Datum: 27 maart 2014 Agendapunt nr: 11.

Vergelijkbare documenten
AANVULLENDE INFORMATIE BESTUURLIJKE CONSULTATIE 1 INLEIDING MEMO

Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden

INGEKOMENN STUK. Aan algemeen bestuur 23 april Voorstel aan ab Kennisnemen van

Deltaprogramma Bijlage F. Bestuurlijke Planning DP2015

Bestuurlijke planning DRD

Waterschap Hollandse Delta. dynamiek in de delta

Parafering besluit PFO Hou O Conform Geparafeerd door: Tekke, R.M.H. D&H B - Geparafeerd door: Tekke, R.M.H.

Voorstel aan dagelijks bestuur

B november Datum: Agendapunt nr: Aan de Verenigde Vergadering. Burap

Rapport. 1. Algemeen. 2. Deltabeslissing Zoetwater

Datum: 22 mei 2014 Agendapunt nr: 8. Verlenging herzieningstermijn peilbesluiten Zoetwaterboezem, Putten, IJsselmonde-West en IJsselmonde-Midden

dagelijkse besturen van de provincies, waterschappen en gemeenten in de Zuidwestelijke Delta en leden van de Adviesgroep

B Datum: 30 januari 2014 Agendapunt nr: 18. Aan de Verenigde Vergadering. Voordracht extern lid Rekenkamercommissie

Ontwerp-MER Waterkwaliteit Volkerak-Zoommeer

Voorstellen. Waterschap Hollandse Delta. John Ebbelaar Hoofd afdeling Plannen en Regie

B mei Datum. Agendapunt nr: Aan de Verenigde Vergadering. Verlenging aanstelling accountant Deloitte

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden. Van mogelijke naar kansrijke strategieën. Uitwerking in gebiedsproces Hollandsche IJssel.

Bestuurlijke Consultatie Deltabeslissingen

DATUM BEHANDELING IN D&H 21 [Tiei 2013

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

B Datum 13 november 2013 Agendapunt nr: 14. Datum. Aan de Commissie MBH. Beschouwing Rekenkamercommissie. Besluitvormend voorstel Bijlagen 1

Deltaprogramma Rivieren. Stand van zaken. 16 februari 2012

B Datum: 28 november 2013 Agendapunt nr: 15. Aan de Verenigde Vergadering. Inzet Brede Blik voor dijkversterking Hellevoetsluis

Parafering besluit PFO Bom Geparafeerd D&H B Gewijzigd akkoord Geparafeerd door: Kooiman, A.I.L. Kruijssen, C.J.M.

Hollandse Delta. Datum: 28 november 2013 Agendapunt nr: 11. B Aan de Verenigde Vergadering

PROVINCIAAL BLAD. Gelet op artikel 2.4 van de Waterwet en artikel 4.1 van de Wet ruimtelijke ordening;

Deltaprogramma Bijlage C. Weergave bestuurlijke planning

DATUM BEHANDELING IN D&H 21 ĩtieì commissie 0 MBH (12 juni 2013) SAMENWERKING ICT-AANBOD ORGANISATIES VAN WSRL EN WSHD, INITIËLE BUSINESSCASE

Datum: 26 juni 2014 Agendapunt nr: 6.b.

Datum: 26 juni 2014 Agendapunt nr: 14.

Gelezen het voorstel van gedeputeerde staten van Zuid-Holland van 21 november 2017, kenmerk PZH ;

Bijgaand doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen gesteld door de leden Jacobi en Cegerek (beiden PvdA) over waterveiligheid in het kustgebied.

DATUM BEHANDELING IN D&H 23 apfil commissie 0 MBH (8 mei 2013)

GESCAND. '6'f'i' 05JUNI TNT Post Pörtbetaald Port Payé Pays-Bas

AANVRAAG PROJECTINVESTERINGSKREDIET VOOR: Vervanging Dataopslag Omgeving Centraal Rekencentrum Ridderkerk. 1. Aanleiding

Parafering besluit D&H H Conform Geparafeerd door: Noordtzij, H.

Informatiebijeenkomst 4 november 2014 waterschapsverkiezingen

Deltaprogramma Het nationale programma voor waterveiligheid en zoetwatervoorziening

5 minuten versie voor Provinciale Staten

Parafering besluit PFO Hou I Conform Geparafeerd door: Heusden, S. van D&H I - Geparafeerd door: Cuypers, M.P.

Het Deltaprogramma. Nederland op orde: vandaag en morgen. Wim Kuijken / Bart Parmet. 7 december 2012 KNAG-Onderwijsdag

Deltaprogramma Bijlage A. Samenhang in het watersysteem

Memo. Deltaprogramma/Zuidwestelijke Delta voorkeurstrategie West-Brabant

AGENDAPUNT 6 ONTWERP. Onderwerp: Visie op de legger Nummer: Voorstel

Onderwerp Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden; gebiedsrapportages Krimpenerwaard en Hollandsche IJssel

1. Aanleiding. 2. Voorstel

DATUM BEHANDELING IN D&H 20 augustus commissie

agendapunt 3.b.7 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden MONITORING GLASAAL DOOR VRIJWILLIGERS Datum 9 mei 2016 Bijlagen 1 Zaaknummer 49903

Waterveiligheid: van Kans naar Kans x Gevolg

DATUM BEHANDELING IN D&H 11 december COMMISSIE 0 Water (7 januari 2013)

Gemeente Boxmeer. Onderwerp: Voorkeurstrategie DeltaProgrammaRivieren (DPR)Maas. Nummer: 9h. AAN de Raad van de gemeente Boxmeer

ONTWERP-RAADSVOORSTEL VAN BenW AAN DE RAAD VOOR 20 februari 2014

Plan van aanpak uitwerking gebiedsgerichte risicobenadering of MLV

Parafering besluit PFO Bom B Conform Geparafeerd door: Cuypers, M.P. D&H H Conform Geparafeerd door: Cuypers, M.P.

2. In te stemmen met de brief aan de verenigde vergadering inzake waterschapsvergelijkingen, ons kenmerk

gelezen het voorstel van de portefeuillehouder Bestuurlijke zaken, calamiteiten, handhaving en externe contacten;

Deltaprogramma Nieuwbouw en herstructurering. Intentieverklaring

5 minuten versie voor Provinciale Staten

DATUM BEHANDELING IN D&H 12 febľ"uaľï COMMISSIE 0 MBH (6 maart 2013)

De toekomst van de Zuidwestelijke Delta. Veilig, veerkrachtig en vitaal

Parafering besluit PFO Ber B Conform Geparafeerd door: Dragt, J. D&H H Conform Geparafeerd door: Dragt, J.

