ECN-N--12-001 20 januari 2012



Vergelijkbare documenten
Green Deal. 21 November 2013 Herry Nijhuis (AgentschapNL) Coördinerend manager Green Deals

De voortgang van het Nederlandse energie- en klimaatbeleid

Nationale Energieverkenning 2014

Green Deals gesloten voor stimuleren groene economische groei

Green Deal van Essent New Energy met de Rijksoverheid

Groene InvesteringsMaatschappij (GIM)

Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL

Green Deal van Essent, Nederlandse Groen Gas Maatschappij, en Friesland Campina met de Rijksoverheid

Hierna tezamen ook genoemd: Partijen; 1 Green Deal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage. Datum 14 maart 2012

Het effect van 59 Green Deals op het aandeel hernieuwbare energie en de uitstoot van niet-ets-broeikasgassen: een quick scan

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

B-96 Green Deal de winst van paardenmest

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Samen geven we richting aan de koers van de NKC

B-088 Green Deal Haalbaarheidsstudie Nationaal Fonds Energiebesparing

C-151 Green Deal De Groene Grachten

B-82 Green Deal Friese Waterketen

B-121 Green Deal Windplan Wieringermeer

Kansen voor warmte. Frans Rooijers Lustrumcongres Stichting Warmtenetwerk,

Green Deal Elektrisch vervoer

Green Deal van Sublean Group B.V. met de Rijksoverheid

B-85 Green Deal verduurzamen dierenbeschermingcentra

Het Energiebeleid van komende jaren. dr.j.a. Vijlbrief DG Energie, Telecom en Markten

Wijziging Meerjarenafspraak Energietransitie Glastuinbouw

NEV 2015: hoe hard zijn de maatregelen in het energieakkoord?

Klimaatakkoord. Ministerie van Economische Zaken en Klimaat T.a.v. de heer ir. E.D. Wiebes Postbus EK 'S-GRAVENHAGE

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 4 juli 2017 Betreft Tweede openstelling SDE+ 2017

13 Resultaten, financiële consequenties en dekking

Jaarplan Energie Verantwoorde Glastuinbouw: morgen groeit vandaag

Het huidige beleidstekort: er moeten nog heel wat tandjes bij. Ton van Dril 10 september 2009

Missiegedreven Innovatiebeleid: in het teken van de Energieen Klimaattransitie

De energietransitie: kansen grijpen kansen creëren

Tabellenbijlage. Michiel Hekkenberg (ECN) Martijn Verdonk (PBL) (projectcoördinatie) Oktober 2014 ECN-O

Duurzaamheidsmonitor 2017 Voorbeeld

B-140 Green Deal: Groene Gevangenis Veenhuizen: naar een gevangenis voorzien van duurzame energie uit de regio

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Duurzaamheid: ervaringen uit Woerden. Hans Haring, wethouder duurzaamheid Woerden

KLIMAAT, ENERGIE EN GRONDSTOFFEN

en uitdagingen voor de toekomst Pieter Boot, maart 2018

VERKLARING Green Deal tussen Unie van waterschappen en Rijksoverheid

Lusten en lasten eerlijk verdelen

De kosten van de energietransitie, en: kansen voor de gasindustrie. Martien Visser Lector Energietransitie & Netwerken. Hanzehogeschool Groningen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

GREEN DEAL DUURZAME ENERGIE

WATER- SCHAPPEN & ENERGIE

Op weg naar een duurzame energievoorziening in Mark Dierikx Directeur Generaal Energie, Telecom en Mededinging

Publiek gefinancierd energieonderzoek In opdracht van het ministerie van Economische Zaken

Energieakkoord Kansen voor Warmtepompsystemen

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Presentatie Nieuwe energie voor het klimaat

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Hét groene energieplan voor Nederland

HOOGSTE TIJD VOOR DE LANGE TERMIJN!

