Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Vergelijkbare documenten
Cliëntervaring Wmo. Gemeente Vlieland. Rapport Juli 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Bijlage 4 Tabellenbijlage Noardwest Fryslân

Cliëntervaring Wmo. Hoeksche Waard. Definitief rapport 17 juli 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Terschelling. Rapport Juli 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Voorst. Rapport Augustus 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Franekeradeel. Rapport Juli 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

P Mee eens. Helemaal mee eens

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Vlieland. Rapport Juni 2018 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Drechterland. Rapport 29 juni 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Westvoorne. Rapport Augustus 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Enkhuizen. Rapport 29 juni 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Waadhoeke. Rapport Juni 2018 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Stede Broec. Rapport 29 juni 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Harlingen. Rapport Juli 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Stein. Rapport September 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Sittard-Geleen. Rapport 12 juni 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Heeze-Leende. Rapport Juli 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo (CEO) Contact

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Valkenswaard. Conceptrapport 10 juli 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Vragenlijst over uw ervaringen met de Wmo

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Harlingen. Rapport juni 2018 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Gemeente Utrechtse Heuvelrug

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Hardinxveld- Giessendam. Rapport September 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Zederik. Conceptrapport 7 augustus 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Vragenlijst over uw ervaringen met de Wmo

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Beuningen. Definitief rapport 3 juli 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Leerdam. Eindrapport September 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Brummen. Eindrapport 25 juli 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Oost Gelre. Rapport Augustus 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Ouder-Amstel. Rapport Juni 2018 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Winterswijk. Rapport September 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Vragenlijst over uw ervaringen met de Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo gemeente Simpelveld

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Oost Gelre. Rapport September 2018 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Oude IJsselstreek. Rapport September 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Effectmeting Wmo. Gemeente Westervoort

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Zoetermeer. Rapport Juni 2017 T. Plat MA Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Alkmaar. Rapport November 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Effectmeting Wmo. Gemeente Hoorn. Rapport December 2016 Naomi Meys MSc Volkan Atalay Projectnummer: Correspondentienummer: DH

Pijnacker - Nootdorp

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO

Effectmeting Wmo. Conceptrapport Augustus 2016 Naomi Meys Msc Volkan Atalay Projectnummer: Correspondentienummer: DH

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO

SAMENVATTING 1 HOOFDSTUK 1 INLEIDING Aanleiding onderzoek Doelgroep Steekproef en respons Referentiegroep 5

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Drechterland. Rapport Augustus 2018 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo (CEO) Contact

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Best. Definitief rapport 3 juli 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Uitstroom Wmo DOCUMENT: ONDERZOEKSRAPPORTAGE CLIENTERVARINGSONDERZOEK WMO UITSTROOM OORGANISATIE: GEMEENTE VALKENSWAARD

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Winterswijk. Rapport September 2018 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Oude IJsselstreek. Rapport September 2018 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Lelystad. Rapport Juni 2018 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Lelystad. Rapport 22 juni 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Gemeente IJsselstein. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Concept 12 juli 2016

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO

Cliëntervaringsonderzoek Wmo BMWE gemeenten 2016 Gemeente Bedum AHA! marktonderzoek en marketingadvies

Resultaten cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Doetinchem. Rapport September 2018 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Oss. Rapport Mei 2019 Projectnummer: PO Correspondentienummer: DH

Gemeente Dalfsen. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Cliëntervaringsonderzoek

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO

Cliëntervaringen Wmo Gemeente Boxtel

AAN BURGEMEESTER & WETHOUDERS. Onderwerp: Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

CLIËNTERVARINGSONDERZOEK WMO

Cliëntervaringsonderzoek Wmo en Jeugdwet

Nulmeting Wmo Gemeente Oldebroek. Rapportage December 2015 Projectnummer: Correspondentienummer: Wmo

CLIËNTERVARINGEN WMO OVER 2018

X Algemeen Bestuur (AB)

Cliënten Wmo hebben meegewerkt aan het cliëntervaringsonderzoek

Transcriptie:

Cliëntervaringsonderzoek Wmo Gemeente Leeuwarderadeel Rapport November 2016 I. Dooms BBA A. van den Heuvel S. Wajer Projectnummer: 840070 Correspondentienummer: DH-1811-8104

