POLITIEACADEMIE JAARSTUKKEN 2010 DEEL I JAARVERSLAG



Vergelijkbare documenten
Secretariaat: vestiging Bonaire

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Belangrijkste veranderingen in het politieonderwijs

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Centrale vraag bij het onderzoek is: Is het verzorgde onderwijs inclusief de periode van werkend leren en de examinering van voldoende kwaliteit?

POLITIEACADEMIE JAARSTUKKEN 2009 DEEL I JAARVERSLAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

POLITIEACADEMIE JAARSTUKKEN 2008 DEEL I JAARVERSLAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

DeelRIC School voor Politiekunde

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA Den Haag

Conversietabel. Informatief. Geen. Niet van toepassing. Heden. niet van toepassing. Datum 1 februari Kenmerk

Tabel wederhoorreactie

Convenant samenwerking defensie- politie 2005 en verder

Tweede Kamer der Staten-Generaal

BIJLAGE 1 Uitwerking modellen

De nieuwe koers. Burgers eisen Beter Blauw

Tweede Kamer der Staten-Generaal

DeelRIC School voor Handhaving

Toelating tot en /of vrijstelling voor een initiële opleiding van het samenhangend stelsel van het politieonderwijs

Advies onderzoeksfase Lef L up! Samenvatting

POLITIEACADEMIE JAARSTUKKEN 2011 DEEL I JAARVERSLAG

Vergelijkbaarheid; combineren van simulatie en praktijkproeven

Deel-RIC School voor Politiekunde

Evenredige verdeling man / vrouw bij het Veenplaspersoneel

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

DeelRIC School voor Handhaving

Samenwerkingsovereenkomst ROCKO

GRONDPLAAT politieonderwijs naar beroep en taken

VACATUREPROFIEL KWARTIERMAKER NATIONALE POLITIE

De Staat van het Nederlandse politieonderwijs 2011

Datum 2 juli 2018 Onderwerp Beantwoording vragen AO Politie 20 juni 2018 Politieonderwijs en Instroomarrangement

De Minister van Veiligheid en Justitie. Datum 18 februari 2013 Onderwerp aanbieding bevindingen politieonderwijs locatie Rotterdam

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

EVC Reacties kunt u geven via het feedbackformulier.

1. De opbrengsten van de aanbevelingen van de commissie Bruijn

Opleiding Docent Gevaarbeheersing

Uitkomsten CFO-bijeenkomst Prestatieafspraken in het HBO

Tweede Kamer der Staten-Generaal

mr. A.F. (Sandor) Gaastra - Congres: De toekomst van het Nederlandse Politiebestel

Stichting Empowerment centre EVC

Datum 19 december 2016 Onderwerp Beleidsreactie aangaande rapporten over de (door)ontwikkeling Korps Politie Caribisch Nederland

1. Omschrijving plan overbruggingsjaar

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007

Opleiding Officier van Dienst - Politie

Het vmbo van de toekomst. Strategische alliantie vmbo-mbo? Succesvol samenwerken kan!

Jaarlijkse Studenten Enquete (JSE) Behaalde resultaten en samenvatting. Studiejaar

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal postbus EA DEN HAAG

Personeelsmonitor 2011 Samenvatting

Raadsvoorstel Programma Inwoners - en Overheidsparticipatie

Leergangkader Leergang Tactisch manager

DAG VAN DE BEROEPSKOLOM 9 O K TO B E R

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Directeur Dienstverlening en directeur Bedrijfsvoering Slachtofferhulp Nederland

CONVENANT ASSOCIATE DEGREE

Intentieverklaring Versie:

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Gelderland

Bor Veen Algemeen Directeur Werkkracht

De Staat van het Nederlandse politieonderwijs 2007

Investeren in kwaliteit Kansrijk op arbeidsmarkt. Onderzoek met impact. Hbo als emancipatiemotor. Hbo in vogelvlucht. #hbocijfers

Onderwijs in Kaart 2018 Cijfermatige onderwijsontwikkelingen in Noord-Brabant HBO

Jaarverslag toetsing en examinering 2012 College voor Gezondheidszorg en Uiterlijke Verzorging

RESULTATEN. Rapportage De Kinkerbuurt, Amsterdam. Externe Benchmark

De brandweer wordt nog veiliger en beter

Juridisch adviseur bescherming persoonsgegevens (AVG/Wpg) 2 fte Den Haag

FUNCTIEPROFIEL 1. ORGANISATIE. Noorderpoort

Resultaten ICTO Programma ICTO Esther Dorrestijn

POLITIEACADEMIE. Jaarbericht. Bestuur & Toezicht. Personeel & Organisatie. Werving. Beheer & Bedrijfsvoering. Onderzoek, Kennis.

Jaarverslag toetsing en examinering 2010 Cluster Zorg

Methodiekbeschrijving Januari Laat Zien Wat Je Kunt

Sociaal jaarverslag 2012

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Leidse Onderwijsinstellingen BV

Functieprofiel: Manager Functiecode: 0202

Meer Control met minder Instrumentarium?

Instroom 1. Inclusie. Uitstroom. Doorstroom. Universiteit Utrecht 1

Het vernieuwde MD-huis van de Nederlandse politie

POLITIEACADEMIE JAARSTUKKEN 2012 DEEL I JAARVERSLAG

TOETSINGSREGELING LECTORATEN

Programma van Toetsing en Afsluiting HTV- Politie

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

Jaarplan SOPOH Personeel. Onderwijs. Organisatie. Voor ieder kind het beste bereiken, met passie, plezier en professionaliteit.

Netwerkschool concretisering IJkpunten. Criteria en meetvoorbeelden V1.0

Briefadvies NVWA. 21 januari 2019

Checklist EVC-procedure voor organisaties

Contextschets Techniek

Verslag van Werkzaamheden BM-Services opleiding Beveiliger Verslag van Werkzaamheden

Datum 12 april 2012 Onderwerp Inspectie Openbare Orde en Veiligheid rapport "Follow the Money"

Convenant. Kinderopvang en Onderwijs: Competentiegericht opleiden in de Kinderopvangorganisaties in de regio Limburg Zuid

2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen?

Gebruik model bij Politieacademie. Kees van Wijngaarden

Licentieregeling Reddingsbrigade Nederland

Welkom in TECHNUM! KwaliteitsKring Zeeland

Nieuwe kans op extra instroom

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Financiën ;

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Jaarbericht auditoren SCOB. Zeven signaleringen over 2015

EERDER VERWORVEN COMPETENTIES (EVC) ALS ONDERDEEL VAN (LOOPBAAN)ONTWIKKELING

Transcriptie:

POLITIEACADEMIE JAARSTUKKEN 2010 DEEL I JAARVERSLAG Apeldoorn, 4 april 2011 1

INHOUDSOPGAVE VOORWOORD COLLEGE VAN BESTUUR... 4 HOOFDSTUK 1 Strategie en samenwerking... 6 1.1 Inleiding... 6 1.2 Burgers eisen Beter Blauw : de nieuwe koers... 7 1.3 Samenwerkingspartners... 9 HOOFDSTUK 2 Werving & Selectie... 11 2.1 Werving... 11 2.2 Selectie... 12 HOOFDSTUK 3 Onderwijs... 13 3.1 Inleiding... 13 3.2 Initieel onderwijs... 13 3.3 Postinitieel onderwijs... 14 3.4 Examinering en EVC s Examinering... 15 3.5 Kwaliteitszorg onderwijs... 16 3.6 Verbeterinitiatieven... 18 3.7 Internationalisering... 18 HOOFDSTUK 4 Onderzoek, Kennis & Ontwikkeling... 20 4.1 Inleiding... 20 4.2 Afdeling Onderzoek... 21 4.3 Afdeling Kennis... 22 4.4 Afdeling Ontwikkeling... 23 HOOFDSTUK 5 Bestuur en toezicht... 24 5.1 College van Bestuur 2010... 24 5.2 Raad van Toezicht 2010... 25 HOOFDSTUK 6 Beheer & Bedrijfsvoering... 29 6.1 Administratieve Organisatie (AO) en Intern Controle (IC)... 29 6.2 Planning & Control... 30 6.3 Informatievoorziening (ICT)... 30 6.4 Materieel & Huisvesting... 31 HOOFDSTUK 7 Personeel & Organisatie... 33 7.1 Organisatie... 33 7.2 Uitvoering reorganisatie... 33 7.3 Personele bezetting... 33 7.4 Mobiliteit... 33 7.5 Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie... 34 7.6 Inrichten p-beheer en p-processen... 34 7.7 Ziekteverzuim... 34 7.8 Sociale Zekerheid... 35 7.9 Professionalisering... 35 7.10 Welzijn... 36 7.11 Diversiteit... 36 7.12 Veiligheid... 36 7.13 Medezeggenschap... 37 HOOFDSTUK 8 Financiën... 38 8.1 Hoofdlijnen van de jaarrekening... 38 Toelichting op het exploitatieresultaat (samenvatting)... 39 8.2 Treasury... 41 8.3 Ontwikkelingen en financiële risico s... 43 Bijlage 1: Verantwoording besteding bijzondere bijdrage... 47 2

