Aanvullend onderzoek. Binnenstadsmonitor 2011. www.rotterdam.nl 0800-1545 stadswinkel. Centrum voor Onderzoek en Statistiek



Vergelijkbare documenten
Onderzoek Metropoolregio

Binnenstadsmonitor. Appendix Factsheets. De staat van de Rotterdamse binnenstad. Rotterdam.nl/onderzoek stadswinkel

Hoofdstuk 8 Binnenstad van Leiden

Gastvrije Stad. Meest. van Nederland

Meest Gastvrije Stad 2010

Meest Gastvrije Stad 2013

Meest Gastvrije Stad 2010

RESULTATEN HENGELOPANEL BINNENSTADSPEILING 2018

Openingstijden Stadswinkels 2008

Stadsagenda Vlaardingen

Binnenstad Den Haag. Beste Binnenstad van Nederland

BELEVING CENTRUM BEILEN

STRAATENQUÊTE MASTERPLAN LIJNBAANHOVEN

Imago Rotterdamse festivals

Draagvlak nieuwe sluitingstijden Horeca Uitkomsten van een peiling onder het Westfriese burgerpanel 8 september 2008

Stadspark. Een stadspanelonderzoek B A S I S V O O R B E L E I D. November Marjolein Kolstein.

Straten in Groningen

DESKUNDIGENOPINIE NIJMEGEN

Op zoek naar winkelbeleving. VOGON studiemiddag Rotterdam

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 mei Utrecht.nl/onderzoek

Binnenstad Den Haag. 21 mei 2015 NRW projectbezoek Den Haag. Ad Dekkers Directeur Bureau Binnenstad Den Haag

4.3 Veiligheidsbeleving

Burgerpanel Zeewolde. Inleiding. Centrum Zeewolde. Resultaten peiling 1: Detailhandel / winkelcentrum Zeewolde. Januari 2012

Imago-onderzoek Rotterdam onder studenten

Centrummonitor Hengelo Oktober 2014

Schiedam, 5 november Aan: het college en de gemeenteraad van Schiedam. Geachte collega's, geacht college,

BURGERPANEL MOERDIJK OVER LEVENDIGE CENTRA

s-hertogenbosch, voor de vierde maal Meest Gastvrije Stad van Nederland en iets uitgelopen op de concurrentie.

zeer ontevreden NVT weet niet

Beleidskader Kunst & Cultuur Stadspanel Den Haag, ronde voorjaar 2011

Openbare ruimte in beeld Onderzoek naar de kwaliteit van de openbare ruimte

Inleiding. Ervaringen van inwoners met de zondagsopenstelling. Zondagsopenstelling winkels. November 2015

1. Stadsvisie juni 2009

PEILING INWONERSPANEL: EDE CENTRUM

Rapport Beleidskader Kunst & Cultuur

WINKELOPENINGSTIJDEN OP ZONDAG IN PURMEREND

Mening van Rotterdammers over straatartiesten in de eigen stad

Inrichting omgeving van metrostations

Koopzondagen en winkelaanbod in Diemen

Bijlage II. Karakter van Breda. Datum: Juli 2016 Status: definitief Opgesteld door: Gemeente Breda - afdeling Onderzoek & Informatie

Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden

3.5 Voorzieningen in de buurt

Toezichthouders in de wijk

Nr. 1 s-hertogenbosch voor de derde maal Meest Gastvrije Stad van Nederland 2012, en iets uitgelopen op de concurrentie

Onderzoek Programma Wereldhavenstad

Onderzoek & Statistiek Groningen is ondergebracht bij de dienst SOZAWE van de Gemeente Groningen

Resultaten peiling 17: detailhandel

Meest Gastvrije Stad 2011

Bijeenkomst centrumvisie. 5 november 2015

Samenvatting Eindhoven Regionaal koopstromenonderzoek SRE. Samenwerkingsverband Regio Eindhoven

Metropoolregio Rotterdam - Den Haag

BEZOEK CULTURELE ACTIVITEITEN

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming

Dordtse Parken Bezoek en waardering

ANWB Vrijetijdsonderzoek. Aanvulling voor de gemeenten Arnhem, Den Bosch, Emmen en Leiden

Bewonerspanel Koningsdag

Samenvatting onderzoek cultuurparticipatie 2010

Klanttevredenheid consultatiebureaus Careyn

Zondagopenstelling Drechterland Peiling onder inwoners. Gemeente Drechterland Augustus 2013

Coffeeshop in de buurt Ervaringen van direct omwonenden

ONDERNEMERS EN INTERNETPANEL OVER DE WINKELOPENINGSTIJDEN IN PURMEREND

Evenementen Binnenstad Een onderzoek onder DIP-leden en ondernemers naar hun beleving van evenementen in de Binnenstad van Delft 2016

Hoofdstuk 6. Netheid eigen wijk

RESPONS Er zijn panelleden benaderd. Van hen hebben er de vragenlijst ingevuld. Dit resulteert in een respons van 61%.

INWONERSPANEL CUIJK PEILING PARKEERBELEID CENTRUM

Toeristisch bezoek aan Leiden in 2010

koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER

Burgerpanel Capelle aan den IJssel

Toeristisch bezoek aan Leiden

Enquête Revitalisering Bedrijventerrein Overvecht. Rapportage. Uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Utrecht

BOA draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming

BELEVING BINNENSTAD EMMEN

Lokale kwaliteit Maart/april 2015

Evenementen in Hoek van Holland

dbruist Zwolle Zwolle Bruist De Strategische agenda Binnenstad

1. Inwoners en ondernemers zijn tevreden over de (publieks)dienstverlening van de gemeente Roosendaal.

Bezoekersenquête boerenmarkten in Den Haag, Delft en Schiedam

Beleving Theaterfestival Boulevard 2012 Onderzoeksrapportage. Life is Wonderful

Recreëren in Alblasserdam

VRIJETIJDSONDERZOEK ZUIDOOST BRABANT

Cultuurbeleving. Junipeiling Bewonerspanel. Utrecht.nl/onderzoek

Openbare ruimte in beeld Onderzoek naar de kwaliteit van de openbare ruimte

Beleving van de Giro d'italia Utrecht

trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING

Stadswerven Zuid 2014 Een jaar na opening van het Energiehuis

HET PANEL OVER HET CENTRUM IN GIETEN

i ii Òiî i î >> i ÈÒî-Òi`i iî" Òä i Gebiedsvisie Hollands Spoor en omgeving

Hofpanel. Resultaten korte peiling 2. Inleiding. Autovrij winkelen in Goor wordt positief ontvangen. 7 oktober 2008

Onderzoek parkeren 2019

Nog steeds in. Helmond 77%

De kermis Uitkomsten. peiling van het Hoorns Stadspanel

panel: : Stadsvisie 2030

Tabel 1 % Respondenten dat voorziening te weinig aanwezig vindt in woonomgeving (Basis = alle respondenten) Zoetermeer Overig VTO 2003.

