Gedeputeerde Staten Directie Ruimte en Mobiliteit Afdeling Ruimte, Wonen en Bodem Contact M. Molenwijk T 070-441 74 11 m.molenwijk@pzh.nl Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11 www.zuid-holland.nl Burgemeester en Wethouders van de gemeente Kaag en Braassem Postbus 1 2370 AA Roelofarendsveen Datum Uw kenmerk - Bijlagen 1 Onderwerp Ontheffing ex art. 3.2 Verordening Ruimte 2014 voor de verplaatsing en uitbreiding van de varkenshouderij aan de A. de Graaflaan 20 in Woubrugge Geacht college, Op 7 juni 2016 ontvingen wij uw ontheffingsverzoek als bedoeld in artikel 3.2 van de Verordening ruimte 2014 (hierna: de verordening) ten behoeve van: de verplaatsing van de intensieve veehouderij van de A. de Graaflaan 20 in Woubrugge naar Kruisweg 24 en tevens uitbreiding van het bouwkavel naar 1,8 hectare. Wij hebben uw verzoek beoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit. Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Tram 9 en de buslijnen 90, 385 en 386 stoppen dichtbij het provinciehuis. Vanaf station Den Haag CS is het tien minuten lopen. De parkeerruimte voor auto s is beperkt. Deze ontheffing kan slechts worden toegepast ten behoeve van het opvolgend ruimtelijk besluit (een bestemmingsplan of omgevingsvergunning) waarvoor de ontheffing is aangevraagd. Wij wijzen u erop dat op grond van jurisprudentie de verleende ontheffing samen met het ontwerp van het opvolgend ruimtelijk besluit ter inzage moet worden gelegd, zodat hiertegen zienswijzen en daarna eventueel beroep kan worden ingediend. Tegen de verleende ontheffing staat op grond van artikel 8.3, lid 4 van de Wet ruimtelijke ordening thans geen beroep open. Voorts merken wij op dat de ontheffing kan worden ingetrokken, indien het opvolgend ruimtelijk besluit niet binnen twee jaar na verlening van de ontheffing is vastgesteld.
Wij verzoeken u in uw correspondentie altijd het DOS-nummer te vermelden dat wij rechts bovenaan in deze brief hebben opgenomen. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, secretaris, voorzitter, drs. J.H. de Baas drs. J. Smit 2/7 Bijlagen: Ontheffing ex art. 3.2 Verordening Ruimte 2014 voor de verplaatsing en uitbreiding van de dierenhouderij aan de A. de Graaflaan 20 in Woubrugge
BESLUIT Onderwerp Verzoek om ontheffing als bedoeld in artikel 3.2 van de verordening. Besluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland op het verzoek van de gemeente om een ontheffing als bedoeld in artikel 3.2, lid 1 van de verordening ten behoeve van: de verplaatsing van de intensieve veehouderij van de A. de Graaflaan 20 in Woubrugge naar Kruisweg 24 en tevens uitbreiding van het bouwkavel naar 1,8 hectare. Indiening Het college van burgemeester en wethouders is voornemens om deze ontwikkeling op te nemen in een opvolgend ruimtelijk besluit (zijnde een bestemmingsplan of daarmee gelijk te stellen besluit) en uit de toegezonden informatie blijkt dat dit voornemen is afgestemd met de gemeenteraad. Aangezien de voorgenomen ontwikkeling afwijkt van een of meer regels uit de verordening is hiervoor een ontheffingsverzoek ingediend. Ontheffingscriteria In artikel 3.2, lid 1 van de verordening is bepaald dat Gedeputeerde Staten ontheffing kunnen verlenen van de regels van de verordening, voor zover de verwezenlijking van het gemeentelijk ruimtelijk beleid wegens bijzondere omstandigheden onevenredig wordt belemmerd in verhouding tot de, met die regels te dienen provinciale belangen. Beoordeling van het verzoek De Situatie De dierenhouderij is momenteel gevestigd aan de A. de Graaflaan 20 in de woonkern Woubrugge. 3/7