INHOUD INLEIDING 1 SAMENVATTING 3 HOOFDSTUK 1 ACHTERGROND EN DOELEN WMO 5 1.1 Wmo 2015 5 1.2 Achtergrond onderzoek 5 HOOFDSTUK 2 HET CONTACT MET DE GEMEENTE 6 2.1 Het contact 6 2.2 Hulpvraag 8 2.3 Het gesprek 9 2.4 Cliëntondersteuning 12 HOOFDSTUK 3 DE ONDERSTEUNING 13 3.1 De ontvangen ondersteuning 13 3.2 Kwaliteit van de ondersteuning 13 3.3 Andere vormen van ondersteuning 17 3.4 Effect van de ondersteuning op het leven van de cliënten 18 3.5 Opmerkingen over ondersteuning 21 BIJLAGE 1 ACHTERGRONDGEGEVENS 22 BIJLAGE 2 TABELLENBIJLAGE MODELLIJST CLIËNTERVARING WMO 25 BIJLAGE 3 VERANTWOORDING 32 BIJLAGE 4 TABELLENBIJLAGE NOARDWEST FRYSLÂN 33

Inleiding Vanaf 2016 zijn gemeenten vanuit de Wmo verplicht om een cliëntervaringsonderzoek uit te (laten) voeren. Voor u ligt het rapport Cliëntervaringsonderzoek Wmo (CEO Wmo) waarmee de gemeente aan deze verplichting voldoet. De gehanteerde vragenlijst van dit onderzoek is de Modellijst Cliëntervaring Wmo. Doelstelling van het onderzoek is te achterhalen wat de cliëntervaringen zijn van Wmocliënten in uw gemeente. Het onderzoek gaat in op thema s als toegankelijkheid van voorzieningen, kwaliteit van voorzieningen en welk effect de cliënten ondervinden op hun zelfredzaamheid. Vanwege de uniformiteit van de vragenlijst kunnen de uitkomsten met andere gemeenten vergeleken worden (benchmark) om van elkaar te leren. Daarnaast heeft het onderzoek een signaleringsfunctie. De uitkomsten van dit onderzoek kunnen leiden tot een signaal waardoor verder (verdiepend) onderzoek nodig is. Doelgroep De doelgroep van het onderzoek zijn Wmo-cliënten die een maatwerkvoorziening hebben (ontvangen) in 2015. In dit onderzoek zijn twee groepen onderscheiden: Inwoners die in 2015 (opnieuw) Wmo-cliënt zijn geworden. Inwoners die vóór 2015 Wmo-cliënt zijn geworden en sindsdien niet meer door een consulent zijn gezien. Aan mensen die minder dan twaalf maanden geleden contact hebben opgenomen met de gemeente is gevraagd de vragen over het contact in te vullen. Wanneer dit langer dan twaalf maanden geleden was, leert de ervaring dat mensen dit zich vaak niet meer goed kunnen herinneren, wat de betrouwbaarheid niet ten goede komt. Steekproef en respons Op aanwijzing van BMC heeft Leeuwarderadeel alle cliënten uit het Wmo-cliëntenbestand aangeschreven. In totaal zijn in uw gemeente 589 Wmo-cliënten aangeschreven, waarvan 173 cliënten hebben deelgenomen aan dit onderzoek door een (online) vragenlijst in te vullen. Daarmee is de respons 29%. In de referentiegroep is de gemiddelde respons 38%. 1/44

Er zijn 45 gemeenten die gebruik hebben gemaakt van de (aangepaste) modellijst Wmo. Deze gemeenten gelden als uw referentiegroep in dit rapport. Het is voor alle gemeenten verplicht om de vragenlijst te starten met de tien verplichte vragen. Er zijn ook gemeenten die enkel een onderzoek afnemen met de tien verplichte vragen, of gemeenten die na de tien verplichte vragen eigen gekozen vragen toevoegen. Hierdoor is de referentiegroep voor de tien verplichte vragen groter, namelijk in totaal 59 1 gemeenten. Uitsplitsingen In dit rapport worden ook uitsplitsingen gemaakt, bijvoorbeeld naar het soort voorziening en het effect van de voorziening. De resultaten hiervan kunnen bij kleine len veelal alleen een indicatie van de tevredenheid geven. De len zijn dan te klein om betrouwbare uitspraken op te baseren. Wanneer minder dan tien een vraag hebben beantwoord worden de resultaten niet weergeven. Algemene voorzieningen In de vragenlijst is aan de gevraagd of men gebruik maakt van overige ondersteuning, zoals bijvoorbeeld de inloop of activiteiten in het buurthuis, klussendienst, boodschappenservice, was - en strijkservice. In de rapportage wordt deze verzameling ondersteuningsvormen omschreven als algemene voorzieningen. De Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân kent een algemene voorziening voor de huishoudelijke hulp. Huishoudelijke hulp valt in de definitie van dit onderzoek echter niet onder algemene voorzieningen. Het is raadzaam hier rekening mee te houden bij het lezen van het rapport en het interpreteren van de resultaten. Leeswijzer Hoofdstuk 1 beschrijft de doelen van de Wmo en de achtergrond van het onderzoek. Hoofdstuk 2 gaat in op de ervaringen van met het contact met de gemeentelijke toegang, gevolgd door hoofdstuk 3 waar de ervaringen met de ondersteuning in worden beschreven. In bijlage 1 ziet u de achtergrondgegevens van de. In bijlage 2 staan de uitkomsten van alle vragen op een rij, afgezet tegen de referentiegroep. In bijlage 3 vindt u de verantwoording en in bijlage 4 worden de resultaten op alle vragen van de gemeenten die onder de Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân vallen (Franekeradeel, Harlingen, Het Bildt, Leeuwarderadeel, Menameradiel, Terschelling en Vlieland) weergegeven. 1 Almere, Achtkarspelen, Apeldoorn, Barneveld, Beek, Beemster, Best, Binnenmaas, Boekel, Brummen, Cranendonck, Delft, Drechterland, Enkhuizen, Franekeradeel, Giessenlanden, Gorinchem, Gouda, Hardinxveld- Giessendam, Harlingen, Heerenveen, Heeze-Leende, het Bildt, Kaag en Braassem, Korendijk, Krimpen aan den IJssel, Landerd, Leerdam, Leeuwarderadeel, Leidschendam-Voorburg, Meerssen, Menameradiel, Molenwaard, Oostzaan, Pijnacker-Nootdorp, Purmerend, Raalte, Renkum, Rhenen, s-gravenhage, Smallingerland, Someren, Stede Broec, Stein, Strijen, Terschelling, Vaals, Valkenswaard, Vlieland, Voorschoten, Voorst, Wassenaar, West Maas en Waal, Westland, Wormerland, Woudenberg, Zederik, Zoetermeer, Zuidplas 2/44