Technisch-economische scenario s voor Nederland. Ton van Dril 20 mei 2015

C-153 Green Deal Groen Bouwen

Warmtetransitie en het nieuwe kabinet. Nico Hoogervorst

Route naar een Duurzame Energievoorziening

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA Den Haag

B-128 Green Deal Biogas van Landgoed De Logt

Van gas los! Dialoog In een breder perspectief: Klimaatakkoord Landbouw en Landgebruik Huidige situatie Opgave Klimaatakkoord Ambitie Glastuinbouw

Programma Kas als Energiebron

STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA

B-117 Green Deal van de KvK Noord-Nederland met de Rijksoverheid

Naar een 100% duurzame energievoorziening voor Flevoland?! Vera Pieterman, plv. directeur Energie & Omgeving

Minder emissies, betere bereikbaarheid. Haags Milieucentrum, 26 februari 2013 Huib van Essen, manager Verkeer, CE Delft

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, mevrouw Carola Schouten;

Helmonds Energieconvenant

Green Deal van Netbeheer Nederland met de Rijksoverheid

Duurzame warmte in de SDE+

Achtergronddocument bij doorrekening Energieakkoord - sectoren industrie en land- en tuinbouw

B-115 Green Deal van Third Paradise/Onze NDSM Energie met de Rijksoverheid

Perspectief voor klimaat neutraal en hernieuwbaar gas

Energieneutraal keten sluisdeur Goese Sas

Statenvoorstel. Vaststellen Subsidieplafond 2019 Regionale Netwerken voor Innovatie Zuid-Holland

C-165 Green Deal Trias onderzoeksboring Westland

Ontwikkelingen Nederlandse luchtvaart. Een beknopt overzicht

Zonder Energieopslag geen Energietransitie. Teun Bokhoven Duurzame Energie Koepel WKO-Manifestatie / 30 Oktober 2013

Energie. Gebruik, kosten & transitie. Frans Rooijers directeur CE Delft

B-86 Green Deal Waterhouderij

PARKSTAD LIMBURG ENERGIE TRANSITIE

B-130 Green Deal Nijmegen

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Publiek gefinancierd energieonderzoek In opdracht van het ministerie van Economische Zaken

Change. Hoe moet het morgen met de energievoorziening? Document. magazine

Voordracht aan Provinciale Staten. van Gedeputeerde Staten. Watt anders, Energieagenda Ontwerpbesluit

Green Deal van Provincie Overijssel met de Rijksoverheid

Energieakkoord voor duurzame groei. 6 september 2013

Energieakkoord voor duurzame groei

Watersysteem van de Toekomst: vervolg debat-diner

Nadeel: Of kolencentrales gaan minder bijstoken en worden nog minder duurzaam.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

1 Bent u bekend met het artikel Stem en geweten van de wetenschap van Martijn Katan uit de NRC van 9 maart 2018?

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

9 Pijler 7: Mobiliteit en transport

EnergyNL2050, een serie van 4 bijeenkomsten, Korte uitleg over de bijeenkomsten. KIVI-E/USI energynl2050 UvU 13 /10/16

2. Hoofdlijnen per sector

(VNG) VNG. Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 8 mei TLE/U Lbr. 19/ Klimaatakkoord

Verzilveren perspectief op groene groei Voortzetting, aanscherping en opschaling Green Deal aanpak

Externe notitie. Petten, 8 juli Cees Volkers Wouter Wetzels. Afdeling Policy Studies ECN-N Van

Transcriptie:

Notitie ECN-N--12-001 20 januari 2012 Een inventarisatie van de eerste ronde van Green Deals Aan : Kopie aan : Van : W. Wetzels, M. Hekkenberg, B.W. Daniëls, J.R. Ybema ECN 1. Inleiding Met de Green Deal wil de Rijksoverheid de verduurzaming van de economie versnellen door ondersteuning van initiatieven op het gebied van energie, water, grondstoffen en mobiliteit. Bedrijven, organisaties en overheden hebben hiervoor ruim 200 voorstellen ingediend, waarvan er 59 zijn geselecteerd en uitwerkt tot Green Deals. Een van de criteria bij het beoordelen van de voorstellen was dat het initiatief kan leiden tot nieuwe economische activiteiten of kostenbesparingen voor het bedrijfsleven. De overheid heeft als doel te laten zien dat verduurzaming mogelijk en economisch aantrekkelijk is, waardoor de hele maatschappij in beweging kan worden gezet. Op 3 oktober 2011 heeft het kabinet een overzicht van de eerste 59 Green Deals naar de Tweede Kamer gestuurd. Het Planbureau voor de Leefomgeving heeft in samenwerking met ECN het additionele effect van de Green Deals op het aandeel hernieuwbare energie en de uitstoot van niet-ets broeikasgassen in kaart gebracht (PBL/ECN, 2011). In aanvulling op de effectinschatting gaat deze notitie in op een aantal vragen met betrekking tot de Green Deals: Welke positieve effecten kunnen optreden? Leiden de Green Deals tot additionele activiteiten? Zijn de resultaten opschaalbaar? Zijn de effecten meetbaar? Welke effecten zijn er op hernieuwbare energie en emissies in 2020? Daarna wordt behandeld op welke manieren de positieve effecten van de Green Deals zouden kunnen worden vergroot. Deze notitie is geschreven naar aanleiding van een rondetafelgesprek over de Green Deal op 27 oktober 2011, georganiseerd door de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van de Tweede Kamer. Een korte versie van deze notitie is op 25 oktober 2011 verstuurd naar de vaste commissie voor EL&I. 1

2. Welke effecten zijn van de Green Deals te verwachten? Het is nog vroeg om te kunnen beoordelen hoe de samenwerking tussen overheid en andere partijen zal verlopen en tot welke beleidsaanpassingen de Green Deals zullen leiden. Op basis van een eerste beperkte inventarisatie geeft deze notitie een beeld van de mogelijke effecten van de Green Deals. 2.1 Welke positieve effecten kunnen optreden? De Green Deal richt zich op problemen waarvoor geen vergaand technologiebeleid of subsidie nodig is. Met de Green Deal aanpak kan de Rijksoverheid knelpunten in wet- en regelgeving oplossen, de informatievoorziening verbeteren of samenwerkingsverbanden tot stand brengen. De overheid speelt duidelijk in op maatschappelijke signalen door zich te verdiepen in praktische knelpunten en barrières. Niet-financiële barrières zijn er in belangrijke mate verantwoordelijk voor dat maar een deel van het verduurzamingspotentieel gerealiseerd wordt. Er zijn bijvoorbeeld beperkingen aan de beschikbaarheid van informatie over energiebesparing, langdurige vergunningsprocedures of partijen die elkaar zonder regie van de overheid niet weten te vinden. Oplossingen voor dit soort problemen bij individuele projecten kunnen bijdragen aan het ontsluiten van een groter potentieel. De Green deals kunnen een belangrijke rol spelen bij het vergroten van de zichtbaarheid van waardevolle initiatieven vanuit het bedrijfsleven, en een kader bieden voor nieuwe initiatieven. Ook kunnen de Green Deals bijdragen aan de ontwikkeling van innovatieve technieken die passen in een lange-termijn transitie. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om initiatieven gericht op de ontwikkeling en kostprijsverlaging van elektrisch rijden of wind op zee. In (PBL/ECN, 2011) worden hier een aantal voorbeelden van genoemd. 2.2 Leiden de Green Deals tot additionele activiteiten? De Green Deals zijn veelsoortig van inhoud, schaal en ambitieniveau. Van de huidige ronde van Green Deals lijkt vooral een bestaande voorraad aan lopende initiatieven van het bedrijfsleven te profiteren. Het gaat vaak om een concretisering en bestendiging van eerdere voornemens van overheid en bedrijfsleven. Dit doet aan de kwaliteit van de initiatieven overigens niets af. Waarschijnlijk is dit vooral een opstarteffect. Voor nieuwe rondes van de Green Deals kan het aandeel nieuwe initiatieven hoger liggen. Er bestaat op dit moment nog geen zekerheid dat de Green Deals daadwerkelijk worden uitgevoerd en een zekere mate van navolging krijgen. Vanwege het vroege stadium waarin veel Green Deals verkeren is het nog niet mogelijk om te beoordelen in hoeverre dit zal gebeuren. Veel van de activiteiten worden ondersteund door provinciale of gemeentelijke overheden. De Green Deal heeft ook veel raakvlakken met ander overheidsbeleid. Vergelijkbare ondersteuning van projecten vindt ook plaats binnen programma s als Kas als Energiebron of de Meerjarenafspraken. Bij recente ramingen (zoals Daniëls en Kruitwagen, 2010) is al uitgegaan van voorzetting van het convenantenbeleid. Veel van initiatieven voor hernieuwbare energie worden gefinancierd vanuit het budget voor de SDE+-subsidie voor hernieuwbare energie. Dit leidt er toe dat de effecten vaak binnen de bandbreedte van bestaande verkenningen van energiegebruik en emissies liggen, omdat bij deze projecties al rekening is gehouden met de voornemens. Voor nieuwe rondes Green Deals kan dit beeld uiteraard anders liggen. 2