3

VOORWOORD COLLEGE VAN BESTUUR Koninklijke opening Concernlocatie: gezag centraal De renovatie en uitbreiding van de Concernlocatie waren noodzakelijk vanwege het feit dat een aantal jaren geleden een aantal onderwijslocaties in het midden van het land aan groot onderhoud toe waren, niet meer voldeden aan de eisen van eigentijds onderwijs en/of te klein waren voor de aantallen studenten. Met de ingebruikname van de gerenoveerde Concernlocatie concentreert de Politieacademie haar activiteiten in de regio en sloot zij onder meer de locatie in Zutphen. Hoewel een grote investering bleek dit de goedkoopste én beste oplossing voor het huisvestingsvraagstuk. Bij de opening van de concernlocatie zijn professor dr. Pieter Tops, en Hoofdcommissaris Baelemans, Korpschef Lokale Politie Antwerpen, ingegaan op gezag van de politie, het centrale thema van dit politieonderwijsjaar. Het verbeteren van het optreden in de basispolitiezorg in gevaarsituaties verdient de aandacht. Verbetering van dit optreden versterkt het gezag van de politie én de doeltreffendheid en veiligheid, waarbij een rol is weggelegd voor de Politieacademie door middel van werving, onderzoek en onderwijs. In 2010 deden de Politieacademie en het Centrum voor Politie- en Veiligheidswetenschappen van de Vrije Universiteit een onderzoek naar dit thema; we zijn in afwachting van de resultaten. De Politieacademie is in 2010 in hoge mate betrokken bij de besteldiscussie, de komst van het PDC, financiële problemen in Politie Nederland, en de rijksbrede bezuinigingen. Ondertussen is onverminderd gewerkt aan zaken als het concept van beursstudenten, het thema professionele weerbaarheid van dienders, de implementatie van onze Nieuwe Onderwijs Administratie Systemen (NOAS), de Virtuele Politieacademie en een nieuwe Derde Leerweg. De directie Onderwijs heeft met grote inzet en betrokkenheid aandacht gegeven aan de uitkomsten uit het IOOV rapport. Daarnaast stonden de beloftes uit Burgers Eisen Beter Blauw zeer prominent op onze agenda: welke hiervan zijn ingelost, en welke verdienen extra energie? Het vooruitzicht van meer doen met minder, maakt een innovatieve denkkracht en tomeloze energie noodzakelijk: de Politieacademie zet optimistisch alle zeilen bij. Dit was slechts mogelijk door de grote inzet van heel velen en het incasseringsvermogen van de mensen die onzeker zijn over hun toekomstige positie. Het College van Bestuur heeft hier grote waardering voor, en is er trots op dat wij gezamenlijk deze resultaten hebben neergezet. Het Politieonderwijs is volwaardig beroepsonderwijs, met diplomagelijkwaardigheid ten opzichte van het reguliere onderwijs. Wat de Politieacademie betreft moet dit geborgd blijven binnen de Nationale Politie. De Politieacademie moet voor de erkenning van diplomagelijkwaardigheid via accreditatie ook in de toekomst rechtspersoonlijkheid bezitten. De inrichting van het Politieonderwijs als beroepsonderwijs vraagt om een zekere afstand van de uitvoerende Politieorganisatie, met tegelijkertijd een nauwe verbondenheid met de beroepspraktijk. De onderwijsprincipes, neergelegd in de Wet op het Politieonderwijs (zoals het duaal leren), blijven onverkort van kracht. Voor een brede en hoogwaardige beroepsopleiding blijft het nodig dat er sprake is van een herkenbare en hoogwaardige onderzoeks- en kennisfunctie binnen de Politie, bij de Politieacademie ondergebracht. De Politieacademie onderhoudt vanuit haar positie binnen de Politie een sterke relatie met de partners in de veiligheidsketen - zoals het NIFV, de KMar en de Defensie-Academie - en bouwt die relatie de komende jaren verder uit. De Academie is daarmee zowel nauw verbonden met de Politie als breder maatschappelijk ingebed. De Academie haalt ideeën en invloeden vanuit en van buiten de (Nationale) Politie naar binnen. Met het oog op de resultaten van 2010 én de naderende INK audit in 2011 waarbij het thema is van buiten naar binnen blijft de Politieacademie streven naar een hogere waardering van haar stakeholders, met een focus op onder andere een wezenlijke bijdrage aan het gezag van de Nederlandse Politie. 4

De geschetste resultaten en ontwikkelingen waren niet mogelijk geweest zonder de expliciete steun van het Ministerie van Veiligheid en Justitie en de Politieonderwijsraad, en de bijdrage van de Raad van Toezicht Politieacademie. Daarvoor onze hartelijke dank. Het College van Bestuur, A.P.P.M. van Baal Hoofdcommissaris van Politieacademie Voorzitter College van Bestuur 5

HOOFDSTUK 1 Strategie en samenwerking 1.1 Inleiding In het licht van het naderende Nationale Politiebestel, is de Politieacademie binnen de Nationale Politie hét landelijk wervings-, opleidings- en kennisinstituut van de Politie, dat centraal en nationaal functioneert. Die positie kan nog verder worden uitgebouwd, onder meer op het gebied van werving & selectie van Politiepersoneel. Bij de begrotingsbehandeling heeft de Minister op aandringen vanuit de Kamer al aangegeven deze doelstelling te zullen uitwerken. Binnen de Politieacademie zouden dus op termijn alle werving & selectie-, opleidings- en kennisactiviteiten voor de Politie gebundeld kunnen zijn. Voorzover die activiteiten nu nog decentraal plaatsvinden, zal bezien moeten worden of ze centraal moeten worden (her)belegd bij de Politieacademie. De organisatie van de ondersteunende taken (in het Centrum voor Ondersteunende Diensten het COD) sluit direct aan bij de beheersondersteuning vanuit het Politie Diensten Centrum (PDC). Wat de PA betreft blijft de uitvoering van de drie kerntaken van de PA (werving & selectie, onderwijs en onderzoek & kennis & ontwikkeling) rechtstreeks bekostigd: de budgetten daarvoor zijn bestemd. De Minister stelt jaarlijks o.a. de budgetten voor initieel en post-initieel onderwijs vast. Evaluatie reorganisatie In 2010 kwam een einde aan de reorganisatie, om de volgende doelen te bereiken: - de relatie met de politie versterken door de hoofdtaken (werving & selectie, onderwijs en onderzoek, kennis & ontwikkeling) duidelijker herkenbaar te maken in de organisatieopbouw; - concentratie op de kerntaken, nadat de academie de afgelopen jaren taken op zich had genomen, die inmiddels beter thuishoren bij de VtS Politie Nederland of het KLPD; - functioneren als één samenhangende organisatie, ten opzichte van korpsen, studenten, het departement en andere instellingen. De opdracht van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties om op 1 januari 2011 een personeelsbezetting van maximaal 1701 fte te hebben, is gerealiseerd. In juli 2010 heeft het College van Bestuur van de Politieacademie de opdracht gegeven aan het Kwaliteitsbureau Politie om een evaluatie van de reorganisatie van de Politieacademie uit te voeren. Dit evaluatieonderzoek had betrekking op de periode 1 juli 2009 tot 1 juli 2010, en is derhalve voor dit jaarverslag relevant. De evaluatie spitst zich toe op een tweetal hoofdthema s van De nieuwe koers van de Politieacademie, zoals beschreven in Burgers eisen Beter Blauw : Vereenvoudigen met ambitie: in hoeverre is de Politieacademie erin geslaagd haar interne doelstellingen te behalen en het huis op orde te krijgen? En: Beloften aan de korpsen en studenten: hoe ver zijn we met de benoemde activiteiten? Bestaat de indruk dat de beweging van de Politieacademie de juiste is? Uit de evaluatie reorganisatie is gebleken, dat de Politieacademie er aanmerkelijk beter voor staat dan voorheen. Dat zit hem vooral in de fundamenten. De bedrijfsvoering is aanmerkelijk verbeterd, de organisatie vereenvoudigd en het onderwijs aangepast aan de buitenwereld en de standaarden van deze tijd. En sinds kort is er een huisvesting met een bepaald professionele en uitnodigende uitstraling. Het Loket is met het STIP (studenten informatiepunt) gestart in het Atrium van de nieuwe concernlocatie per augustus 2010. Alle studenten administraties en de examenadministratie zijn samengevoegd op de nieuwe concernlocatie en bereikbaar onder hetzelfde centrale telefoonnummer. Voor korpsen en studenten is één e-mail adres beschikbaar waar zij met hun vragen terecht kunnen. Het is nu tijd voor de volgende stap, waarin korpsen en studenten merkbaar beter en sneller bediend worden. Het beeld dat de IOOV recent schetste wordt door korpsen, studenten en docenten herkend. De volle aandacht moet nu gericht worden op de kwaliteit van (de uitvoering van) het onderwijs, met als resultante het waarmaken van de belofte en een sterk verbeterde reputatie. Het ligt voor het grijpen, als een ieder zijn eigen aandeel daarin onderkent. Deze evaluatie heeft plaatsgevonden op initiatief van het College van Bestuur. Een jaar na de start van de reorganisatie wilde men een beeld hebben van de stand van zaken met betrekking tot het huis op orde en de belofte aan de stakeholders. 6