Parafering besluit PFO Bom B - Geparafeerd door: Cuypers, M.P. D&H H Conform Geparafeerd door: Cuypers, M.P.

Stand van zaken concept deltabeslissingen en kansrijke strategieën ten behoeve van Deltaprogramma 2014

agendapunt 3.b.12 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden STRATEGISCH KETENPLAN NETWERK AFVALWATERKETEN DELFLAND Datum 10 november 2015

Deltabeslissing Ruimtelijke adaptatie

De schaal van de woningcorporaties in overeenstemming brengen met de schaal van de regionale woningmarkt.

agendapunt 3.b.7 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden AANPAK KLIMAATADAPTATIE 2016 Datum 5 januari 2016

IN DEZE NIEUWSFLITS. De brochures maken de uitleg over de gehanteerde methode en de eerste resultaten eenvoudiger.

I. De reactiebrief inzake reactie Delfland op bestuurlijke consultatie Deltaprogramma, ons kenmerk , vast te stellen.

Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden. Bijlage A5 Deel 1. Deltaprogramma 2014

B AAN DE VERENIGDE VERGADERING STAND VAN ZAKEN CALAMITEITENZORG. 1. Aanleiding

Deltaprogramma Waddengebied. Deltaprogramma 2012 Probleemanalyse Waddengebied

AANVRAAG AANVULLEND PROJECTINVESTERINGSKREDIET VOOR: FIETSPAD LINDEWEG F426.

: Nieuw belastingstelsel

Opleidingen Nieuwe Normering Waterveiligheid. 2016/17 digitaal cursus naslagwerk 2016/17 totaal

Overleg Infrastructuur en Milieu Voorziter mevrouw I.R. Adema p/a Plesmanweg JG Den Haag

agendapunt Aan Verenigde Vergadering EVALUATIE BELEIDSNOTA GRONDWATERBEHEER

Veiligheid primaire waterkeringen,

ONTWERP-PROJECTPLAN WATERBOUWKUNDIGE WERKEN VOORBOEZEM POLDER VAN NOOTDORP

Nieuw Waterveiligheidsbeleid

WATERKLIMAATPLAN PIJNACKER-NOOTDORP HELDER OVER WATER EN KLIMAAT

Raadsvoorstel. Onderwerp : uitvoeringsprogramma Groen Blauwe Diensten

Deltabeslissing Waterveiligheid

I ,13 ten laste van de exploitatie te brengen, dit is reeds verwerkt bij de eerste bestuursrapportage (BURAP 1) 2012.

Deltaprogramma. De programmatische aanpak om Nederland veilig en leefbaar te houden. Onze delta. Uitdagingen. Kern Deltaprogramma

Parafering besluit PFO Mid B - Geparafeerd door: Boer, G. de D&H Geparafeerd door: Boer, G. de

Parafering besluit D&H I Conform Geparafeerd door: Janssen, T.R.J.

II. De Nota risicomanagement Delfland vast te stellen met onder meer de volgende bepalingen:

Op 2 juli 2009, kenmerk , heeft D&H, met toestemming van de VV, besloten de GR RBG in te stellen.

INVESTERINGSVOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

Routing Paraaf Besluitvormingstraject Besluit. Datum vergadering D&H. 23 april Agendapunt. Commissie Water & Wegen.

1 DEC. .1iLKNL. gek.: Dienst Landelijk Gebied werkt vandaag aan het landschap van morgen. Doc. nr.: Class. nr.: ding. r 1 Afd Hoofd AWB..

Eiland van Dordrecht. Data. Voorbeeldprojecten Eiland van Dordrecht. Dordrecht Concept Gebiedsrapportage Eiland van Dordrecht

BESTUURS AKKOORD KLIMAAT. ADAPTATIE 20 november Bestuursakkoord klimaatadaptatie 3

De beheersing van overstromingsrisico s

Aandeelhouderscommissie Eneco

agendapunt 3.b.4 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden INKOOP- EN AANBESTEDINGSBELEID Datum 28 februari 2017

- Kennis voor Klimaat en het Deltaprogramma - Adaptief deltamanagement

Transcriptie:

1. Voorblad Datum: 27 maart 2014 Agendapunt nr: 11. Aan de Verenigde Vergadering Bestuurlijke reactie Concept Deltabeslissingen Aard voorstel Besluitvormend voorstel Aantal Bijlagen 3 Voorstel behandeld door Datum Verenigde Vergadering 27 Maart 2014 Commissie WWV 11 Maart 2014 Commissie Water 10 Maart 2014 College Dijkgraaf en Heemraden 18 Februari 2014 Voorstel geparafeerd door Naam Paraaf Datum Secretaris-Directeur Arnoud vanvliet Akkoord 25-02-2014 Dijkgraaf Jan Geluk Akkoord 25-02-2014 Ridderkerk, 27 maart 2014. Dijkgraaf en heemraden voornoemd, secretaris-directeur, dijkgraaf, drs. A.A. van Vliet. ing. J.M. Geluk. Bijlagen: Voorstel: Voorstel_1154.docx Bijlage: Brief Aboutaleb 13 december 2013.pdf Bijlage: Voorlopige bestuurlijke reactie Deltaprogramma.pdf Stukken ter inzage:

2. Voorstel_1154.docx BESTUURLIJKE REACTIE CONCEPT DELTABESLISSINGEN 1. Aanleiding Op 13 december 2013 heeft burgemeester Aboutaleb als voorzitter van de Stuurgroep Rijnmond- Drechtsteden gevraagd om een eerste bestuurlijke reactie op de concept Deltabeslissingen vóór 1 maart te mogen ontvangen. Op 13 februari 2014 is de concept Deltabeslissing Waterveiligheid nog nader ingevuld en zijn de waterschappen in de gelegenheid gesteld om vóór 1 april een nadere reactie te geven. In deze nota wordt een besluit over de totale bestuurlijke reactie van Hollandse Delta voorgesteld. 2. Voorstel Voorgesteld wordt: De bestuurlijke reactie van waterschap Hollandse Delta op de concept-deltabeslissingen vast te stellen. 3. Motivering Context In de VV-cyclus van januari is uitgebreid stil gestaan bij de verschillende Deltabeslissingen, zoals deze eind 2013 zijn gepresenteerd. Voor WSHD is daarbij de focus gelegd op de Deltabeslissing Waterveiligheid en de Deltabeslissing Zoetwater, maar ook de Deltabeslissing Rijn-Maas Delta en de Deltabeslissing Ruimtelijke Adaptatie bevatten elementen, die een bestuurlijke reactie vragen. Op 13 februari 2014 is er in de landelijke Stuurgroep Deltaprogramma besproken en zijn een groot aantal details nader ingevuld. Deze details zijn voor de waterschappen van belang voor de reactie op de concept-deltabeslissing Waterveiligheid. Derhalve zijn de waterschappen tot 1 april in de gelegenheid gesteld om hierover een nadere beschouwing te geven. Voorgesteld wordt om de WSHD-reactie op de bestuurlijke consultatie uit twee delen te laten bestaan: 1. Op basis van de besprekingen in de commissie Water en WWV van 13 resp. 14 januari 2014 en de VV van 30 januari 2014 is een voorlopige reactie gestuurd aan de voorzitter van de Stuurgroep Rijnmond-Drechtsteden; 2. Na besluitvorming in de VV van 27 maart 2014 de definitieve reactie, inclusief de aanvullingen/aanpassingen inzake de Deltabeslissing Waterveiligheid, te versturen. Omdat bij het opstellen van deze nota de uitkomsten van de landelijke Stuurgroep Deltaprogramma nog niet bekend waren, zal een voorstel voor de definitieve reactie in een nazending aan de VV worden gezonden. In de voorlopige reactie (zie bijlage) is nader ingegaan op de volgende punten: Deltabeslissing Waterveiligheid Ingestoken is op de redeneerlijn voor de nieuwe overstromingskansen. Ook worden enkele specifieke zaken benoemd, die uitgebreid in de commissie WWV van 14 januari zijn besproken. Deltabeslissing Zoetwater Naar aanleiding van de commissie Water van 13 januari en de VV van 30 januari komen als belangrijkste bestuurlijke aandachtspunten voor Hollandse Delta naar voren: - de afstemming tussen het hoofdsysteem en het regionaal systeem; - de afstemming met de verschillende functies en gebruikers - de compensatie voor ingrepen in het hoofdsysteem. Deltabesliisingen Ruimtelijke Adaptatie en Rijn-Maasdelta 1

De bestuurlijke aandachtspunten bij deze deltabeslissingen zijn gericht op de watertoets, het governance vraagstuk voor Meerlaagsveiligheid en de afstemming tussen het Deltaprogramma en de Structuurvisie Grevelingen - Volkerak-Zoommeer. 4. Bestuurlijk proces Om de laatste informatie over de Deltabeslissing Waterveiligheid nog mee te kunnen nemen in de bestuurlijke reactie, is gekozen voor de formele route van commissie- en VV-bespreking in maart. Daarmee wordt invulling gegeven aan de wens om de VV in de formele besluitvorming te betrekken. (Een informatieve VV is immers niet besluitvormend.) Gevolg daarvan is wel, dat de definitieve reactie (waarin de aanvulling op de concept Deltabeslissing Waterveiligheid is opgenomen) pas in D&H van 4 maart kan worden opgesteld, waarna deze via een nazending voor de bespreking in de commissies wordt nagezonden. 5. Financiële aspecten Niet van toepassing 6. Personele aspecten Niet van toepassing 7. Juridische aspecten Niet van toepassing 8. Duurzaamheidsaspecten Niet van toepassing 9. Communicatieve aspecten (in-en extern) Bij de behandeling van de bestuurlijke consultatie in maart zal via het reguliere VV-bericht melding worden gemaakt van de resultaten van deze bestuurlijke consultatie 10. Wijze van publiceren Kies één of meerdere items: Intranet Internet Terinzagelegging Pers 11. Verdere aanpak/ procedure Na besluitvorming zal het Deltaprogramma formeel op de hoogte gesteld worden over de de reactie op de concept-deltabeslissingen. 12. Evaluatie Niet van toepassing 2

Vergaderdatum: 27-3-2014 Agendapunt : ** BESLUIT VERENIGDE VERGADERING BESTUURLIJKE REACTIE CONCEPT DELTABESLISSINGEN DE VERENIGDE VERGADERING VAN WATERSCHAP HOLLANDSE DELTA, op voordracht van dijkgraaf en heemraden van waterschap Hollandse Delta d.d. 4-2-2014; gelezen het advies van de Water van 10 maart 2014 en de commissie WWV van 11 maart 2014; overwegende dat: Het Deltaprogramma heeft gevraagd om bestuurlijke reactie te ontvangen op de conceptdeltabeslissingen; Een uitgebreide bespreking van de beschikbare informatie van het Deltaprogramma in de commissies en VV van januari 2014; In februari 2014 nog aanvullende besprekingen over de Deltabeslissing Waterveiligheid door het Deltaprogramma zijn georganiseerd, die van invloed is voor de nieuwe normering van de primaire waterkeringen; Deze informatie aanleiding geeft tot in de loop van februari alsnog zal worden nagezonden. gelet op: artikel 77 Waterschapswet; BESLUIT: De bestuurlijke reactie van waterschap Hollandse Delta op de concept-deltabeslissingen vast te stellen. Ridderkerk, 27-3-2014 De Verenigde Vergadering voornoemd, secretaris-directeur, dijkgraaf, drs. A.A. van Vliet. ing. J.M. Geluk. 3