2.3 Zijn de effecten opschaalbaar? Het is de bedoeling dat succesvolle Green Deals brede navolging krijgen. Veel Green Deals kunnen in principe worden opgeschaald, maar het is niet altijd duidelijk hoe er een vervolg aan gegeven gaat worden. In (PBL/ECN, 2011) zijn per Green Deal factoren geïdentificeerd die hieraan kunnen bijdragen. Een voorbeeld is het initiatief van de gemeente Groningen om een nieuwe financieringsmethode te ontwikkelen voor het grootschalig aanleggen van zonnepanelen op de daken van woningen. Dit zou zich kunnen ontwikkelen tot een breed toepasbaar financieringsmodel. Een ander voorbeeld is de toezegging die de overheid heeft gedaan 1 om een maximale inspanning te leveren bij de onderhandelingen met de Europese Commissie om producten uit digestaat als gevolg van mestverwerking af te kunnen zetten als kunstmestvervanger. Als dit tot een resultaat leidt kan dit de kostprijs van mestvergisting verlagen en de toepassing vergroten. 2.4 Zijn de effecten meetbaar? Er zijn verschillende redenen waarom het totale effect van de Green Deals moeilijk meetbaar is. Vaak is er niet voor gekozen om de afspraken SMART te formuleren (dit staat voor specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch/relevant en tijdsgebonden). Omdat standaard een bepaling is opgenomen die zorgt dat de afspraken niet in rechte afdwingbaar zijn, is niet gegarandeerd dat de resultaten daadwerkelijk gerealiseerd zullen worden. Bij ongeveer de helft van de Green Deals zijn de afspraken duidelijk meetbaar. Dit betekent echter niet automatisch dat de Deal ook leidt tot vermindering van energiegebruik en emissies. Er bestaat veel overlap met ander beleid van de Rijksoverheid en decentrale overheden. Veel Green Deals richten zich op projecten voor hernieuwbare energie waar ook SDE+ subsidie voor wordt gegeven (PBL/ECN, 2011) of subsidies zoals de SDE+. Dit maakt het moeilijk om effecten specifiek aan de Green Deals toe te schrijven. Er is nog geen systeem opgezet om de effecten van de Green Deals te meten. Het is aan te bevelen om de resultaten van de Green Deals systematisch te gaan monitoren. 2.5 Welke effecten zijn er op het aandeel hernieuwbare energie en emissies in 2020? Op verzoek de Tweede Kamer heeft het PBL in samenwerking met ECN het additionele effect in kaart gebracht van de eerste ronde van Green Deals (PBL/ECN, 2011). Op basis van expert judgement is een inschatting gemaakt van de effecten op het aandeel hernieuwbare energie en de uitstoot van broeikasgassen buiten het Europese emissiehandelssysteem (ETS). In een eerdere verkenning van september 2011, waarbij het effect van de Green Deals nog niet kon worden meegenomen, is geraamd dat het aandeel hernieuwbare energie in 2020 waarschijnlijk 9 tot 12% bedraagt. Na bestudering van de Green Deals concluderen PBL en ECN dat het vrijwel uitgesloten is dat de Green Deals het beleidstekort ten opzichte van de Europese doelstelling een aandeel van 14%- weten te dichten. Doordat de Green Deals vooral bestaande belemmeringen wegne- 1 In de Green Deal met Green Environmental Technology en LTO Nederland. 3

