Uitleg sectorwerkstuk

Mavo Maassluis 1

Uitleg sectorwerkstuk Wat is het sectorwerkstuk? Het sectorwerkstuk is een opdracht waarin je laat zien dat je de algemene vaardigheden in voldoende mate beheerst. Met algemene vaardigheden worden vaardigheden zoals plannen, zelfstandig werken, samenwerken, informatie zoeken etc. bedoeld. Deze vaardigheden horen niet bij een afzonderlijk vak, maar bij alle vakken en zijn belangrijk voor een vervolgopleiding. Verder gaat het sectorwerkstuk over een onderwerp dat aansluit bij de door jou gekozen sector: Economie, Zorg & Welzijn, Landbouw of Techniek. Telt het sectorwerkstuk mee voor je examen? Jazeker. Je kunt je diploma pas halen als je minimaal een voldoende hebt gehaald voor je sectorwerkstuk. Je krijgt dus geen cijfer! Je krijgt een onvoldoende, voldoende of goed. Bij een onvoldoende beoordeling zul je je werkstuk opnieuw moeten doen ( over een ander onderwerp) anders kun je niet slagen. Op je diploma komt het onderwerp van je sectorwerkstuk te staan, met de beoordeling voldoende of goed. Het is dus belangrijk dat je goed nadenkt over je onderwerp. Het is belangrijk om te weten dat er twee dingen beoordeeld worden. 1. Het proces (o.a. samenwerken, algemene vaardigheden, onderzoeksvaardigheden) 2. Het product (o.a. het logboek, de documentatiemap, de presentatie) De presentatie is dus een onderdeel van je sectorwerkstuk, het is dus niet hét sectorwerkstuk. Wie is mijn publiek bij de presentatie? Jullie houden je presentatie voor medeleerlingen, je begeleider, een aantal docenten (oa. De jury, directieleden, ouders en mensen die je zelf kunt uitnodigen. Het is bijvoorbeeld leuk om mensen die je hebt geïnterviewd uit te nodigen. Al deze mensen willen graag iets leren van jullie sectorwerkstuk en hebben aan het einde van de presentatie gelegenheid tot het stellen van vragen. Wie, waar en wanneer? Je maakt het sectorwerkstuk met z n tweeën. Het is verstandig om een partner te kiezen die bij jou in de klas zit en dezelfde sector heeft. In de praktijk blijkt dat verschillende roosters en verschillende sectoren heel lastig werkt. Op school kun je tijdens het sectorwerkstuk uur een heleboel doen maar daarnaast zul je buiten die uren óók aan het werk moeten. Je mag namelijk niet alleen maar informatie van internet gebruiken. Bij het werken aan het sectorwerkstuk is jullie belangrijkste docent de begeleider. Deze docent bespreekt elke stap van het stappenplan, parafeert het logboek, en kan jullie aanwijzingen geven en bijsturen. Het is dus belangrijk om regelmatig contact te hebben met de begeleider. Onthoud hierbij wel dat jullie het initiatief behoren te nemen; jullie maken afspraken met de docent. 2

Wat is een logboek/handleiding? In het boekje dat je nu voor je hebt staat elke stap vermeld en uitgelegd. Elke stap moet je voldoende afronden om verder te kunnen gaan met de volgende stap. In dit boekje wordt dus elke stap na goedkeuring afgetekend door je begeleider. Lees elke stap goed door, en lees ook de uitleg bij elke stap goed door. De begeleider zal niet zelf om het logboek vragen, jullie zullen zélf afspraken moeten maken met je begeleider. Zorg dat je dat regelmatig en op tijd doet. Vooruit werken mag, achterlopen is niet verstandig. Wanneer je op schema loopt werk je rustiger en kun je op het laatst nog dingen perfectioneren, verbeteren, aanpassen. Belangrijk: Een logboek zonder de benodigde parafen wordt als onvoldoende beoordeeld. Wat is een documentatiemap? Hierin verwerk je alle informatie die je hebt gevonden, de resultaten van je onderzoek dus. Wat er precies in moet lees je later. Hoe moeten we beginnen? In het logboek volg je gewoon elke stap en lees je de uitleg daarbij goed door. Na elke stap maak je een afspraak met je begeleider om die stap te bespreken en vraag je een paraaf. Daarna ga je verder met je volgende stap. Veel succes en maak er wat moois van 3

