwcellen). Het kenmerkendste aspect van een neuron is de boomachtige structuur (zie figuur 1.1). Aan de ene zijde van het cellichaam be- 12

dendrieten cellichaam axon myelinelaag { knoop van Ranvier eindknoppen axon myelinelaag Figuur 1.1 De structuur van een zenuwcel van een gewerveld organisme. Niet alle delen zijn op schaal getekend. Een axon is in de meeste gevallen in verhouding veel langer. vinden zich vele dendrieten en aan de andere zijde een lange vezel, het axon. Een neuron heeft altijd slechts één axon. Axonen kunnen variëren in lengte van nagenoeg nul tot meer dan een meter, zoals de axonen van je voet naar je ruggenmerg. Een neuron bevindt zich, wanneer niet geprikkeld, in een rusttoestand, de zogenaamde rustpotentiaal. Als een neuron door naburige zenuwcellen via de dendrieten voldoende gestimuleerd wordt, dan zal er een actiepotentiaal plaatsvinden. Dit is een elektrische golf door het axon die ontstaat door de instroom van positief geladen deeltjes, namelijk natriumionen. Deze golf eindigt bij een aantal vertakkingen aan het uiteinde van het axon, de zo- 13

genaamde presynaptische eindknoppen. De actiepotentiaal volgt het alles-of-nietsprincipe. Als de prikkeling niet boven een bepaalde drempel komt, dan vindt er geen actiepotentiaal plaats. Als de drempel overschreden wordt, dan vindt er altijd een actiepotentiaal plaats van ongeveer dezelfde grootte, ongeacht hoever de drempel overschreden is. Om weer terug te komen in de toestand van de rustpotentiaal, stromen andere positief geladen deeltjes, namelijk kaliumionen, het neuron uit. Het axon is bedekt met een isolerende, witgekleurde laag van vetmoleculen, de myelinelaag. Deze laag zorgt ervoor dat de actiepotentiaal zich sneller door het axon kan verplaatsen. In de nietgeïsoleerde delen de zogenaamde knopen van Ranvier stromen er nieuwe positief geladen natriumdeeltjes naar binnen voor een extra impuls. Door de actiepotentiaal geven de presynaptische eindknoppen een chemische stof (de neurotransmitter) af in de synaptische kloof, de ruimte tussen de presynaptische eindknop en de postsynaptische receptoren van een naastliggend neuron. De postsynaptische receptoren (die zich vaak op dendrieten bevinden) kunnen bepaalde neurotransmitters aan zich binden. Zo kan het naastliggende neuron wanneer voldoende gestimuleerd door de vrijgekomen neurotransmitter ook tot een actiepotentiaal overgaan. Op deze wijze geven neuronen informatie aan elkaar door. Enkele belangrijke neurotransmitters in ons brein zijn dopamine, serotonine, adrenaline, noradrenaline, gaba, glutamaat en acetylcholine. Anatomie van het zenuwstelsel Ons brein noemen we samen met het ruggenmerg het centrale zenuwstelsel (czs) (zie figuur 1.2). Naast het czs kennen we ook nog het zogenaamde perifere zenuwstelsel dat bestaat uit de zenuwen buiten het czs. Het perifere zenuwstelsel is onder te verdelen in het somatische zenuwstelsel, dat bestaat uit de neuronen die informatie vanuit de zintuigen naar het czs en van daaruit naar spieren en klieren sturen, en het autonome zenuwstelsel, dat het hart en andere organen controleert. Het autonome zenuwstelsel is weer onder te verdelen in het sympathische zenuwstelsel en het parasympathische zenuwstelsel. 14

parasympatische zenuwstelsel sympathische zenuwstelsel pupilvernauwing remt traanklieren bevordert speekselaanmaak hartslagverlaging vernauwing bronchiën activering spijsverteringsorganen, maag en alvleesklier activering spijsverteringsorganen, darmen bevordert contractie urineblaas stimuleert bloedtoevoer naar genitaliën pupilverwijding stimuleert traanklieren remt speekselaanmaak hartslagverhoging verwijding bronchiën remt spijsverteringsorganen, maag en alvleesklier secretie adrenaline remt spijsverteringsorganen - darmen remt contractie urineblaas remt bloedtoevoer naar genitaliën Figuur 1.2 Het centrale en het autonome zenuwstelsel van de mens. Het sympathische systeem bestaat uit een netwerk van neuronen die het organisme voorbereiden op flinke activiteit, zoals vechten of vluchten (fight or flight), of in het geval van de moderne mens: stressvolle vergaderingen, een praatje houden of een deadline halen. Activering van het sympathische systeem leidt tot een snellere hartfrequentie, grotere pupillen, verwijding van de bloedvaten, lagere spijsverteringsactiviteit en een diepere ademhaling. Evolutionair gezien is dit vermogen tot snelle actie zeer adaptief geweest. Roofdieren en andere gevaren, maar ook het jagen zelf, vragen om snelle en energieverslindende acties. Activiteit van het sympathisch zenuwstelsel tast de organen enigszins aan. In een normale situatie duren deze heftige perioden van stress gelukkig maar kort: van een paar seconden tot een paar minuten. Dan keert het lichaam terug naar een toestand van rust en herstel. Het parasympathische zenuwstelsel neemt het op dat moment over. 15

