- Treffende titels: grabbelzakje - Treffende titels: kaartjes. - Tijdschriften/kranten. - Kopieerblad. - Kopieerblad

Vergelijkbare documenten
- Wie wat waar: kaartjes kerst. - Wie wat waar: grabbelzakjes. - Kopieerblad. - Kopieerblad. Beroepen Les 7: Tovertitels: Jij bent een...

- Wie wat waar: kaartjes Sinterklaas. - Wie wat waar: grabbelzakjes. - Kopieerblad. - Kopieerblad. Horoscopen Les 5: Horoscoop schrijven

Gedocumenteerd schrijven Schrijfopdracht klas 2. Brainstorm maak hieronder je brainstorm inzichtelijk

Briefjes op ramen en deuren

Hoe maak je een werkstuk?

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over de Paralympische Spelen

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Schooljaar Nederlands havo-vwo 1

EEN E MAIL STUREN NAAR EEN DOCENT

25 leesbelevingsactiviteiten

Hoe maak je een werkstuk?

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven Bron: Didactisch model van Gelder

Programma van Inhoud en Toetsing

Onderdeel: Spelling Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Dag 1 Puntje, komma, streepje Af!

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Programma van Inhoud en Toetsing

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Informatieboekje. Spreekbeurt, leeskring en nieuwskring / 2016 groep 8

Ontdek de Bibliotheek

Onderdeel: Vakvaardigheden EBR Nieuwsbegrip: Leesvaardigheid en woordenschat Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over Egypte

Ontdek de Bibliotheek. Ontdek de Bibliotheek. Ontdek de Bibliotheek

De bedoeling van een recensie is om anderen een indruk te geven van het boek dat je gelezen hebt.

GESPREKKEN VOEREN NEDERLANDS AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG:

lesmateriaal Taalkrant

Vergeet niet achterin deze opdracht de tips voor lay-out te bekijken!

Stap 4: Indeling maken

Workshop BLIKSEM - Leesbegrippen in de BLIKSEM Oefenteksten en Toetsen

Vak: Nederlands EBR Klas: IG 2 mh/hv Onderdeel: Leesvaardigheid Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Basisschool de Triangel HET MAKEN VAN EEN WERKSTUK

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * website * voorlezen

Kinderen leren schrijven.

Brave New Books daagt je uit: schrijf je boek af in één maand! WEEK 4: STIJL

Basisschool de Triangel. Het houden van een spreekbeurt.

De doelgroep. Wat is eenvoudig schrijven

Hoe maak ik in groep 6 een werkstuk?

Voorlichtingstijdschrift maken over leefstijl Preventie en Gezondheidsvoorlichting

De volgende onderdelen moeten in het verslag worden verwerkt:

PIT HAVO-2 +HAVO/VWO Onderdeel: Spelling H1 en H2 Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Waar zie je de bijzondere vogel en hoe ziet hij eruit?

Spelling Werkwoorden. Doelgroep Spelling Werkwoorden. Omschrijving Spelling Werkwoorden

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Dag 2 Rare rijmende regels

Beoordeling power-point groep 5

Les 1: Een verzorgingskaart maken voor je huisdier

Druk de A, B en C vragen op hetzelfde kleur papier af (v.b. op geel papier) Druk de P-vragen op een afwijkende kleur papier af en de D vragen ook.

NEDERLANDS INSTRUCTIE. Doelen. Instructie van de les. Verwerking

Leerlijn Spreken & luisteren groep 5

en zelfbeeld Lichamelijke ontwikkeling Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Kinderboeken: Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht

Stappenplan. Stap 1: Kies per periode uit aan welke doelen je wilt gaan werken.

HANDLEIDING: Zo maak ik een werkstuk.

FICTIEDOSSIER NEDERLANDS LEERJAAR 3 EN 4 BK

Datum: Jaar van verschijnen: Duur van de film:

LEREN LEREN LEREN. een overzicht met leerhulpjes voor de diverse vakgebieden. Hieronder kun je lezen over het leren/maken van:

Onderdeel: Spelling Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk

Hoe maak ik een werkstuk?

Voordoen (modelen, hardop denken)

huisstijl provincie antwerpen TAALGEBRUIK

Kinderboekenweek 2014

Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

LEREN LEREN LEREN. een overzicht met leerhulpjes voor de diverse vakgebieden. Hieronder kun je lezen over het leren/maken van:

Veel succes! IEP Eindtoets voorbeeldopgaven. Bureau ICE De nieuwe generatie toetsen en examens

Dag 1 Kaders vol kunst!