1. Presentatie Bij het sectorwerkstuk moet je tot een eindproduct komen, waarmee je als het ware het verrichte werk zal presenteren. Je kiest dus een onderwerp voor je sectorwerkstuk, doet onderzoeken voor informatie over je onderwerp en presenteert je bevindingen /conclusie. Voorbeelden van presentatievormen zijn: - Een videopresentatie - Een maquette / model presenteren - Een Powerpoint presentatie maken - Een informatiepakket samenstellen - Een spel ontwerpen - Een eigen product ontwerpen - Een voorstelling geven - Een webquest maken - Een fotopresentatie / fotoboek maken Je presentatie is het product laten zien & onderzoek presenteren maar de presentatie moet ook vocaal ondersteund worden. 2. Documentatiemap In dit verslag verwerk je de hoofdvraag en de deelvragen tot een traditioneel werkstuk, de documentatiemap. De inhoud bestaat uit: 1. Voorblad 2. Inhoudsopgave 3. Inleiding 4. Hoofdvraag en de verschillende deelvragen 5. Antwoorden op je deelvragen; d.m.v. - Actieve onderzoek - Minimaal vijf verschillende schriftelijke bronnen (boeken, folders, tijdschriften etc.) - Minimaal drie verschillende internetsites 6. De conclusie - het antwoord op je hoofdvraag 7. De eindevaluatie van alle groepsleden 8. Bronvermelding 9. De uitgewerkt planning Je documentatiemap beslaat minstens 8 pagina s inhoudsvolle tekst, exclusief voorblad, inleiding, bronnenlijst en bijlagen. 4

Het stappenplan Om tot een goed eindresultaat te komen, volg je het stappenplan. Zorg dat je alles doorleest en ook alles doet wat beschreven staat. Op die manier kom je tot het beste resultaat, zonder dat je dingen vergeet, overslaat of verkeerd doet. Hieronder staat de planning; houd je hieraan: Start sectorwerkstukken Week 35 (week van 29/8) Het stappenplan Afgerond op 1. Samenwerken & onderwerp & Hoofdvraag 1 e opzet van de hoofdvraag Week 36 (week van 5/9 ) Definitieve hoofdvraag Week 37 (week van 12/9) 2. Deelvragen 1 e opzet van de deelvragen Week 38 (week van 19/9) Definitieve deelvragen Week 39 (week van 26/9 ) 3. Het voorbereiden van het onderzoek Week 40 (week van 3/10) 4. Product & presentatievorm Week 41 (week van 10/10) Week 42 vakantie 5. Planning Week 43 (week van 24/10) Week 44 toetsweek 6. Verwerken van de deelvragen Week 48 (week van 28/11) 7. Voltooien product & schriftelijke informatie Week 49 (week van 5/12) afronden 8. De presentatie Presentaties op dinsdag 13 december 9. De evaluatie en stap 10. Het einde Week 51 (week van 12/12) Bij een onvoldoende beoordeling zul je een nieuw werkstuk moeten maken over een ander onderwerp. 5

Stap 1 Samenwerken & onderwerp & hoofdvraag Samenwerking met je partner Bij het sectorwerkstuk werk je met iemand samen. Bedenk met wie je zou willen en kunnen (!) samenwerken. Het makkelijkst is het,om samen te werken met iemand met dezelfde sector en uit dezelfde klas. Jullie hoofdvraag moet namelijk passen bij jullie sector en de sectorvakken. Maak direct afspraken. Denk daarbij aan: - hoe je gaat samenwerken (en doe dat vaker tijdens het sectorwerkstukuur). - Bedenk bijvoorbeeld of je alles samen gaat doen of de taken verdeeld. - En hoe houden jullie elkaar op de hoogte. - Wat als een van beiden ziek is. - Waar en hoe bewaren jullie het materiaal? Vergeet niet dat je ook op samenwerking beoordeeld wordt. Samenwerking met de begeleider Samenwerken met anderen dan je partner is een onderdeel van het sectorwerkstuk en ook daarop word je beoordeeld. De samenwerking met jullie begeleider is dus voor een heel groot deel jullie verantwoordelijkheid. Neem zelf initiatief om hulp te vragen en houd de begeleider op de hoogte van je bezigheden. Hoe beter en regelmatiger het contact met je begeleider, hoe beter het resultaat van je sectorwerkstuk, want de vakdocent kan je juist inhoudelijk op weg helpen. Keuze voor een onderwerp 1. Bij de keuze van het onderwerp zijn drie dingen belangrijk: o Er moet iets te onderzoeken zijn, o Kies iets wat je interesseert en waar je nog niet alles van weet, o Het moet bij je sector en je vakken passen. Brainstorm over verschillende onderwerpen. Probeer ook verder te kijken dan je neus lang is, dus kies niet te voor de hand liggend, want daarvan kan je niets nieuws leren. 2. Zet zoveel mogelijk ideeën op papier. Kies daarvan twee of drie ideeën om verder uit te diepen; kun je er echt iets mee, is het echt interessant? Zoek een beetje op internet, kijk in wat kranten, boeken, overleg met anderen. Denk ook verder na over wat je van het onderwerp gaat onderzoeken. 3. Maak een definitieve keus over het onderwerp. Doe dit door je te oriënteren op een paar onderwerpen en er dan het beste idee uit te kiezen. Vergeet niet dat je iets moet kiezen waar je echt iets mee kunt. 4. Denk na wat je wilt onderzoeken en wat voor soort onderzoek en welk soort onderzoeksvraag (hoofdvraag) daarbij past. Voorbeelden van verschillende hoofdvragen: o Hoe komt het dat.? o Waardoor.? o Hoe zal in de toekomst.? o Waarom? o Hoe? 6