Datum Huidige locatie aan de A. de Graaflaan 20 te Woubrugge Ruimtelijke aspecten Het bedrijf heeft in het vigerende bestemmingsplan een bouwvlak van 0,5 hectare tot zijn beschikking. Er bevinden zich momenteel ca. 2.100 dieren in het bedrijf. Met het plan wordt beoogd om het bedrijf uit te plaatsen uit de woonkern Woubrugge en te laten uitbreiden tot een bouwvlak van 1,8 ha in het buitengebied aan de Kruisweg 24. Op de huidige locatie worden op basis van het plan ook 35 woningen gebouwd. Hierdoor neemt de ruimtelijke kwaliteit flink toe in Woubrugge. Op de nieuwe locatie aan de Kruisweg 24 wordt een bedrijf beoogd met een bouwvlak van 1,8 ha en maximaal 3.693 dieren. Doordat de woondichtheid op de nieuwe locatie (één bedrijfswoning binnen 250m) een stuk lager is als op de achterlaatlocatie (60 woningen binnen 250m) zijn de mogelijke effecten van fijnstof, geur en geluid en de hinder beleving daarvan aanmerkelijk lager. De verplaatsing Ruimtelijke aspecten De verplaatsing van het bedrijf naar het buitengebied en tevens de bouw van 35 woningen in Woubrugge zal per saldo leiden tot een flinke verbetering van de ruimtelijke kwaliteit in de woonkern. Op de nieuwe locatie is deze ontwikkeling ruimtelijk inpasbaar zodat dit aansluit op de richtpunten van de Kwaliteitskaart. Per saldo neemt de ruimtelijke kwaliteit toe. Dit aspect kan als bijzondere omstandigheid worden beschouwd. De uitbreiding Ruimtelijke aspecten Voorzover het ook de uitbreiding betreft van het bouwkavel van 0,5 ha naar 1,8 ha is het vanuit bedrijfseconomisch perspectief niet onredelijk dat het bedrijf deze stap wil zetten om op de nieuwe locatie een toekomstbestendig bedrijf te hebben dat voldoet aan de nieuwste technieken. Aangezien de ondernemer ook op de huidige locatie al planologische ruimte heeft om uit te kunnen breiden, ligt het voor de hand dat hij dat op de nieuwe locatie ook krijgt. Hiernaast zijn er 4/7
Datum ook dwingendere redenen om uit te breiden. Immers, het is op grond van wetgeving noodzakelijk dat er meer ruimte beschikbaar komt voor het treffen van maatregelen. De beoogde locatie aan de Kruisweg 24 ten oosten van de kern Woubrugge Overzicht huidige en beoogde locatie Belangenafweging bijzondere omstandigheid en provinciaal belang Het provinciaal belang bood tot 7 juli 2015 ruimte voor een bouwvlak van 2 hectare bij verplaatsing van en/of uitbreiding van intensieve veehouderijen in combinatie met certificering 5/7
voor duurzaamheid en dierenwelzijn. Dit bleek juridisch niet houdbaar. Hiermee biedt de Verordening ruimte 2014 momenteel geen ruimte om in te stemmen met verplaatsing of uitbreiding van intensieve veehouderijen, behalve via ontheffing in voorkomend geval. Zoals hierboven omschreven, is er in dit geval voldoende sprake van bijzondere omstandigheden van ruimtelijke aard om te stellen dat het gemeentelijke belang onevenredig wordt benadeeld ten opzichte van de provinciale belangen op basis waarvan verplaatsing en/of uitbreiding niet is toegestaan. De provinciale belangen om intensieve veehouderijen niet zonder meer te laten verplaatsen en/of uit te breiden, liggen met name in de ruimtelijke impact die deze bedrijven hebben op het landschap en in de mogelijk optredende omgevingseffecten (geur, fijnstof, geluid e.d.).. Het is daarom in het algemeen wenselijk dat de omvang van dergelijke bedrijven begrensd (met beperkt ondermijn je je eigen argumentatie) is. Nu in dit geval een woonkern wordt ontlast door de voorgestelde verplaatsing en uitbreiding van