men is het wel waarschijnlijk dat het aandeel hernieuwbare energie door de Green Deals hoger in de bandbreedte van 9 tot 12% komt te liggen. Bij uitvoering van de Green Deals zal de emissie van niet-ets broeikasgassen in 2020 iets lager in de bandbreedte van 93 tot 109 Mton uitkomen. In de eerdere verkenning voor de Motie-Halsema werd al geconcludeerd dat Nederland bij die bandbreedte op koers ligt om aan het EU-doel voor deze broeikasgassen (indicatief: 105 Mton) te voldoen. Door de Green Deals wordt de kans op realisatie van de Europese emissiedoelstelling iets groter. 3. Hoe kan het effect van de Green Deals worden vergroot? De samenwerking tussen de overheid en de deelnemende partijen moet de komende tijd in de praktijk verder vorm krijgen. Het kabinet wil de Green Deal aanpak voortzetten en voorziet een volgende ronde begin 2012. Dit biedt mogelijkheden om de effecten van de Green Deals te vergroten. 3.1 Strengere selectiecriteria In het Energierapport geeft het kabinet aan dat het voeren van een generiek energiebesparingsbeleid in de praktijk lastig blijkt, doordat de mogelijkheden voor en kosten van energiebesparing in verschillende sectoren zeer uiteenlopen. Met de Green Deal wil het kabinet maatwerk bieden. Het is wel belangrijk om hierbij selectief te zijn. Om processen te coördineren, knelpunten structureel op te lossen en behaalde resultaten te monitoren is veel overheidscapaciteit nodig. Om versnippering te voorkomen is het aan te bevelen om strengere selectiecriteria te hanteren en te kiezen voor initiatieven die concreet en goed afgebakend zijn en die bij succes kunnen bijdragen aan het ontsluiten van een groter potentieel. Een voorbeeld is de praktijkpilot voor hoge temperatuur warmte-koude opslag op het glastuinbouw Koppert Cress, dat kan leiden tot het toestaan van een hogere retourtemperatuur. De Green Deal met KLM, waarin is afgesproken dat er circa 200 vluchten op biobrandstof zullen worden uitgevoerd van Amsterdam naar Parijs, kan ook leiden tot aanpassing van de relevante wet- en regelgeving. 3.2 Inventarisatie van knelpunten De Green Deal is gericht op het wegnemen van knelpunten en barrières. Het is wenselijk dat het hierbij niet blijft bij oplossingen voor afzonderlijke projecten, maar dat daadwerkelijk de weg vrijgemaakt wordt voor andere projecten. Door de knelpunten systematisch te inventariseren en aan te pakken kan meer uitzicht worden geboden op positieve economische en milieueffecten op de lange termijn. Verschillende provincies en gemeenten hebben aangekondigd revolverende fondsen op te willen richten en lopen daarbij tegen dezelfde barrières en kennistekorten op. De Rijksoverheid heeft toegezegd haar expertise en netwerk in de risicokapitaalmarkt in te zetten bij de ontwikkeling van deze investeringsfondsen. De Rijksoverheid kan zo een nuttige regierol vervullen. Ook versnelling en vereenvoudiging van vergunningverlening kan de realisatie van projecten vereenvoudigen. In de Green Deal met Geo Power Oudcamp e.a. wordt bijvoorbeeld aangekondigd dat de vergunningverlening voor de feitelijke winning van aardwarmte wordt versneld via aanpassing van de mijnbouwwet. 4