Les 1: Een verhaal dat zich afspeelt in de toekomst

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een poëziekaart. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

HET MAKEN VAN EEN WERKSTUK

Informatieavond. Groep 7a

Lesstof overzicht Station vanaf

VMBO-T / Nederlands / 2011 / tijdvak 1

Tekst lezen en vragen stellen over de tekst

De bovenkamer. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands. colofon

Leerlingboekje Les 7 en 8 Schrijfopdracht 4 Hoe maak je een gebruiksvoorwerp?

Oefenen 1 punt verdienen Onderwerpen van de presentaties

lezen veilig leren Kinderboekenweek 2010 Tips voor regio zuid Zinnen maken met woorden én beeldtaal zijn Les 1

Uitleg boekverslag en boekbespreking

tip! in leerjaar 1, is nog weinig verschil; mavo mag deze samenvatting ook gebruiken

Hoe maak ik in groep 6 een werkstuk?

Zin in schrijven! Workshop vrij en creatief schrijven voor jonge anderstaligen door Fros van der Maden - auteur Op Schrift -

Naam: Groep: Willem Teellinckschool 15 juni 2016

Boekverslag & presentatie

Les 1: Een verzorgingskaart maken voor je huisdier

Fictiedossier MAVO-1 NAAM: KLAS:

Jouw werkstuk lever je uiterlijk in op donderdag 20 maart 2014!!

Dag 1 Puntje, komma, streepje Af!

A person who never made a mistake never tried anything new.

Lesbrief: Beroepenmagazine Thema: Mens & Dienstverlenen aan het werk

Basis Werkwoordspelling is onderdeel van de Bundel Basisprogramma's. Deze bundel bevat ook Basisspelling en Basisgrammatica.

Bijlage W2 groep 7 1

Werkwijzer Verslagkring:

leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen

OVERZICHT TUSSENDOELEN GEVORDERDE GELETTERDHEID. 1. Lees- en schrijfmotivatie

Opdracht: de kinderen gaan zelf een verhaal bedenken, prenten bij het verhaal ontwerpen en het verhaal presenteren.

HANDLEIDING HANDLEIDING. Inleiding. 4 e leerjaar groep 6

Hoe weet je wat er van je verwacht wordt?

Let op! Alles graag getypt in lettergrootte 12, lettertype mag je zelf kiezen.

Onderdeel: Grammatica zinsdelen Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Transcriptie:

Thema Lessen en materialen groep 8 Instructie Spellingcheck Netversie voorlezen Gevoelens Les 1: Treffende titels: Gekke gevoelens - Treffende titels: grabbelzakje - Treffende titels: kaartjes Gedichten Les 2: Dichten Doen: Limerick - Atlassen Vrije stelopdracht Les 3: Treffende titels: Krantenkoppen - Treffende titels: grabbelzakje - Treffende titels: kaartjes Enquête Les 4: Enquête Vrije stelopdracht Les 5: Praatplaatjes - Tijdschriften/kranten Sprookjes Les 6: Pimp my sprookje Gedichten Les 7: Treffende titels: Dichten? Doen! - Treffende titels: grabbelzakje - Treffende titels: kaartjes Woordenboek Les 8: Moeilijke woorden - Woordenboeken Muziek: Rap Les 9: Check this out! - Rap van cd of youtube Verleden Les 10: De afgelopen jaren Vormgeven Les 11: Treffende titels: Lay-out - Treffende titels: grabbelzakje - Treffende titels: kaartjes Toekomst Les 12: Als ik van school ga dan...

Naam:... Groep:...

Kopieerblad Treffende titels: Gekke gevoelens! Groep 8

Kopieerblad Dichten? Doen!: Limerick Groep 8 Geef met een stip in één van de kaarten aan waar de plaats ligt die je hebt gebruikt in je Limerick

