HALING Als aan willekeurige mensen gevraagd wordt wat ademsteun is, valt al heel snel de term 'buikademhaling' en de zin 'ademen met je buik'. Feitelijk zijn deze termen onjuist, omdat zich in de buik geen longen bevinden. Bovendien wordt dan enkel nog de ademhaling genoemd, en blijft de daadwerkelijke steun nog achterwege. Als we het hebben over de adem en het zingen, moeten we dus twee dingen onderscheiden. Er is ademhaling en ademsteun. Dit zijn twee verschillende aspecten, die beiden invloed hebben op je capaciteiten als zanger. Een goede ademhaling is nodig om een correcte ademsteun te creëren. HALING GAAT OVER INGAANDE LUCHT, VOORDAT JE ZINGT OF SPREEKT STEUN IS DE CONTROLE OVER DE UITGAANDE LUCHT, TIJDENS HET ZINGEN OF SPREKEN ANATOMIE Ademhaling is een doorgaande stroom van in- en uitgaande lucht. Om dit principe te begrijpen, is het handig als je weet hoe het lichaam werkt en hoe het in elkaar zit. Strottenhoofd Luchtpijp Bronchiën Long De long links is in doorsnede afgebeeld, zodat je de bronchiën kunt zien. Het middenrif (rood) ligt onder de longen. Het strottenhoofd bevindt zich boven aan de luchtpijp. Middenrif
MIDDENRIF Het middenrif bevindt zich onder de longen, in de vorm van een parachute. Dit is de spier die de ademhaling aanstuurt. Het middenrif zit aan de achterkant vast aan de ruggengraat, aan voorkant is het verbonden met het borstbeen, en aan de zijkant met de onderste ribben. Het middenrif kan dus alleen in het midden (van bovenaf gezien) bewegen, zoals dat bijvoorbeeld ook bij een trampoline het geval is. Als je uitademt, en de longen dus (bijna) leeg zijn, is het middenrif ontspannen, en op zijn hoogste punt. Doordat het middenrif aan de bovenkant vastzit aan de longen, worden de longen uitgerekt als het middenrif naar beneden gaat. Hierdoor wordt de longinhoud groter, en als je dan je mond open doet, wordt de lucht als het ware door het middenrif naar binnen gezogen. Andersom is hetzelfde aan de hand: als het middenrif vervolgens weer naar boven gaat, duwt het de longen ineen, en de lucht naar buiten. Deze doorgaande beweging is wat men kent als ademhaling. Als het middenrif omlaag beweegt, betekent dat dat er ruimte gemaakt moet worden. De longen worden immers groter, en het middenrif verplaatst. Die ruimte wordt vrijgemaakt doordat je ribben zich verbreden, en je zonnevlecht uitzet. Je zonnevlecht is het punt onder je borstbeen, waar je ribbenkast zich opdeelt in een linker- en een rechterkant. Met het omlaag brengen van het middenrif wordt in de longen een gedeeltelijk vacuüm gecreëerd en wordt er lucht naar binnen gezogen. Deze manier van ademhalen is volstrekt natuurlijk, en zie je terug bij elke gezonde pasgeboren baby. Maar de ademhaling is ook een onbewust proces, en daardoor kan de ademhaling in de loop van je leven veranderen op een manier die bij het zingen en spreken juist tegen je kan werken. Als zanger dien je daarom bewust te worden van het ademhalingsproces.
INING HOGE HALING Om zo gezond mogelijk te spreken en te zingen, is efficiënte ademhaling belangrijk. In de praktijk zul je zelden de tijd hebben om door je neus te ademen, dus het heeft geen zin om dit te oefenen. Een goede inademing is onhoorbaar, en gebeurt door de mond, waarbij je lippen en kaak ontspannen zijn. Zodra de inademing te horen is, is je keel niet geheel open en zijn de spieren in je keel dus niet geheel ontspannen. Bij veel mensen zit de ademhaling "te hoog". Dat wil zeggen dat niet de zonnevlecht naar voren beweegt, of de ribben opzij, maar dat het bovenste gedeelte van de borstkas naar inademing waarbij de borstkas omhoog beweegt Deze hoge inademing kan onplezierig en beklemmend aanvoelen. BUIKHALING Eerder noemden we al dat buikademhaling een foutieve term is, omdat zich in de buik geen longen bevinden. Mensen die dit aangeleerd hebben gekregen of hebben gehoord, ademen wel in op zo'n manier dat het middenrif naar beneden gaat, maar drukken hiermee met hun middenrif op hun ingewanden, waardoor de buik uitzet. inademing waarbij de buik naar buiten beweegt Hierbij duwt het middenrif neerwaarts op de ingewanden, waardoor de buik zich uitzet. Vervolgens probeert men vaak heel erg om hun buik te blijven uitzetten tijdens het zingen. Dit gaat echter compleet tegen de beweging van het middenrif in, en geeft
