Bijsluiter gebruik astma (kinderen) indicatoren in de huisartsenpraktijk. Fenna Schouten Versie 3

Vergelijkbare documenten
Bijsluiter gebruik astma-indicatoren in de huisartsenpraktijk. Fenna Schouten Versie 3

Bijsluiter gebruik COPD-indicatoren in de huisartsenpraktijk. Fenna Schouten Versie 3

Bijsluiter gebruik CVRM (verhoogd risico)- indicatoren in de huisartsenpraktijk

Bijsluiter gebruik stoppen met roken -indicatoren in de huisartsenpraktijk. Fenna Schouten Versie 3

Indicatoren Kwaliteit Huisartsenzorg bij patiënten met Astma (kinderen) Versie juni 2016

Indicatoren Kwaliteit Huisartsenzorg bij patiënten met Astma (volwassenen)

Indicatoren Kwaliteit Huisartsenzorg bij patiënten met Astma (volwassenen) Versie juni 2016

Indicatoren Kwaliteit Huisartsenzorg bij patiënten met Astma (volwassenen)

Indicatoren Kwaliteit Huisartsenzorg bij patiënten met Astma (kinderen) Versie februari 2018

Indicatoren Kwaliteit Huisartsenzorg bij patiënten met Astma (volwassenen)

Indicatoren Kwaliteit Huisartsenzorg bij patiënten met COPD Versie mei 2016

Diabetes. D1 Diabetes prevalentie 249,0 233,9. D2 Diabetespopulatie indicatoren 78,7 85,8. D3 Hoofdbehandelaar diabetes 58,2 49,6

Bijsluiter gebruik HVZ-indicatoren in de huisartsenpraktijk. Fenna Schouten Versie 3

Indicatoren Kwaliteit Huisartsenzorg bij patiënten met Astma (volwassenen)

Indicatoren Kwaliteit Huisartsenzorg bij patiënten met Astma (volwassenen)

Indicatoren Kwaliteit Huisartsenzorg bij patiënten met COPD

Indicatoren Kwaliteit Huisartsenzorg bij patiënten met COPD

Indicatoren Kwaliteit Huisartsenzorg bij patiënten met COPD Versie 2.4 augustus 2019

Indicatoren Kwaliteit Huisartsenzorg bij patiënten met COPD Versie juni 2016

Indicatoren Kwaliteit Huisartsenzorg bij patiënten met COPD

Registratie deelname ketenzorgprogramma Een toevoeging is de registratie van de labcode Deelname Ketenzorgprogramma.

De nieuwe standaarden astma en COPD. Wat is nieuw

Indicatoren Kwaliteit Huisartsenzorg bij patiënten met COPD

Ketenzorg astma en het opzetten van een astmaspreekuur

Ketenzorg astma en het opzetten van een astmaspreekuur

Indicatoren Kwaliteit Huisartsenzorg bij patiënten met COPD

Indicatoren landelijke benchmark ketenzorg verslagjaar Diabetes mellitus type 2. Bijlage. Selectie voor InEen Benchmark, rapportage over 2017

Achtergronden casusschetsen astma/ copd

Zorg op maat voor COPD & Astma Waarom ontvangt u deze folder?

Astma. Chronos, 14 juni Regien Kievits, kaderarts astma/copd

Indicatoren CV-risicomanagement bij patiënten met een bekende Hart- of Vaatziekten Versie mei 2016

Verpleegkundig consulent voor kinderen met astma. Informatie voor ouders en/of verzorgers

Indicatoren landelijke benchmark ketenzorg verslagjaar 2017

CHAPTER 8. Dutch summary / Nederlandse samenvatting

Handleiding Periodieke Controles

Vijf gedragsthema s lopen als een rode draad door de begeleiding van de patiënt met astma/copd:

Werken met het ketenprogramma astma en COPD

11 april Pagina 1 van 5

LAN zorgstandaarden en NHG standaarden astma 2013 implementeren? Inkopen?