1.2 Burgers eisen Beter Blauw : de nieuwe koers Ook in 2010 stond De nieuwe koers, Burgers eisen Beter Blauw centraal. Daarbij is het richten gekoppeld aan het strategisch niveau, het inrichten aan het niveau van directeuren en het verrichten aan de uitvoerders, onder andere de hoofden van de scholen. De sturing verloopt volgens het klassieke lijnmodel via drie managementlagen, waarbij onder andere gebruik wordt gemaakt van een aantal instrumenten, zoals de P&C cyclus van plannen, begroten en verantwoorden. Daarnaast vindt proces- en programmasturing plaats. De korpsen hebben ervaren 1 dat de Politieacademie flexibiliseert, herkenbaarder is en beter toegankelijk. Ook wordt meer gekeken naar mogelijkheden om onderwijs op locatie aan te bieden. De korpsen ervaren dat de PA slagen aan het maken is. Dat wordt ook binnen de PA zelf zo ervaren. Tegelijkertijd moet er volcontinu aandacht blijven voor verbetering. Er is in 2010 relatief veel aandacht geweest voor huis op orde, en minder voor echte verbetering van het primair proces. Studenten tonen zich niet onverdeeld tevreden over (de organisatie van) het onderwijs. Ook hebben zij vaak de indruk dat er te weinig wordt gedaan met de feedback die gegeven wordt middels de studenttevredenheidsonderzoeken. De uitkomsten van het rapport van de IOOV werden in de gesprekken met de studenten herkend. De korpsen zien dat er binnen de Politieacademie hard wordt gewerkt om de organisatie te verbeteren. Voorbeelden hiervan zijn de vorming van het 1-loket en de verkorte opleiding. Een volgende stap is in samenspraak met de korpsen nadenken over de gevolgen die deze veranderingen hebben voor de korpsen. Korpsen kunnen nog beter worden meegenomen in en geïnformeerd over de ontwikkelingen, dan wel zaken die al gerealiseerd zijn binnen de Politieacademie. Op dit vlak is de omgevingsbewuste cultuur (zoals verwoord in het reputatieonderzoek) ontwikkelpunt voor de komende jaren. Koers werving & selectie Het proces van Werving en Selectie is, in samenwerking met de korpsen, beschreven en geoptimaliseerd. Onderlinge taakverdeling en werkafspraken zijn helder. De diverse regelingen zijn gesaneerd. Het Kandidaten Volg Systeem is geïmplementeerd en zorgt ervoor dat afspraken eenduidig worden nageleefd. Aandachtspunt is nog wel de sturing op het proces, onderhoud en ontwikkeling. Koers politieonderwijs De Politieacademie werkt steeds meer samen met partners in de veiligheidsketen en in het onderwijs. De samenwerkingsrelaties dragen bij aan de inspirerende leeromgeving die de Politieacademie wil zijn. Het samenwerken is ook gericht op het uitwisselen van kennis en zorgen voor de noodzakelijke, maatschappelijke context voor het politieonderwijs. De Politieacademie introduceerde in 2010 het Virtueel Kantoor voor de Nederlandse politie. Inmiddels maken verschillende strategische beleidsgroepen en expertgroepen gebruik van deze voorziening. In de tweede helft van 2010 is via drie ontwikkellijnen verder gewerkt aan de virtuele academie: Digitale ondersteuning van het onderwijs; het leermiddelenportaal, de Profchecks, Behrloo, etc. De wijze waarop dit in het verleden is gerealiseerd, maakt echter wenselijk en mogelijk dat de verschillende applicaties en functionaliteiten in een betere samenhang aangeboden worden aan de gebruiker. Digitalisering en onderwijs (o.a. ontwikkeling minor Internationalisering door School voor Hogere Politiekunde i.s.m. Open Universiteit, e-learning module FINEC, verkennen mogelijkheden simulaties door School voor Handhaving, etc.). Borging van e-learning ; een fundamentele aanpak van de implementatie en borging. Met de Virtuele Academie komt de Politieacademie tegemoet aan de wensen van de korpsen. Er hoeft minder gereisd te worden, en de virtuele academie past uitstekend in het concept van een leven lang leren. Digitaal en op afstand zal het eenvoudiger worden mensen continue bij te scholen en kennis up to date te houden. Een belangrijk resultaat van 2010, is dat het onderwijsaanbod is geflexibiliseerd. De opleiding allround politiemedewerker is per 1 augustus 2010 verkort van vier naar drie jaar. Korpsen en studenten zijn positief over de verkorting van de opleiding naar 3 jaar. Er is geluisterd naar kritiek uit het veld. 1 Zie onderzoek KBP Evaluatie Reorganisatie Politieacademie, juli 2010 7

Daarnaast is de reductie van het aantal proeven ingezet. Een indicatie is dat de inhuur van freelance examinatoren financieel dekkend is geworden. Wel moet aangetekend worden dat minder studenten ook minder proeven opleverden, waarmee sprake is van een licht vervuilend effect. De inhuur van externe examinatoren was 5% lager dan in 2009 (in 2009 6,2 mln. en naar schatting in 2010 5,9 mln). De verwachting bestaat dat de curriculumontwikkeling leidt tot vereenvoudiging van het onderwijs, waarna het aantal proeven nog verder gereduceerd kan worden. Met het oog op sterker blauw is in 2010 is begonnen met het opzetten van een derde leerlijn: kortweg de derde weg. Doelgroep is de zittende medewerkers (met name de agenten in de BPZ en noodhulp) die reeds een opleiding op eerste (en mogelijk ook tweede) weg hebben gehad. Focus dus op executieve medewerkers: het opzetten van een cluster opleidingen voor bij- en herscholing van zittend (executief) politiepersoneel, zo mogelijk op locatie. Concreet betekent dit dat vooral door de scholen voor initieel politieonderwijs en de School voor Handhaving (programmalijn handhaving) onderwijs wordt ontwikkeld om het zittende executieve personeel van korpsen te professionaliseren. Thema's die hierbij mogelijk aan de orde zijn, zijn bejegening, professionele weerbaarheid, informatiegestuurde politie, kwaliteit processen-verbaal, multiculturele samenleving en andere thema's. Het onderwijs moet substantieel zijn, waarbij de uitvoering met de korpsen samen kan plaatsvinden. Het onderwijs wordt desgewenst op locatie gehouden; de planning gebeurt in samenspraak met de afnemer. Ook het verder ontwikkelen en ter beschikking stellen van profchecks ligt in de rede. De kosten voor ontwikkeling en uitvoering binnen de Politieacademie komen tot nadere orde voor rekening van het sterktebudget en eventueel het loopbaanbudget. Bij positieve waardering in 2011 wordt bezien of deze nieuwe opleidingen in de toekomst kunnen worden opgenomen in het samenhangend stelsel, rekening houdend met geldende regels en inspraak. Koers Onderzoek, Kennis & Ontwikkeling Het afgelopen jaar is in nauw overleg met de departementen van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Veiligheid en Justitie geïnvesteerd in het leggen van een basis voor de inrichting van de kennisinfrastructuur voor de Nederlandse politie inclusief de positionering van de Politieacademie daarbinnen. Deze infrastructuur is van groot belang voor de doorontwikkeling van het vak en het vakmanschap. Een verder initiatief in het kader van de verankering van de kennisfunctie betreft de strategische samenwerking met het Nederlands Politie Instituut en met de dienst IPOL van het KLPD. Met name met het NPI wordt samengewerkt bij het vormgeven en invullen van een kennis-strategie die aansluit op de strategische agenda van de RKC. Ook op het terrein van de strategische ontwikkelfunctie van de Politieacademie zijn majeure stappen gezet. Niet alleen is deze in Burgers eisen beter Blauw aangekondigde functie operationeel geworden. De ontwikkelfunctie heeft een aantal strategisch belangrijke bijdragen kunnen leveren onder andere via het rapport Sleuren of Sturen, snelle kennismobilisaties en de betrokkenheid bij projecten rond het versterken van presterend vermogen van de politie, het gezag en de positionering. In een samenleving die steeds sterker laat gelden in de vorm van netwerken is het van groot belang daarin actief te participeren en daarvoor voorzieningen te bieden. Het beleid is erop gericht dit proces te versterken. Binnen de Politieacademie is merkbaar dat de wil bij het College van Bestuur en de Directie aanwezig is om meer verbinding aan te brengen tussen onderwijs en onderzoek. Er wordt nadrukkelijker op gestuurd / het is onderwerp van gesprek. De nieuwe structuur met domeingroepen en academische vakgroepen zorgt ervoor dat de lijn en docenten meer betrokken zijn. Ook wordt meer rechtstreeks in gesprek gegaan met docenten. Het is makkelijker om dwarsverbanden tussen scholen te leggen. Koers beheer en bedrijfsvoering: Huis op orde Tot enkele jaren geleden lag de focus van de Politieacademie met name op de ontwikkeling (van de organisatie) van het primaire proces (creëren van het duale stelsel, aansluiting bij het regulier onderwijs, ontwikkelen van de kennispoot, etc.). In De nieuwe koers wordt nu ook een zwaar accent gelegd op het verbeteren van de bedrijfsvoering en de oriëntatie op 8