MIDDENRIF HALING PARAGRAAF 2 Dit is de meest natuurlijke ademhaling. Het middenrif beweegt omlaag, waardoor de longinhoud vergroot en de lucht naar binnen wordt gezogen als je je mond en keel open zet. De onderste ribben en de zonnevlecht zetten uit, en het middenrif wordt plat. Ook zet de buik rond de navel iets uit. Bij de ontspant het middenrif zich weer en gaan de ribben weer naar hun oorspronkelijke positie. De bolling rond de zonnevlecht verdwijnt en de buik rond de navel wordt weer plat. Om het verschil tussen alle drie de manieren van inademen te ervaren, kun je ze alledrie één voor éen uitproberen, waarna je je adem inhoudt. Merk op dat de inademing waarbij de zonnevlecht naar voren komt en de ribben zich verbreden, veruit het meeste comfort geeft. Het middenrif wordt aangespannen, daarbij worden de onderste ribben naar buiten geduwd, zodat de onderkant van de borstkas uitzet en er een bolling ontstaat bij de zonnevlecht. zonnevlecht inademing waarbij het middenrif naar buiten beweegt
STEUN WAT IS STEUN? Ademsteun is de controle over de uitgaande lucht. Om geluid te maken moeten de stemplooien (ook stembanden genoemd) gaan trillen. Zij kunnen dat echter niet uit zichzelf. Door voldoende luchtdruk op te bouwen onder de stemplooien (dus in de longen), openen en sluiten de stemplooien zich razendsnel. En zo ontstaat er geluid. Als je een hoge A zingt, trillen de stemplooien 440 keer per seconde. En deze luchtdruk bouw je op met je ademsteun. Een efficiënte ademsteun heeft veel voordelen en is van belang voor: - langere tonen - een gelijkmatige toonproductie - het voorkomen van heesheid of slijtage - meer volume - de beheersing van vibrato - de beheersing van de intonatie Om de juiste ademsteun te creëren, is het belangrijk dat de inademing goed zit. Eenmaal ingeademd is het heel erg moeilijk om dit te corrigeren, en bovendien heb je daar veelal geen tijd voor. Na de inademing wil het middenrif graag weer naar boven en ontspannen. Als je dit echter laat gebeuren, kun je de benodigde luchtdruk niet opbouwen. Het is dus OEFENING 1. Steek je rechterhand met gestrekte arm uit naar voren en til deze vervolgens boven je hoofd. Als het goed is vergt dit geen enkele moeite. 2. Steek nogmaals je rechterhand uit naar voren, en leg je linkerhand erbovenop. Ook nu beweeg je je rechterarm naar boven, maar terwijl je dit doet, werk je deze beweging met je linkerhand tegen. De linkerhand duwt dus naar beneden. Let op: je rechterhand moet wel winnen! De linkerhand biedt enkel weerstand. 3. Nogmaals de eerste oefening, zonder linkerhand. Maar nu til je weer je rechterhand boven hoofd, "alsof er een weerstand is". Merk op dat bij de laatste keer dat je je hand optilt, je spieren ontzettend aan het werk zijn om dit voor elkaar te krijgen, zonder dat er een daadwerkelijke weerstand is. Bij ademsteun is dat net zo. Je middenrif wil omhoog, maar de spieren eromheen bieden hier weerstand tegen. Door vervolgens je navel langzaam in te trekken, kun je met je middenrif druk opbouwen in je longen, en je stemplooien daardoor op de juiste snelheid en met de juiste dikte laten trillen.
STEUN HOGE HALING EN STEUN Als je nu nog eens kijkt naar het plaatje hiernaast, wat in het hoofdstuk over ademhaling ook al even voorbijkwam, snap je nu waarschijnlijk ook waarom deze manier van inademing geen basis biedt voor het opbouwen van een gedegen ademsteun. Het middenrif blijft ontspannen en dus op zijn hoogste punt, en is dus niet in staat om druk uit te oefenen op de longen. Voor druk is immers beweging nodig, en dat is in dit geval niet mogelijk. inademing waarbij de borstkas omhoog beweegt STEUN NATUURLIJKE VS ACTIEVE STEUN Moet je nu altijd heel veel ademsteun gebruiken om goed te kunnen zingen? Nee, natuurlijk niet. Dat zou je niet volhouden. Als je op de juiste manier inademt, waarbij de ribben uitzetten en de zonnevlecht naar voren komt, is er een behoorlijke mate van zogenaamde natuurlijke ademsteun aanwezig. In geval van makkelijke, korte, en niet al te hoge melodieën hoef je dan niet al te veel te doen om toch een gezonde controle over je stem te hebben. Echter, hoe langer de melodie wordt, of hoe moeilijker (hoger/harder/complexer), hoe meer actieve ademsteun je moet gaat toepassen. En met actieve ademsteun wordt bedoeld de ademsteun die je zelf toe moeten voegen om de controle over je stem te houden. Afbeeldingen met een afkomstig uit "Complete Zangtechniek" door Cathrine Sadolin (2006).