Evaluatie Project StadHaven. Resultaten & Conclusies

Uitkomsten denk mee over de toekomst van Leidsenhage

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Uitkomsten Toekomstmarkt Leidsenhage

Online vragenlijst Ondernemersfonds binnenstad Bergen op Zoom

Ervaringen Wmo. Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017

Transcriptie:

www.rotterdam.nl 0800-1545 stadswinkel Aanvullend onderzoek Aanvullend onderzoek Binnenstadsmonitor 2011 Binnenstadsmonitor 2011 Gemeente Rotterdam Servicedienst Centrum voor Onderzoek en Statistiek Blaak 34 3011 TA Rotterdam T (010) 267 1500 E infocos@sdr.rotterdam.nl I www.rotterdam.nl/onderzoek Centrum voor Onderzoek en Statistiek Postadres: Postbus 21323 3001 AH Rotterdam Centrum voor Onderzoek en Statistiek

Aanvullend onderzoek Binnenstadsmonitor 2011 Marn van Rhee en Margriet Heessels Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) januari 2012 In opdracht van Bureau Binnenstad

Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) Auteurs: Marn van Rhee en Margriet Heessels Project: 3504 Prijs: 10 Adres: Blaak 34, 3011 TA Rotterdam Postbus 21323, 3001 AH Rotterdam Telefoon: (010) 267 15 00 Telefax:(010) 267 15 01 E-mail: infocos@rotterdam.nl Website:www.rotterdam.nl/onderzoek 2 Aanvullend onderzoek Binnenstadsmonitor 2011

INHOUD Samenvatting en conclusies 5 1 Inleiding 13 1.1 Aanleiding 13 1.2 Onderzoeksopzet 13 1.3 Leeswijzer 14 2 Literatuurstudie 15 3 Resultaten bestaande COS-onderzoeken 19 3.1 Probleemvraag Omnibus 19 3.2 Irritatie top 10 - PZR 20 3.3 Resultaat Metropoolenquête (10-3240) 21 3.4 Communicatieonderzoek Rotterdam Centraal (10-3307) 22 3.5 Quickscan Clubcircuit Rotterdam (10-3327) 23 3.6 Het Rotterdamse Stadspanel over het kunst- en cultuurbeleid en bezuinigingen daarop (11-3457) 24 3.7 VTO 2009 (10-3263) 25 3.8 Conclusie 26 4 Resultaten aanvullende gegevens en extern onderzoek 29 4.1 Meldingen buitenruimte 29 4.2 Parkeren 30 4.3 Gastvrije stad 31 4.4 Bezoekers aan de binnenstad 34 4.5 Koopstromenonderzoek 2011 35 4.6 Conclusie 37 5 Resultaten Panelonderzoek 39 5.1 Imago van de binnenstad 39 5.2 Bezoekmotief 41 5.3 Sterke punten binnenstad 42 5.4 Zwakke punten binnenstad 44 5.5 Sterke en zwakke punten per kwartier 47 5.6 Aantrekkelijke plekken 48 5.7 Verbeterplekken 51 5.8 Conclusie 53 Bijlagen 55 A Internetenquête 56 B Achtergrondgegevens respondenten 73 Aanvullend onderzoek Binnenstadsmonitor 2011 3

C Probleemvraag Omnibus naar opleidingsniveau en leeftijd 74 D Verblijven in de stad en het imago van de stad uitgesplitst 75 E Uitsplitsing sterke en zwakke punten naar leeftijd 77 F Uitsplitsing sterke punten per aspect 78 G Uitsplitsing zwakke punten per aspect 80 H Sterke en zwakke punten per kwartier 83 4 Aanvullend onderzoek Binnenstadsmonitor 2011

Samenvatting en conclusies Aanleiding In juni 2011 is het Programmaplan Binnenstad 2010-2014 gepresenteerd. Het Programmaplan Binnenstad is een uitwerking en concretisering van de ambities van het college. Tevens is het een aanvulling op en een actualisering van het Binnenstadsplan 2008 2020. Voor de uitvoering van het Binnenstadsplan wordt gewerkt volgens het principe van programmasturing. Om zicht te krijgen op de ontwikkeling van de beoogde effecten heeft het Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) in opdracht van Bureau Binnenstad (Stadsontwikkeling) een monitor opgesteld. Uit deze monitor bleek dat het (winkel)bezoek aan- en de waardering voor de binnenstad nog niet de gewenste opgaande lijn laat zien. Bureau Binnenstad heeft aan het COS gevraagd nader onderzoek te doen om zodoende beter zicht te krijgen op de satisfiers en dissatisfiers van bewoners en bezoekers van de Rotterdamse binnenstad. In deze rapportage wordt de resultaten van dit onderzoek gepresenteerd. Onderzoeksopzet Het doel van het onderzoek was inzicht krijgen in de satisfiers en dissatisfiers van de binnenstad. In dit onderzoek zijn satisfiers factoren die leiden tot tevredenheid: het zijn factoren die respondenten goed aan de binnenstad vinden. Dissatisfiers zijn factoren die leiden tot ontevredenheid: het zijn factoren die respondenten niet goed vinden aan de binnenstad. Een overzicht van de satisfiers en dissatisfiers geeft een beeld van hoe de binnenstad aantrekkelijker kan worden gemaakt, zodat er meer bezoekers naar de binnenstad komen en die dan ook positiever waarderen. Voor dit onderzoek is een aantal instrumenten ingezet, te weten: een beperkte literatuurstudie waarbij is gezocht naar relevante onderzoeken op het gebied van aantrekkelijke binnensteden; een secundaire analyse van bestaande data met betrekking op de binnenstad: hierbij is gebruik gemaakt van bestaande COS-onderzoeken, externe onderzoeken en gegevens als aanvulling op de Binnenstadsmonitor 2011; een digitale vragenlijst afgenomen onder binnenstadbewoners en Rotterdamse bezoekers aan de binnenstad via Digitaal Stadspanel Rotterdam (DSR). Onder meer is gevraagd naar sterke en zwakke punten van de binnenstad en de aangename en te verbeteren plekken. 1.492 Rotterdammers zijn uitgenodigd voor het onderzoek en heeft 553 bruikbare vragenlijsten opgeleverd. Dit is een respons van 37%. Factoren die een binnenstad aantrekkelijk maken Volgens Marlet (2009) is een aantrekkelijke woonstad in Nederland een stad met veel cultuur en goede horeca in een fraaie binnenstad, gecombineerd met veel koopwoningen, weinig criminaliteit, en veel werk en natuur in de omgeving van die stad. Zoomen we in op de binnenstad dan blijkt volgens De Lange (2005) dat de aantrekkelijkheid van de binnenstad voor een belangrijk deel in de combinatie van verschillende functies en gebruikers ligt. De veelzijdige mix van toerisme, winkelen, wonen en werken, al dan niet in combinatie met een historische omgeving, moeten daarom het basisbeginsel van elke binnenstad zijn. Daarnaast biedt een aantrekkelijke binnenstad ruimte voor contact en uitwisseling tussen verschillende Aanvullend onderzoek Binnenstadsmonitor 2011 5

gebruikers. De binnenstad is hierdoor een publiek domein, waar spontane gebeurtenissen en belevenissen kunnen plaatsvinden. De mix van gebruikers maakt de binnenstad aantrekkelijk. De aanwezigheid van de vele mensen vormt een deel van het vermaak in de binnenstad (De Lange, 2005). Uit de literatuur blijkt dat meerdere factoren een rol spelen om een binnenstad aantrekkelijk te maken. Uit de bestudeerde onderzoeken komen de volgende factoren die een binnenstad aantrekkelijk maken: Multifunctionaliteit: veelzijdige mix van toerisme, winkelen, wonen en werken; Ruimte voor contact en ontmoetingen; Mix van gebruikers gericht op een breed publiek; Woonattracties: goede horeca, veel cultuur, vrijetijdsvoorzieningen; Kwalitatief winkelaanbod (ook voor doelgerichte aankopen van bewoners); Niet-commerciële voorzieningen (voor bewoners) ; Bereikbaar met openbaar vervoer en auto (inclusief goede parkeermogelijkheden); Evenementen en speciale attracties; Voldoende werk; Voldoende woningen; Versterken van het onderscheidend vermogen van de binnenstad; Fraaie binnenstad met uitstraling: daarbij zorgen voor aantrekkelijke openbare ruimte; Aanpak van leegstand; Veiligheid. Secundaire analyse Een nadere bestudering van zeven bestaande onderzoeken van het COS resulteert vooral in dissatisfiers van de binnenstad. Bewoners van de binnenstad ervaren overlast en onveiligheid, vuil op straat en verkeersproblematiek als belangrijkste problemen en irritaties (Omnibusenquête 2006-2011 en het onderzoek naar de Irritatie top-10 2011). Uit het Communicatieonderzoek Rotterdam Centraal (2010) wordt duidelijk dat de bewegwijzering rondom Centraal Station een punt is dat blijvende aandacht verdient. Het Centraal Station is immers voor een deel van de bezoekers het eerste contact met Rotterdam en het is de toegangspoort tot de binnenstad van Rotterdam. Een andere dissatisfier is dat Rotterdam volgens een deel van de jongere leden van het Digitaal Stadspanel Rotterdam te weinig leuke uitgaansgelegenheden of feesten heeft en uitgaan wordt door sommige Rotterdammers als onveilig ervaren (Quickscan Clubcircuit Rotterdam, 2010). De Rotterdammers die iets missen in het Rotterdamse cultuuraanbod (34%) geven vooral aan popconcerten of een groot poppodium, een gezelliger stadscentrum en kleinschalige festival te missen (Het Rotterdamse Stadspanel over het kunst- en cultuurbeleid en de bezuinigingen daarop, 2010). Voor bewoners uit Den Haag zijn winkelen, bezoek aan cafés en restaurants en bezoek aan sportwedstrijden en concerten de belangrijkste redenen om naar Rotterdam te komen. Deze motieven kunnen dan ook als satisfiers worden benoemd door Haagse bezoekers (Enquête Metropoolregio, 2010). Een derde van de Rotterdammers vindt dat er te weinig terrasjes zijn in de binnenstad en ongeveer de helft van de Rotterdammers vindt dat niet het geval. De resultaten van 2011 zijn 6 Aanvullend onderzoek Binnenstadsmonitor 2011