- Bedenk dat de kern van het sectorwerkstuk is dat je actief onderzoekt. Dat houdt in dat alleen op internet kijken of in boeken snuffelen niet voldoende is. Later komen we terug op de manieren van onderzoeken. Voor nu is het belangrijk te weten dat je een hoofdvraag moet bedenken waarbij je iets kunt ontdekken / onderzoeken. Een hoofdvraag waarbij je alleen op internet zoekt, is niet goed. Formuleer nu een duidelijke hoofdvraag bij je onderwerp, die niet te breed, maar vooral ook niet te beperkt is. Ga nu naar je begeleider. 1. Vul Stap 1 in je logboek helemaal in. Lever dit op tijd bij je begeleider in zodat je begeleider de tijd heeft om het te lezen. Doe dit op een gepast moment. Kom dus niet tijdens een leswisseling binnen bij je begeleider met de vraag/opdracht om een paraaf. 2. Maak gelijk een vervolgafspraak voor een overleg met je begeleider over het onderwerp & de hoofdvraag en de deelvragen. 3. Stel zo nodig de hoofdvraag bij!! 4. Je kunt niet verder als het niet in orde is!! 7

Stap 1 Samenwerken & onderwerp & hoofdvraag Eerste opzet Naam 1... Klas & sector.. Naam 2... Klas & sector.. Onderwerp: We hebben nagedacht over de volgende 3 onderwerpen 1.. 2.. 3.. Onze keuze: Motivatie:............ Hoofdvraag:..... Datum :. Paraaf :. Opmerkingen:... Beoordeling: Onvoldoende Voldoende Goed 8

Stap 2 De deelvragen De deelvragen Bedenk minstens 8 deelvragen bij je hoofdvraag. Wanneer je alle deelvragen beantwoord moet je tot een conclusie kunnen komen. Elke deelvraag is dus een klein onderzoekje, dat je informatie oplevert. Elke deelvraag vormt eigenlijk een hoofdstuk uit je werkstuk. Bij het bedenken van deelvragen moet je er rekening mee houden dat de deelvragen ook echt vragen naar informatie zijn. Een deelvraag die je met ja/nee of in een paar zinnen kunt beantwoorden, levert uiteindelijk nooit voldoende informatie voor een goed antwoord op je hoofdvraag. Ga nu naar je begeleider. 1. Lever je hoofdvraag en deelvragen bij je begeleider in zodat je begeleider de tijd heeft om het te lezen. Doe dit weer op een gepast moment, geef je begeleider de tijd. 2. Maak gelijk een vervolgafspraak voor een overleg met je begeleider over de deelvragen. 3. Stel zo nodig het onderwerp, de hoofdvraag en de deelvragen bij!! 4. Je kunt niet verder als het niet in orde is!! 9

Stap 2 Minstens 8 Deelvragen Hoofdvraag:..... Deelvraag 1.. Deelvraag 2.. Deelvraag 3.. Deelvraag 4.. Deelvraag 5.. Deelvraag 6.. 10

Deelvraag 7.. Deelvraag 8.. Deelvraag 9.. Deelvraag 10.. Datum :. Paraaf :. Opmerkingen: Beoordeling: Onvoldoende Voldoende Goed 11