Het parasympathische systeem zorgt ervoor dat het lichaam na gedane arbeid weer kan bijkomen. Het zorgt voor een toename van speeksel in de mond, een grotere activiteit van het spijsverteringsstelsel en een lagere hartfrequentie. Bouwstenen uit voedsel, zoals eiwitten, kunnen worden gebruikt om opgelopen schade in het lichaam te herstellen. De twee systemen zijn elkaars fysiologische tegendeel, maar ze zijn altijd beide actief. De mate waarin verschilt echter per situatie. Anatomie van het brein: hemisferen en verbindingsroutes Om aan te duiden waar we iets plaatsen in het brein, worden de volgende termen gebruikt (zie figuur 1.3). Mediaal gelegen gebieden bevinden zich in het midden, lateraal gelegen gebieden aan de buitenkant. Ventraal slaat op de onderzijde en dorsaal op de bovenzijde. Anterieur heeft betrekking op de voorzijde en posterieur op de achterkant. dorsaal posterieur anterieur ventraal mediaal lateraal lateraal Figuur 1.3 Anatomische termen ter plaatsbepaling in het brein. Het brein kun je verdelen in twee cerebrale hemisferen (hersenhelften) (zie figuur 1.4 en 1.6c). De longitudinale fissuur scheidt de beide hemisferen. De twee hemisferen werken samen en wisselen informatie uit. Drie belangrijke verbindingsroutes zijn het corpus callosum (hersenbalk), het cingulum en de commisura anterior (voorste commisuur). Deze bestaan uit zogenaamde witte vezels. 16

Deze vezels zijn de axonen van hersencellen. Ze zien er bij autopsie wit uit door de vettige myelinelaag. De cellichamen van neuronen noemen we wel de grijze stof. cingulum corpus callosum longitudinale fissuur commisura anterior corpus callosum linker hemisfeer rechter hemisfeer Figuur 1.4 Cerebrale hemisferen en de belangrijkste verbindingsroutes. Er is in de hersenen enigszins sprake van lateralisatie van functie. Dat wil zeggen dat de hemisferen verschillende taken uitvoeren. Bij de meeste mensen zitten belangrijke gebieden voor taal bijvoorbeeld in de linkerhemisfeer. Bovendien worden veel functies contralateraal ten opzichte van het lichaam uitgevoerd. Zo stuurt de motorcortex in de rechterhemisfeer lichaamsdelen aan de linkerzijde van het lichaam aan. Ook de verwerking van visuele informatie verloopt contralateraal. De rechterhemisfeer verwerkt informatie uit het linker visuele veld en de linkerhemisfeer ontvangt informatie uit het rechter visuele veld. Anatomie van het brein: drie delen van de hersenen De hersenen bestaan uit drie grote onderdelen, namelijk de achterhersenen, de middenhersenen en de voorhersenen (zie figuur 1.5). Ze zijn verticaal verdeeld, waarbij de achterhersenen zich onderaan 17

bevinden en de voorhersenen bovenaan. Bij de mens en vele zoogdieren zijn de voorhersenen zo groot dat zij de gehele middenhersenen en een deel van de achterhersenen bedekken. De verdeling van de onderdelen sluit aan bij de evolutionaire ontwikkeling van het brein, waarbij de onderste delen van het brein de oudste delen zijn en de bovenste delen de recentste. cortex voorhersenen basale ganglia diencephalon middenhersenen achterhersenen hersenstam pons medulla cerebellum Figuur 1.5 Globaal overzicht van het menselijke brein. De achterhersenen bestaan uit de medulla, pons, reticulaire formatie en het cerebellum. De medulla of het verlengde merg is eigenlijk een verdikking van het ruggenmerg, maar bevindt zich wel in de schedel. De medulla is een evolutionair zeer oud, maar essentieel deel: ze controleert een aantal belangrijke vitale functies zoals ademhaling, hartslag, overgeven, speekselvorming en hoesten. Schade aan dit gebied door bijvoorbeeld een bloeding is vaak 18