vergelijkbaar met 2009. Het aandeel Rotterdammers dat vindt dat er te weinig terrasjes zijn in het centrum is onder de terrasgangers groter (Vrijetijdsomnibusenquête 2009 en 2011). Aanvullende gegevens en extern onderzoek Na de afronding van de binnenstadmonitor is een aantal extra gegevens aangeleverd en zijn er gegevens geactualiseerd. Deze gegevens zijn in deze rapportage opgenomen. Bewoners kunnen bij Gemeentewerken meldingen doorgeven over de buitenruimte. In 2010 deden zij dit vooral over afval, openbare verlichting, wegen en plakken/kladden. Als aanvulling op de bezetting in de gemeentelijke parkeergarages (opgenomen in de Binnenstadsmonitor) is door Stadstoezicht het aantal transacties en de totale opbrengst voor het parkeren op straat aangeleverd. Opvallend is dat zowel in de vakantieperiode in de zomer als in de herfstvakantie het aantal transacties en de totale opbrengst voor het straatparkeren in de binnenstad dalen ten opzichte van andere periodes. In het najaar van 2011 is het onderzoek Meest Gastvrije Stad uitgebracht. Rotterdam stond in 2011, net als in 2009, op de 18 e plek, één plaats lager dan in 2010. De andere drie grote steden scoren beter dan Rotterdam. De meest gastvrije stad in Nederland was in 2010 en 2011 Den Bosch en in 2009 Haarlem. Als toelichting op de ranking van Rotterdam staan in het onderzoek een top 5 en een flop 5. De top 5 voor Rotterdam bestaat uit: openingstijden van winkels, winkelgebieden, bereikbaarheid met het openbaar vervoer naar de stad, diversiteit in het restaurantaanbod en diversiteit in het winkelaanbod. In de flop 5 voor Rotterdam staan: bereikbaarheid met de auto, hygiëne, parkeren, werkzaamheden en groenvoorziening. De score voor de meest gastvrije stad is opgebouwd uit 27 verschillende aspecten. Ten opzichte van andere steden staat Rotterdam op de eerste plaats bij de aspecten bereikbaarheid met het openbaar vervoer in de binnenstad en de openingstijden van horeca, winkels en cultureel aanbod. Ook komt Rotterdam in de top 5 bij de bereikbaarheid van het openbaar vervoer naar de stad en de informatievoorziening bij het openbaar vervoer. Voor 17 aspecten geldt echter dat Rotterdam op plaats 15 of lager staat. Bij de groenvoorziening, vriendelijkheid op straat en het gevoel van veiligheid staat Rotterdam op de laatste plaats. Vanaf 2010 voert Locatus jaarlijks een passantentelling uit in het Centrum van Rotterdam. Voor die tijd was het eens in de twee jaar. Bij het verschijnen van de Binnenstadsmonitor 2011 waren de resultaten van 2011 nog niet beschikbaar. Dat is nu wel het geval. Het geschatte aantal weekbezoekers voor het hele kernwinkelgebied in 2011 bedraagt 556.000 bezoekers. Dit komt neer op een stijging met 4% ten opzichte van 2010. Maandag is de rustigste dag van de week en vrijdag en zaterdag zijn de drukste dagen. In navolging van 2004 is eind 2011 het Koopstromenonderzoek gepresenteerd. De belangrijkste conclusies uit het onderzoek voor Rotterdam Centrum zijn: Rotterdam Centrum trekt relatief veel klanten vanuit de omliggende gemeenten Schiedam en Capelle en vanuit de rest van Nederland; Voor niet-dagelijkse artikelen komt 57% van de omzet uit Rotterdam zelf en 43% van buiten Rotterdam; In de dagelijkse branche komt 84% van de omzet uit Rotterdam zelf en 16% van buiten Aanvullend onderzoek Binnenstadsmonitor 2011 7

Rotterdam. In dit onderzoek is consumenten ook gevraagd om de aankoopplaats die men het vaakst bezoekt voor de dagelijkse boodschappen of voor het winkelen te beoordelen op zeven criteria. Bereikbaarheid met het openbaar vervoer en compleetheid van het winkelaanbod scoren zowel in Rotterdam Centrum als in de andere drie binnensteden goed. De bereikbaarheid per auto en de parkeermogelijkheden scoren minder goed. Rotterdam scoort echter op deze beide aspecten beter dan de andere drie binnensteden. Ook in het onderzoek Gastvrije stad scoort Rotterdam beter dan de andere drie grote steden op de bereikbaarheid van de binnenstad per auto. Panelonderzoek Voor dit onderzoek is een vragenlijst uitgezet onder leden van het Digitaal Stadspanel Rotterdam. Aan bewoners van de binnenstad en Rotterdamse bezoekers aan de binnenstad zijn stellingen over het imago van binnenstad voorgelegd, is gevraagd wat zij goed en niet goed vinden aan de binnenstad en welke plekken zij aantrekkelijk vinden en welke verbeterd moeten worden. De deelnemers aan het onderzoek kregen dertien imagostellingen voorgelegd over de binnenstad (zie figuur 5.1 en 5.2). Zeer positief reageren Rotterdammers op de stellingen dat het in de binnenstad overdag aangenaam verblijven is en dat het aangenaam winkelen is. Op stellingen over de prachtige skyline, de hoeveelheid mooie bruggen in de binnenstad, de mooie moderne gebouwen en de aantrekkelijkheid van de binnenstad vanwege het water reageren Rotterdammers ook uitermate positief. Beduidend minder positief zijn de reacties op de stelling dat het s avonds aangenaam verblijven is in de binnenstad. Overdag lijkt de binnenstad dus duidelijk een plek waar mensen zich thuis voelen, terwijl dat s avonds aanzienlijk minder is. Rotterdammers zijn het beduidend vaak oneens met de stellingen dat de binnenstad mooie pleinen heeft of voldoende groen. Het winkelaanbod, het openbaar vervoer en de architectuur zijn volgens de Rotterdammers de drie sterkste punten van de binnenstad. Het uitgaansaanbod en de sfeer worden ook nog door een groot aandeel Rotterdammers goed gevonden. Bewoners van de binnenstad vinden vaker dan Rotterdamse bezoekers dat het openbaar vervoer, de architectuur, het onderhoud van de buitenruimte en de parkeermogelijkheden goed zijn aan de Rotterdamse binnenstad. Veel van deze aspecten ervaren zij als bewoner van de binnenstad vrijwel dagelijks. Bezoekers zijn juist positiever over het uitgaansaanbod. Vervuiling, parkeren, overlast door werkzaamheden, inrichting buitenruimte en het groen zijn de belangrijkste aspecten die Rotterdammers niet goed vinden aan de binnenstad. Ook het onderhoud van de buitenruimte, de sfeer, de veiligheid en het feit dat de binnenstad te weinig een mix is van functies zijn aspecten aan de binnenstad die door de Rotterdammers relatief vaak als niet goed worden ervaren. Ook hier wordt duidelijk dat bewoners van de binnenstad een aantal aspecten anders ervaren dan Rotterdamse bezoekers. Zo vinden bewoners vaker dan Rotterdamse bezoekers de inrichting van de buitenruimte, het groen en de geluidsoverlast niet goed aan de binnenstad. Rotterdamse bezoekers vinden juist de vervuiling, het parkeren, de veiligheid en het feit dat de binnenstad te weinig een mix is van functies niet goed aan de binnenstad. Aan de bewoners van de binnenstad en de Rotterdamse bezoekers is gevraagd wat zij 8 Aanvullend onderzoek Binnenstadsmonitor 2011