Stap 3 het voorbereiden van het onderzoek Je gaat nu nadenken over de manier waarop je de antwoorden kunt vinden op de deelvragen, en ook wie welk deelvraag gaat beantwoorden. Het echte onderzoek komt later. Het onderzoeken is het belangrijkste deel van het sectorwerkstuk. Om iets nieuws te ontdekken, moet je onderzoeken. Daarmee laat je zien dat je de vaardigheden beheerst die nodig zijn om een sectorwerkstuk met een voldoende af te ronden. De onderzoeken en de literatuurstudie zullen je, als het goed is, antwoorden geven op de deelvragen. Als je alle antwoorden hebt gevonden, kun je, (wederom) als het goed is, je hoofdvraag beantwoorden en je conclusie schrijven. Je moet in ieder geval de volgende twee manieren van onderzoeken toepassen 1. Actief onderzoeken maak een keuze uit -Veldwerk enquête interview onderzoek - meelopen bezoek museum bezichtiging enzovoorts - Proefondervindelijk een proef bij natuurkunde / scheikunde / biologie (doe dit in overleg met je vakdocent. Uiteraard moet je hiervan verslag doen in je documentatiemap, en al het bewijs kunnen overleggen, dus zorg dat je zorgvuldig te werk gaat. 2. Literatuurstudie / In de documentatiemap verzamel je het materiaal waarop jij je informatie in het sectorwerkstuk baseert. In een documentatiemap zitten dus kopieën of originele stukken met een correcte bronvermelding. De documentatiemap is een belangrijk onderdeel van je sectorwerkstuk. In je documentatiemap kunnen de volgende zaken zitten: - Informatie uit boeken of folders gekopieerd met bronvermelding - Artikelen uit kranten of tijdschriften gekopieerd of origineel (niet van internet) met bronvermelding - Informatie van internet (uitgedraaid / gebruikte informatie gemarkeerd) met bronvermelding. - Documentatiemap Jullie documentatiemap voldoet aan de volgende eisen In dit verslag verwerk je de hoofdvraag en de deelvragen tot een traditioneel werkstuk, de documentatiemap. De inhoud bestaat uit: 1. Voorblad 2. Inhoudsopgave 3. Inleiding 4. Hoofdvraag en de verschillende deelvragen 5. Antwoorden op je deelvragen; d.m.v. - Actieve onderzoek - Minimaal vijf verschillende schriftelijke bronnen (boeken, folders, tijdschriften etc. - Minimaal drie verschillende internetsites 6. De conclusie - het antwoord op je hoofdvraag 7. De eindevaluatie van alle groepsleden 8. Bronvermelding (zie uitleg op pagina 17) 9. De uitgewerkt planning 12

Je documentatiemap beslaat minstens 8 pagina s inhoudsvolle tekst, exclusief voorblad, inleiding, bronnenlijst en bijlagen Zet voor jezelf, voor elke deelvraag, op een rijtje hóe je gaat onderzoeken. - Welk soort onderzoek / proef ga je doen? Is dit echt mogelijk en hoe ga je dat regelen? - Waar zul jij informatie voor je documentatiemap kunnen vinden? Is er voldoende interessante informatie over te vinden? Doe eens een steekproef op internet en kijk eens in de bibliotheek. Vooral in de bibliotheek in Rotterdam kun je ongelooflijk veel informatie vinden. Verwerk dat duidelijk in het logboek. Maak direct een bestand aan waar je alle interessante internetsites / titels / en meer kunt noteren. Zo kan je het makkelijk terugvinden en kost je bronvermelding straks minder tijd. Vul Stap 3 in en ga naar je begeleider. 1. Overleg over je ideeën betreffende je actieve onderzoek en je documentatie. 2 Maak gelijk vervolgafspraken voor een verder overleg met je begeleider over het onderzoek en de werkwijze. 3 Je kunt beter teveel afspreken dan te weinig. Zo voorkom je teleurstelling en extra werk 4. Stel zo nodig het één ander bij!! 5. Je kunt niet verder als het niet in orde is!! 13

Stap 3 Voorbereiding op het onderzoek Hoofdvraag:..... Deelvraag 1. Manier van onderzoeken:. Taakverdeling:. Deelvraag 2. Manier van onderzoeken:. Taakverdeling:. 14

Deelvraag 3. Manier van onderzoeken:. Taakverdeling:. Deelvraag 4. Manier van onderzoeken:. Taakverdeling:. Deelvraag 5. Manier van onderzoeken:. Taakverdeling:. 15

Deelvraag 6. Manier van onderzoeken:. Taakverdeling:. Deelvraag 7. Manier van onderzoeken:. Taakverdeling:. Deelvraag 8. Manier van onderzoeken:. Taakverdeling:. 16

Deelvraag 9. Manier van onderzoeken:. Taakverdeling:. Deelvraag 10. Manier van onderzoeken:. Taakverdeling:. Datum :. Paraaf :. Opmerkingen: Beoordeling: Onvoldoende Voldoende Goed 17