Zorgroep Kennemer lucht

WERKAFSPRAKEN ASTMA BIJ KINDEREN TUSSEN 1 E EN 2 E LIJN

De longverpleegkundige

Samenvatting COPD zorgprogramma 2019

Overzicht en definitie van indicatoren voor astma bij volwassenen in de huisartsenzorg

ASTMA Een chronische ziekte, een gezamenlijke zorg

Indicatoren kwaliteit huisartsenzorg bij patiënten met DM type 2 Versie mei 2016

INDIVIDUEEL ZORGPLAN ASTMA

Astma bij Kinderen. Adembenemend 2015 Hans Berg, Regien Kievits

Richtlijn JGZ-richtlijn Astma bij kinderen

Contactpersonen van de zorggroepen en gezondheidscentra met een contract voor ketenzorgprogramma's. Ketenzorg over Geachte heer/mevrouw,

Versie augustus Zorgprotocol COPD

Astma bij kinderen Diagnose en behandeling

Uniforme Rapportage en Indicatoren voor de kwaliteit van de huisartsenzorg

Aanwezig zijn huisartsen en hun praktijkondersteuner, een longarts, longverpleegkundige van het ziekenhuis, kaderarts astma/copd van zorggroep ELZHA.

Indeling presentatie

Casusschetsen astma/copd

Toetsvragen en stellingen Antwoorden met verklaring

Opleverdocument Analytics augustus 2019

IMPLEMENTATIE VAN ASTMA EN COPD IN DE HUISARTSENPRAKTIJK

Disclosure belangen spreker

Disclosure belangen spreker Adembenemend 2016

Benchmark COPD 2016 SEZ Zaanstreek-Waterland

Astma / COPD-dienst Geldrop

Indicatoren CV-risicomanagement bij patiënten met een bekende Hart- of Vaatziekten

Veranderingen in middelengebruik onder Nederlandse scholieren: samenhang met schoolniveau

Acute zorg door huisartsen in de dagzorg en op de huisartsenpost. Marieke Zwaanswijk, senior onderzoeker NIVEL

Indicatoren CV-risicomanagement bij patiënten met een bekende Hart- of Vaatziekten

De longverpleegkundige. Poli Longgeneeskunde

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging

Conflict van belangen

COPD Een chronische ziekte, een gezamenlijke zorg

LONGGENEESKUNDE. De longverpleegkundige astma en COPD

Astma / COPD-dienst Geldrop

Versie maart Zorgprotocol COPD

Factsheet Astma-/COPD-Monitor April 2007

W O R K S H O P Z O R G M E T T O E G E V O E G D E WA A R D E

Indicatoren CV-risicomanagement bij patiënten met een bekende Hart- of Vaatziekten

Overzicht en definitie van indicatoren voor COPD in de huisartsenzorg

Begeleidingsgesprek nieuwe medicatie Astma-Inhalatiecorticosteroïden stap voor stap

ONDERZOEK GENOTMIDDELENGEBRUIK SCHOLIEREN BASISONDERWIJS DEN HAAG 2003

Astma en Longrevalidatie

Astma & COPD Uitgangspunten LTA en locale werkafspraak: Controle-eis LTA: Diagnostiek astma/copd (door huisarts) Controle bij astma en COPD

Astma en COPD VRAAG OVER UW MEDICIJNEN? VRAAG HET UW APOTHEKER

Longgeneeskunde De longverpleegkundige

Jolet, 2 jaar oud, heeft bij verkoudheden last van hoesten, slijm opgeven en benauwdheid. Vooral s nachts zit zij vol, maar ze piept niet.

gezondheidscentra met een contract voor ketenzorgprogramma s Ketenzorg over 2018 Geachte heer/mevrouw,