Kopieerblad Treffende titels: Krantenkoppen Groep 8

Kopieerblad Enquête opstellen Groep 8

Kopieerblad Praatplaatjes Groep 8

Kopieerblad Pimp my sprookje Groep 8

Kopieerblad Moeilijke woorden Groep 8

Kopieerblad Check this out! Groep 8 Hoe maak je een rap? 1. Doe eerst wat inspiratie op. Luister naar raps van bekende en onbekende mensen. 2. Zoek een goede beat uit, waarop je jouw rap wilt maken. De beat is de muziek waar je op gaat rappen. Je mag de muziek van iemand anders gebruiken, maar je kunt ook zelf een beat uitzoeken. Op de volgende sites kun je wat hulp vinden: http://www.blobprod.com/mixers/beatbox/beatbox.asp http://proto5.thinkquest.nl/~jre0145/rapmachine/rapmachine.htm 3. Kies een onderwerp waarover je rap zal gaan. Bedenk welke boodschap je anderen mee wilt geven, en, wat wil je met jouw tekst vertellen. Denk aan onderwerpen als liefde, pesten, sport, school, familie, vakantie, oorlog, milieu, dieren, enz. 4. Kies een stijl uit: wat voor soort tekst wil je maken. Een serieuze of een grappige? 5. Bedenk hoe je jouw tekst opbouwt: a) Voor wie schrijf je? Wat is je publiek: kinderen, volwassenen, dieren? Of iemand in het bijzonder? b) In welke vorm ga je schrijven: ik, jij of hij vorm? c) Ga je rijmen? Dit hoeft niet. d) Hoe begin je? 6. Als het af is, moet je veel oefenen! Lopen de zinnen goed of moeten ze nog iets aangepast worden? Gedraag je netjes in de tekst. Ga niet vloeken of schelden. En zorg dat de spelling correct is, anders neemt niemand jouw boodschap serieus. Tip: Je kunt per couplet eerst notities maken over de inhoud.

Kopieerblad Check this out! Groep 8

Kopieerblad De afgelopen jaren... Groep 8 SCHOOL

Kopieerblad Treffende titels: lay-out letters! Groep 8

Kopieerblad Als ik van school ga, dan Groep 8

Beoordelings-schema verhalende teksten. Factoren Onvoldoende (o) Voldoende (v) Ruim Voldoende (rv) Goed (g) Zeer goed (zg) 1. Inhoud & Structuur Het is onduidelijk waar het verhaal over gaat. Er is geen hoofdpersoon of thema te onderscheiden. Er is geen structuur te ontdekken. Het verhaal heeft een hoofdpersoon of thema, maar het is nog onduidelijk wat de verhaallijn is. De tekst heeft een titel. Het verhaal heeft een titel, hoofdpersoon, een duidelijke plaats waar het zich afspeelt en een verhaallijn die te volgen is. De tekst heeft een titel begin en slot. Het verhaal heeft een hoofdpersoon, een duidelijke verhaallijn die goed te volgen en amusant is. De tekst heeft een duidelijke titel, begin, kern en slot. Het verhaal heeft een pakkende inleiding, een duidelijke hoofdpersoon, onderwerp en locatie en een verhaallijn die zeer amusant en origineel is. De tekst heeft een titel, begin, kern en slot en waar mogelijk bestaat het uit verschillende alinea s. 2. Schriftelijk taalgebruik. Woordniveau Zinsniveau De algemene taal is niet of verkeerd gebruikt. De zinnen zijn niet begrijpelijk. Er is weinig gebruik gemaakt van algemene taal Een aantal zinnen zijn begrijpelijk. Er is ruim voldoende gebruik gemaakt van de algemene taal. De meeste zinnen zijn begrijpelijk. Er is goed gebruik gemaakt van de algemene taal. Bijna alle zinnen zijn begrijpelijk. Er is zeer goed gebruik gemaakt van de algemene taal. Alle zinnen zijn begrijpelijk. 3. Doelgroep Het verhaal is niet overgebracht door de schrijver. De inhoud is niet aangepast aan het publiek Het verhaal is matig overgebracht door de schrijver. De inhoud is matig aangepast aan het publiek. Het verhaal is redelijk goed overgebracht door de schrijver. De inhoud is redelijk goed aangepast aan het publiek. Het verhaal is goed overgebracht door de schrijver. De inhoud is goed aangepast aan het publiek. Het verhaal is heel goed overgebracht door de schrijver. De inhoud is uitstekend aangepast aan het publiek. 4. Regels Leestekens Spelling niet werkwoorden Er zijn geen leestekens en hoofdletters gebruikt. (Hooguit aan het begin en het eind van de hele tekst.) In de meest gangbare categorieën zijn veel spelfouten gemaakt Een aantal punten en hoofdletters staan wel waar ze horen maar er staan er te weinig. In de meest gangbare categorieën zijn redelijk wat spelfouten gemaakt. De zinnen in de tekst zijn correct van elkaar gescheiden maar er is niet altijd gebruik gemaakt van de juiste leestekens en van hoofdletters. In de meest gangbare categorieën zijn weinig spelfouten gemaakt. Alle zinnen beginnen met een hoofdletter. De zinnen in de tekst zijn correct van elkaar gescheiden. In de meest gangbare categorieën zijn geen fouten gemaakt. Alle zinnen beginnen met een hoofdletter. De zinnen in de tekst zijn correct van elkaar gescheiden en daar is waar mogelijk gebruik gemaakt van de leestekens als aanhalingstekens, komma s en dubbele punt. Er is geen enkel niet werkwoord fout gespeld. Werkwoordspelling Werkwoordvormen zijn vrijwel niet correct geformuleerd Werkwoordsvormen zijn in de helft van de gevallen juist geformuleerd Werkwoordsvormen zijn in meer dan de helft van de gevallen juist geformuleerd. Werkwoordsvormen zijn veelal correct geformuleerd. Werkwoordsvormen zijn correct geformuleerd.