aantrekkelijke plekken in de binnenstad vinden. Veel bewoners en bezoekers noemen (delen van) het Scheepvaartkwartier, de Witte de Withstraat, het Park bij de Euromast en de Oude Haven. Opvallend is dat de meeste aantrekkelijke plekken in de binnenstad plekken zijn met een vooroorlogse bebouwing. Veel genoemde redenen voor aantrekkelijke plekken zijn dat er (veel) groen is, gezelligheid, sfeervol, de aanwezigheid van restaurants en cafés en de rust. Aanvullend op de aantrekkelijke plekken is gevraagd naar verbeterplekken in de binnenstad. Er zijn drie plekken die duidelijk bovenaan staan in de lijst met verbeterplekken. Dat zijn de Lijnbaan, de Coolsingel en het Schouwburgplein. Het Centraal Station en de Hoogstraat worden ook wat vaker genoemd. Veel genoemde suggesties ter verbetering zijn: meer groen, autovrij of autoluw maken, andere winkels, ander of beter horeca-aanbod en meer of betere terrassen. Overzicht satisfiers en dissatisfiers De volgende tabel geeft een overzicht van de belangrijkste satisfiers en dissatisfiers uit de andere COS-onderzoeken, aanvullende gegevens, extern onderzoek en het panelonderzoek. Aanvullend onderzoek Binnenstadsmonitor 2011 9

Tabel: Belangrijkste satisfiers en dissatisfiers uit de verschillende onderzoeken Type Onderdeel Satisfiers Dissatisfiers Omnibusenquete* Criminaliteit, onveiligheid en drugsoverlast Verkeersproblematiek Vervuiling in de openbare ruimte Irritatie top-10 PZR* Vuil op straat Verkeer en parkeren Overlast en onveiligheid Metropoolenquete* Winkelen Cafés en restaurants Sportwedstrijden en concerten Rotterdam Centraal Bewegwijzering rondom Centraal Station Bestaande onderzoeken COS Aanvullende resultaten & externe onderzoek Internetpanel Quickscan Clubcircuit* Stadspanel over het kunsten cultuurbeleid en bezuinigingen daarop * VTO Meldingen Buitenruimte Te weinig leuke uitgaansgelegenheden of feesten Uitgaan in Rotterdam wordt door sommige Rotterdammers als onveilig ervaren Bij bezoek kunst en cultuur in Rotterdam: lagere toegangsprijzen, betere informatie, prettigere en veiligere omgeving op straat. Rotterdammers missen popmuziekconcerten of groot poppodium, een gezelliger stadscentrum en kleinschalige festivals. Aantal terrasjes Afval Openbare verlichting Wegen Plakken/kladden Gastvrije Stad 2011 Openingstijden van winkels Bereikbaarheid met de auto Winkelgebieden Hygiëne Bereikbaarheid met het openbaar vervoer naar de stad Parkeren Diversiteit in restaurantaanbod Werkzaamheden Diversiteit in winkelaanbod Groenvoorziening Koopstromenonderzoek Bereikbaarheid met het openbaar vervoer Bereikbaarheid met de auto 2011 Compleetheid winkelaanbod Parkeermogelijkheden Sfeer en uitstraling Aanbod daghoreca Veiligheid winkelomgeving Imagostellingen Overdag aangenaam verblijven 's Avonds verblijven Aangenaam winkelen Pleinen Aantrekkelijke evenementen Groen Prachtige skyline Mooie bruggen Veel mooie moderne gebouwen Sterke en zwakke punten Winkelaanbod Vervuiling Openbaar vervoer Parkeren Architectuur Overlast bouwwerkzaamheden Uitgaansaanbod Inrichting buitenruimte Groen *Dit zijn onderzoeken waarbij de antwoorden de gehele stad betreffen. Bij de eerste twee onderzoeken is een selectie gemaakt van de binnenstadsbewoners. De antwoorden zijn dus niet 1-op-1 toe te passen op de binnenstad maar geven wel een indicatie. 10 Aanvullend onderzoek Binnenstadsmonitor 2011

Conclusie Wanneer we de resultaten uit de bestaande COS-onderzoeken, de aanvullende gegevens, de externe onderzoeken en het panelonderzoek combineren, worden de belangrijkste satisfiers en dissatisfiers voor de binnenstad duidelijk. De belangrijkste satisfiers van de binnenstad zijn: Winkelaanbod (o.a. divers, compleet en openingstijden) Bereikbaarheid met openbaar vervoer Architectuur en de skyline van Rotterdam Uitgaansaanbod Overdag aangenaam verblijven Vooral de eerste vier aspecten kunnen als unique selling points voor de binnenstad worden aangemerkt. Het vijfde aspect is een voorwaarde voor het verblijven in de binnenstad en moet dus vooral in stand worden gehouden. De meest genoemde dissatisfiers zijn: Vervuiling Verkeer (bereikbaarheid met de auto) Parkeren Gevoel van onveiligheid (vooral s avonds) Werkzaamheden De eerste vier aspecten zijn duidelijk aspecten die kunnen leiden tot ontevredenheid. Wanneer ze goed worden ingevuld leiden ze niet zo zeer tot een hogere tevredenheid, maar vallen ze niet meer op of vindt men het normaal. Vervuiling (met name door zwerfvuil, volle prullenbakken en kauwgom op straat) kan op korte termijn worden aangepakt. Het vergroten van de autobereikbaarheid van de binnenstad en de parkeermogelijkheden zijn aspecten die vooral voor (Rotterdamse) bezoekers van belang zijn. Het laatste aspect werkzaamheden is een aspect wat zich gedeeltelijk vanzelf oplost wanneer het merendeel van de grote bouwwerkzaamheden is afgerond. In de tussentijd kan natuurlijk wel iets gedaan worden aan het ervaren van overlast door werkzaamheden, door bijvoorbeeld duidelijkere informatie of routing. Uit de verschillende onderzoeken blijkt dat alle doelgroepen grofweg dezelfde satisfiers en dissatisfiers hebben. Veel genoemde redenen voor aantrekkelijke plekken zijn dat er (veel) groen is, gezelligheid, sfeervol, aanwezigheid van restaurants en cafés en rust. Deze plekken zijn vooral plekken met een vooroorlogse bebouwing. Veel genoemde suggesties ter verbetering van plekken zijn meer groen, autovrij of autoluw maken, andere winkels, ander of beter horeca-aanbod en meer of betere terrassen. Geadviseerd wordt zowel de aspecten van de aantrekkelijke plekken als de aspecten ter verbetering mee te nemen bij de aanpak van plekken in de binnenstad. Al met al lijkt het er op dat de opbouw van de binnenstad na de oorlog geleid heeft tot een binnenstad met een prachtige skyline, waar het echter ontbreekt aan een juiste functiemenging. In de binnenstad wordt teveel gewerkt en te weinig gewoond en het ontbreekt er aan voldoende aangename openbare verblijfsplekken. Aanvullend onderzoek Binnenstadsmonitor 2011 11

Naast de opsomming van de belangrijkste satisfiers en dissatisfiers kan geconcludeerd worden dat het in de binnenstad ontbreekt aan voldoende aangename groene en autoluwe verblijfsruimten, waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. Er moet wat gedaan worden aan een sterkere menging van functies om daarmee de binnenstad aantrekkelijker te maken. Dit is een aspect wat meer tijd kost om te verbeteren dan een aspect als vervuiling. Ook moet er gewerkt worden aan het verblijfsklimaat in de binnenstad s avonds. 12 Aanvullend onderzoek Binnenstadsmonitor 2011