Indicatoren kwaliteit huisartsenzorg bij patiënten met DM type 2 Versie oktober 2016

benoemen en adequate behandeling instellen een exacerbatie-management-plan op maat de ernst van een exacerbatie COPD kunnen

Titel van deze presentatie

Consulten bij de huisarts en de POH-GGZ in verband met psychosociale problematiek. Een analyse van NIVEL Zorgregistraties gegevens van

gezondheidscentra met een contract voor ketenzorgprogramma s Ketenzorg over 2017 Geachte heer/mevrouw,

De psychische en sociale hulpvraag van volwassenen in de huisartsenpraktijk van

De longverpleegkundige

Hoofdstuk 1: Algemene introductie Hoofdstuk 2: Opvattingen over luchtwegklachten van patiënten en dokters

Rapportage zorgprogramma COPD over 2012 Zorggroep Midden Brabant

Begeleiding Nieuwe Medicatie

Astma; moeilijk of ernstig?! Marianne van Nieuwamerongen Physician Assistant longziekten

Summary Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae

Psychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode

InEen/NHG Indicatoren DM-COPD-CVRM

Transcriptie:

Bijsluiter gebruik astma (kinderen) indicatoren in de huisartsenpraktijk Fenna Schouten f.schouten@nhg.org 09-02-2017 Versie 3

Inhoud Overzicht van de indicatoren... 2 Populatie... 2 Monitoring... 2 Beschrijving per indicator... 3 Themaveld 1: Populatie... 3 Themaveld 2: Monitoring... 5 Pagina 1 van 7

Overzicht van de indicatoren Populatie 1. % patiënten met astma onder de 16 jaar (< 16) in de praktijk 2. % patiënten met astma onder de 16 jaar (< 16) onder behandeling in de eerste lijn (huisarts is 12 maanden hoofdbehandelaar) in de praktijkpopulatie 3. % patiënten met astma onder de 16 jaar (< 16) die in de eerste lijn worden behandeld en 12 maanden zijn ingeschreven in de praktijkpopulatie 4. % patiënten met astma onder de 6 jaar (< 6) die in de eerste lijn worden behandeld en 12 maanden zijn ingeschreven 5. % patiënten met astma tussen 6 en 16 jaar ( 6 jaar en 15 jaar) die in de eerste lijn worden behandeld en 12 maanden zijn ingeschreven Monitoring 6. % patiënten met astma tussen de 12 en 15 jaar ( 12 jaar en 15 jaar) van wie het rookgedrag actueel en bekend is 7. % patiënten met astma tussen de 12 en 15 jaar ( 12 jaar en 15 jaar) die roken in de groep met bekend rookgedrag 8. % patiënten met astma onder de 16 jaar (< 16) en met 1 voorschrift(en) voor inhalatiemedicatie en controle inhalatietechniek 9. % patiënten met astma tussen 6 en 15 jaar ( 6 jaar en 15 jaar) en met 1 voorschrift(en) inhalatiecorticosteroïden (ICS) in de afgelopen 12 maanden met registratie mate van astmacontrole in de afgelopen 12 maanden 10. % patiënten met astma tussen 6 en 15 jaar ( 6 jaar en 15 jaar) en met 1 voorschrift(en) inhalatiecorticosteroïden (ICS) in de afgelopen 12 maanden bij wie de mate van therapietrouw is besproken en geregistreerd in de afgelopen 12 maanden Pagina 2 van 7