Samenvatting Uw gemeente heeft deelgenomen aan het cliëntervaringsonderzoek onder Wmo-cliënten. Dit onderzoek is vanaf 2016 verplicht voor alle gemeenten in Nederland. De eerste tien vragen van het onderzoek zijn verplicht, evenals de manier waarop en de doelgroep waaronder het onderzoek wordt uitgevoerd. Uw gemeente heeft ervoor gekozen om deze verplichte tien vragen aan te vullen met de modelvragenlijst. Deze vragenlijst gaat in op thema s zoals: de hulpvraag van de cliënt, het contact met de gemeente, de ontvangen ondersteuning en de kwaliteit en het effect van deze ondersteuning. Contact met de gemeente Inwoners van de gemeente Leeuwarderadeel nemen met een ondersteuningsvraag of probleem contact op met hun gemeente (via het gebiedsteam of Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid). Van de geeft 72% aan dat zij het (helemaal) eens zijn met de stelling dat zij snel werden geholpen. In de referentiegroep is eveneens 72% van de het hiermee eens. Voor Wmo-cliënten speelden verschillende redenen om contact op te nemen met de gemeente. Het huishoudelijke werk thuis niet meer aankunnen en het nergens meer naartoe kunnen omdat het aan vervoer ontbreekt, zijn de twee meest genoemde redenen om contact op te nemen met de gemeente (beiden 49%). Cliënten hebben verschillende overwegingen die meespelen in het contact opnemen. Het doorverwezen worden door huisarts of andere zorgverlener speelt vaak een rol (75%). Van de geeft 80% aan dat ze wisten waar ze moesten zijn voor ondersteuning. In de referentiegroep is dit percentage 74%. Daarbij is het belangrijk om te weten dat 22% van de in de gemeente Leeuwarderadeel al eens eerder contact heeft gehad met de gemeente in verband met een ondersteuningsvraag. In de referentiegroep is dit percentage 36%. Het gesprek 28% van de geeft aan de afgelopen twaalf maanden een (keukentafel)gesprek te hebben gehad. Dit is een kleiner aandeel dan in de referentiegroep waar dit voor 43% van de geldt. Van de die een gesprek hebben gehad geeft 64% aan dat er ook nog een naaste (zoals een partner, familielid of bekende) bij het gesprek aanwezig was. Bij 16% was er niemand aanwezig. Bij 14% van de door gevoerde gesprekken was een onafhankelijke cliëntondersteuner aanwezig. Dit is een kleiner aandeel dan in de referentiegroep waar dit voor 20% geldt. Respondenten is gevraagd naar hun ervaringen en tevredenheid over dit gesprek. Een meerderheid van de (82%) geeft aan dat zij zich serieus genomen voelen door de consulent. Het gezamenlijk zoeken naar een oplossing is een belangrijk onderdeel van de nieuwe vormgeving van de Wmo. Van de geeft 66% aan dat er tijdens het gesprek gezamenlijk naar een oplossing is gezocht. 90% van de is (zeer) tevreden over het contact met degene met wie zij het (keukentafel)gesprek hadden. Het merendeel van de in Leeuwarderadeel is tevreden over de manier waarop er naar hen geluisterd werd (89%) en de deskundigheid van de medewerkers wordt door 78% van de positief gewaardeerd. 79% van de uit Leeuwarderadeel is (zeer) tevreden over de gekozen oplossing. In de referentiegroep zijn de 3/44