1 Inleiding 1.1 Aanleiding In juni 2011 is het Programmaplan Binnenstad 2010-2014 gepresenteerd. Het Programmaplan Binnenstad is een uitwerking en concretisering van de ambities van het college. Tevens is het een aanvulling op en een actualisering van het Binnenstadsplan 2008 2020. Voor de uitvoering van het Binnenstadsplan wordt gewerkt volgens het principe van programmasturing. Om zicht te krijgen op de ontwikkeling van de beoogde effecten heeft Bureau Binnenstad (Stadsontwikkeling) het Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) gevraagd een monitor op te stellen. Uit deze monitor bleek dat het (winkel)bezoek aan- en de waardering voor de binnenstad nog niet de gewenste opgaande lijn laat zien. Bureau Binnenstad heeft aan het COS gevraagd nader onderzoek te doen om zodoende beter zicht te krijgen op de satisfiers en dissatisfiers van bewoners en bezoekers van de Rotterdamse binnenstad. In deze rapportage worden de resultaten van dit aanvullende onderzoek gepresenteerd. 1.2 Onderzoeksopzet Het doel van het onderzoek was inzicht krijgen in de satisfiers en dissatisfiers van de binnenstad. In dit onderzoek zijn satisfiers factoren die leiden tot tevredenheid: het zijn factoren die respondenten goed aan de binnenstad vinden. Dissatisfiers zijn factoren die leiden tot ontevredenheid: het zijn factoren die respondenten niet goed vinden aan de binnenstad. Een overzicht van de satisfiers en dissatisfiers geeft een beeld van hoe de binnenstad aantrekkelijker kan worden gemaakt, zodat er meer bezoekers naar de binnenstad komen en die dan ook positiever waarderen. Voor dit onderzoek is een aantal instrumenten ingezet, te weten: een beperkte literatuurstudie waarbij is gezocht naar relevante onderzoeken op het gebied van aantrekkelijke binnensteden; een secundaire analyse van bestaande data met betrekking op de binnenstad; een digitale vragenlijst die is afgenomen onder binnenstadbewoners en Rotterdamse bezoekers van de binnenstad via Digitaal Stadspanel Rotterdam (DSR). Gevraagd is onder meer naar sterke en zwakke punten van de binnenstad en aangename en te verbeteren plekken. Literatuuronderzoek Er is een beperkt literatuuronderzoek uitgevoerd, waarbij is gezocht naar relevante onderzoeken op het gebied van (aantrekkelijke) binnensteden. Daaruit zijn indicatoren gekomen die de aantrekkelijkheid van een binnenstad kunnen beïnvloeden. Deze indicatoren kunnen wellicht aanknopingspunten ter verbetering opleveren. De conclusies uit dit deel van het onderzoek betreffen steden en binnensteden in het algemeen. Secundaire analyse Bij de secundaire analyse is gebruik gemaakt van resultaten uit bestaande onderzoeken van het COS. Bij deze onderzoeken zijn vragen gesteld over de binnenstad of zijn gegevens Aanvullend onderzoek Binnenstadsmonitor 2011 13

bijgehouden die betrekking hebben op de binnenstad. De resultaten zijn in deze rapportage gebundeld en geven in meer of mindere mate informatie over de satisfiers en dissatisfiers van bewoners en bezoekers van de Rotterdamse binnenstad. Daarnaast is een aantal gegevens uit de Binnenstadsmonitor 2011 geactualiseerd en zijn aanvullende gegevens opgenomen. Internetvragenlijst Een deel van de leden van het Digitaal Stadspanel Rotterdam (DSR) is uitgenodigd voor deelname aan een vragenlijst over de binnenstad. Zowel bewoners van de binnenstad als bezoekers aan de binnenstad uit Rotterdam is gevraagd naar de sterke en zwakke punten van - en de gewenste verbeteringen voor de binnenstad. De vragenlijst is opgenomen in bijlage A. In totaal zijn 1.492 Rotterdammers uitgenodigd voor het onderzoek. Het onderzoek heeft 553 bruikbare vragenlijsten opgeleverd, wat neerkomt op een respons van 37%. Tabel 1.1 geeft een overzicht van de respons per type doelgroep. Tabel 1.1: Respons internetvragenlijst per type groep Respons Type doelgroep Uitzet Absoluut Percentage Bewoners binnenstad 392 160 41% Rotterdamse bezoekers 1.100 393 36% Totaal 1.492 553 37% In het DSR zijn alle groepen van de Rotterdamse bevolking vertegenwoordigd. Niettemin is de respons en daarmee de uitkomsten niet geheel representatief voor de hele Rotterdamse bevolking. Het geeft wel een goed beeld van de mening van verschillende groepen (bewoners en bezoekers) van dit onderzoek. In de respons zijn oververtegenwoordigd: hoger opgeleiden, autochtonen en Rotterdammers tussen de 45 en 65 jaar oud. Gezien de selectief getrokken steekproef (meer bewoners van de binnenstad) en de ondervertegenwoordiging van jongeren zijn de resultaten gewogen naar buurt en leeftijd. In bijlage B staat een overzicht van de achtergrondkenmerken van de respondenten. Uit de gegeven antwoorden blijkt dat zij de vragenlijst serieus hebben ingevuld. 1.3 Leeswijzer Hoofdstuk twee van deze rapportage behandelt de resultaten van de literatuurstudie. In hoofdstuk drie en vier worden de resultaten van de secundaire analyse gepresenteerd. Hoofdstuk drie bevat daarbij gegevens van bestaande COS-onderzoeken en in hoofdstuk vier staan gegevens die als aanvulling op - of actualisering van de gegevens uit de Binnenstadsmonitor 2011 kunnen worden beschouwd. Tot slot bevat hoofdstuk vijf de resultaten van het panelonderzoek. 14 Aanvullend onderzoek Binnenstadsmonitor 2011

2 Literatuurstudie Voor dit onderzoek is een beperkte literatuurstudie gedaan, waarbij via het internet gezocht is naar relevante onderzoeken op het gebied van aantrekkelijke binnensteden. Met deze literatuurstudie wordt antwoord gegeven op de vraag welke factoren een binnenstad aantrekkelijk maken. Dit onderdeel van het onderzoek beschrijft dan ook steden en binnensteden in het algemeen, en gaat dus niet specifiek over Rotterdam. Voor deze literatuurstudie is gebruik gemaakt van de volgende documenten: het boek De aantrekkelijke stad van Gerard Marlet (2009) aan de hand van de samenvatting door Willem Vroege van de Gemeente Den Haag; de afstudeerscriptie Op weg naar een aantrekkelijke binnenstad? van Maike de Lange (2005); het juryrapport voor de Beste Binnenstad 2011-2013 van Detailhandel Nederland (2011); een analyse van Ecorys voor de gemeente Leiden waarbij gekeken is welke functionele en ruimtelijke aspecten een binnenstad aantrekkelijk maken (2008) http://gemeente.leiden.nl/fileadmin/files/projecten/programma_binnenstad/downloads/ Ontwikkelingspotenties_Binnenstad.pdf. Aantrekkelijke (binnen)stad algemeen Volgens Marlet (2009) is een aantrekkelijke woonstad in Nederland een stad met veel cultuur en goede horeca in een fraaie binnenstad, gecombineerd met veel koopwoningen, weinig criminaliteit, en veel werk en natuur in de omgeving van die stad. Zoomen we in op de binnenstad dan blijkt volgens De Lange (2005) dat de aantrekkelijkheid van de binnenstad voor een belangrijk deel in de combinatie van verschillende functies en gebruikers ligt. De veelzijdige mix van toerisme, winkelen, wonen en werken, al dan niet in combinatie met een historische omgeving, moeten daarom het basisbeginsel van elke binnenstad zijn. Deze multifunctionaliteit onderscheidt de binnenstad van monofunctionele (en vaak private) ruimten zoals attractieparken en meubelboulevards. Multifunctionaliteit (verzorgingsfunctie, vrijetijdsfunctie, publieke functie, woonfunctie) staat dus aan de basis van een aantrekkelijke binnenstad. Daarnaast biedt een aantrekkelijke binnenstad ruimte voor contact en uitwisseling tussen verschillende gebruikers. De binnenstad is hierdoor een publiek domein, waar spontane gebeurtenissen en belevenissen kunnen plaatsvinden. De mix van gebruikers maakt de binnenstad aantrekkelijk. De aanwezigheid van de vele mensen vormt een deel van het vermaak in de binnenstad (De Lange, 2005). Onderzoeken uitgesplitst Marlet De belangrijkste conclusies ten aanzien van een aantrekkelijke stad uit het onderzoek van Marlet zijn als volgt samen te vatten: De aantrekkelijke stad is de stad die werk én woonattracties biedt. In een stad van waaruit veel banen binnen acceptabele tijd te bereiken zijn, is de voorraad menselijk kapitaal groter. Een stad met veel woonattracties zoals cultureel aanbod, historische binnenstad en hoogwaardige horeca trekt een creatieve, hoogopgeleide bevolking aan. In steden met veel human capital neemt de werkgelegenheid bij bestaande bedrijven meer toe, vestigen zich meer nieuwe bedrijven en starten meer mensen een eigen Aanvullend onderzoek Binnenstadsmonitor 2011 15