Beschrijving per indicator Themaveld 1: Populatie Indicator 1: % patiënten met astma onder de 16 jaar (< 16) in de praktijk Doel indicator: Inzicht verkrijgen in het percentage patiënten (kinderen) met astma in de praktijkpopulatie. Relatie tot kwaliteit: Niet van toepassing. Interpretatie: Volgens de NHG-Standaard Astma bij Kinderen zijn in de algemene Nederlandse bevolking ongeveer 85.000 kinderen met astma. De prevalentie in de huisartsenpraktijk bij kinderen van 1 tot 4 jaar is 33,8 per 1000 patiënten; bij kinderen van 5 tot 14 jaar 35,9 per 1000 patiënten. Bij jonge kinderen komt astma ongeveer tweemaal zo vaak voor bij jongens als bij meisjes. Kinderen van Turkse en Marokkaanse oorsprong lijken minder vaak astma te hebben dan kinderen van Nederlandse, Surinaamse en Antilliaanse herkomst. Astma komt vaker voor bij te vroeg geboren kinderen. Kinderen die in grote steden wonen, hebben vaker luchtwegklachten en astma dan kinderen op het platteland. De landelijke prevalentie kan sterk verschillen van de prevalentie in een specifieke praktijk. Dit is vrijwel altijd multifactorieel bepaald. Ten eerste gaat het om percentages die berekend zijn op kleine aantallen. Ten tweede is de case mix direct gerelateerd aan prevalentie. Een voorbeeld hiervan is de leeftijdsopbouw in de praktijk. Ten derde kan het percentage een weerspiegeling zijn van de mate waarin screening op astma wordt toegepast bij patiënten met luchtwegklachten. Als laatste is uniforme registratie een punt van aandacht. Mogelijk zijn er verschillen tussen huisartsen wat betreft registratie. Bij met name jonge kinderen worden naast de diagnose astma, waarschijnlijk ook de diagnoses kortademigheid/benauwdheid; piepende ademhaling; hoesten; acute infectie bovenste luchtwegen; acute/chronische sinusitis; acute bronchitis; longontsteking gevoerd. Indicator 2: % patiënten met astma onder de 16 jaar (< 16) onder behandeling in de eerste lijn (huisarts is 12 maanden hoofdbehandelaar) in de praktijkpopulatie Doel indicator: Inzicht verkrijgen in het percentage patiënten (kinderen) met astma bij wie de huisarts hoofdbehandelaar is. Relatie tot kwaliteit: Niet van toepassing. Interpretatie: Zie indicator 1. Indicator 3: % patiënten met astma onder de 16 jaar (< 16) die in de eerste lijn worden behandeld en 12 maanden zijn ingeschreven in de praktijkpopulatie Doel indicator: Inzicht verkrijgen in het percentage patiënten (kinderen) met astma bij wie de huisarts hoofdbehandelaar is. Het verschil met indicator 2 is dat de patiënt minimaal 12 maanden staat ingeschreven bij de huisartsenpraktijk. Pagina 3 van 7

Relatie tot kwaliteit: Niet van toepassing. Interpretatie: Zie indicator 1. Indicator 4: % patiënten met astma onder de 6 jaar (< 6) die in de eerste lijn worden behandeld en 12 maanden zijn ingeschreven Doel indicator: Inzicht verkrijgen in het percentage patiënten (jonge kinderen) met astma bij wie de huisarts hoofdbehandelaar is. Relatie tot kwaliteit: Niet van toepassing. Interpretatie: Zie indicator 1. Indicator 5: % patiënten met astma tussen 6 en 16 jaar ( 6 jaar en 15 jaar) die in de eerste lijn worden behandeld en 12 maanden zijn ingeschreven Doel indicator: Inzicht verkrijgen in het percentage patiënten (oudere kinderen) met astma bij wie de huisarts hoofdbehandelaar is. Relatie tot kwaliteit: Niet van toepassing. Interpretatie: Zie indicator 1. Pagina 4 van 7