3.3 Keuze voor structurele versnelling van de verduurzaming Bij de selectie van de eerste 59 Green Deals heeft het kabinet als criterium gehanteerd dat de projecten in de kern rendabel moeten zijn en op korte termijn resultaten moeten opleveren. Structurele verduurzaming vraagt ook om een stabiel langetermijnbeleid dat voldoende financiële prikkels biedt. Het Internationaal Energie Agentschap stelt dat de lock-in van koolstof-intensieve infrastructuur het steeds moeilijker en duurder maakt om de doelstellingen voor energiezekerheid en klimaat te halen (IEA, 2011). Nederland heeft een beleidstekort voor het halen van de Europese doelstelling voor hernieuwbare energie (PBL/ECN, 2011). Van het Europese emissiehandelssysteem gaat maar een beperkte prikkel voor emissiereductie uit. De Algemene Rekenmaker heeft in oktober 2011 geconcludeerd dat het vierde kabinet Balkende zijn ambities op het gebied energiebesparing niet heeft kunnen waarmaken en dat de beleidsinstrumenten die in de industrie zijn ingezet betrekkelijk weinig hebben opgeleverd (ARK, 2011). CE Delft en Ecofys stellen dat de overheid bedoeld en onbedoeld het gebruik van energie en fossiele brandstoffen nog altijd sterker stimuleert dan hernieuwbare energiebronnen (CE Delft/Ecofys, 2011). De effectinschatting van het huidige kabinetsbeleid inclusief de Green Deal (PBL/ECN, 2011) laat geen trendbreuk zien. Als de ambitie bestaat om de verduurzaming van de economie structureel te versnellen, dan levert de huidige ronde van Green Deals daaraan maar een beperkte bijdrage. Het is aan te bevelen om bij nieuwe rondes van Green Deals projecten te selecteren die leiden tot tastbare effecten op het nationale niveau. 4. Conclusies Met de Green Deal aanpak kan de Rijksoverheid knelpunten in wet- en regelgeving oplossen, de informatievoorziening verbeteren of samenwerkingsverbanden tot stand brengen. De overheid speelt duidelijk in op maatschappelijke signalen door zich te verdiepen in praktische knelpunten en barrières. Oplossingen voor problemen bij afzonderlijke projecten kunnen bijdragen aan het ontsluiten van een groter potentieel. De Green deals kunnen een belangrijke rol spelen bij het vergroten van de zichtbaarheid van waardevolle initiatieven vanuit het bedrijfsleven, en een kader bieden voor nieuwe initiatieven. Leiden de Green Deals tot additionele activiteiten? Van de huidige ronde van Green Deals lijkt vooral een bestaande voorraad aan lopende initiatieven van het bedrijfsleven te profiteren. Veel van de activiteiten zijn al in gang gezet en worden ondersteund door provinciale of gemeentelijke overheden. Veel projecten krijgen subsidie vanuit de SDE+ of vallen onder programma s als Kas als Energiebron of de Meerjarenafspraken. Zijn de resultaten opschaalbaar? Het is de bedoeling dat succesvolle Green Deals brede navolging krijgen. Veel Green Deals kunnen in principe worden opgeschaald, maar het is niet altijd duidelijk hoe vervolg gegeven gaat worden aan de initiatieven. Zijn de effecten meetbaar? Bij ongeveer de helft van de Green Deals zijn de afspraken duidelijk meetbaar. Dat betekent echter niet automatisch dat de Deal ook leidt tot vermindering van energiegebruik en emissies. Het is aan te bevelen om de resultaten van de Green Deals systematisch te gaan monitoren. 5