> Retouradres Postbus 556 3000 AN Rotterdam Aan Portefeuillehouders bij het Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden van de Provincie Zuid-Holland, waterschappen, gemeenten en veiligheidsregio s Datum: 13 december 2013 Onderwerp: Bestuurlijke consultatieronde Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden Mevrouw, mijne heren, Het Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden adviseert de Deltacommissaris en de minister van I&M in 2014 over het waterveiligheids- en zoetwaterbeleid van de toekomst. Deze voorstellen voor deltabeslissingen en voorkeursstrategieën worden via het kabinet naar de Tweede Kamer geleid. Het nieuwe beleid gaat over de koers die na 2015 wordt ingezet voor zoetwater en waterveiligheid, wanneer de lopende programma s (zoals Ruimte voor de Rivier) zijn afgerond. Met deze brief nodigen wij u uit om de komende weken op deze nieuwe koers te reageren. De afgelopen jaren zijn wij meermalen met u in gesprek geweest: te beginnen met de probleemanalyse en de opgaven, daarna over mogelijke en kansrijke strategieën. Uw opmerkingen en suggesties zijn steeds gebruikt in onze gedachtevorming. In dit laatste jaar staat de voorkeursstrategie centraal, zoals beschreven in bijgaand concept advies (bijlage 2). Dit advies is nog niet af. Niet alleen wil de stuurgroep hierover eerst graag uw mening vernemen; daarnaast ontbreekt nog de nieuwe normering en moet er nog gerekend worden aan effecten en kosten. In april 2014 wil de stuurgroep het advies zoveel mogelijk afronden, zodat dit in de voorbereiding van het Deltaprogramma 2015 kan worden meegenomen. De nieuwe veiligheidsnormering zal in het definitieve advies van de stuurgroep Rijnmond- Drechtsteden een plek krijgen. Bestuurlijke consultatie De consultatie vindt plaats in de periode december 2013 t/m februari 2014. Net als in eerdere bestuurlijke rondes zal het programmabureau Rijnmond-Drechtsteden de voorkeurstrategie en de deltabeslissingen komen toelichten en met u in gesprek gaan. Dit gebeurt bij voorkeur in aanwezigheid van een lid van de stuurgroep. Voor de consultatie ontvangt u een aantal bijlagen bij deze brief. Bijlagen 1 en 2 bevatten de inhoudelijke informatie. Van de bestuurlijke besprekingen worden verslagen gemaakt. Wij vragen u om uw belangrijkste aandachtspunten zoveel mogelijk schriftelijk voor 1 maart aan ons te sturen. De Stuurgroep Rijnmond-Drechtsteden bespreekt de reacties op 4 april 2014. De consultatieperiode kan, wanneer u dat wenst, ook worden benut om uw democratische achterbannen te informeren. Het Deltaprogramma kan hierin een ondersteunende rol vervullen; het initiatief hiertoe ligt bij de portefeuillehouder. Pagina 1 van 1

Hoofdvragen In het concept eindadvies vindt u de voorkeursstrategie voor waterveiligheid en de zoetwatervoorziening voor de toekomst van deze regio. Met deze strategie wil de stuurgroep haar bijdrage leveren aan het toekomstig nationaal beleid op dit gebied. Hoofdvraag in deze consultatie is of u de koers die de stuurgroep hiermee heeft uitgezet kunt onderschrijven. Veel maatregelen worden pas de komende decennia uitgevoerd. Anticiperen daarop, bijvoorbeeld in de ruimtelijke inrichting, is daarbij nu al actueel. Hoe zou dat vorm kunnen krijgen? Belangrijk is om meekoppelkansen nu al aan te geven. Uw suggesties op deze punten zijn welkom. Bestuurlijke conferentie Op 26 februari 2014 vindt in de middag de Bestuurlijke Conferentie van de Stuurgroep Rijnmond-Drechtsteden plaats in Rotterdam. De conferentie is bedoeld als afsluiting van de bestuurlijke consultatieronde. De belangrijkste conclusies en dilemma s kunnen hier gezamenlijk worden besproken. Inmiddels heeft u de uitnodiging hiervoor ontvangen. Vervolgproces De uitkomsten van de consultatie en de bestuurlijke conferentie worden besproken in de Stuurgroep Rijnmond-Drechtsteden van 4 april en zo nodig in de Stuurgroep Deltaprogramma van 24 april 2014. De stuurgroep zal in de vergadering van 4 april 2014 haar voorlopig eindadvies vaststellen en aanbieden aan de Deltacommissaris en de Minister van IenM. Het voorlopige eindadvies is een openbaar stuk dat actief met de regionale bestuurlijke partijen zal worden gedeeld. In dit advies zal ook een voorstel over de veiligheidsnormering zijn opgenomen. Ook zal er aandacht zijn voor de uitvoering en de daarbij behorende governance. Er volgt een tweede consultatieronde in april/mei 2014. Aandachtspunten hierbij zijn enerzijds informeren van de nieuwe gemeentebestuurders na de gemeenteraadsverkiezingen, en anderzijds het reageren op die aspecten van het eindadvies die een aanvulling of wijziging inhouden ten opzichte van het eerdere advies. Reacties die van invloed zijn op het eindadvies van de stuurgroep zullen worden verwerkt in een definitieve versie van het eindadvies. Met de afronding van het advies en de publicatie van het Deltaprogramma 2015 is het werk niet af. Daarna volgt een proces van beleidsvoorbereiding van de minister van I&M en worden projecten voorbereid die in de komende jaren tot uitvoering moeten komen. Op een aantal punten is nog aanvullend onderzoek nodig. Kortom, we zetten hiermee een eerste stap. Ik zie uit naar uw bevindingen in deze consultatieronde. Op voorhand wil ik u alvast bedanken voor uw inbreng. Hoogachtend, Ing. A. Aboutaleb Voorzitter Stuurgroep Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden Pagina 2 van 2