minder positief over de gekozen oplossing (71%). Over de gehele linie oordelen de in Leeuwarderadeel over het keukentafelgesprek beduidend positiever dan gemiddeld in de referentiegroep. Cliëntondersteuning Wanneer cliënten hulp nodig hebben bij het aanvragen of melden van een probleem of hulpvraag kan cliëntondersteuning worden geboden. Gemeenten zijn verplicht om deze voorziening kosteloos voor alle groepen burgers te organiseren. 34% van de geeft aan dat zij wisten dat zij gebruik konden maken van cliëntondersteuning. In de referentiegroep is dit 26%. 14% heeft hier ook daadwerkelijk gebruik van gemaakt. De ondersteuning Het doel van het contact met de gemeente is te komen tot passende ondersteuning. Het belangrijkste onderdeel daarvan zijn voorzieningen waarvoor de gemeente een besluit afgeeft. Respondenten is gevraagd welke voorzieningen dit zijn. De meest voorkomende voorzieningen onder zijn de collectieve vervoerspas (56%) en hulp bij het huishouden (47%). In de referentiegroep is dit respectievelijk 44% en 58%. Een meerderheid van de geeft aan dat de ondersteuning aan de wensen (90%) en behoeften (89%) voldoet. Ook de kwaliteit van de ondersteuning is onder bevraagd. 83% van de beaamt dat de kwaliteit van de ondersteuning goed is. 84% van de vindt dat de ondersteuning past bij de hulpvraag. De in Leeuwarderadeel zijn positiever over de kwaliteit en de mate waarin de ondersteuning aansluit dan de in de referentiegroep. Behalve ondersteuning waarvoor een besluit wordt afgegeven zijn er ook nog andere vormen van ondersteuning zoals algemene voorzieningen, informele hulp van het netwerk of een vrijwilliger, maar ook particuliere hulp. In de gemeente Leeuwarderadeel maakt 4% gebruik van algemene voorzieningen, 28% van particuliere hulp en 7% van een vrijwilliger. In Leeuwarderadeel maakt ten opzichte van de referentiegroep een groter deel van de gebruik van een particuliere schoonmaakster. Het netwerk van speelt de belangrijkste rol als andere vorm van ondersteuning, namelijk 87% van de ontvangt ondersteuning vanuit hun netwerk. Het netwerk kan ook overbelast raken. Van de die ondersteuning vanuit het netwerk ontvangen, heeft 15% de indruk dat de naaste de zorg voor de zorgvrager niet meer aankan. Dit is een kleiner aandeel dan gemiddeld in de referentiegroep waar 25% deze indruk heeft. Het effect van de ondersteuning Zowel formele als informele ondersteuning dragen bij aan de oplossing van de hulpvraag. De verhoudingen van deze twee vormen van ondersteuning kunnen per cliënt verschillen. Belangrijker is het effect van de ondersteuning. Respondenten is naar dit effect gevraagd. 88% van de in Leeuwarderadeel is het eens met de stelling dat zij door de ondersteuning die zij krijgen beter de dingen kunnen doen die zij willen en 83% van de is van mening dat zij zich door de ondersteuning beter kunnen redden. Deze twee ervaren effecten zijn in sterkere mate aanwezig dan gemiddeld in de referentiegroep. 75% van de in Leeuwarderadeel vindt dat zij door de ondersteuning een betere kwaliteit van leven ervaren. In de referentiegroep ervaart eveneens 75% dit effect. 4/44