stakeholders. De Politieacademie geeft met het Bedrijfsplan 2009-2012 ook gevolg aan de constateringen van de visitatiecommissie (juni 2008), die zowel aandacht vroeg voor een inhaalslag op het gebied van de bedrijfsvoering als voor de kwaliteit en flexibiliteit van de opleidingen. De PA richt zich op haar kerntaken. In het contractonderwijs is gesaneerd. Activiteiten die niet politiespecifiek waren, zijn afgestoten, met uitzondering van langlopende contracten. Vragen van de korpsen voor trainingen en specials worden nu binnen de verschillende scholen opgepakt. De criteria hiervoor zijn binnen de scholen helder. Korpsen ervaren dat het standaardaanbod goed verloopt. Bij aanvragen voor contractonderwijs ervaren zij dat de Politieacademie soms nog onvoldoende alert reageert. De sturing vanuit het College van Bestuur wordt binnen de PA breed gevoeld. Leidinggevenden en medewerkers ervaren een strakke sturing op de doelstellingen in de reorganisatie en met name op de bedrijfsvoeringaspecten. De P&C-cyclus wordt steeds verder verbeterd. De afdeling Control ondersteunt hierin zichtbaar beter dan voorheen. Leidinggevenden beschikken steeds meer over betere en meer betrouwbare sturingsinformatie. De managementrapportages ondersteunen de aandacht voor en het belang van een goede bedrijfsvoering. 1.3 Samenwerkingspartners De samenwerkingspartners als hier beschreven, zijn niet de korpsen of de politiebranche als geheel, maar de partners die een verwante opleidings- of kennistaak hebben als de Politieacademie, waardoor samenwerking meerwaarde heeft. De afgelopen jaren is het aantal strategische samenwerkingsrelaties van de academie (vaak in de vorm van een samenwerkingsovereenkomst of een intentieverklaring) groter geworden. Dit weerspiegelt de voortgaande verbreding van het veiligheidsdomein en de verdergaande vermaatschappelijking van de politie. Hieronder een uitsnede daarvan, mede op basis van ontwikkelingen in 2009. Regulier onderwijs: ROC s, Hogescholen en Universiteiten Met de invoering van het (post)initieel onderwijs zijn meerdere ROC s en hogescholen bij de uitvoering van het initieel onderwijs betrokken geraakt. Vervolgens is, met de invulling van de kennisfunctie, het netwerk binnen het reguliere onderwijs ook verbreed naar universiteiten c.q. onderzoeksinstellingen als Clingendael en TNO. Ook binnen de kennisfunctie zijn samenwerkingsverbanden aangegaan in de vorm van gezamenlijke lectoraten op het gebied van Forensische Opsporing en Cybersafety. NCOI In 2010 is een aanvang gemaakt om samenwerkingsdoelstellingen met NCOI op gebied van de OLL vast te stellen. Met deze samenwerking krijgt het OLL-diploma in de nabije toekomst erkenning binnen reguliere hbo bacheloropleidingen. Additionele winst is dat met deze samenwerking de Politieacademie, via de School voor Politieleiderschap, ervaring op kan doen met het (deeltijd)leren op afstand. Koninklijke Marechaussee Sinds 2004 werkt de Politieacademie nauw samen met de Koninklijke Marechaussee (KMar). De medewerkers van de KMar nemen deel aan politieonderwijs en politiemedewerkers maken gebruik van het onderwijs bij het Landelijk Opleidings- en Kenniscentrum KMar (LOKKMar). De Politieacademie en de KMar werken vooral heel concreet samen bij de uitvoering van onderdelen van het postinitieel onderwijs op de diverse domeinen (recherche, gevaarsbeheersing). Voorbeelden van politieonderwijs waaraan medewerkers van de KMar deelnemen, zijn opleidingen op het gebied van zeden, vuurwapens, financieel rechercheren, algemene recherche en verdovende middelen. Voorbeelden van KMar-onderwijs waaraan politiefunctionarissen deelnemen, zijn cursussen op het terrein van documenten, grensbewaking en vreemdelingentoezicht. Doelstelling is om het onderwijs betreffende recherche, drugs en zeden exclusief bij de Politieacademie te laten plaatsvinden en het onderwijs op het gebied van documenten, grensbewaking en vreemdelingenrecht exclusief bij de KMar te beleggen. Ook gevaarsbeheersing is een domein waarop de academie en de KMar samenwerken. De KMar en de Politieacademie wisselen bestaande kennis uit op het gebied van internationale politiemissies, terreurbestrijding, grootschalig optreden, opsporing, documenten en explosieven. Dit gebeurt door docentenuitwisseling, gezamenlijke themadagen en conferenties, via PKN, etc. Dit alles is eerder (2008) samengebracht en herbevestigd in een raamovereenkomst, waarin ook praktische afspraken zijn gemaakt over de onderlinge verrekening van de inzet van mensen en 9

middelen bij de verschillende vormen van samenwerking. Nederlands Forensisch Instituut, Hogeschool en Universiteit van Amsterdam De Politieacademie, het Nederlands Forensisch Instituut (NFI), de Hogeschool en de Universiteit van Amsterdam werkten op het gebied van forensische kennis (en opleidingen) veelal al op bilaterale basis samen. Verdergaande samenwerking kan een belangrijke meerwaarde opleveren en een bijdrage leveren aan de opsporing en vervolging, door te voorzien in de grote vraag naar forensischtechnische specialisten. Partijen voeren een convenant uit, onder andere gericht op de totstandkoming van een vooraanstaand expertisecentrum op het gebied van forensische wetenschappen. Ook sluiten de opleidingen op elkaar aan: de bacheloropleiding Forensisch Onderzoek (Hogeschool van Amsterdam) geeft bijvoorbeeld toegang tot de masteropleiding Forensisch Technisch Recherchekundige van de Politieacademie. Nederlands Instituut voor Fysieke Veiligheid & Nederlandse Defensie Academie In 2007 sloten de Nederlandse Defensie Academie (NLDA), het Nederlands Instituut voor Fysieke Veiligheid (NIFV) en de Politieacademie een convenant over onderlinge samenwerking in opleiden, kennis genereren, en (multidisciplinair) oefenen. Dit convenant is de basis geweest voor de ontwikkeling van een Contourenplan CENS 2 : Center of Excellence for National Safety and Security, een landelijke infrastructuur voor multidisciplinair opleiden, trainen en (met name) oefenen. CENS 2 beoogt de kwaliteit van multidisciplinair opleiden en oefenen te verhogen en daarmee de nationale veiligheid. Het plan sluit aan bij de beleidsvoornemens van het Rijk, zoals onder meer verwoord in de BZK-nota Strategie Nationale Veiligheid en het werkprogramma 2007-2008. De vorming van Veiligheidsregio s stimuleert naar verwachting de multidisciplinaire samenwerking (politie brandweer GHOR defensie). De behoefte aan het houden van multidisciplinaire oefeningen zal daarmee groeien. In het najaar heeft de Politieacademie als penvoerder namens NDLA, NIFV en LOKKmar een voorstel ingediend bij het ministerie van V&J voor een haalbaarheidsonderzoek voor de Virtuele Veiligheids Academie. Dit voorstel is door het departement gehonoreerd en daarmee is een nieuwe loot aan de samenwerkingsverband toegevoegd. In dit verband moet ook het samenwerkingslectoraat Crisisbeheersing te worden genoemd dat samen met het NIFV is ingesteld. Veiligheidsplatform kennisinstellingen Op initiatief van Politieacademie, het NIFV en de HBO-raad is in het kader van integrale veiligheidszorg destijds het Veiligheidsplatform Kennisinstellingen opgestart, een bestuurlijk platform van waaruit een of meer deelnemers waar mogelijk bilaterale afspraken over onderlinge samenwerking maken en uitvoeren. Dit platform is actief. Begin 2008 is besloten om met het Veiligheidsplatform - met daarin onder meer het NIFV, de SSR (Stichting Studiecentrum Rechtspleging), het CCV (Centrum Criminaliteitspreventie Veiligheid) en de HBO-raad - verder te gaan als periodiek overleg tussen de bestuurders van de betrokken instellingen. De ervaring leert dat het platform voor dat doel, als licht bestuurlijk netwerk, het beste functioneert en minder geschikt is om met álle deelnemende instituten collectieve initiatieven te ontplooien. Politiemuseum In 2008 heeft het CvB de bestuurlijke uitgangspunten met betrekking tot de betekenis van de politiegeschiedenis voor de ontwikkeling van politieprofessionaliteit - en daarmee voor het politieonderwijs en voor onderzoek - bevestigd. De samenwerking tussen Politieacademie en Politiemuseum vindt in dat licht plaats, bijvoorbeeld bij de collectievorming en de ontsluiting van historische bronnen en bij de ontwikkeling van leermiddelen op het gebied van politiegeschiedenis. Ook zijn de mogelijkheden uitgewerkt om de collectie- en archieffunctie ten aanzien van de politiegeschiedenis op de nieuwe concernlocatie te vestigen. Het gaat hier vooral om opslagruimte. 10