Stap 4 product & presentatievorm - Kies nu een presentatievorm, die bij je onderwerp en hoofdvraag past. Er zijn veel verschillende presentatievormen. Tijdens je presentatie vertel je het verhaal over je onderzoeken, wat je ontdekt hebt, en je eindconclusie. - Afhankelijk van je onderwerp en onderzoek zal een ander soort product of presentatievorm bij jullie sectorwerkstuk passen. Denk goed na over wat je kiest en overleg met je begeleider. Voorbeelden van presentatievormen/producten zijn; - Een videopresentatie - Een maquette / model presenteren - Een Powerpoint presentatie maken - Een informatiepakket samenstellen - Een spel ontwerpen - Een eigen product ontwerpen - Een voorstelling geven - Een webquest maken - Een fotopresentatie / fotoboek maken (wel met zelf gemaakte foto s) Uiteraard zijn er nog andere presentatievormen en misschien heb je zelf een goed idee. Leg je eigen idee ter goedkeuring voor aan je begeleider De inleiding van je documentatiemap Schrijf op basis van de informatie die je op papier hebt gezet bij stap 1, 2, 3 & 4 de inleiding van je documentatiemap. In je inleiding komen de volgende zaken te staan: - Welke sector jullie hebben en bij welke vakken uit je sector/vrije deel de hoofdvraag aansluit. Leg daarbij uit waarom het aansluit bij de sector en de vakken, - Een heldere verantwoording van de keuze van het onderwerp en de hoofdvraag van jullie sectorwerkstuk. Waarom is jullie hoofdvraag van belang? Waarom wil je juist dit onderwerp verder uitdiepen? (noem je hoofdvraag in ieder geval letterlijk in je inleiding.), - Wat je deelvragen zijn, - Hoe je het onderzoek denkt te gaan aanpakken, welke onderzoeksmanieren jullie kiezen en waarom. - Welke presentatievorm jullie kiezen en waarom deze? Klaar met stap 4? Ga naar je begeleider. Vul Stap 4 van je logboek in. Bespreek dit met je begeleider. Je begeleider tekent af als je op de goede weg zit. Je kunt niet verder als dit niet in orde is. 18

Stap 4 Presentatie Presentatievorm (evt. toelichting) Waarom deze Presentatievorm? Wat moeten we doen / uitzoeken / regelen / voorbereiden? Wie doet wat?.................................................... Datum :. Paraaf :. Opmerkingen: Beoordeling: Onvoldoende Voldoende Goed 19

Stap 5 planning - Nu ben je zover dat je weet wat je gaat doen en hoe je het gaat doen. Bedenk bij alles ook waarom je deze manier kiest, zodat je niet als een ongeleid projectiel begint en halverwege ontdekt dat de gekozen aanpak niet heel handig is. - Ga nu een planning maken voor alle dingen die je moet doen. Je krijgt echter geen voor uitgeschreven schema om in te vullen, maar je moet je eigen planning maken. Deze moet ook uitgewerkt in je documentatiemap zitten. Een planning is meer dan alles gewoon onder elkaar schrijven. Zorg ervoor dat het planningsoverzicht zo overzichtelijk mogelijk is, zodat je goed kunt zien of je nog op schema ligt. - Ga serieus aan de slag met het maken van de eigen planning. Je moet eerst de opzet van de planning ontwerpen en deze ga je later invullen. Je planningsopzet moet de volgende zaken bevatten: o o o o o o o o o o Het aantal weken tot de presentatie en het inleveren van het werkstuk Wanneer / wat afspreken met begeleider? Wat moet je regelen (voor je onderzoek)? Wat ga je doen? Wanneer ga je het doen? Onderscheid de verschillende onderzoeken / deelvragen Wie gaat wat doen? Waar moet je aan denken? Bepaal einddata wanneer moet wat uiterlijk af / geregeld zijn? Wat zijn de gezamenlijke afspraken? - Als de opzet af is, kun je echt gaan plannen. Begin met het plannen voor de eerste periode. Omdat je nog niet alles kunt overzien, plan je telkens voor 1 of 2 weken vooruit. - Na periode 1 moet je de planning invullen tot aan het einde. Uiteraard zul je deze tussentijds nog moeten bijstellen, maar je moet alles in ieder geval wel op papier hebben. Zorg ervoor dat je op het eind weinig ingepland hebt. Er valt altijd wel iets tegen en dan heb je de ruimte en tijd aan het eind hard nodig. Maak zeer goede afspraken en zorg dat je die allemaal nakomt. Klaar met het maken van Stap 5 (de planning)? 1. Lever het ontwerp met de eerstkomende week / twee weken ingevuld in bij je begeleider en bespreek deze. 2. Laat je planning tussentijds regelmatig zien aan de begeleider en de vakdocent 3. Na periode 1 moet je de volledig ingevulde planning inleveren!! 20