Hoofdstuk 1 Achtergrond en doelen Wmo 1.1 Wmo 2015 Gemeenten hebben in de nieuwe Wmo een bredere verantwoordelijkheid voor de deelname van mensen met een beperking of psychische problematiek aan het maatschappelijke verkeer (participatie). Ook moeten zij een passende ondersteuning bieden waarmee mensen in staat zijn tot het uitvoeren van de noodzakelijke algemene dagelijkse levensverrichtingen en het voeren van een gestructureerd huishouden (zelfredzaamheid). Mensen die voor hun begeleiding (gericht op bevordering, behoud of compensatie van de zelfredzaamheid) een beroep deden op de AWBZ, kunnen zich nu wenden tot de gemeente. Het gedeelte van deze doelgroep dat verzorging nodig heeft die in het verlengde van de begeleiding wordt geleverd en daarmee samenhangt, valt sinds 1 januari 2015 ook onder de verantwoordelijkheid van de gemeente. 1.2 Achtergrond onderzoek Via het cliëntervaringsonderzoek legt een gemeente verantwoording af over het Wmo-beleid aan de gemeenteraad en inwoners. Nieuw in de Wmo 2015 is dat gemeenten een verplichte, gestandaardiseerde vragenlijst moeten gebruiken. Dat maakt een vergelijking tussen gemeenten (in elk geval voor dat deel) onderling mogelijk. Met dit onderzoek wordt de cliëntervaring met betrekking tot de uitvoering van de Wmo in beeld gebracht en wordt gevraagd in hoeverre gestelde resultaten en effecten van de Wmo behaald worden in de ogen van de cliënt. We benadrukken dat het gaat om de cliëntervaring, deze kan afwijken van het beeld dat een hulpverlener. Het oordeel van de cliënt zelf is echter van groot van belang voor het beleid, de doorontwikkeling van het beleid en de uitvoering. De verplichte vragenlijst voor het Wmo-deel bestaat uit tien vragen en is daarmee relatief beknopt. De modellijst biedt verdiepende vragen over de toegang, verdiepende vragen over ervaring met de (overige) ondersteuning en achtergrondvragen, zoals leeftijd of type beperking waardoor kan worden gezocht naar mogelijke verbanden. 5/44

Hoofdstuk 2 Het contact met de gemeente 2.1 Het contact Iedere gemeente organiseert de toegang tot ondersteuning op zijn eigen manier. Sommige gemeenten kiezen voor het Wmo-loket, andere gemeenten voor sociale (wijk)teams waar mensen terechtkunnen met hun hulpvraag. Wat het wijkteam precies doet (vraagverheldering, verwijzing of ook lichte ondersteuning), verschilt per gemeente. In de gemeente Leeuwarderadeel is gevraagd naar de ervaringen van cliënten met het contact met hun gemeente (gebiedsteam of Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid). De volgende figuur toont de ervaring van Wmo-cliënten met de toegang. Figuur 1 Ervaring met het contact met de gemeente (%) Helemaal mee eens Mee eens Neutraal Niet mee eens Helemaal niet mee eens Gemeente G E M E E N TE R E F E R E NTI E G R OE P 29% 31% In Leeuwarderadeel wist 80% van de waar zij moesten zijn met hun hulpvraag. Dit is een groter aandeel dan in de referentiegroep, waar 74% dit wist. Van de uit Leeuwarderadeel is 72% het (helemaal) eens met de stelling dat zij snel werden geholpen. In de referentiegroep is een even groot aandeel van de het hiermee eens (72%). Het merendeel van de in Leeuwarderadeel voelt zich door de medewerker serieus genomen (82%). Ook in de referentiegroep wordt deze stelling vaak beaamd (83%). 66% van de in Leeuwarderadeel is van mening dat zij in een gesprek met de medewerker samen naar oplossingen hebben gezocht. In de referentiegroep is een groter aandeel (71%) deze mening toegedaan. 6/44

Inwoners kloppen met verschillende ondersteuningsvragen bij de gemeente aan. Denk daarbij bijvoorbeeld aan ondersteuningsvragen rond vervoer, verplaatsen in en om de woning, aanpassingen in de woning, andere mensen ontmoeten en sociale contacten onderhouden, (begeleiding bij) hulp bij het huishouden en begeleiding/dagbesteding. Figuur 2 Redenen om contact op te nemen met de gemeente (% ja t.o.v. ja/nee) De verdeling van redenen die meespelen om contact om te nemen met de gemeente komt in Leeuwarderadeel sterk overeen met de verdeling in de referentiegroep. Ook in Leeuwarderadeel speelt voor het grootste deel van de het doorverwezen worden door huisarts of andere zorgverlener als reden mee om naar de gemeente te gaan. Het ontbreken van ondersteuning uit de omgeving (partner, kind, ouder) is voor bijna de helft van de een reden om naar de gemeente te gaan. In de referentiegroep is dit voor een grotere groep een reden die meespeelt. Tot slot wist 49% niet waar en hoe zij ondersteuning konden regelen. Ook in de referentiegroep wist bijna de helft dit niet. 7/44