HOOFDSTUK 2 Werving & Selectie 2.1 Werving De Politieacademie heeft tot taak de personeelsvoorziening van de politie te ondersteunen door de landelijke werving van aankomende politiemedewerkers. De Politieacademie doet dat door de uitvoering van landelijke arbeidsmarktcampagnes van en voor de politie, zoals de nieuwe campagne Goed dat je er bent die in 2009 is gelanceerd. Verder verwerkt de Politieacademie sollicitaties van belangstellenden voor een functie bij de politie en beantwoordt ze hun vragen. De Politieacademie ondersteunt, als landelijke organisatie, alle korpsen in Nederland bij de werving van personeel en, in bredere zin, bij de vervulling van hun kwantitatieve en kwalitatieve personeelsbehoefte. De politie is in 2010 in de categorie hoger opgeleiden opnieuw uitgeroepen tot de meest favoriete werkgever in de non-profit sector. In 2009 is binnen de Afdeling Werving het Landelijk Contactcenter van start gegaan, het resultaat van de samenwerking tussen de korpsen op het gebied van werving & (voor)selectie, in de vorm van hun gezamenlijke uitbesteding van de voorselectie aan de Politieacademie. De samenwerking tussen korpsen bij de werving en (voor)selectie is één van de landelijke samenwerkingsafspraken politie vanuit de Business Case W&S. Het uiteindelijke doel van de afspraken op dit punt is dat de politie zich eenduidig als werkgever presenteert op de arbeidsmarkt, met kortere doorlooptijden voor de werving en selectie, tegen lagere kosten en met uniforme standaarden. De start van het Landelijk Contactcenter was de eerste belangrijke stap in de invoering van één landelijk uniform proces van werven (en selecteren). Het in 2010 ingevoerde Kandidaatvolgsysteem ondersteunt de korpsen en de Politieacademie daarbij en was de laatste stap in het proces van standaardisering. In 2010 heeft de monitoring en beheersing van het proces speciale aandacht gehad. Alle belangstellenden voor een functie bij de politie komen via kombijdepolitie.nl (landelijke recruitmentsite van de Nederlandse Politie) in eerste instantie bij het Contactcenter terecht in plaats van bij alle korpsen afzonderlijk. Het Contactcenter is het centrale loket van de politie waar aanmeldingen voor sollicitaties en voorlichtingsbijeenkomsten binnenkomen en worden verwerkt. Het Contactcenter beantwoordt alle vragen van belangstellenden en sollicitanten. Wervingsactiviteiten en campagnes gaan vooraf aan de selectie van kandidaten op hun geschiktheid voor de uitoefening van het politievak (zie hoofdstuk 3). In 2010 zijn op het gebied van werving de volgende resultaten geboekt: aantal bezoekers van de recruitmentsite kombijdepolitie.nl : 1.616.551 (waarvan 1.282.673 uniek) aantal sollicitaties : 23.071 waarvan toegewezen aan de korpsen : 14.229 van de toegewezen sollicitaties was 29% vrouw en 22% van niet-westerse, allochtone, herkomst. Een toegewezen sollicitant is een sollicitant die voldoet aan de vaste wettelijke minimumeisen (t.a.v. opleidingsniveau en leeftijd) en die is toegewezen aan een korps - waarna hij wordt geselecteerd. Resultaten werving 2007 2008 2009 2010 Aantal potentials [1] 14.795 16.864 23.071 Aantal toegewezen sollicitanten [2] (vanaf 2009) 12.061 14.229 Aantal unieke bezoekers van de wervingssite www.kombijdepolitie.nl 923.940 645.231 774.407 1.282.673 [1] Potentials = belangstellenden die aan de landelijke aanstellingsnormen voldoen. [2] Sollicitant getoetst aan de wettelijke eisen (minimaal opleidingsniveau en leeftijd) en na positieve toetsing toegewezen aan korps. Verder is in 2010: een vijftal publieksacties ingezet om de politie als werkgever te positioneren, waaronder een publieksactie rondom Sail Amsterdam. ruim 70 keer de Beroepsoriëntatie bijeenkomst Politie (BOP) georganiseerd in het kader van Employer Branding social media ingezet, als Hyves, Youtube en Marokko.nl 11

een viertal onderzoeken uitgevoerd naar potentiële wervingsdoelgroepen: Aziaten, homo s, beïnvloeders en vrijwilligers. een usabilityonderzoek uitgevoerd naar de gebruiksvriendelijkheid van de website kombijdepolitie.nl. 2.2 Selectie De Politieacademie selecteert kandidaten voor een baan bij de politie op hun geschiktheid voor de uitoefening van het politievak en brengt daarover aan de korpsen (selectie-)adviezen uit, waarop de korpsen hun besluit tot aanstelling van de betreffende kandidaat kunnen baseren. De nieuwe politiefunctionaris stroomt vervolgens bij de Politieacademie in als student. Aantal reguliere selecties 2006 2007 2008 2009 2010 Aantal 5.416 5.104 4.998 5.387 5.015 Het aantal kandidaten voor een reguliere selectie in 2010 bedroeg 5.015 (2009: 5.387). Van deze selecties waren er 4.740 voor het niveau 2-4 en 283 voor het niveau bachelor en master. De korpsen hebben de aangeboden capaciteit niet volledig benut. Dit werd grotendeels veroorzaakt door de voorselectie die het merendeel van de korpsen in eigen beheer uitvoert. Het aantal kandidaten dat bij speciale projecten werd behandeld bedroeg 1.978 (2009: 4.982). Dit betreft speciale trajecten zoals persoonsbeveiligers, recherchekundigen, grensbewakers en arrestantenverzorgers. 12

HOOFDSTUK 3 Onderwijs 3.1 Inleiding De Politieacademie verzorgt initieel en postinitieel Politieonderwijs. Het initieel onderwijs bereidt aspiranten voor op de algemene uitoefening van het politievak op vijf niveaus. De vijf niveaus van het initieel politieonderwijs komen overeen met de niveaus van het reguliere beroepsonderwijs (MBO) en het hoger onderwijs (HBO en WO): - Assistent Politiemedewerker (MBO-kwalificatieniveau 2, studieduur 1,5 jaar); - Politiemedewerker (MBO-kwalificatieniveau 3, studieduur 3 jaar); - Allround Politiemedewerker (MBO-kwalificatieniveau 4, studieduur 4 jaar); - Politiekundige bachelor (HBO-kwalificatieniveau 5, studieduur 4 jaar); - Politiekundige master (HBO/WO-kwalificatieniveau 6, studieduur 1 jaar na de Bachelor). Studenten die initieel politieonderwijs volgen zijn aspiranten: beginnende beroepsbeoefenaren, die al tijdens hun studie in dienst zijn van een korps. Postinitieel onderwijs sluit aan op het initieel onderwijs en bereidt zittende politiemedewerkers voor op de uitoefening van leidinggevende en specialistische politietaken op de domeinen van het politievak. Het postinitieel onderwijs is opgebouwd uit meerjarige leergangen. De leergangen hebben een algemeen deel en één of meer afstudeerrichtingen. Leergangen zijn op hun beurt opgebouwd uit kernopgaven, die studenten ook veelal afzonderlijk volgen. Een aparte categorie kernopgaven zijn de functiegerichte applicaties. Dit betreft onderwijs dat heel specifiek is gericht op het verwerven van een bekwaamheid/ bevoegdheid voor bepaalde, bij wet, voorbehouden politiehandelingen. Het politieonderwijs, initieel en postinitieel, heeft een aantal basiskenmerken: het is duaal van opzet: de student leert afwisselend op de academie en op zijn werk in het korps; het is competentiegericht: het gaat uit van kernopgaven, die vragen om bepaalde competenties; het is contextgebonden: het is verbonden met de concrete politiepraktijk; het is gebaseerd op beroepsprofielen, gevalideerd door de politiepraktijk en vastgesteld door de minister. 3.2 Initieel onderwijs Instroom Hieronder een overzicht van de ontwikkeling van de instroom in het initieel onderwijs in de jaren 2005-2010 per opleidingsniveau. Instroom per niveau 2005 2006 2007 2008 2009 2010 Assistent Politiemedewerker 354 339 185 167 162 244 Politiemedewerker 669 1.054 1.395 1.069 856 592 Allround Politiemedewerker 757 852 919 1.026 791 545 Politiekundige bachelor 48 129 300 303 247 199 Politiekundige Master 8 3 29 6 18 0* Vrijwillige Politie 182 140 133 35 140 61 Totaal 2.018 2.517 2.517 2.606 2.214 1.641 De opleiding Politiekundige Master (*) is in 2010 niet aangeboden. Na 2007 is de totale jaarlijkse instroom reeds afgenomen, en in 2010 is deze afname veruit het grootst, toe te schrijven aan de financiële situatie bij de korpsen. Deze afname is relatief en absoluut het grootst bij de opleidingen tot (allround) politiemedewerker. 13