de intensieve veehouderij, is te stellen dat het gemeentelijk belang onevenredig wordt benadeeld door het provinciaal belang indien de verplaatsing en uitbreiding niet mogelijk is. De uitbreiding is daarnaast zoals boven aangegeven onvermijdelijk vanwege de bestaande planologische rechten op de huidige locatie, en vanuit bedrijfsefficiency. Ruimtelijke kwaliteit De beoogde locatie past afgezien van enkele aandachtspunten voor het verdere planproces binnen het handelingskader ruimtelijke kwaliteit dat is opgenomen in artikel 2.2.1 van de verordening. Het initiatief aan de Kruisweg 24 is daarbinnen te karakteriseren als een aanpassing wat maakt dat aandacht besteed dient te worden aan de relevante richtpunten van de Kwaliteitskaart. In het verdere planproces dient hieraan op de Kruisweg 24 nog nadere aandacht te worden besteed. GS zullen daarop toezien in het kader van het bestemmingsplanproces. Wel is nu al vast te stellen dat het nieuwe bedrijf op hoofdlijnen passend is binnen het lint aan de Kruisweg en aansluit op de richtpunten van de Kwaliteitskaart. De ruimtelijke structuur behoudt immers het ritme dat past bij boerenervenlinten door afstand te houden tot het naastgelegen bedrijf. Doorzichten worden zo in stand gehouden en de structuur van de droogmakerij wordt niet onevenredig aangetast. In de kern Woubrugge worden de huidige bedrijfsopstallen gesaneerd. Hier worden vervolgens 35 woningen gebouwd wat vanuit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening een positieve ontwikkeling is voor deze woonkern. Deze woningen zijn in de regionale woonvisie opgenomen door de gemeente. De sanering van het huidige bedrijf is geborgd in de planregels van het concept-bestemmingsplan dat bij het ontheffingsverzoek is aangeleverd. 6/7
Conclusie Gelet op het bovenstaande hebben GS ontheffing verleend van artikel 2.3.1 lid 1 onder g en h van de verordening voor de verplaatsing van de intensieve veehouderij van de A. de Graaflaan 20 in Woubrugge naar Kruisweg 24 en tevens uitbreiding van het bouwkavel naar 1,8 hectare. Dit onder voorbehoud dat de reacties uit Provinciale Staten geen aanleiding geven tot heroverweging van voorgenoemd besluit. Beslissing Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland Gelet op het bepaalde in artikel 3.2 van de verordening; BESLUITEN: 1. Ontheffing verleend van artikel 2.3.1 lid 1 onder g en h van de Verordening ruimte 2014, ten behoeve van de verplaatsing van de intensieve veehouderij van de A. de Graaflaan 20 in Woubrugge naar Kruisweg 24 en tevens uitbreiding van het bouwkavel naar 1,8 hectare in de gemeente Kaag en Braassem, onder voorbehoud dat de reacties uit Provinciale Staten geen aanleiding geven tot heroverweging van voorgenoemd besluit; 2. Dit besluit door middel van bijgevoegde brief aan de gemeente toe te zenden. Ontheffing in relatie tot het opvolgend ruimtelijk besluit Tegen dit besluit staat op grond van artikel 8.3, lid 4 van de Wet ruimtelijke ordening thans geen beroep open. Wel kan daaromtrent in het kader van de procedure voor het opvolgend ruimtelijk besluit een zienswijze naar voren worden gebracht respectievelijk beroep worden ingesteld. Verlening van de ontheffing sluit overigens niet uit dat de provincie te zijner tijd een reactie zal geven op het opvolgend ruimtelijk besluit. Er kunnen in het kader van de planbeoordeling aspecten naar voren komen die daartoe aanleiding geven. Den Haag, 6 september 2016 Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, secretaris, voorzitter, drs. J.H. de Baas drs. J. Smit 7/7