Stap 5 Planning Let op: Kijk goed wat er bij stap 5 in je handleiding staat! Datum :. Paraaf :. Opmerkingen: Beoordeling: Onvoldoende Voldoende Goed 21

Stap 6 verwerken van de deelvragen - Alle voorbereidingen zijn gedaan; je gaat nu daadwerkelijk onderzoeken. Voer bij elke deelvraag het onderzoek uit dat je bruikbare informatie zal opleveren. Zoek per deelvraag de informatie die je nodig hebt. De informatie die je per deelvraag gevonden hebt, komt op meerdere manieren terug in je sectorwerkstuk: 1. Bij elke deelvraag verwerk je de gevonden informatie uit tot een hoofdstuk van je documentatiemap. 2. Alle informatie die je vindt bij het beantwoorden van de deelvragen moet de conclusie bij je hoofdvraag opleveren 3. De gevonden informatie en conclusie verwerk je in je presentatie. - Vergeet niet je documentatiemap bij te houden en de bronvermelding bij te werken. Dit voorkomt heel veel werk achteraf. - Gebruik de informatie die je vindt zorgvuldig. Neem niet klakkeloos informatie over, verwerk alles in je eigen woorden en presenteer op je eigen manier en laat geen dingen zien die anderen hebben gemaakt. Als je toch iets wilt citeren of letterlijk van een ander wilt gebruiken, moet je dat op de juiste manier doen. Bij overgenomen illustraties, tabellen, foto s et cetera moet je ook expliciet de bron vermelden. De bron niet vermelden is plagiaat en dus fraude. Zorg zelf voor regelmatig contact met je begeleider - Laat je uitgeschreven informatie bij de deelvragen tussentijds meerdere keren ter beoordeling zien aan je begeleider en vakdocent, - Laat de laatste stand van zaken van de presentatievorm zien aan je begeleider. - Overleg over de planning / nieuwe plannen en stel zo nodig bij. 22

Stap 6 Verwerken van de deelvragen Let op: 1. Bij elke deelvraag verwerk je de gevonden informatie uit tot een hoofdstuk van je schriftelijk verslag. 2. Alle informatie bij de deelvragen tezamen moet de conclusie bij je hoofdvraag opleveren 3. De gevonden informatie en conclusie verwerk je in de presentatievorm/product. Datum :. Paraaf :. Opmerkingen: Beoordeling: Onvoldoende Voldoende Goed 23

Stap 7 voltooien product / schriftelijk informatie afronden Je hebt nu alle informatie gevonden die je nodig hebt om je product te voltooien en het grootste deel van je schriftelijk werkstuk af te ronden. De einddatum van het sectorwerkstuk en de presentatie zijn in zicht. Ga nu aan de slag met het afronden van deze fase van het sectorwerkstuk. 1. Voltooi je product / verwerk de conclusie in je product Zorg ervoor dat het product tot in de puntjes af is, zodat het gepresenteerd kan worden. Je product speelt een belangrijke rol in je presentatie, dus bedenk hoe je dit het beste uitlicht. - Hoe krijgen jullie het product op school? (denk ook aan technische zaken als internetverbinding / gebrande cd s / video s?) - Hebben jullie, naast je eigen product, nog andere zaken nodig voor de presentatie die jullie nu moeten regelen? - Hebben jullie faciliteiten van school nodig die geregeld moeten worden? (regelen dan!) 2. Schrijf de conclusie voor je documentatiemap en maak de rest van de documentatiemap zo ver als mogelijk af. Denk hierbij aan: o Hoofdstukken bij de deelvragen o Documentatiemap o Bronnenlijst bij de documentatiemap Zorg dat je na de presentatie alleen nog maar de evaluatie voor het schriftelijk werkstuk hoeft te schrijven om het te kunnen inleveren. (Op pagina 15 kun je precies zien hoe je documentatiemap eruit moet komen te zien.) 3. Ga aan de slag met de echte presentatie De eisen aan de presentatie o o o o De presentatie duurt 15-20 minuten Ieder van jullie heeft een gelijkwaardig aandeel in de presentatie, evenveel tekst, een even grote rol, Ieder van jullie is verantwoordelijk voor het geheel van de presentatie. Dus als je partner zijn/haar deel niet goed doet, heeft dat ook consequenties voor jouw beoordeling. Alle spullen zijn in orde/aanwezig en zijn voordat de presentatieronde begint klaargezet. Aan het begin van jouw presentatie krijg je daar geen tijd/ruimte meer voor. NB!! Denk eraan dat deze presentatie iets anders is dan het voorlezen van een verhaaltje! Je moet echt iets laten zien & presenteren. Klaar met Stap 7? 1. Maak een afspraak met je begeleider. 2. Bespreek je documentatiemap. 3. Is je logboek volledig in orde en afgetekend. 4. Overleg of je je presentatie een keer kunt oefenen in aanwezigheid van je begeleider (en medeleerlingen) 24