Het aantal op te leiden studenten houdt verband met de sterktedoelstelling voor de politie. De minister van BZK bekostigt het initieel politieonderwijs met een sterktebudget. Daarnaast bekostigt de minister de initiële opleiding van zittende medewerkers van politiemedewerkers, die doorstromen van bijvoorbeeld een administratieve naar een executieve functie bij de politie. Ten derde nemen korpsen tegen betaling initieel onderwijs af (contractonderwijs). De instroom in 2010 is als volgt bekostigd: Instroom per bekostigingsvorm Begroting Realisatie Verschil Bekostigd instroom 1.220 1.147-73 Bekostigd doorstroom 305 352 47 Contractonderwijs 120 142 22 Totaal 1.645 1.641-4 Ook na de verlengde inschrijvingstermijn bleken de aanvragen van de korpsen voor de initiële opleidingsplaatsen in 2010 sterk achter te blijven. De korpsen geven aan dat hun financiële situatie hiervoor de belangrijkste reden is. In de instroomaantallen zijn meegenomen 127 zij-instromende studenten die een toeleidingstraject volgen voor de (postinitiële opleiding) Recherchekundige Master, in het kader van het programma Opsporing en Vervolging (VOV). Door- en uitstroom Het aantal ingestroomde studenten dat uiteindelijk hun diploma behaalt, is licht gedaald. Het numerieke rendement steeg van ca. 80% van de cohorten 2002-2004 naar gemiddeld zo n 82,5% in de latere jaren. Anders gezegd: het gemiddelde uitvalpercentage bedroeg in 2010 zo n 19,5%: een licht stijgende tendens. Bij de groep vrijwillige politie ligt het percentage geslaagden op 55%. De gemiddelde studieduur van de geslaagden is bij de meeste opleidingsniveaus iets korter dan de nominale studieduur; voor de politiekundige bachelors zelfs flink korter, namelijk 3 jaar in plaats van 4 jaar. Dit is het effect van de verkorte onderwijstrajecten en het vrijstellingenbeleid. Daar staat tegenover dat de gemiddelde uitvaller relatief laat de initiële opleiding verlaat, gemiddeld pas in de tweede helft van de studie. Uitval Uitstroom met diploma Assistent politiemedewerker 31 146 Politiemedewerker 178 1.038 Allround politiemedewerker 148 745 Politiekundige bachelor 5 195 Politiekundige master 0 0 Vrijwillige Politie 36 44 Totaal 398 2.168 Van de bovenstaande uitval is 127 onvrijwillig, en 271 vrijwillig. 3.3 Postinitieel onderwijs Het postinitieel onderwijs sluit aan op het initieel onderwijs en bereidt zittende politiemedewerkers voor op de uitoefening van leidinggevende en specialistische politietaken op de volgende domeinen van het politievak: - recherche; - gevaarsbeheersing; - verkeer & milieu; - leiderschap (op operationeel, tactisch en strategisch niveau). Aan het begin van dit hoofdstuk is de opbouw van het postinitieel onderwijs al toegelicht. In onderstaand overzicht is het aantal studenten vermeld, dat heeft deelgenomen aan kernopgaven en leergangen binnen de verschillende domeinen. De aantallen studenten zijn in minderheid de studenten per leergang en in meerderheid de aantallen studenten per kernopgave. 14

Aantal studenten per domein 2005 2006 2007 2008 2009 2010 Leiderschap 1.356 382 871 3.604 4.958 2.994 Verkeer & Milieu 628 1.109 846 929 5.821 5.468 Gevaarsbeheersing 960 1.015 1.465 1.523 4.822 5.733 Recherche & Vreemdelingentoezicht 1.474 2.691 3.145 4.023 5.593 5.674 Totaal 4.418 5.197 6.327 10.079 21.194 19.869 Door de integratie van de contractactiviteiten in het postinitiële onderwijs naar aanleiding van de reorganisatie in 2009, zijn de aantallen studenten van 2010 enkel te vergelijken met die van 2009, en niet met voorgaande jaren. Dit aantal (2009 en 2010) betreft veel trainingen en specials, kortlopend, met veel studenten. Opvallend is de forse afname van contractactiviteiten op gebied van leiderschap. Hier ligt een relatie naar de verslechterde financiële situatie in de korpsen. Net als bij het initieel onderwijs geven de korpsen ruim van te voren aan hoeveel opleidingsplaatsen zij het daaropvolgende jaar af zullen gaan nemen. Jaarlijks stelt de minister van BZK een loopbaanbudget ter beschikking voor postinitieel onderwijs. Dat budget wordt vertaald in aantallen opleidingsplaatsen postinitieel onderwijs, te verdelen onder de korpsen. De korpsen schrijven op basis hiervan medewerkers in voor het postinitieel onderwijs. Voor zover de korpsen meer vraag hebben naar postinitieel onderwijs dan het loopbaanbudget van de minister toelaat, betalen zij dat zelf ( contractonderwijs ). Tijdens het jaar worden onvermijdelijk opleidingen geannuleerd. Onderstaand overzicht bevat de aantallen ingeschreven en geannuleerde opleidingsplaatsen per bekostigingsvorm. Het annuleringspercentage wordt mede bepaald door het samenvoegen van groepen studenten en door onderlinge overname van opleidingsplaatsen door korpsen, na annulering. Ook zijn er conform de zgn. samenspelregels verschuivingen geweest van contractplaatsen naar bekostigde plaatsen. Voor de volledigheid zijn tussen haakjes de gegevens over 2009 aangegeven. Inschrijvingen Ingevuld Annulering % annulering Taakonderwijs 4694 (6.560) 3683 (5288) 1.013 (1.272) 21% (19%) Contractonderwijs 18.178 (18.039) 15.564 (14904) 2.594 (3.135) 17% (17%) VOV onderwijs 676 (1.096) 622 (1.002) 54 (94) 8%(9%) Totaal 23.548 (25.695) 19.869 (21.194) 3.661 (4.501) 15%(18%) Qua zuivere productie is er op het gebied van taakonderwijs in 2010 wat minder uitgevoerd dan in 2009. Daarentegen is uitvoering van contractonderwijs iets gestegen. De korpsen hebben hun virtuele budget vergelijkbaar benut met 2009; er is nog steeds een groot aantal annuleringen en ook een onveranderd hoog deel van het loopbaanbudget is uiteindelijk niet benut (6.108.000 euro). Deze onderbenutting door annuleringen gaf de Politieacademie nauwelijks kansen om capaciteit te herbenutten c.q. financiën anders te verdelen. 3.4 Examinering en EVC s Examinering Studenten leggen ter afsluiting van onderdelen van het initiële en postinitiële onderwijs (kernopgaven) proeven van bekwaamheid (examens) af. De afname van examens gebeurt onafhankelijk van de uitvoering van het onderwijs door het Bureau Examinering van de Politieacademie. Aantal examens 2005 2006 2007 2008 2009 2010 Aantal 41.834 52.530 53.676 56.583 56.775 50.715 Beroepscommissie examens De Politieacademie kent een onafhankelijke Commissie van Beroep voor de Examens, op basis van 15

de wet op het Politieonderwijs, waar studenten beroep kunnen aantekenen tegen de uitslag van examens. Hieronder een overzicht van de aantallen door de commissie behandelde beroepschriften. Uitspraak 2008 2009 2010 Niet ontvankelijk 29 10 18 Ongegrond 438 411 332 Gegrond met vernietigend besluit 203 128 97 Gegrond met herkansing 113 106 110 Totaal 783 655 557 Het aantal beroepschriften is afgenomen. Afgaande op de cijfers, is met name bij de kernopgaven van het initieel onderwijs, de kwaliteit van de examinering verbeterd. De uitspraken van de commissie waren als volgt: Uitspraak Opleiding/leergang Gegrond met vernietiging Gegrond herkansing Ongegrond 2008 2009 2010 2008 2009 2010 2008 2009 2010 Initieel 163 108 74 79 81 88 333 334 260 Postinitieel 29 18 17 12 20 16 49 66 31 Divers en overige 11 2 6 4 5 6 13 2 41 Totaal 203 128 97 113 106 110 438 441 332 Ongegrond verklaring betekent, dat de commissie het genomen besluit (vaststelling examenresultaat) in stand laat. Gegrond verklaring betekent dat een nieuw besluit genomen moet worden met inachtneming van de uitspraak van de commissie. Gegrond verklaring met een recht op herkansing betekent praktisch dat de student recht heeft op een herkansing, zonder dat er sprake is van een gemiste examenkans. EVC s Dat het politieonderwijs competentiegericht is, houdt ook in dat rekening wordt gehouden met de competenties die de student eerder verworven heeft, door opleiding, werkervaring of op een andere manier. De erkenning van verworven competenties (EVC) leidt tot vrijstellingen van examenonderdelen of proeven van bekwaamheid en leidt tot vermindering van de studiebelasting en veelal tot verkorting van de totale studieduur. Aantal EVC procedures 2006 2007 2008 2009 2010 Initieel 490 723 610 252 274 Postinitieel 376 612 642 454 465 Totaal 866 1335 1252 706 739 * (nog) niet opsplitsbaar wegens transitiefase NOAS 3.5 Kwaliteitszorg onderwijs De Politieacademie heeft een aantal onderzoeksinstrumenten voor het meten van de kwaliteit van en de tevredenheid over het onderwijs. De opzet, doelgroep en frequentie van deze onderzoeken is afhankelijk van de opzet van het onderwijs. Initieel onderwijs; School voor Politiekunde en School voor Hogere Politiekunde De StudentTevredenheidsMeter (STEM) geeft inzicht in de waardering van studenten van de initiële opleidingen voor verschillende aspecten van het onderwijs. In onderstaande tabel zijn het gemiddelde rapportcijfer voor de opleiding en de totaalindruk weergegeven in vergelijking tot 2008. De totaalindruk bestaat uit de gemiddelde score van de antwoorden op drie vragen, namelijk de mate waarin de student de opleiding zou aanraden aan iemand, waarin de opleiding voldoet aan de verwachtingen en waarin de student trots is op de politieopleiding die hij volgt. 16