2.2 Hulpvraag Inwoners met belemmeringen op het gebied van zelfredzaamheid en participatie kunnen ondersteuning vragen bij de gemeente. Figuur 3 De hulpvraag (% ja) Het niet meer aankunnen van huishoudelijk werk en het nergens meer naartoe kunnen omdat men geen vervoer heeft zijn in Leeuwarderadeel de twee meest voorkomende redenen om contact op te nemen met de gemeente. Er zijn in vergelijking met de referentiegroep meer die contact opnemen omdat zij nergens meer naartoe kunnen omdat zij geen vervoer hebben. Figuur 4 Eerder contact opgenomen over (andere) ondersteuningsvraag (%) Aan de is gevraagd of zij eerder contact hebben opgenomen over een (andere) ondersteuningsvraag of probleem. Voor de in Leeuwarderadeel geldt dit voor 22% van de. Dit is een lager percentage dan in de referentiegroep waar 36% eerder contact opgenomen heeft. 8/44

2.3 Het gesprek In de Wmo 2015 is het automatische recht op zorg en ondersteuning komen te vervallen. Er wordt niet langer gesproken over compensatieplicht ; de gemeente heeft nu een resultaatverplichting : niet de compensatie van een gebrek staat centraal, maar het zorg dragen voor een resultaat. Er is ruimte voor andere, mogelijk beter passende oplossingen. Gemeenten moeten bij een verzoek om ondersteuning (de melding) van inwoners altijd zorgvuldig onderzoeken wat er aan de hand is. In de meeste gevallen betekent dit een gesprek tussen (iemand namens) de gemeente en de burger. Soms is een persoonlijk gesprek niet nodig. Bijvoorbeeld bij cliënten die al jaren bekend zijn of die kortgeleden nog gesproken zijn. De gemeente maakt deze afweging. Figuur 5 Een (keukentafel)gesprek gehad in de afgelopen 12 maanden (%) 28% van de heeft in de afgelopen twaalf maanden een (keukentafel)gesprek gehad. Dit is een kleiner aandeel dan in de referentiegroep waar dit voor 43% van de geldt. Het kan voor de cliënt belangrijk zijn dat het gesprek wordt gevoerd samen met iemand anders die de situatie goed kent, zoals een goede kennis, familielid of mantelzorger. Een cliënt kan voor ondersteuning bij het gesprek ook gratis gebruikmaken van een onafhankelijke cliëntondersteuner (hierover meer in de volgende paragraaf). 9/44

Figuur 6 Wie was er nog meer aanwezig bij het (keukentafel)gesprek? (%) Uit bovenstaande figuur kan worden opgemaakt dat er in Leeuwarderadeel bij 84% van de door de gevoerde (keukentafel)gesprekken nog iemand anders aanwezig is geweest. In de referentiegroep zijn er meer (keukentafel)gesprekken geweest zonder iemand anders erbij. In Leeuwarderadeel zijn er naar verhouding beduidend meer waarbij een naaste aanwezig was bij het gesprek. Bij 14% van de door gevoerde (keukentafel)gesprekken was een onafhankelijke cliëntondersteuner aanwezig. Dit is een kleiner aandeel dan in de referentiegroep waar dit voor 20% geldt. 10/44

In de volgende figuur wordt weergegeven hoe de uitkomst is in uw gemeente met betrekking tot het (keukentafel)gesprek. Figuur 7 Mening over het (keukentafel)gesprek (%) Zeer tevreden Tevreden Neutraal Ontevreden Zeer ontevreden Gemeente G E M E E N TE R E F E R E NTI E G R OE P 29% 31% 90% van de is (zeer) tevreden over het contact met degene met wie zij het (keukentafel)gesprek hadden. De referentiegroep kent een kleiner aandeel (zeer) tevredenen (77%). Het merendeel van de in Leeuwarderadeel is tevreden over de manier waarop er naar hen geluisterd werd. 89% van de is hier (zeer) tevreden over. Ook in de referentiegroep is een groot deel van de tevreden over dit aspect (80%). De deskundigheid van de medewerkers wordt door 78% van de positief gewaardeerd. In de referentiegroep zijn er minder positieve waarderingen voor de deskundigheid van de medewerkers (72%). 79% van de uit Leeuwarderadeel is (zeer) tevreden over de gekozen oplossing. In de referentiegroep zijn de minder positief over de gekozen oplossing (71%). Over de gehele linie oordelen de in Leeuwarderadeel over het keukentafelgesprek positiever dan gemiddeld in de referentiegroep. 11/44