Welke effecten zijn er op hernieuwbare energie in 2020? Volgens een verkenning van PBL en ECN is het vrijwel uitgesloten dat de Green Deals het beleidstekort ten opzichte van de Europese doelstelling - een aandeel van 14% - weten te dichten. Doordat de Green Deals vooral bestaande belemmeringen wegnemen is het wel waarschijnlijk dat het aandeel hernieuwbare energie door de Green Deals hoger in de bandbreedte van 9 tot 12% komt te liggen. Welke effecten zijn er op de niet-ets emissies in 2020? Bij uitvoering van de Green Deals zal de emissie van niet-ets broeikasgassen in 2020 iets lager in de bandbreedte van 93 tot 109 Mton uitkomen. In de eerdere verkenning voor de Motie-Halsema werd al geconcludeerd dat Nederland bij die bandbreedte op koers ligt om aan het EU-doel voor deze broeikasgassen (indicatief: 105 Mton) te voldoen. Het kabinet wil de Green Deal aanpak voortzetten en voorziet een volgende ronde begin 2012. Er is een aantal mogelijkheden om de effecten van de Green Deals te vergroten: Strengere selectiecriteria Om processen te coördineren, knelpunten structureel op te lossen en behaalde resultaten te monitoren is veel overheidscapaciteit nodig. Om versnippering tegen te gaan is het aan te bevelen om strengere selectiecriteria te hanteren voor nieuwe Green Deals, waarbij gelet wordt op de mogelijkheden voor opschaling. Systematisch inventariseren van knelpunten De Green Deal is gericht op het wegnemen van knelpunten en barrières. Door deze knelpunten systematisch te inventariseren en aan te pakken kan meer uitzicht worden geboden op positieve economische en milieueffecten op de lange termijn. Beleid gericht op structurele versnelling van verduurzaming De Green Deals zijn gericht op rendabele projecten en korte-termijn resultaten. Als de ambitie bestaat om de verduurzaming van de economie structureel te versnellen, dan levert de huidige ronde van Green Deals daaraan maar een beperkte bijdrage. Het is aan te bevelen om bij nieuwe rondes van Green Deals projecten te selecteren die leiden tot tastbare effecten op het nationale niveau. 6

Verantwoording Deze notitie is te beschouwen als een aanvulling op de notitie Het effect van 59 Green Deals op hernieuwbare energie en niet-ets broeikasgassen: een quick scan van PBL in samenwerking met ECN (PBL/ECN, 2011). Een korte versie van deze notitie is op 25 oktober 2011 verstuurd naar de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Naast de auteurs hebben verschillende medewerkers van ECN en PBL een inhoudelijke bijdrage geleverd: Ton van Dril (ECN), Hans Elzenga (PBL), Pieter Hammingh (PBL), Pieter Kroon (ECN), Sander Lensink (ECN), Hamid Mozaffarian (ECN), Casper Tigchelaar (ECN), Hein de Wilde (ECN). Referenties Algemene Rekenkamer (2011): Energiebesparing: ambities en resultaten, Algemene Rekenkamer, Den Haag, 6 oktober 2011. Daniels, B.W., S. Kruitwagen (coörd.) (2010): Referentieraming energie en emissies 2010-2020, ECN-publicatienummer ECN-E 10-004/PBL-publicatienummer 500161001, ECN/PBL, 2010. EL&I/I&M (2011): Brief van de minister van EL&I en de staatssecretaris van I&M aan de voorzitter van de Tweede Kamer over de Green Deal, 3 oktober 2011 International Energy Agency (2011): World Energy Outlook 2011, OECD/IEA, Parijs, Frankrijk, 2011. PBL/ECN (2011): Het effect van 59 Green Deals op hernieuwbare energie en niet-ets broeikasgassen: een quick scan, PBL/ECN, PBL- publicatienummer: 500083015. ECNpublicatienummer: ECN-E- -11-060, 2011. Visser, E. de, T. Winkel, D. de Jager, R. de Vos, M. Blom, M. Afman (2011): Overheidsingrepen in de energiemarkt, Onderzoek naar het Nederlandse speelveld voor fossiele brandstoffen, hernieuwbare bronnen, kernenergie en energiebesparing, update oktober 2011, Ecofys/CE Delft, Utrecht, 2011. 7