Rapportcijfer 2 Totaalindruk 3 2008 2010 2008 2010 Initieel onderwijs 6,4 6,6 3,3 3,5 Assistent politiemedewerker 6,8 6,8 3,4 3,6 Politiemedewerker 6,6 6,8 3,4 3,7 Allround politiemedewerker 6,2 6,3 3,1 3,3 Politiekundige bachelor 6,9 6,7 3,6 3,6 Politiekundige master 6,4 * 3,3 * Voortraject Recherchekundige master 6,7 6,7 3,8 3,7 * Hier was een te lage respons om te rapporteren. In de kwartielevaluatie worden studenten elke drie maanden gevraagd naar de mate van waardering en tevredenheid over de in die periode gevolde kernopgaven. Onderstaande tabel laat de gemiddelde tevredenheid zien van studenten binnen de School voor Politiekunde over de gevolgde kernopgaven in kwartiel 1, weergegeven in een gemiddeld rapportcijfer en vergeleken met 2009. Kwartiel 1 2009 2010 januari april juli Oktober Januari april juli oktober Assistent politiemedewerker * 7,3 7,8 7,6 7,5 7,7 7,6 7,5 Politiemedewerker 7,4 7,5 7,6 7,3 7,8 7,3 7,4 7,4 Allround politiemedewerker 7,2 7,1 7,2 7,2 7,2 7,3 7,6 7,1 * Hier is geen evaluatie uitgevoerd. Onderstaande tabel laat de gemiddelde tevredenheid zien van studenten binnen de School voor Hogere Politiekunde over alle gevolgde kernopgaven in een instituutskwartiel, weergegeven in een gemiddeld rapportcijfer en vergeleken met de resultaten van 2009. De evaluaties eerder in 2009 werden op een andere, onvergelijkbare, manier geanalyseerd. In april 2010 is geen evaluatie uitgevoerd. 2009 2010 Alle kernopgaven oktober januari juli oktober Bachelor/Master 7,0 6,9 6,4 7,1 Postinitieel onderwijs De tevredenheid van studenten over de gevolgde kernopgaven binnen het postinitieel onderwijs per school is in de volgende tabel te zien, uitgesplitst in een gemiddelde score 4 op een aantal aspecten en een gemiddeld rapportcijfer. De resultaten zijn vergeleken met die van 2009. 2009 2010 Gem. score Rapportcijfer Gem. score Rapportcijfer School voor Gevaar- en Crisisbeheersing 4,2 8,0 4,2 8,0 School voor Politieleiderschap 3,9 7,2 4,0 7,4 School voor Recherche 3,8 7,2 3,9 7,4 School voor Handhaving 4,2 7,9 3,8 7,0 2 Gemeten op een schaal van 1 t/m 10. 3 Gemeten op een schaal van 1 (helemaal mee oneens) t/m 5 (helemaal mee eens). 4 Gemeten op een schaal van 1 (helemaal mee oneens) tot 5 (helemaal mee eens). 17

Examenopdrachten De proeven van bekwaamheid (examenopdrachten) worden periodiek geëvalueerd. De volgende tabel geeft de gemiddelde waardering van de proeven weer, gemeten bij de School voor Politiekunde na kwartiel 2. In oktober 2009, januari 2010 en april 2010 zijn geen evaluaties afgenomen. Kwartiel 2 5 2009 2010 januari april juli juli oktober Assistent politiemedewerker 4,3 * 4,3 3,8 * Politiemedewerker 4,1 4,1 4,3 3,8 4,1 Allround politiemedewerker 4,1 4,0 4,3 4,1 4,1 * Hier is geen evaluatie uitgevoerd of was een te lage respons om te rapporteren. Onderstaande tabel laat de gemiddelde waardering van alle proeven zien van studenten binnen de School voor Hogere Politiekunde, vergeleken met de laatste afname in 2009. In april 2010 is geen evaluatie afgenomen. 2009 2010 Alle kernopgaven 1 oktober januari juli oktober Bachelor/Master 3,8 3,9 3,8 3,7 De volgende tabel geeft de gemiddelde waardering van de proeven weer, gemeten in het postinitieel onderwijs en vergeleken met 2009 6. 2009 2010 School voor Gevaar- en Crisisbeheersing 4,3 4,3 School voor Politieleiderschap 4,1 4,2 School voor Recherche 4,0 4,0 School voor Handhaving 4,3 4,3 3.6 Verbeterinitiatieven IOOV In de conclusies en aanbevelingen van het IOOV rapport Politieonderwijs op niveau werd in juli 2010 geconstateerd dat er in het Politieonderwijs een grote mate van vrijblijvendheid en een te lage studielast wordt ervaren. De leiding van de School voor Politiekunde (SvP) en de School voor Hogere Politiekunde (SvHP) namen de volgende maatregelen: Binnen de SvP en SvHP wordt er gewerkt met een plan van aanpak. Er zijn 5 maatregelen ingezet. 1) Leeropdrachten worden verplicht miv 6 aug 2010. 2) Alle kernopgaven zullen voor 1 januari 2011 worden aangepast op dekkendheid. 3) Alle examens zijn op 1 juli 2011 aangepast op dekkendheid. 4) De afspraken om tot efficiënter en effectiever onderwijs te komen, mogen alleen worden doorgevoerd indien alle competenties zijn gewaarborgd. 5) De Politieacademie zal er voor zorgen dat het aantal daadwerkelijk gerealiseerde contacturen tussen studenten en docenten omhoog gaat. De ingezette acties verlopen volgens de gestelde tijdlijn. Binnen de SvHP is de aanwezigheidsregistratie geoperationaliseerd, alsmede het verplicht stellen van de leeropdrachten. Het onderzoek naar de dekkingsgraad competenties Proeves - Onderwijs is afgerond. De bevindingen van IOOV zijn prominent opgenomen in de speerpunten en het beleid van het jaarplan 2011-2014. 3.7 Internationalisering In het kader van de internationale samenwerking conformeert de Politieacademie zich aan het landelijk met de ministeries, de politieregio s en de KMar daarover afgesproken beleid. Hierin spelen de geprioriteerde landen (vooral onze Europese buurlanden) de grootste rol. Daarnaast zijn de landen waarmee een Memorandum of Understanding is afgesloten van belang voor de inzet vanuit de 5 Gemeten op een schaal van 1 (helemaal mee oneens) tot 5 (helemaal mee eens). 6 Gemeten op een schaal van 1 (helemaal mee oneens) tot 5 (helemaal mee eens). 18