bedrijf. De samenstelling van de bevolking in een stad is de cruciale schakel tussen agglomeratievoordelen en woonattracties enerzijds, en de lokale economie anderzijds. Niet het bedrijfsleven maar de bevolking vervult in een stad een spilfunctie. Steden met een diverse sectorale structuur doen het over het algemeen economisch beter. Files hangen negatief samen met economische groei. Passen we het bovenstaande toe op de binnenstad dan lijken werk en woonattracties belangrijke speerpunten voor Rotterdam. Ecorys Voor de gemeente Leiden heeft Ecorys in 2008 de volgende vraag beantwoord: Welke functionele en ruimtelijke aspecten maken een binnenstad aantrekkelijk? De aspecten die genoemd worden, zijn: 1. Richten op een breed publiek: Binnensteden kunnen een sterkere positie verkrijgen door zich op een breed publiek te richten. Gezinnen met kinderen, ouderen, toeristen en zakelijke bezoekers zijn belangrijke doelgroepen. De aanwezigheid van functionele deelgebieden leidt tot herkenbaarheid en binding wat uiteindelijk voor hogere bezoekfrequenties zorgt. Hiervoor kunnen deelgebieden als A1-gebied, hoogwaardig kwalitatieve gebieden en dwaalgebieden met vooral zelfstandige detailhandel voorzieningen als voorbeeld dienen. 2. Kwaliteitsverbreding: Het voorzieningenaanbod moet van goede kwaliteit zijn, met een goede uitstraling en van alle prijsniveaus. Alle categorieën consumenten kunnen pas dan naar tevredenheid hun inkopen doen. Het merendeel van het publiek richt zich op de mainstream producten, maar de aanwezigheid van bijzondere artikelen wordt ook gewaardeerd. 3. Evenementen en speciale attracties: Het organiseren van evenementen zoals festivals, muziekevenementen, themajaren en bloemenmarkten kan een positieve invloed hebben op de economische resultaten van de binnensteden. 4. Versterking onderscheidend vermogen: De aanwezigheid van typische lokale kenmerken die de unique selling points van de binnenstad zijn. Hierbij kan gedacht worden aan bekende warenhuizen in bijzondere gebouwen, flagshipstores (nieuwe formules) en lokale bedrijven met geheel eigen uitstraling. 5. Versterking woonfunctie binnensteden: Binnensteden hebben van oudsher een woonfunctie. Door de nabijheid van het openbaar vervoer, de voorzieningen en de sfeer is het wonen in de binnensteden aantrekkelijk. Inwoners van de binnenstad verhogen de sociale veiligheid en zorgen ook na sluitingstijd van de voorzieningen voor een levendig karakter. 6. Scheppen van ruimte: het gebrek aan ruimte voor vestiging van publiekverzorgende voorzieningen is een van de grootste bedreigingen voor de binnenstad. Veel partijen worden hierdoor genoodzaakt om buiten het centrum of zelfs buiten de gemeentegrenzen naar ruimte te zoeken. Herontwikkeling schept mogelijkheden voor het realiseren van nieuwe voorzieningen. 7. Een aantrekkelijke openbare ruimte: door het opwaarderen van de kwaliteit van de openbare ruimte wordt het onderscheidend vermogen van binnensteden bevorderd. Een aantrekkelijke en goed onderhouden openbare ruimte is het visitekaartje voor de gemeente en voor inwoners en bezoekers. Ook verhoogt een hoge kwaliteit van de 16 Aanvullend onderzoek Binnenstadsmonitor 2011

openbare ruimte de waarde van het vastgoed en zal de bereidheid van eigenaren om te investeren in de kwaliteit van het vastgoed toenemen. 8. Verbeteren bereikbaarheid en parkeermogelijkheden: Deze twee aspecten behoren tot de hot issues van de binnenstedelijke problematiek. Een goede (regionale) bereikbaarheid zowel met de auto als met het openbaar vervoer én het bieden van voldoende parkeermogelijkheden bepalen in sterke mate de aantrekkelijkheid voor inwoners en bezoekers van de binnensteden. Hierbij is het van groot belang dat de parkeerplaatsen op een duidelijke manier worden aangegeven en dat ze op een logische wijze aansluiten op zowel de binnenstedelijke voorzieningen (zoals het kernwinkelgebied) als op de aankomstroutes vanuit de regio (Ecorys, 2008) De Lange De Lange geeft aan dat de belangrijkste doelgroep van elke binnenstad de lokale bevolking is. De inwoners van een stad vormen een omvangrijk deel van het draagvlak voor voorzieningen en de bezoekfrequentie is over het algemeen hoog. Daarnaast hebben de bewoners een ambassadeursfunctie. Ze moeten eerst zelf tevreden zijn met hun binnenstad, voordat de binnenstad verkocht kan worden aan doelgroepen van verder weg. Het aantrekken van regionale en bovenregionale bezoekers is van belang, omdat deze doelgroepen over het algemeen meer besteden tijdens een binnenstadsbezoek. De inwoners van de stad stellen deels andere eisen aan de binnenstad dan bezoekers uit de regio of van verder weg. Zo bezoeken zij de binnenstad niet alleen als een vorm van vrijetijdsbesteding, maar doen zij ook doelgerichte aankopen en maken zij gebruik van de nietcommerciële voorzieningen. De binnenstad moet voor hen een plaats zijn waar zij zich thuis voelen (sense of place) en waar zij andere mensen kunnen ontmoeten. Met name voor de lokale bevolking moet de binnenstad daarom een publiek domein zijn. Voor de regionale en bovenregionale bezoekers is de vrijetijdsfunctie van de binnenstad doorgaans het meest belangrijk. Zij bezoeken de binnenstad om recreatief te winkelen (funshoppen), vanwege de cultuurhistorische waarde of om van overige vrijetijdsvoorzieningen, zoals musea en evenementen, gebruik te maken. De keuze voor een binnenstad is hierbij steeds meer gebaseerd op de sfeer, die de binnenstad uitstraalt, en het beeld dat de binnenstad bij de consument oproept. De Beste Binnenstad 2011-2013 Het Juryrapport Beste Binnenstad 2011-2013 van Detailhandel Nederland geeft ook een indicatie voor aspecten die een binnenstad aantrekkelijk maken. Bij de beoordeling was de ontwikkeling van de binnenstad in de periode 2009-2011 doorslaggevend. Daarbij is rekening gehouden met ruimtelijk economische ontwikkeling, uistraling, aanpak van leegstand, veiligheid en de mate van samenwerking tussen binnenstedelijke actoren. Eindhoven is verkozen tot Beste Binnenstad 2011-2013. De jury prijst de heldere positionering van de stad en de vastberadenheid van publieke en private partners om de stad verder te ontwikkelen. Kennis, innovatie, technologie en creativiteit zijn kernwaarden die voortdurend houvast bieden en richting geven. De kernwaarden worden opgepakt door ondernemers waardoor regelmatig nieuwe retail- en horecaconcepten worden gepresenteerd aan het publiek. Andere sterke aspecten van Eindhovense binnenstad zijn de internationale waardering en de aansprekende evenementen. Aanvullend onderzoek Binnenstadsmonitor 2011 17