Themaveld 2: Monitoring Indicator 6: % patiënten met astma tussen de 12 en 15 jaar ( 12 jaar en 15 jaar) van wie het rookgedrag actueel en bekend is Type indicator: Proces. Doel indicator: Inzicht verkrijgen in het percentage patiënten (oudere kinderen) met astma van wie het rookgedrag is geïnventariseerd en vastgelegd. Relatie tot kwaliteit: Roken geeft een toename van symptomen en zorgt voor versnelde afbraak van longweefsel. Om te achterhalen of iemand rookt en vervolgens te kunnen interveniëren, moet er actief naar geïnformeerd worden. Bij optimale zorg is bij alle patiënten met astma het actuele rookgedrag bekend. Wetenschappelijke onderbouwing: De NHG-Standaard Astma bij kinderen geeft als kernboodschap: ontraad roken door ouders/verzorgers in de omgeving van kinderen en vanzelfsprekend het starten van roken door kinderen zelf. Het streven naar een rookvrije omgeving is de belangrijkste niet-medicamenteuze maatregel. De huisarts moet roken door het kind zelf, door ouders/verzorgers of door anderen in de omgeving van het kind dringend afraden. Interpretatie: De streefwaarde is 100%. In principe zou van iedereen het rookgedrag bekend moeten zijn. Aangezien sommige patiënten zich onttrekken aan regelmatige controles zijn de uitkomsten van benchmarking relevanter dan de absolute uitkomsten. Indicator 7: % patiënten met astma tussen de 12 en 15 jaar ( 12 jaar en 15 jaar) die roken in de groep met bekend rookgedrag Type indicator: Descriptief. Doel indicator: Inzicht verkrijgen in het percentage patiënten met astma dat rookt. Relatie tot kwaliteit: Zie indicator 6. Wetenschappelijke onderbouwing: Zie indicator 6. Interpretatie: Een streefwaarde is vooralsnog onbekend. Volgens een enquête van het NIVEL in 2014 rookt in de algemene bevolking 23% en van de patiënten met astma 9% (BI 5,6-13,0%). Volgens het Trimbos Instituut heeft van alle leerlingen van 12 tot en met 16 jaar in het voortgezet onderwijs bijna een kwart (23%) ooit gerookt. Daarbij is geen significant verschil tussen jongens en meisjes gevonden. Van de 12- tot en met 16-jarige scholieren in het voortgezet onderwijs rookt 3% dagelijks een sigaret. De gemiddelde leeftijd waarop scholieren gaan roken is 12,9 jaar. Marokkaanse scholieren hebben in vergelijking met scholieren van Nederlandse of een andere etnische afkomst, het minst ervaring met het roken van een sigaret (5%). Van Dorsselaer S, Tuithof M., Verdurmen JEE, Spit M., van Laar M., Monshouwer K. Jeugd en riskant gedrag 2015. Kerngegevens uit het Peilstationsonderzoek Scholieren. Utrecht: Trimbos-instituut; 2016. Hoewel stoppen met roken ook bij astma erg belangrijk is, blijft de uitkomst lastig te interpreteren. Zelfs bij zeer uitgebreide programma s gericht op het stoppen met roken blijft het succespercentage ruim onder de 50%. Rekening houdend met de kleine aantallen per praktijk en de spreiding, zijn verschillen in de uitkomst vaak niet significant. Pagina 5 van 7