PRAKTISCHE TOELICHTING Eén voordeur U hebt misschien met diverse deelprogramma s van het Deltaprogramma te maken. Voor de Deltabeslissing Rijn-Maasdelta zijn ook de deelprogramma s Rivieren en Zuidwestelijke Delta van belang. Om het u gemakkelijk te maken, fungeert steeds één deelprogramma als loket: in uw geval gaat het deelprogramma Rijnmond- Drechtsteden met u in gesprek tijdens consultatiebijeenkomsten. Alle reacties en opmerkingen uit de consultatie zullen worden vastgelegd en ingebracht in de ontwikkeling van het eindadvies. Indien uw reactie betrekking heeft op een ander deelprogramma dan Rijnmond-Drechtsteden, dan zorgen wij voor doorgeleiding naar het juiste deelprogramma. Vanuit DP Rivieren is een link geopend naar de stukken voor de bestuurlijke consultatie voor het Regioproces Neder-Rijn en Lek: https://deltaprogramma.pleio.nl/file/group/23769632/all#23769772 Vanuit DP Kust wordt de provincie Zuid-Holland en de gemeente Westvoorne expliciet gevraagd om op de vraag van DP Kust / Zandbeslissing te reageren. https://deltaprogramma.pleio.nl/file/group/23769632/all#23769792 Contact Indien u vragen heeft over deze brief of over de consultatie dan kunt u contact opnemen met de heer Arie Haasnoot. Hij is te bereiken via arie.haasnoot@rws.nl, telefoon 06 24693847. Uw schriftelijke reactie kunt u richten aan: Mw. A. Driesprong, programmasecretaris DP Rijnmond-Drechtsteden Postbus 556, 3000 AN Rotterdam astrid.driesprong@rws.nl Bijlagen Bij deze brief horen de volgende bijlagen: 1. De nieuwsbrief Deltanieuws, met informatie ten behoeve van het Deltaprogramma 2015 (met name de besluiten die in de Stuurgroep Deltaprogramma van 28 november 2013 zijn genomen). 2. Concept eindadvies Rijnmond-Drechtsteden Deze bijlagen zijn beschikbaar op Deltaweb, waar alle deelprogramma s hun informatie op gezet hebben. https://deltaprogramma.pleio.nl/groups/profile/23769632/bestuurlijke-consultatiedp2015 Vanaf eind december is voor Rijnmond-Drechtsteden de volgende achtergrondinformatie beschikbaar: - Actuele planning van de bijeenkomsten van de regionale partijen waarin DP Rijnmond-Drechtsteden een toelichting komt geven. - Film waarin stuurgroepleden de belangrijkste punten uit het concepteindadvies toelichten. Deze film is bedoeld om te gebruiken in de consultatiebijeenkomsten en kan door portefeuillehouders worden gebruikt voor het informeren van hun raad en/of college. - Basispresentatie in PowerPoint. Pagina 3 van 3

DATUM CONTACTPERSOON Hans Waals UW BRIEF VAN 13 december 2014 DOORKIESNUMMER 088 974 34 34 UW KENMERK E-MAILADRES H.Waals@wshd.nl ONS KENMERK U AANTAL BIJLAGEN INGEKOMEN NR. ONDERWERP Definitieve bestuurlijke reactie Deltaprogramma Aan de voorzitter Stuurgroep Rijnmond-Drechtsteden Ing. A. Aboutaleb Postbus 556 3000 AN Rotterdam Geachte heer Aboutaleb, Zoals reeds aangekondigd in onze brief van 25 februari 2014 willen wij u hierbij een definitieve reactie geven op de concept Deltabeslissingen geven, zoals vastgesteld door de Verenigde Vergadering van 27 maart 2014. Voor zover nodig hebben wij de punten uit onze eerste brief aangevuld en aangepast aan de laatste inzichten, zoals deze in de afgelopen periode naar aanleiding van de laatste, informele Stuurgroep Deltaprogramma zijn verkregen. Daarbij zijn ook enkele nieuwe punten naar voren gekomen. In de Deltabeslissing Waterveiligheid wordt de overstap naar de nieuwe overstromingskansen per dijktraject geconcretiseerd. Waterschap Hollandse Delta onderschrijft deze stelselwijziging en ook de hoofdlijn voor de uitwerking daarvan. Echter in de verdere detaillering blijken nog zodanige onvolkomenheden te zitten, dat een uitgebreide reactie noodzakelijk is. In een bijlage is onze reactie per dijkring nader toegelicht. Voor sommige dijktrajecten hebben wij een nadere onderbouwing gegeven om het normvoorstel aan te passen. Dit geldt specifiek voor Pernis, Hoeksche Waard-Zuid, Dordrecht-Zuid en Goeree- Overflakkee-Haringvliet (dijktraject 18-1, 21-2, 22-1 en 25-2). Bij de overige dijktrajecten zijn er nog wel vragen of onduidelijkheden, maar leidt dit niet tot een ander normvoorstel. Ook voor de Deltabeslissing Zoetwater zijn verschillende detailopmerkingen te maken, die in de bijlage zijn opgenomen. Op deze plaats willen wij het belang van het Bernisse-Brielse Meer systeem nogmaals onderstrepen. Vanwege het boven-regionaal belang mogen ingrepen in het hoofdsysteem, zoals de verdieping van de Nieuwe Waterweg of het verzilten van het Volkerak-Zoommeer, geen negatief effect hebben op de beschikbaarheid van het zoetwater. Bij de Deltabeslissingen Ruimtelijke Adaptatie en Rijn-Maasmonding vormt het governance vraagstuk een belangrijk bestuurlijk aandachtspunt. In de bijlage is dit aandachtspunt verder uitgewerkt. Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Een afschrift van deze brief zenden wij aan de Stuurgroep Zuidwestelijke Delta en de Unie van Waterschappen. Hoogachtend, dijkgraaf en heemraden, secretaris-directeur, dijkgraaf, drs. A.A. van Vliet ing. J.M. Geluk