Stap 7 Voltooien product / schriftelijke informatie afronden 1. Voltooi je product / verwerk de conclusie in je product 2. Schrijf de conclusie voor je schriftelijk verslag en maak de rest van het schriftelijk verslag zo ver als mogelijk af. 3. Bespreek de presentatie met je begeleider. Datum :. Paraaf :. Opmerkingen: Beoordeling: Onvoldoende Voldoende Goed 25

Stap 8 De presentatie!! Van je begeleider krijg je te horen hoe het op de sectorwerkstukdag in zijn werk zal gaan. Je hoort dan ook hoe laat en waar je aanwezig moet zijn. Dit kan zowel aan het einde van de middag zijn, als aan het begin van de avond. Zet alles wat je moet doen, maken, regelen voor de presentatie op een rijtje. Verdeel de taken goed en spreek duidelijk af wanneer wat klaar/geregeld moet zijn. Kijk in je planning hoeveel tijd jullie nog hebben tot de datum van de presentatie. Lopen jullie volgens schema en klopt de planning nog? - Het verhaal bij de presentatie - Je moet het product dat je hebt gemaakt presenteren. Dat doe je door het verhaal bij jouw product te vertellen. Bereid het verhaal bij de presentatie ook voor. Zet steekwoorden op papier als ondersteuning. Het is niet de bedoeling dat je het verhaal voorleest. De steekwoorden zijn een spiekbriefje, als geheugensteuntje. Voorlezen = verboden = onvoldoende - Het oefenen voor de presentatie misschien ten overvloede, maar zorg dat je vaak en veel, alleen en samen oefent. De presentatie moet helemaal op rolletjes lopen en daarvoor moet je oefenen, oefenen, oefenen en nog meer oefenen. Vergeet ook niet de tijd op te nemen bij het oefenen en denk eraan dat het bij de echte presentatie altijd sneller gaat door de zenuwen. - De presentatie voorbereiden - Controleer alles van de presentatie en zorg dat alles, voor zover mogelijk, geregeld is op de dag voor de presentatie. Neem het lijstje van alles wat gedaan/geregeld moest worden door en vink alles wat in orde is af. Zo weet je zeker dat je niets vergeten bent. Laat niets op het laatst aankomen, want dan gaat het juist fout door de tijdsdruk en de zenuwen, - De presentatie zelf Zorg dat je op tijd bent, met alle spullen! Dan kun je rustig alles voorbereiden, klaarzetten en nog even ademhalen. Controleer of alles, wat je nodig hebt, ook werkt. Dan kom je er niet op het laatste moment achter dat er van alles niet lukt, 26

Stap 9 de evaluatie De presentatie is achter de rug! Het leeuwendeel van je sectorwerkstuk heb je gedaan. Bij een grote opdracht zoals het sectorwerkstuk is het proces minstens net zo belangrijk als het product. Uiteraard word je op beide beoordeeld door de begeleiders, maar het is ook goed naar je eigen functioneren te kijken. In je vervolgopleiding of baan vragen ze meer zelfstandigheid en meer vaardigheden van je dan op de middelbare school. Om een goed zicht te krijgen op jouw manier van werken en het daaruit voortgekomen eindresultaat moet je een evaluatie schrijven. (Ieder van jullie schrijft een eigen evaluatie) De evaluatie is vooral voor jezelf en je begeleider/mentor. Je wordt niet afgerekend op zaken die je in de evaluatie opbiecht. De begeleider beoordeelt jouw werkproces gedurende de maanden dat je aan het sectorwerkstuk werkt en dus niet alleen op basis van je evaluatie. De evaluatie laat alleen zien hoe goed jij naar jezelf kan kijken. Alle evaluaties van de groepsleden maken deel uit van je documentatiemap. Over de volgende zaken vertel je in een lopend verhaal: 1. Wat is jouw grootste leerpunt geweest? M.a.w waar heb je het meeste van geleerd. 2. De samenwerking: ging de samenwerking goed of niet goed? Op welke punten was het lastig en op welke momenten liep het juist heel lekker? 3. Hoe functioneerde je zelf binnen het tweetal? Als je heel eerlijk naar jezelf kijkt, wat had je dan beter kunnen doen? Ben je alle afspraken nagekomen? 4. Had je/ hadden jullie voldoende tijd aan het einde? Klopte jullie planning of.? 5. Wat vond je van jullie keuze van de presentatievorm/product? Was het een goede, leuke, handige presentatievorm of? 6. Wat vond je van de manieren van onderzoeken die jullie hebben gekozen? Waarom was dit wel of niet geslaagd, leuk? 7. Wat vond je van het maken van het sectorwerkstuk? Wat vond je van de presentatie, het product, het maken van het schriftelijk werkstuk en al dat soort zaken? 8. Wat vind je achteraf van de keuze van je onderwerp en onderzoeksvraag? Ben je tevreden over de conclusie? 9. Denk je dat jouw sectorwerkstuk een aanbeveling zou zijn om te laten zien bij een vervolgopleiding of een sollicitatie? Je evaluatie is minstens 1 A-4 zonder inhoudsloze opmerkingen als ik vond het wel goed gaan. 27