Indicator 8: % patiënten met astma onder de 16 jaar (< 16) en met 1 voorschrift(en) voor inhalatiemedicatie en controle inhalatietechniek Type indicator: Proces. Doel indicator: Inzicht verkrijgen in het percentage patiënten (kinderen) met astma dat inhalatiemedicatie gebruikt en met wie de inhalatietechniek besproken is. Relatie tot kwaliteit: Een juiste inhalatietechniek is belangrijk om ervoor te zorgen dat de voorgeschreven medicatie werkt en zo min mogelijk bijwerkingen geeft. Een aanzienlijk deel van de patiënten heeft geen juiste techniek of verleert het in de loop van de tijd. Bij optimale zorg moet dit daarom regelmatig gecontroleerd worden. Wetenschappelijke onderbouwing: Doel van de behandeling van alle kinderen met astma is een zo goed mogelijke astmacontrole. Volgens de NHG-Standaard Astma bij kinderen is het benadrukken van een goede inhalatietechniek van groot belang. De huisarts stemt met de apotheker af wie de inhalatie-instructie geeft en wie de inhalatietechniek periodiek controleert. Bij monitoring is inhalatietechniek en therapietrouw erg belangrijk; de huisarts of praktijkondersteuner vraagt ouders en kind medicijnen en inhalatoren bij elke controle mee te nemen om de inhalatietechniek te demonstreren. Interpretatie: Streefwaarde is 100%. Indicator 9: % patiënten met astma tussen 6 en 15 jaar ( 6 jaar en 15 jaar) en met 1 voorschrift(en) inhalatiecorticosteroïden (ICS) in de afgelopen 12 maanden met registratie mate van astmacontrole in de afgelopen 12 maanden Type indicator: Proces. Doel indicator: Inzicht verkrijgen in het percentage kinderen met astma bij wie de mate van astmacontrole adequaat is geïnventariseerd en vastgelegd. Relatie tot kwaliteit: Bij optimale zorg is bij alle kinderen die in de afgelopen 12 maanden ICS hebben gebruikt de mate van astmacontrole geïnventariseerd en vastgelegd. Wetenschappelijke onderbouwing: Volgens de NHG-Standaard Astma bij kinderen vormen inhalatiecorticosteroïden (ICS) de hoeksteen van de onderhoudsbehandeling van astma. Bij kinderen van 6 jaar en ouder is de effectiviteit van ICS aangetoond op longfunctie, symptomen, vermindering van exacerbaties, bronchiale hyperreactiviteit, inspanninggebonden bronchusobstructie en de kwaliteit van leven. De kinderen die in aanmerking komen voor ICS moeten minimaal elke 3-6 maanden gemonitord worden; bij elke controle wordt de mate van astmacontrole geëvalueerd. Interpretatie: De streefwaarde is in principe 100%. Bij een indicator over de afgelopen 12 maanden is het altijd mogelijk dat een patiënt net iets langer dan een jaar geleden zijn laatste bezoek heeft gehad. Daarnaast is bekend dat astmapatiënten die weinig klachten hebben minder geneigd zijn voor controle te willen komen, zeker in de puberteit. Soms wordt wel gevraagd naar de astmacontrole, maar is dit niet of niet op de juiste plaats genoteerd. Pagina 6 van 7

Indicator 10: % patiënten met astma tussen 6 en 15 jaar ( 6 jaar en 15 jaar) en met 1 voorschrift(en) inhalatiecorticosteroïden (ICS) in de afgelopen 12 maanden waarbij de mate van therapietrouw is besproken en geregistreerd in de afgelopen 12 maanden Type indicator: Proces. Doel indicator: Inzicht verkrijgen in het percentage kinderen met astma bij wie therapietrouw adequaat is besproken en geregistreerd. Relatie tot kwaliteit: Bij optimale zorg wordt bij alle kinderen met astma die ICS gebruiken de therapietrouw bij elke controle besproken. Wetenschappelijke onderbouwing: De NHG-Standaard Astma bij kinderen beveelt aan bij elke controle te vragen naar inhalatietechniek en therapietrouw. Therapie-ontrouw is een veelvoorkomend probleem bij astma bij kinderen. Hiervoor kunnen meerdere redenen zijn, zoals onvoldoende kennis over het nut van medicatie, onvoldoende ervaren nut, of het vergeten van medicatie. Regelmatige aandacht voor het nut van de medicatie en voor therapietrouw kan dit gunstig beïnvloeden. Interpretatie: Er zijn geen referentiewaarden beschreven. Onttrekking uit controles speelt een rol. Bij gebruik als benchmark bestaat het gevaar dat een afvinkindicator wordt gecreëerd. De diepgang van het gesprek over therapietrouw bepaalt echter het nut, niet zozeer of het überhaupt (heel even) is aangestipt. Pagina 7 van 7