Factoren die een binnenstad aantrekkelijk maken Zoals uit de voorgaande tekst blijkt spelen meerdere factoren een rol spelen om een binnenstad aantrekkelijk te maken. Een aantal factoren komt bij de verschillende onderzoeken terug. Wanneer een uitgebreider literatuuronderzoek wordt gedaan, zullen wellicht meer factoren worden genoemd. Uit de bovenstaande onderzoeken is de volgende lijst met factoren op te stellen: Multifunctionaliteit: veelzijdige mix van toerisme, winkelen, wonen en werken Ruimte voor contact en ontmoetingen Mix van gebruikers gericht op een breed publiek Woonattracties: goede horeca, veel cultuur, vrijetijdsvoorzieningen Kwalitatief winkelaanbod (ook voor doelgerichte aankopen van bewoners) Niet-commerciële voorzieningen (voor bewoners) Bereikbaar met openbaar vervoer en auto (inclusief goede parkeermogelijkheden) Evenementen en speciale attracties Voldoende werk Voldoende woningen Versterken van het onderscheidend vermogen van de binnenstad Fraaie binnenstad met uitstraling: daarbij zorgen voor aantrekkelijke openbare ruimte Aanpak van leegstand Veiligheid 18 Aanvullend onderzoek Binnenstadsmonitor 2011

3 Resultaten bestaande COS-onderzoeken In dit hoofdstuk worden resultaten besproken uit bestaande COS-onderzoeken. Al deze onderzoeken geven informatie over de binnenstad. Aan het einde van elk onderzoek worden telkens de satisfiers en de dissatisfiers opgesomd. 3.1 Probleemvraag Omnibus Jaarlijks wordt in de Omnibusenquête aan Rotterdammers gevraagd wat de belangrijkste problemen in Rotterdam zijn die met voorrang moeten worden aangepakt. Respondenten mogen daarbij maximaal drie problemen in eigen woorden formuleren. Voor dit onderzoek is een selectie gemaakt voor de bewoners van de binnenstad. Aandachtspunt hierbij is dat het gaat om ervaren problemen in heel Rotterdam. De resultaten zijn dus niet 1-op-1 toepasbaar op de binnenstad. Tabel 3.1: Belangrijkste problemen die in Rotterdam met voorrang moeten worden aangepakt volgens bewoners van de binnenstad (meerdere antwoorden mogelijk), 2006-2011 Probleem 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Criminaliteit, onveiligheid en drugsoverlast 70% 68% 56% 51% 64% 49% Verkeersproblematiek 31% 31% 31% 35% 33% 38% Vervuiling en beheer openbare ruimte 29% 28% 31% 32% 28% 32% Bevolking(ssamenstelling) 16% 16% 15% 18% 16% 21% Jeugdproblematiek 19% 15% 22% 20% 17% 19% Kwantiteit/ kwaliteit overige voorzieningen 6% 13% 14% 18% 14% 14% Werkloosheid/arbeidsongeschikth./armoede/e.d. 15% 11% 8% 6% 9% 11% Overige problemen 14% 2% 7% 3% 3% 9% Overige overlast 5% 8% 5% 10% 5% 8% Kwantiteit/kwaliteit openbaar groen 6% 9% 7% 9% 6% 8% Verpaupering/verloedering wijken 8% 7% 10% 13% 6% 6% Woningproblematiek 7% 11% 6% 7% 7% 6% Luchtvervuiling/milieu 6% 12% 11% 9% 6% 6% Gemeentelijke lasten/gemeentel. zaken/overheden 4% 1% 4% 5% 10% 5% Verkeerde stedebouwkundige plannen 3% 4% 5% 7% 7% 2% Kwantiteit/kwaliteit speelgelegenheid 2% 0% 1% 1% 0% 1% Bron: Omnibusenquête 2006-2011 Criminaliteit, onveiligheid en drugsoverlast is volgens de bewoners van de binnenstad het vaakst genoemde probleem dat in Rotterdam met voorrang moet worden aangepakt. Ten opzichte van 2006 is dit probleem in 2011 beduidend minder vaak genoemd. Andere veelgenoemde problemen zijn verkeersproblemen (o.m. parkeren, bereikbaarheid), vervuiling en het beheer van de openbare ruimte, de bevolkingssamenstelling en de jeugdproblematiek. Vergeleken met het Rotterdamse gemiddelde worden verkeersproblemen en problemen met de bevolkingssamenstelling door de binnenstadsbewoners vaker genoemd. Wanneer de antwoorden van 2009, 2010 en 2011 bij elkaar worden opgeteld is een analyse van de meest genoemde problemen naar opleiding en leeftijd te maken. In bijlage C staat deze uitsplitsing. In het kort de belangrijkste verschillen: Bewoners van de binnenstad met een laag opleidingsniveau ervaren criminaliteit, Aanvullend onderzoek Binnenstadsmonitor 2011 19

onveiligheid en drugsoverlast en vervuiling en beheer van de openbare beduidend vaker als een belangrijk probleem dat moet worden aangepakt. Bewoners van de binnenstad met een middelbaar opleidingsniveau noemen de jeugdproblematiek wat vaker als belangrijk probleem. Hoog opgeleide binnenstadbewoners noemen de kwantiteit en kwaliteit van de overige voorzieningen en de bevolking vaker als aan te pakken problemen. Binnenstadbewoners in de leeftijd van 16 tot en met 24 jaar vinden criminaliteit, onveiligheid en drugoverlast en jeugdproblematiek beduidend vaker een belangrijk probleem dat aangepakt moet worden. Vervuiling en beheer van de openbare ruimte noemen zij juist minder vaak als probleem dan andere leeftijdsgroepen. Het aandeel 25 tot en met 44-jarigen dat een bepaald aan te pakken probleem noemt, komt voor de meeste problemen overeen met gemiddelde van alle leeftijden. Ze noemen de verpaupering van wijken en het openbaar groen iets vaker dan gemiddeld als probleem. De 45-plussers vinden de vervuiling en het beheer van de openbare ruimte vaker een probleem dan de jongere leeftijdsgroepen. 65-plussers noemen verkeersproblematiek minder vaak als een probleem dan andere leeftijdsgroepen. Dissatisfiers bewoners van de binnenstad: Criminaliteit, onveiligheid en drugsoverlast Verkeersproblematiek Vervuiling in de openbare ruimte 3.2 Irritatie top 10 - PZR In het voorjaar van 2011 is in opdracht van Publiekszaken Rotterdam (PZR) onder Rotterdammers onderzoek gedaan naar de grootste irritaties wanneer men denkt aan de dienstverlening van de gemeente. Voor dit onderzoek is een selectie gemaakt van de bewoners van het Stadscentrum, aandachtspunt hierbij is dat het gaat om ervaren irritaties van de gemeente in zijn geheel. De resultaten zijn dus niet 1-op-1 toepasbaar op de binnenstad, maar veelal betreffen irritaties ook de eigen woonomgeving. 20 Aanvullend onderzoek Binnenstadsmonitor 2011