DATUM ONDERWERP Bijlage bij de brief : Definitieve bestuurlijke reactie Deltaprogramma Inhoudelijke opmerkingen Concept Deltabeslissingen PAGINA 2 van 6 BIJLAGE: INHOUDELIJKE OPMERKINGEN CONCEPT DELTABESLISSINGEN Deltabeslissing Waterveiligheid In deze reactie willen wij specifiek ingaan op de normvoorstellen, zoals deze naar aanleiding van de Stuurgroep Deltaprogramma van 13 februari jl. worden gepresenteerd. Daarbij willen we eerst ingaan op de algemene principes, waarna we specifiek willen ingaan op de normvoorstellen voor de dijktrajecten binnen ons beheergebied. Algemeen Tot de algemene principes behoren de volgende punten: Waterschap Hollandse Delta onderschrijft de overstap van de huidige overschrijdingsnormen per dijkring naar de nieuwe overstromingsnormen per dijktraject. De afleiding van deze normen moet wel consistent gebeuren op basis van: een individueel risico van maximaal 1:100.000 per jaar; het voorkomen van grote economische schade en grote groepen slachtoffers (groepsrisico); het beschermen van vitale en kwetsbare functies. Een consistente afleiding is nodig, zodat er een onderlinge vergelijkbaarheid ontstaat tussen de verschillende normvoorstellen en het landelijk beeld goed uitlegbaar is. Voor een goede uitlegbaarheid is het ook nodig om een gevoeligheidsanalyse te hebben van de verschillende uitgangspunten, aannamen en onzekerheden, die in de afleiding van de verschillende normvoorstellen zijn gebruikt. Het gaat hierbij om de volgende zaken: a) Binnen het beheergebied van Hollandse Delta liggen veel compartimenteringskeringen. De gevoeligheid van de aanname van standzekerheid voor de uiteindelijke normvoorstellen achten wij in de normvoorstellen nog onvoldoende uitgewerkt. Het verdient aanbeveling om meer aandacht aan deze gevoeligheid te geven. b) Ook de wijze waarop de overstromingsberekeningen zijn gebruikt bij het afleiden van de verschillende normvoorstellen vertonen naar onze mening enige inconsistenties. c) De wijze waarop het groepsrisico is verwerkt in de verschillende normvoorstellen verdient nog een verdere uitleg om dit aspect verder te kunnen duiden. d) Ten aanzien van de duinen, de B- en de C-keringen zijn nu meer kwalitatieve afwegingen gebruikt om te komen tot de verschillende normvoorstellen. Daarbij is echter niet duidelijk gemaakt met welke aannamen en uitgangspunten deze beschouwingen zijn opgesteld. Zeker als de status van primaire waterkering voor sommige C-keringen ter discussie wordt gesteld, is het van belang om een heldere redeneerlijn te hebben. e) De wijze waarop een dijkring in één of meerdere dijktrajecten is opgedeeld is niet helder beschreven. Wij zouden het op prijs stellen, als de overwegingen voor het verdelen van een dijkring in één of meerdere dijktrajecten op een consistente wijze wordt vastgelegd. Daarmee kan ook later, bijvoorbeeld bij de toetsing, nagegaan worden of de verschillende aannamen en uitgangspunten gewijzigd zijn. Bij de detailopmerkingen voor de verschillende dijkringen zal verder ingegaan worden op deze aspecten. Daarnaast missen wij in de afleiding van de verschillende normvoorstellen een beschouwing over de verschillende governance-vraagstukken. Daarbij speelt niet alleen het aspect van de financiering, maar ook de aanwijzing en normering van de regionale keringen, de borging van de evacuatiefracties en de wijze waarop de governance van meerlaagsveiligheid ingevuld wordt. Specifieke normvoorstellen Over de specifieke normvoorstellen voor de verschillende dijkringen binnen het beheergebied van WSHD zijn de volgende opmerkingen te maken:

DATUM ONDERWERP Bijlage bij de brief : Definitieve bestuurlijke reactie Deltaprogramma Inhoudelijke opmerkingen Concept Deltabeslissingen PAGINA 3 van 6 Dijkring 17: IJsselmonde Een specifiek vraagstuk in het benedenrivierengebied wordt gevormd door de erosie van Dordtse Kil, Oude Maas en Spui. Door het Rijk is inmiddels gestart met onderzoek naar de morfologie en de oorzaken en gevolgen van de bodemerosie in dit gebied. Het is belangrijk om de (eerste) uitkomsten te betrekken bij de Deltabeslissing Waterveiligheid. Dit speelt niet allen bij Hoogvliet (dijktraject 17-2), maar het geldt ook voor dijktrajecten langs het Spui, Dortsche Kil en Haringvliet. De afleiding van de normvoorstellen voor de drie dijktrajecten in deze dijkring is consistent en leveren voor ons geen aanleiding tot het maken van aanvullende opmerkingen. Dijkring 18: Pernis Zoals hierboven bij de algemene opmerking bij 2.b) is opgemerkt, is bij de afleiding van het normvoorstel een cirkelredenering toegepast. Het gevolg daarvan is, dat het hooggelegen voorliggende industrie- en havengebied wel gebruikt wordt in de overstromingsberekeningen, maar niet wordt meegenomen in het normvoorstel. De huidige overstromingskans is berekend op een waarde kleiner dan 1:100.000 per jaar. Daarom kunnen wij het toekomstig normvoorstel van 1:3.000 per jaar niet verklaren. Een dergelijk normvoorstel biedt ons als waterkeringbeheerder ook onvoldoende juridische mogelijkheid om eisen te kunnen stellen aan het voorliggende industrie- en havengebied ter bescherming van het achterliggende gebied. Vanuit WSHD wordt voorgesteld om de overstromingskans te bepalen op 1:30.000 per jaar zodat het vergelijkbaar wordt met het normvoorstel van dijkring 19. Gezien de huidige situatie heeft deze aanpassing geen financiële gevolgen. Dijkring 19: Rozenburg Deze dijkring ligt voor een deel in de directe invloedssfeer van de Noordzee en voor een deel achter de Maeslantkering. Gezien de geringe grootte van de dijkring levert dat o.i. geen aanleiding om de dijkring te splitsen in twee dijktrajecten. WSHD kan dan ook instemmen met het normvoorstel van 1:30.000 per jaar voor deze dijkring. Dijkring 20: Voorne-Putten Bij de afleiding van de normvoorstellen voor de vier dijktrajecten in deze dijkring worden de duinen (dijktraject 20-1) anders afgeleid dan de dijken langs de Oude Maas, Spui en Haringvliet. Voor de duinen is gebruik gemaakt van de directe methode. Daarbij zijn specifieke aannamen gedaan, waarvan de gevoeligheden niet verder zijn onderzocht (zie ook de algemene opmerking 2.d). Bij het dijktraject nabij Spijkenisse langs de Oude Maas en Spui (20-3) speelt het groepsrisico een rol (zie algemene opmerking 2.c) In de afleiding van het normvoorstel valt dit samen met de hoge LIR-waarde. Voor het dijktraject langs het Haringvliet (20-4) verdient de aanname van standzekerheid van de compartimenteringskering nog een nadere beschouwing (zie algemene opmerking 2.a). Dijkring 21: Hoeksche Waard Deze dijkring is verdeeld in twee dijktrajecten met normvoorstellen, waarbij de standzekerheid van de compartimenteringskeringen een belangrijke aanname is bij de afleiding van het normvoorstel (zie algemene opmerking 2.a). Vooral langs het Haringvliet (21-2) levert dit een normvoorstel op, dat voor ons niet uitlegbaar is. Gezien de onzekerheid over deze aanname stellen wij voor om voor 21-2 een normvoorstel aan te passen naar tenminste 1:1.000 per jaar. Dijkring 22: Eiland van Dordrecht De wijze waarop deze dijkring in verschillende dijktrajecten wordt verdeeld is niet helder beschreven en roept daarom vragen op (zie algemene opmerking 2.e). Voor het dijktraject 22-1 in het zuiden hebben wij verschillende opmerkingen:

DATUM ONDERWERP Bijlage bij de brief : Definitieve bestuurlijke reactie Deltaprogramma Inhoudelijke opmerkingen Concept Deltabeslissingen PAGINA 4 van 6 Bij de afleiding van het normvoorstel is naar onze mening afgeweken van de consistente toepassing van de overstromingsberekeningen ten aanzien van het Lokaal Individueel Risico (zie algemene opmerking 2.b). Wij kunnen niet verklaren, dat de LIR een zo lage normvoorstel oplevert. In het verlengde van dezelfde opmerking over de overstromingsberekening (2.b) lijkt in het normvoorstel géén rekening te zijn gehouden met de kwetsbare en vitale infrastructuur van de A-16 en HSL-spoorlijn. Daarmee lijkt nu bewust een situatie geaccepteerd te worden, die voor de A2 bij Den Bosch na 1995 niet als acceptabel werd getypeerd. Ten derde speelt bij dit dijktraject ook de aanname van standzekerheid van de compartimenteringskering (de Wieldrechtse Zeedijk) een prominente rol. Conform de algemene opmerking 2.a) zijn wij van mening, dat deze aanname meer onderzoek vereist. Vooralsnog willen wij dan ook voorstellen om het normvoorstel tenminste één normklasse hoger (1:1.000 per jaar) te nemen. Bij dijktraject 22-2 aan de noordzijde zijn ook verschillende aspecten, die aandacht vragen: Voor dit dijktraject loopt nog een onderzoek naar de mogelijkheid en wenselijkheid om het dijktraject eventueel te splitsen. Dit onderschrijft het belang om ook de indeling van een dijkring in verschillende dijktrajecten op een consistente wijze af te leiden (zie algemene opmerking 2.e). Daarnaast speelt bij dit dijktraject ook het groepsrisico (zie algemene opmerking 2.c), waarbij ook de mogelijkheid van een Deltadijk wordt genoemd. Een transparante afleiding van het normvoorstel is noodzakelijk om de consequenties van de verschillende mogelijkheden inzichtelijk te maken. Tenslotte geeft het normvoorstel voor dit dijktraject ook aanleiding voor een aanpak volgens de meerlaagsveiligheid (MLV). Wij zijn van mening, dat in de Deltabeslissing Waterveiligheid moet worden uitgegaan van de preventie-strategie, die landelijk wordt gehanteerd en dat de overstromingsnormen voor de primaire waterkeringen gebaseerd moeten worden op de consistente redeneerlijn van LIR, MKBA en groepsrisico s. Bij een MLV-variant voor het Eiland van Dordrecht spelen niet alleen technische en financiële vragen. Ook de verantwoordelijkheden, bevoegdheden en andere governance-vraagstukken vereisen duidelijkheid, voordat een concreet voorstel kan worden behandeld. Dijkring 25: Goeree-Overflakkee De dijkring 25 is verdeeld in vier dijktrajecten. Bij de afleiding van de normvoorstellen voor de vier dijktrajecten in deze dijkring worden de duinen (dijktraject 25-1) en de C-keringen langs Volkerak-Zoommeer (25-3) en Grevelingen (25-4) niet op de standaard-wijze afgeleid. Het dijktraject 25-1 langs de Noordzee wordt gevormd door de duinen ( zachte kering) en de dijk bij het Flaauwe Werk ( harde kering). De wijze waarop het normvoorstel voor dit hybride traject wijkt af van de andere afleidingen. Daarbij zijn specifieke aannamen gedaan, waarvan de gevoeligheden niet verder zijn onderzocht (zie ook de algemene opmerking 2.d). Het normvoorstel voor dijktraject 25-2 langs het Haringvliet wordt vooral bepaald door de ligging en de aanname van standzekere compartimenteringskeringen. Nader onderzoek naar de gevoeligheid van deze aanname geeft aanleiding om het normvoorstel tenminste één normklasse hoger (1:1.000 per jaar) te nemen. Bij de afleiding van dijktraject 25-3 (langs het Volkerak-Zoommeer) en 25-4 (langs de Grevelingen) is ook de status van primaire waterkering aan de orde gesteld. Gezien de ligging langs de Deltawateren en de ontwikkelingen t.a.v. de inzet van deze wateren als bergingsgebieden van hoge rivierafvoeren, zijn wij van mening, dat deze dijktrajecten als primaire waterkering gehandhaafd moeten blijven. Ook als er nu (nog) niet wordt besloten voor een bergingsfunctie voor de Grevelingen, dienen deze dijktrajecten als een primaire kering gehandhaafd te blijven. Conform de algemene opmerking 2.d) verdient de afleiding van het normvoorstel nog wel een transparante onderbouwing.