fataal. De pons ligt schuin boven de medulla. De pons zorgt ervoor dat het cerebellum prikkels doorkrijgt van het evenwichts- en gehoororgaan. De medulla en de pons bevatten samen de reticulaire formatie, die veel verbindingen heeft met de cortex en van belang is voor alertheid en aandacht. Het cerebellum ten slotte is een grote structuur die zich achter de pons bevindt. Cerebellum betekent letterlijk klein brein, maar deze structuur bevat meer neuronen dan de andere delen van het brein samen. Het cerebellum is van groot belang voor de fijne controle van bewegingen. De middenhersenen bevatten een aantal kernen die verantwoordelijk zijn voor beweging en evenwicht. Twee andere structuren in de middenhersenen zijn de colliculus inferior en de colliculus superior. De colliculus inferior stuurt informatie van het oor naar de cortex. Maar deze zorgt zelf ook al voor een reflexmatige reactie van ogen en hoofd op het geluid. De colliculus superior doet hetzelfde voor visuele waarneming. De achterhersenen en middenhersenen noemt men samen ook wel de hersenstam. De hersenstam speelt een belangrijke verbindende rol tussen het ruggenmerg, het cerebellum en de voorhersenen. De voorhersenen vormen het bovenste en meest naar voren liggende deel van het zoogdierenbrein. De voorhersenen bestaan uit drie onderdelen: de cortex, de basale ganglia en het diencephalon. Het deel van de voorhersenen dat we van bovenaf zien is de cortex. Het is een relatief dunne structuur van zes lagen met elk verschillende soorten neuronen. De cortex, met zijn afwisseling van groeven (sulci) en windingen (gyri), geeft het brein zijn zo herkenbare kronkelige structuur. De cortex wordt onderverdeeld in vier kwabben, genoemd naar de delen van de schedel die erboven liggen, namelijk de occipitaalkwab, de pariëtaalkwab, de temporaalkwab en de frontaalkwab (zie figuur 1.6). De occipitaalkwab bevindt zich aan de achterzijde van het brein en verwerkt visuele informatie. Dat begint in het uiterste achterste deel, de primaire visuele cortex. Van daaruit wordt de visuele informatie verder verwerkt tot complexere beelden in de andere gebieden van de occipitaalkwab. 19

frontaal centrale sulcus pariëtaal frontaal pariëtaal occipitaal occipitaal laterale fissuur ZIJAANZICHT A longitudinale fissuur temporaal B MIDDENAANZICHT temporaal frontaal frontaal centrale sulcus pariëtaal temporaal C BOVENAANZICHT occipitaal D ONDERAANZICHT cerebellum Figuur 1.6 De humane cortex. De pariëtaalkwab bevindt zich tussen de occipitaalkwab, de temporaalkwab en de centrale sulcus. De pariëtaalkwab huisvest in de postcentrale gyrus de somatosensorische cortex. Deze registreert alle sensaties die ons lichaam waarneemt. Aan elk lichaamsdeel is een deel van de somatosensorische cortex verbonden. Sommige delen van de somatosensorische cortex ontvangen informatie van veel zenuwen. Dat zijn de gevoelige gebieden van ons lijf, zoals de vingers, lippen, tong en genitaliën. Andere gebieden hebben relatief minder zenuwen en zijn minder gevoelig. Neem bijvoorbeeld de rug. Als je aan iemand vraagt om op je rug met een vinger een getal te schrijven, dan zul je vaak niet kunnen aanvoelen welk getal dat is. Als je de relatieve gevoeligheid van die verschillende somatosensorische gebieden in een afbeelding van een mens vertaalt, dan ontstaat er een cartoonesk aandoend mannetje: de sensibele homunculus (zie figuur 1.7). De pariëtaalkwab zorgt ook voor een complexere analyse van visuele informatie, die hij van de occipitaalkwab ontvangt. 20

postcentrale gyrus sensibele homunculus nek romp heup been voet tenen hoofd schouder genitaliën arm elleboog voorarm tanden, tandvlees & kaak Pols hand Pink ringvinger middelvinger wijsvinger duim onderlip oog neus gezicht bovenlip tong keel buik Figuur 1.7 De sensibele homunculus. De linker- en rechterzijkant van het brein vormen samen de temporaalkwab. Door de lateralefissuur (zie figuur 1.6a) komt de temporaalkwab wat los van de frontaalkwab en van de pariëtaalkwab. De temporaalkwab speelt een essentiële rol in de verwerking van auditieve informatie. In de linkertemporaalkwab draagt het gebied van Wernicke bij aan het begrijpen van gesproken taal (zie figuur 1.8). gebied van Broca gebied van Wernicke Figuur 1.8 Gebieden van Broca en Wernicke. 21