2.4 Cliëntondersteuning De Wmo 2015 bepaalt dat gemeenten onafhankelijke cliëntondersteuning moeten bieden. Het moet gratis zijn, levensbreed, onafhankelijk en in het belang van de cliënt. Voor gemeenten betekende dit een herijking van het beleid voor cliëntondersteuning. Het verschilt per gemeente welke organisatie de onafhankelijke cliëntondersteuning invult; vaak wordt het geboden via MEE of via een welzijnsstichting. De Wmo 2015 definieert cliëntondersteuning als: 'Onafhankelijke ondersteuning met informatie, advies en algemene ondersteuning die bijdraagt aan het versterken van de zelfredzaamheid en participatie en het verkrijgen van een zo integraal mogelijke dienstverlening op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, preventieve zorg, zorg, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen. Figuur 8 Bekendheid gebruik onafhankelijke cliëntondersteuner (%) 34% van de in Leeuwarderadeel weet dat zij gebruik kunnen maken van een onafhankelijke cliëntondersteuner. Dit is meer dan het aandeel in de referentiegroep, waar 26% bekend is met de cliëntondersteuner. Minder dan tien hebben de vraag over de waardering van de cliëntondersteuner beantwoord. Daarom geven we hier geen resultaat weer. De len zijn te klein om betrouwbare uitspraken op te baseren. 12/44

Hoofdstuk 3 De ondersteuning 3.1 De ontvangen ondersteuning De doelgroep van dit onderzoek zijn cliënten met in ieder geval een Wmomaatwerkvoorziening. Daarnaast kunnen ze natuurlijk ook nog informele ondersteuning ontvangen of gebruikmaken van algemene of particuliere voorzieningen. Figuur 9 Ondersteuningsvormen (% ja) In Leeuwarderadeel is het collectieve vervoerspasje de meest voorkomende ondersteuningsvorm, gevolgd door hulp bij het huishouden. In de referentiegroep is hulp bij het huishouden de meest voorkomende ondersteuningsvorm, gevolgd door het collectieve vervoerspasje. 3.2 Kwaliteit van de ondersteuning Het gaat er bij de kwaliteit van de ondersteuning om hoe cliënten de kwaliteit van de ondersteuning ervaren, het gaat niet om de objectieve kwaliteit van ondersteuning. 13/44

Figuur 10 Mening over de kwaliteit van de ondersteuning (%) Helemaal mee eens Mee eens Neutraal Niet mee eens Helemaal niet mee eens Gemeente G E M E E N TE R E F E R E NTI E G R OE P 29% 31% AM: 83% van de in Leeuwarderadeel vindt de kwaliteit van de ondersteuning die zij krijgen goed. In de referentiegroep is een vergelijkbaar deel van de deze mening toegedaan (80%). 84% van de in Leeuwarderadeel vindt de ondersteuning die zij krijgen passen bij hun hulpvraag. In de referentiegroep is dit een kleiner aandeel (78%). Ervaren kwaliteit van ondersteuning naar achtergrondvariabelen: In onderstaande tabel staat weergegeven hoe in Leeuwarderadeel de met een bepaalde vorm van ondersteuning de kwaliteit ervaren. De percentages mee eens en helemaal mee eens zijn bij elkaar opgeteld. Let wel, kunnen meerdere vormen van ondersteuning ontvangen. Het antwoord op het ervaren effect van de ondersteuning hoeft daarom niet altijd betrekking te hebben op de vorm van ondersteuning. Daarnaast zijn deze percentages per ondersteuning gebaseerd op kleine absolute len. De resultaten hebben zodoende een indicatief karakter. Tabel 1 Waardering ondersteuning naar vorm van ondersteuning (% (helemaal) mee eens) Rolstoel Scootmobiel Hulp bij het huishouden Woonvoorziening/ woningaanpassing Collectief vervoerspasje Financiële vergoeding voor vervoer Begeleiding bij het zelfstandig wonen Begeleiding bij structuur aanbrengen Begeleiding bij dagbesteding/regie Logeervoorziening/ logeerhuis Beschermde woonvorm vanwege psychische problemen Anders Ik vind de kwaliteit van de ondersteuning die ik krijg goed De ondersteuning die ik krijg past bij mijn hulpvraag 81% 84% 81% 75% 83% 91% 90% 75% 100% 100% 100% 82% 17 16 56 6 67 10 9 6 19 2 2 9 81% 79% 80% 75% 84% 92% 80% 63% 95% 100% 100% 73% 17 15 56 6 68 11 8 5 18 2 2 8 14/44