Tabel 3.2: Waar ergeren bewoners zich het meest aan wanneer ze denken aan de dienstverlening van de gemeente (meerdere antwoorden mogelijk), 2011 Rotterdam Irritatie Centrum Rotterdam Vuil op straat 44% 48% Verkeer en parkeren 39% 41% Overlast en onveiligheid 24% 32% Stoepen en straatmeubilair, zoals bankjes, straatlantarens en fietsenrekken 23% 19% Groenvoorzieningen, zoals bomen, grasveldjes en parken 17% 15% De manier waarop de gemeente omgaat met bewoners 16% 12% Gemeenteambtenaren 12% 12% Cultuurvoorzieningen, zoals buurthuizen, theaters en festivals 8% 6% Stadswinkels 8% 4% Speelplekken voor kinderen 5% 6% Sportvoorzieningen, zoals voetbalvelden en zwembaden 1% 2% Anders 20% 17% Ik heb geen irritaties over de dienstverlening van de gemeente 11% 9% n (aantal respondenten) 199 2.011 Bron: Onderzoek Irritatie top 10, COS Bewoners van Rotterdam Centrum ergeren zich het meest aan vuil op straat, verkeer en parkeren, overlast en onveiligheid en de stoepen en het straatmeubilair. Ten opzichte van alle Rotterdammers ergeren zij zich wat minder aan overlast en onveiligheid en vuil op straat, en juist meer aan de stoepen en het straatmeubilair en de manier waarop de gemeente met de bewoners omgaat. Bewoners van Rotterdam Centrum die iets anders noemen, ergeren zich onder meer aan de stadswachten, communicatie vanuit de gemeente en geparkeerde fietsen op stoepen en pleinen. Dissatisfiers bewoners van de binnenstad: Vuil op straat Verkeer en parkeren Overlast en onveiligheid 3.3 Resultaat Metropoolenquête (10-3240) In het najaar 2010 heeft het COS samen met de gemeente Den Haag een onderzoek gedaan als input voor een conferentie met de Metropoolregio Rotterdam Den Haag als thema. Hiervoor is een enquête gehouden onder leden van de digitale Stadspanels van deze gemeenten. Deze enquête gaf inzicht in de mate waarin Rotterdammers en Hagenaars verschillende voorzieningen gebruiken, werken en naar school gaan in andere gemeenten van het metropoolgebied. Het gaat hier om het gebruik van voorzieningen in de hele stad, en dus niet in de binnenstad in het bijzonder. De resultaten uit het onderzoek hebben alleen betrekking op Rotterdammers en Hagenaars van 20 jaar en ouder. Ze zijn door statistische weging in ieder geval representatief voor wat betreft de leeftijdsverdeling van de Rotterdamse en Haagse bevolking van 20 jaar en ouder. Aanvullend onderzoek Binnenstadsmonitor 2011 21

Voorzieningen In de volgende tabel is het bezoek van Rotterdammers en Hagenaars aan verschillende gemeenten om te winkelen of voor een bezoek aan café/restaurant weergegeven. Tabel 3.3: Bezoek aan winkels en cafés/restaurants in de afgelopen 12 maanden (gepercenteerd over bewoners die in de afgelopen 12 maanden hebben gewinkeld of cafés/restaurants hebben bezocht) winkelen café/restaurants Rotterdammers Hagenaars Rotterdammers Hagenaars Rotterdam 98% 30% 96% 29% Den Haag 35% 98% 37% 96% Delft 16% 27% 19% 28% Schiedam of Vlaardingen 14% 3% 12% 3% Dordrecht 11% 2% 11% 3% Leiden 8% 15% 11% 19% Zoetermeer 4% 15% 3% 8% Elders in Zuid-Holland 23% 24% 25% 21% Elders in Nederland 39% 42% 42% 47% Van de Rotterdammers die in de afgelopen 12 maanden hebben gewinkeld, deed 35% dit (onder meer) in Den Haag. Van de winkelende Hagenaars deed 30% dit (onder meer) in Rotterdam. Van de Rotterdammers die in de afgelopen 12 maanden een café/restaurant bezochten, deed 37% dit (onder meer) in Den Haag. Andersom bezocht 29% van de café/restaurant bezoekende Hagenaars (onder meer) café/restaurants in Rotterdam. In de enquête is ook gevraagd naar bezoek aan cultuurvoorzieningen. Van de Rotterdamse en Haagse bioscoop-, toneel-, concert- en festivalbezoekers, bezoekt een beperkt deel deze voorzieningen in regiogemeenten buiten de eigen woonplaats. Rotterdammers brengen wat vaker dan Hagenaars een bioscoop- of toneelbezoek in de andere stad, terwijl Hagenaars wat vaker naar Rotterdam komen voor een concert. Een deel van de Rotterdammers en Hagenaars die sportvoorzieningen en sportwedstrijden bezoekt, doet dit (onder meer) in regiogemeenten. Het aandeel Hagenaars dat naar Rotterdam komt voor sportwedstrijden is hoger dan andersom. Geconcludeerd kan worden dat Rotterdammers en Hagenaars hun vrije tijd ook in andere steden besteden, maar voor alle motieven vooral naar hun eigen stad gaan. Satisfiers Haagse bezoekers: Winkelen Cafés en restaurants Sportwedstrijden en concerten 3.4 Communicatieonderzoek Rotterdam Centraal (10-3307) Het COS heeft in het najaar van 2010 een onderzoek gedaan naar de bekendheid en het imago van het project Rotterdam Centraal en de bekendheid en de kwaliteit van de communicatie over het project. Dit onderzoek is gehouden onder reizigers, omwonenden en bedrijven. Het Centraal Station van Rotterdam is voor bezoekers die via dit station naar de 22 Aanvullend onderzoek Binnenstadsmonitor 2011

binnenstad gaan de ingang tot de stad. Een belangrijke conclusie uit dit onderzoek is dat de bewegwijzering op en rond het Centraal Station blijvende aandacht verdient. Reizigers hebben soms moeite met de bewegwijzeringsborden op en rond het Centraal Station van Rotterdam. Door de kleurstelling (veel geel en/of blauw) worden de borden soms als onduidelijk ervaren. Daarnaast zouden bewegwijzeringsborden op belangrijke plaatsen groter moeten, zodat ze (nog) beter opvallen. Tegelijkertijd moet worden gewaakt voor te veel bewegwijzeringsborden, waardoor mensen door de bomen het bos niet meer zien. Deze bewegwijzering kan van invloed zijn op de beleving van de bezoekers aan Rotterdam. Dissatisfiers bezoekers: bewegwijzering rondom Centraal Station 3.5 Quickscan Clubcircuit Rotterdam (10-3327) In de zomer van 2010 heeft het COS in opdracht van de Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur een onderzoek gedaan naar het uitgaansgedrag van Rotterdammers. Doel was om een schets te geven van het uitgaansgedrag en het clubbezoek in het bijzonder van Rotterdammers tussen de 16 en 40 jaar. Omdat veel uitgaansgelegenheden in de binnenstad liggen, worden hier de belangrijkste resultaten die relevant zijn voor dit onderzoek besproken. Voor ruim een kwart van alle 16 tot en met 40 jarige Rotterdammers behoort uitgaan tot één van de drie belangrijkste activiteiten in het weekend. Zij verstaan onder uitgaan onder meer clubbezoek, bezoek aan cafés, festivals, concerten en bezoek aan de bioscoop. Van alle 16 tot en met 40 jarige Rotterdammers bezoekt negen op de tien wel eens een danceclub, disco, café, kroeg, grandcafé, muziekconcert of muziekfestival. 56% van de 16 tot en met 40 jarige Rotterdammers bezoekt minstens eens per maand een danceclub/disco, café/kroeg/grandcafé, of muziekconcert/muziekfestival. Dit percentage frequente uitgaanders is groter onder hoger opgeleiden, creatieven, personen van westerse afkomst, mannen en 26 tot en met 30 jarigen. Van alle 16 tot en met 40 jarige Rotterdammers bezoekt 60% wel eens een danceclub of disco, 82% wel eens een kroeg, café of grandcafé en 72% wel eens een muziekfestival of muziekconcert. Danceclubs/disco s zijn vooral populair onder 16 tot en met 25 jarigen. Hoger opgeleiden bezoeken relatief veel cafés/kroegen/grandcafés. Creatieven bezoeken relatief veel muziekconcerten/muziekfestivals. Hoger opgeleide uitgaanders zijn sterk vertegenwoordigd bij uitgaansgelegenheden op en rond de Nieuwe Binnenweg (zoals Rotown en Vibes). Voor hoger opgeleide creatieven geldt dit nog meer. Uit dit onderzoek blijkt geen duidelijke uitgaansvoorkeur voor niet-hoger opgeleide uitgaanders. Sommigen gaan naar clubs met dj s, anderen geven de voorkeur aan podia en weer anderen bezoeken beide. Wensen en voorkeuren Bij de keuze voor een uitgaansgelegenheid wordt vooral gekeken naar muziekstijl, sfeer, publiek, openingstijden en prijzen. Hoger opgeleiden zijn in het algemeen kieskeuriger als het Aanvullend onderzoek Binnenstadsmonitor 2011 23