DATUM ONDERWERP Bijlage bij de brief : Definitieve bestuurlijke reactie Deltaprogramma Inhoudelijke opmerkingen Concept Deltabeslissingen PAGINA 5 van 6 Samenvattend kan gesteld worden, dat de overstap naar de nieuwe overstromingskansen per dijktraject wordt onderschreven. In de detaillering zitten echter nog veel aandachtspunten. Deze aandachtspunten betreffen voor een deel een nadere uitleg en onderbouwing van de normvoorstellen. Deze onderbouwing kan aanleiding zijn tot het aanpassen van het normvoorstel. Voor sommige dijktrajecten wordt nu al een andere normspecificatie voorgesteld. Dit is in onderstaande tabel samengevat: Nr. Naam Normvoorstel Voorstel WSHD Deltaprogramma 18-1 Pernis 1:3.000 1:30.000 21-2 Hoeksche Waard-Zuid 1:300 1:1.000 22-1 Eiland van Dordrecht-Zuid 1:300 1:1.000 25-1 Goeree-Overflakkee -Haringvliet 1:300 1:1.000 Deltabeslissing Zoetwater In de Deltabeslissing Zoetwater wordt ingegaan op de toekomstige verdeling van het beschikbare zoetwater. Daarbij speelt in ons beheergebied vooral de strijd tegen de verzilting. In de voorlopige reactie zijn daarbij reeds de volgende bestuurlijke aandachtspunten genoemd: In de Deltabeslissing wordt de rol van de regionale waterbeheerder niet helder geformuleerd. Naar onze mening is de rol van het waterschap cruciaal tussen enerzijds de beheerder van het hoofdsysteem (RWS) en anderzijds de verschillende functies en gebruikers van het regionale watersysteem. Het waterschap vervult een spilfunctie in de afstemming tussen het hoofdsysteem en het regionale systeem. In de beschrijving van Deltabeslissing verdient dit aspect meer aandacht. Hoewel tot 2050 geen grootschalige maatregelen in het hoofdsysteem uit oogpunt van de zoetwatervoorziening worden voorzien, zullen er altijd maatregelen in het hoofdsysteem om andere redenen worden uitgevoerd. WSHD is van mening dat dergelijke maatregelen altijd getoetst moeten worden op het eventuele verziltingseffect voor het regionale watersysteem. Deze verziltingseffecten moeten gecompenseerd te worden volgens het veroorzaker betaalt -principe. Klimaatveranderingen en zeespiegelstijgingen zullen daarnaast een autonome druk op de regionale zoetwatervoorziening leggen. WSHD onderschrijft het belang voor een landelijk afwegingskader, waarmee duidelijkheid wordt te geven over de voorziening, waarop gebruikers in de toekomst onder de diverse omstandigheden kunnen rekenen. Dit landelijke kader wordt vervolgens regionaal vertaald in afspraken over het voorzieningenniveau via het Waterbeheerprogramma. Het is daarbij van belang dat dit landelijk afwegingskader helder en consistent kan worden toegepast in de verschillende regio s. Uitlegbaarheid is daarbij een belangrijk aspect. Naast deze algemene aandachtspunten gelden de volgende concrete opmerkingen: o De beslissing over de Structuurvisie Grevelingen - Volkerak-Zoommeer is van groot belang op de strategische zoetwaterroute via Biesbosch Hollands Diep Haringvliet, zoals in het Deltaprogramma wordt verwoord. Daarbij dient een goede afstemming tussen de besluitvorming over het Deltaprogramma en over de Structuurvisie gewaarborgd te worden. o Een beslissing over het eventueel verzilten van het Volkerak-Zoommeer kan pas geëffectueerd worden, mits de verziltingseffecten op het Hollands-Diep - Haringvliet - Spui niet groter zijn dan in de huidige situatie én de zoetwatervoorziening langs het Volkerak-Zoommeer gewaarborgd blijft (onder het motto: eerst het zoet, dan het

DATUM ONDERWERP Bijlage bij de brief : Definitieve bestuurlijke reactie Deltaprogramma Inhoudelijke opmerkingen Concept Deltabeslissingen PAGINA 6 van 6 zout ). De financiële gevolgen van deze compensatie dienen door het Rijk gedragen te worden. o Het Bernisse-Brielse Meer systeem is van een bovenregionaal belang. Onderzoek heeft aangetoond, dat de autonome klimaatontwikkelingen tot 2050 geen invloed hebben voor dit zoetwatersysteem. Ingrepen in het hoofdsysteem kunnen echter wel een grote invloed hebben. Conform de Deltabeslissing zullen wij ons inzetten om het gebruik van dit zoetwatersysteem in de toekomst verder te optimaliseren. o Een eventuele verdieping van de Nieuwe Waterweg om de bereikbaarheid van de Rotterdamse haven te verbeteren, mag niet ten koste gaan van de zoetwatervoorziening en het bovenregionale belang van het Bernisse-Brielse Meer systeem. Recent is informatie verkregen gekomen over de maatregelenpakketten voor een duurzame zoetwatervoorziening, die een plek kunnen krijgen in het Deltaprogramma. Daarover zijn de volgende opmerkingen te maken: Vanuit de deltacommissaris is de vraag gesteld voor een samenhangend pakket van zoetwatermaatregelen, waarvoor een bijdrage uit het Deltafonds nodig is. Daarbij zijn voor WSHD de maatregelen van belang voor de zoetwateraanvoer op Oostflakkee en voor het Bernisse-Brielse Meer systeem. o Indien besloten wordt om het Volkerak-Zoommeer te verzilten, moeten de compenserende maatregelen voor de zoetwateraanvoer op Oostflakkee volledig vanuit het Rijk gefinancierd worden. Dit deel van het maatregelenpakket mag dan ook geen financiële gevolgen voor WSHD hebben; o Het pakket van maatregelen voor het Bernisse-Brielse Meer systeem is gericht op het vergroten van de robuustheid van het systeem. Samen met andere partners is daarbij gekeken naar mogelijkheden om deze robuustheid te vergroten. Een eventuele financiële bijdrage vanuit WSHD vereist evenwel nog aanvullende besluitvorming op basis van een nut-noodzaak afweging. Deltabeslissingen over Ruimtelijke Adaptatie en Rijn-Maasmonding De Deltabeslissing Ruimtelijke Adaptatie gaat vooral over de klimaatbestendige en waterrobuuste stad van de toekomst. Bij de Deltabeslissing Rijn-Maasmonding gaat het vooral over de verdeling van het rivierwater over de verschillende riviertakken en de mogelijke inzet van de Grevelingen voor extra berging. Vanuit het waterschap zijn daarbij reeds (in de voorlopige reactie) eerder de volgende aandachtspunten meegegeven: Het instrument van de watertoets geeft het waterschap een formele adviseursrol in het voorbereiden van ruimtelijke plannen. Het verdient aanbeveling om enerzijds dit instrument wettelijk te verankeren in de nieuwe Omgevingswet en anderzijds landelijke richtlijnen te ontwikkelen voor de toepassing daarvan. Ten aanzien van de Meer-Laags-Veiligheid dienen de verschillende governance-vraagstukken nader uitgewerkt te worden. Daarbij spelen vragen zoals: o wie heeft welke rol, taak en bevoegdheid; o wie is verantwoordelijk voor de kaders, de uitvoering, de financiering of de risico s; o wie neemt nu wanneer, welke beslissingen. Er dient een goede afstemming te zijn tussen de besluitvorming over het Deltaprogramma en de besluitvorming over de Structuurvisie Grevelingen - Volkerak-Zoommeer. Vooral de besluitvorming over een zilt Volkerak-Zoommeer vereist een zorgvuldige en gecoördineerde besluitvorming.