academie. Ten slotte zijn er de landen waarmee via een project (kortlopende overeenkomst) een verbinding is. Belangstelling vanuit het buitenland voor samenwerking met de Politieacademie wordt altijd getoetst aan de daarvoor bestaande kaders (politiek belang, een politieoperationeel belang of een onderwijsspecifiek belang vanuit de academie). Van groot belang is de samenwerking in CEPOL-verband en de activiteiten in het kader van de samenwerking binnen de AEPC (Association of European Police Colleges). In 2010 hebben in totaal 78 cursisten deelgenomen aan CEPOL trainingen. Dit aantal is een verdubbeling ten opzichte van 2007 bij een gelijk aantal activiteiten. Daarmee is de doelstelling van het werkprogramma Internationaal ruimschoots gehaald. Academiebreed worden er verschillende internationale leeractiviteiten aangeboden voor zowel Nederlandse als internationale doelgroepen. Jaarlijks wordt een verdiepingscursus aangeboden m.b.t. het stelsel van politieonderwijs in Nederland. Deze zogenoemde Meeting the police below sealevel: Education is een voor het buitenland aantrekkelijk product. Voorts organiseert de academie jaarlijks een uitwisselingsprogramma met Frankrijk. In 2010 is voor het eerst een taalcursus Frans georganiseerd met een toespitsing op politiewerk en politieambtenaren. In 2010 is voorts een enorme extra inspanning geleverd met de organisatie van een internationale masterclass voor hogere politieambtenaren afkomstig uit landen waar Nederland een liaison heeft gestationeerd. Doel van deze activiteit is tweeledig. Allereerst het positioneren van de Nederlandse politie liaisons in het buitenland door het aanbieden van een hoogwaardige training. Daarnaast beoogt deze cursus de acceptatie en herkenbaarheid van de Nederlandse (hoge) standaarden van politiewerk uit te dragen althans zichtbaar te maken voor derden. Academiebreed worden er op jaarbasis tussen de 20 en 30 internationale delegaties ontvangen voor kortere of langere werkbezoeken. Daarnaast participeert de Politieacademie in het uitzenden van politiepersoneel in het kader van vredesmissies. Ingevolge een convenant is de academie gehouden om 2 fte s op jaarbasis hiervoor beschikbaar te stellen. Ook deze doelstelling is ruimschoots gehaald. De politieacademie leverde in 2010 1/6 deel van alle politiemensen die door de Nederlandse politie worden uitgezonden. De academiebrede contacten, uitvoering van programma s, deelname aan vergaderingen en selectie van personeel voor de vredesmissies worden door en vanwege de staf Internationaal Politieonderwijs geïnitieerd en gecoördineerd. Naast de academiebrede internationalisering hebben de directies Onderwijs en OK&O ook eigen mogelijkheden om invulling te geven aan internationalisering. Van die mogelijkheden is in 2010 ook weer veel gebruik gemaakt. Iedere school of afdeling heeft eigen internationaliseringprogramma s. Zo springt bij de school voor politieleiderschap het programma "Pearls in Policing" in het oog. In dit prestigieuze programma proberen politieleiders uit de hele wereld antwoorden te vinden op internationale veiligheidsvraagstukken. De beide scholen voor politiekunde hebben in het verslagjaar extra aandacht gegeven aan versterking op het gebied van grensoverschrijdend politie optreden. De school voor recherchekunde vond nieuwe internationale partners in de uitvoering van het onderwijs. Het rijonderricht door middel van het gebruik van simulatoren is onderwijspraktijk in Apeldoorn dat enorme belangstelling trekt uit het buitenland. De school voor crisis en gevaarsbeheersing startte met het ontwikkelen van onderwijs op het gebied van didactiek, maar dan speciaal bedoeld voor mensen die op missie gaan. Instructietaken behoren namelijk tot de hoofdtaken van mensen die op missie gaan. Dit onderwijs is uniek in de voorbereiding van collega's die op missie gaan. Naar verwachting zal dit leiden tot verzoeken uit het buitenland om ook op dit punt samen te werken. Voorts is het internationale stagesysteem herzien. De herziening moet tot gevolg hebben dat de druk die partnerorganisaties in het buitenland ervaren door de grotere aantallen Nederlandse stagiairs verminderd. De directie OK&O heeft in 2010 ook een grote impuls gegeven aan internationalisering. Het politiekennisnet is uitgebreid met internationale literatuur en kennisverwijzingen. Medewerkers van OKO leveren een belangrijke bijdrage aan het functioneren van het kennisnet van de Europese politie academie CEPOL. Voorts leveren lectoren op hun respectievelijke kennisgebieden bijdragen aan de academiebrede programma's op het terrein van internationalisering. OKO participeert daarnaast in projecten (onder andere met Turkije) en internationale netwerken. In 2010 zijn voorbereidingen getroffen om met partnerorganisatie uit Europa deel te nemen aan een internationaal onderzoeksproject dat wordt gefinancierd uit het framework 7 project. Deze subsidiestroom is een Europese subsidie die uitsluitend wordt toegekend aan hoogwaardige onderzoeksvoorstellen. 19

HOOFDSTUK 4 Onderzoek, Kennis & Ontwikkeling 4.1 Inleiding De Politieacademie staat inmiddels op de kaart als landelijk kennisinstituut voor de politie en politieonderwijs. Op strategisch niveau wordt de Politieacademie gevonden voor de visie op bijvoorbeeld opsporing, gebiedsgebonden politie en cybercrime. De Politieacademie wordt herkend maar vooral ook erkend in onze kennis en expertise. Kennis heeft haar plaats verworven binnen de Politieacademie en daarbuiten. De Politieacademie wordt door diverse partijen veelvuldig benaderd om vanuit onze kennis en expertise onze visie te geven op politie-, maatschappelijke en politieke thema s. Niet alleen de Politieacademie als kennisinstituut wordt hiervoor benaderd, maar we zien ook een hele duidelijke ontwikkeling naar de persoonsbenadering. Lectoren krijgen regelmatig persoonlijk het verzoek om hun visie te geven of een rol te spelen bij ontwikkelingen op hun kennisgebied. Ook binnen de Politieacademie zijn de verschillende rollen en functies binnen de academie steeds beter op elkaar afgestemd. In het afgelopen jaar is geïnvesteerd in drie ingrediënten die van groot belang zijn voor de duurzame positionering en verankering van de kennisfunctie. Het eerste ingrediënt is de op komst zijnde beleidsbrief toekomst onderzoek en kennis binnen de politiewereld van het ministerie van Veiligheid & Justitie. De brief zal een nadere uitwerking van de opdracht aan de Politieacademie als kennisinstelling omvatten en ook over de positionering van de kennisfunctie binnen de kennisinfrastructuur van de politie. Onderdeel hiervan is ook het programma Politie & Wetenschap. Hier ligt een voor 2011 een taak om het in 2010 gerealiseerde resultaat verder uit te bouwen. Het tweede ingrediënt wordt gevormd door de met het NPI gemaakte afspraken om de relatie kennis en beleid zondanig te organiseren dat zij elkaar wederzijds versterken. Als derde ingrediënt kan worden genoemd de afspraken die met de dienst IPOL zijn gemaakt over samenwerking en afstemming. Alleen al tegen bovenstaande achtergrond is 2010 een succesvol jaar geweest. Succes betekent ook dat OK&O druk doende is. Er is veel werk en daarmee ook een forse maar prettige werkdruk. Er moeten keuzes worden gemaakt, de schaarste verdelen. Welke verzoeken kunnen worden gehonoreerd en waar moeten geacepteerd worden dat we dingen helaas aan ons voorbij moeten laten gaan? Wat is de kern van onze kennisfunctie? Hoe vullen we onze belangrijkste taken in gegeven de beschikbare capaciteit en middelen? De te maken keuzes worden afgewogen tegen de speerpunten van het College van Bestuur: positionering, presterend vermogen en gezag. Past de vraag duidelijk binnen deze kernpunten? Zo ja dan gaan we er mee aan de slag. Tegen die achtergrond is het niet mogelijk gebleken in 2010 om een vraag over bestuurlijke handhaving op te pakken.. Dat is jammer, maar op dit moment niet te voorkomen. OK&O vindt het belangrijk om met kennisverwerving en ontwikkeling dicht bij het politievak te blijven. Waar is vanuit de korpsen behoefte aan? Vervolgens is het zaak om de opgedane kennis op een toepasbare en structurele manier blijvend laten doorwerken in het onderwijs. De politie moet op alle vlakken (zowel op operationeel als op strategisch niveau) bediend kunnen worden. In die nauwe verbinding met onderwijs en praktijk schuilt onze centrale, unieke positie binnen de kennisinfrastructuur voor de Nederlandse politie. Het landschap waarbinnen de Politieacademie zich beweegt is constant in ontwikkeling. Deze ontwikkelingen volgen elkaar zo snel op dat dit bepaalde risico s met zich meebrengt. Verworven inzichten kunnen in korte tijd wijzigen. Daarbij is het voor OK&O de uitdaging om iedereen binnen de Politieacademie op een goed informatieniveau te houden. Een voorbeeld daarvan is internationalisering. Politiewerk wordt steeds internationaler. Dat geldt niet alleen voor de korpschef die strategische allianties met buitenlandse partijen aangaat, maar vooral ook voor de agent op straat die de wereld in de wijk terugvindt, bijvoorbeeld door een toenemende mobiliteit van burgers en criminelen (mobiel banditisme). In Politie in Ontwikkeling en de Werkgeversvisie wordt expliciet en uitvoerig stil gestaan bij wat in het Blauwboek (publicatie van 1 september 2008 waarin Politieacademie beschrijft op welke manier zij met kennis en onderzoek bijdraagt aan een betere politie), aangeduid wordt als de internationale dimensie. Daarom is in 2010 een visie ontwikkeld op internationalisering. Daarnaast is een bijdrage geleverd aan de formulering van een strategisch internationaliseringskader voor het politieonderwijs en is in een samenwerkingsverband met de dienst IPOL en het NPI een traject gestart dat moet leiden tot een nieuw werkprogramma internationaal. 20