Stap 8 De presentatie Stap 9 De evaluatie Zowel stap 8 en stap 9 hoeven niet afgetekend te worden door je begeleider. Stap 8wordt beoordeeld op de dag van de presentatie zelf. Stap 9 is een persoonlijk verhaal maar behoort wel aan de voorwaarden te voldoen zoals die hieronder vermeld staan. 28

Stap 10 Het einde Het laatste loodje van je sectorwerkstuk is het afronden van de documentatiemap dat je moet inleveren bij je begeleider. Lever op hetzelfde moment ook het logboek in. Verwerk alle informatie van de deelvragen in een documentatiemap. Wat komt er in je documentatiemap? 1 blad met je naam, het onderwerp/ de onderzoeksvraag van je sectorwerkstuk, de naam van je begeleider & vakdocent en de datum van inleveren. Zorg voor een mooie opmaak van je voorkant met een illustratie, 2. 3. Inleiding 4. Hoofdvraag en de 8 verschillende deelvragen 5. Antwoorden op je deelvragen; d.m.v. - Actieve onderzoek - vijf verschillende schriftelijke bronnen (boeken, folders, tijdschriften etc. - drie verschillende internetsites 6. De conclusie - het antwoord op je hoofdvraag 7. De eindevaluatie van alle groepsleden 8. Bronvermelding (zie uitleg op pagina 18) 9. Planning Je documentatiemap beslaat minstens 8 pagina s inhoudsvolle tekst, exclusief voorblad, inleiding, bronnenlijst en bijlagen Lever een exemplaar van je sectorwerkstuk in bij je begeleider.!! Zorg dat je de bestanden goed bewaart!! Klaar met stap 10? Je kunt je sectorwerkstuk inleveren! KLAAR 29

BRONNENLIJST BIJ HET SECTORWERKSTUK Hieronder staat uitgelegd wat er in een goede bronvermelding moet staan en hoe je dat moet opschrijven. Boek o Titel van het boek o Naam van de auteur / bij meerdere auteurs, geef eerstgenoemde o Jaar uitgave o Gebruikte bladzijdenummers Voorbeeld Feiten over gezonde voeding, M. Giessen, uitgave 2004, bladzijde 15 28 Tijdschrift of krant o Naam van krant of tijdschrift o Titel van artikel o Naam auteur, indien bekend o Jaargang en nummer o Bladzijdenummer (s) Voorbeeld Tijdschrift Linda, Stop met mokken en zeiken, Susan Smit, april 2007; nummer 32; bladzijde 63-66 Internet o Duidelijke naam van de site (dus niet www.google.nl) o Doorgeklikte links o Eventueel auteur o Datum van plaatsing op internet, indien bekend o Altijd de datum waarop je het zelf vond op internet Voorbeeld www.heemlanden.nl, link vakkenweb, link ondersteuning, link sectorwerkstuk, gelezen 17 september 2007 Persoon / personen o Naam persoon o Functie persoon, als dit relevant is o Leeftijd en andere zaken die relevant zijn. o Datum van interview of enquête Voorbeeld Heer D. van Hagen, functie kinderpsycholoog; geïnterviewd op 30 maart 2007 Enquête o Hoeveelheid afgenomen enquêtes o Doelgroep (leeftijd, sekse, groep, situatie) o Datum van afnemen o NB: een voorbeeld van de enquête en de uitgewerkte resultaten horen in je verslag Voorbeeld 15 enquetes verdeeld over mannen en vrouwen in de leeftijd van 10-17, allen schoolgaand, maart 2008 Afbeelding tabel foto o Eventueel naam / titel van de illustratie o Maker / fotograaf o De bron (zoals hierboven) Voorbeeld plaatje van luchtwegen en longen, www.stivoro.nl, link roken & gezondheid; wat doet roken met u?, bezocht 13 juli 2008 30