Beoordelings-schema gedichten. Factoren Onvoldoende (o) Voldoende (v) Ruim Voldoende (rv) Goed (g) Zeer goed (zg) 1. Inhoud & Structuur Het is onduidelijk waar het gedicht over gaat. Er is geen structuur te ontdekken. Het gedicht heeft een thema, maar het is nog onduidelijk of de gedichtstructuur juist is uitgewerkt. Het gedicht heeft een duidelijk thema en is bijna volgens de juiste dichtprincipes geschreven. Het gedicht is volgens de dichtprincipes geschreven en is amusant of inhoudelijk sterk geschreven. Het gedicht is precies volgens de dichtprincipes geschreven is en is zeer amusant en origineel geschreven. 2. Schriftelijk taalgebruik. Woordniveau Zinsniveau De algemene taal is niet of verkeerd gebruikt. De zinnen zijn niet begrijpelijk. Er is weinig gebruik gemaakt van algemene taal Een aantal zinnen zijn begrijpelijk. Er is ruim voldoende gebruik gemaakt van de algemene taal. De meeste zinnen zijn begrijpelijk. Er is goed gebruik gemaakt van de algemene taal. Bijna alle zinnen zijn begrijpelijk. Er is zeer goed gebruik gemaakt van de algemene taal. Alle zinnen zijn begrijpelijk. 3. Doelgroep Het gedicht is niet overgebracht door de schrijver. De inhoud is niet aangepast aan het publiek Het gedicht is matig overgebracht door de schrijver. De inhoud is matig aangepast aan het publiek. Het gedicht is redelijk goed overgebracht door de schrijver. De inhoud is redelijk goed aangepast aan het publiek. Het gedicht is goed overgebracht door de schrijver. De inhoud is goed aangepast aan het publiek. Het gedicht is heel goed overgebracht door de schrijver. De inhoud is uitstekend aangepast aan het publiek. 4. Regels Leestekens Het leesteken gebruik ontbreekt Het leesteken en witregelsgebruik is een enkele keer toegepast. De leestekens of witregels zijn meestal juist toegepast bij de dichtvorm. De leestekens zijn echt ingezet om het gedicht te ondersteunen en vorm te geven. De leestekens zijn echt ingezet om het gedicht te ondersteunen en vorm te geven. Spelling niet werkwoorden Werkwoordspelling In de meest gangbare categorieën zijn veel spelfouten gemaakt Werkwoordvormen zijn vrijwel niet correct geformuleerd In de meest gangbare categorieën zijn redelijk wat spelfouten gemaakt. Werkwoordsvormen zijn in de helft van de gevallen juist geformuleerd In de meest gangbare categorieën zijn weinig spelfouten gemaakt. Werkwoordsvormen zijn in meer dan de helft van de gevallen juist geformuleerd. In de meest gangbare categorieën zijn geen fouten gemaakt. Werkwoordsvormen zijn veelal correct geformuleerd. Er is geen enkel niet werkwoord fout gespeld. Werkwoordsvormen zijn correct geformuleerd.

Nr. Naam leerling F1 F2 F3 F4 Aandachtspunt naar de leerling 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 F1: Inhoud & structuur (opbouw, originaliteit) F2: Taalgebruik (zins-en woordniveau) F3: Doelgroep (het publiek boeien) F4: Regels (leestekens, werkwoorden en niet-werkwoorden) F = factoren