Voor het merendeel van de in Leeuwarderadeel geldt dat de ondersteuning voldoet aan hun wensen en behoeften. Ten opzichte van de referentiegroep voldoet de ondersteuning in uw gemeente voor een groter deel van de aan hun wensen en behoeften. Figuur 11 Mate waarin de ondersteuning voldoet (%) Ja, helemaal Grotendeels Een beetje Nee, helemaal niet Gemeente G E M E E N TE R E F E R E NTI E G R OE P 29% 31% Aansluiting ondersteuning aan wensen en behoeften naar achtergrondvariabelen: In onderstaande tabel staat weergegeven hoe in Leeuwarderadeel de met een bepaalde vorm van ondersteuning aansluiting bij hun wensen en behoeften ervaren. De percentages Ja, helemaal en grotendeels zijn bij elkaar opgeteld. Let wel, kunnen meerdere vormen van ondersteuning ontvangen. Het antwoord op de ervaren aansluiting hoeft daarom niet altijd betrekking te hebben op de vorm van ondersteuning. Daarnaast zijn deze percentages per ondersteuning gebaseerd op kleine absolute len. De resultaten hebben zodoende een indicatief karakter. Tabel 2 Waardering ondersteuning naar vorm van ondersteuning (% Ja, helemaal/grotendeels) Rolstoel Scootmobiel Hulp bij het huishouden Woonvoorziening/ woningaanpassing Collectief vervoerspasje Financiële vergoeding voor vervoer Begeleiding bij het zelfstandig wonen Begeleiding bij structuur aanbrengen Begeleiding bij dagbesteding/regie Logeervoorziening/ logeerhuis Beschermde woonvorm vanwege psychische problemen Anders Voldoet de ondersteuning aan uw wensen? Voldoet de ondersteuning aan uw behoeften? 89% 93% 90% 88% 91% 89% 100% 100% 100% 100% 100% 88% 16 13 52 7 60 8 9 8 16 2 1 7 82% 86% 89% 100% 89% 89% 100% 100% 93% 100% 100% 88% 14 12 50 8 56 8 7 7 14 2 1 7 15/44

Vanwege forse bezuinigingsopgaven werd in de aanloop naar de Wmo 2015 al duidelijk dat veel gemeenten voornemens waren om de bezuinigingen te realiseren door de huishoudelijke ondersteuning te beperken of in het geheel stop te zetten. In 2015 zijn in Nederland grote herindicatie-operaties uitgevoerd en hebben veel mensen minder uren gekregen 2. Onderstaande figuur laat zien bij hoeveel cliënten er in het afgelopen jaar iets veranderd is in de ondersteuning die men ontvangt. Figuur 12 Het afgelopen jaar iets veranderd in de ondersteuning (%) 15% van de in Leeuwarderadeel geeft aan dat er het afgelopen jaar iets veranderd is in de ondersteuning. Dit is een kleiner aandeel dan in de referentiegroep waar ongeveer een vijfde van de dit aangeeft. Verandering in de ondersteuning naar achtergrondvariabelen: Respondenten die aangeven dat er het afgelopen jaar iets veranderd is in de ondersteuning zijn iets minder positief over de mate waarin de ondersteuning aansluit op hun behoeften en wensen dan de die aangeven dat er geen verandering heeft plaatsgevonden. Tabel 3 Mate waarin de ondersteuning voldoet naar verandering in ondersteuning (%) Is er in het afgelopen jaar iets veranderd in de ondersteuning die u ontvangt van de gemeente? Ja, helemaal - Grotendeels Voldoet de ondersteuning aan uw wensen? Een beetje - Nee, helemaal niet Ja 78% 22% Nee 93% 7% Is er in het afgelopen jaar iets veranderd in de ondersteuning 93% die u ontvangt van de gemeente? Ja, helemaal - Grotendeels Een beetje - Nee, helemaal niet Ja 82% 18% Nee 92% 8% 2 De Centrale Raad van Beroep heeft op 18 mei 2016, in een drietal rechtszaken die waren aangespannen tegen de gemeenten Utrecht en Aa en Hunze, verklaard dat gemeenten zonder duidelijke onderbouwing niet mogen korten op huishoudelijke hulp die valt onder de nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 (Wmo). 16/44

3.3 Andere vormen van ondersteuning Veel Wmo-cliënten hebben vaak ook andere vormen van ondersteuning en zorg. Het gaat dan bijvoorbeeld om algemene voorzieningen, informele hulp van vrijwilligers en/of mantelzorgers, maar ook zelf ingekochte particuliere hulp. Tezamen geeft dit een totaalbeeld van de zorgzwaarte en het zorggebruik van Wmo-cliënten. Figuur 13 Andere ondersteuningsvormen (% ja) De verdeling van het gebruik van andere vormen van ondersteuning in Leeuwarderadeel komt in grote lijnen overeen met de verdeling in de referentiegroep. Net als in de referentiegroep maakt in Leeuwarderadeel een groot deel van de gebruik van hulp van hun partner, van hun familie, vrienden of buren (87%). In Leeuwarderadeel maakt ten opzichte van de referentiegroep een groter deel van de gebruik van een particuliere schoonmaakster. Mantelzorgers Mantelzorgers zijn mensen die langdurig en onbetaald zorgen voor een chronisch zieke, gehandicapte of hulpbehoevende persoon uit hun omgeving. Dit kan een partner, ouder of kind zijn, maar ook een ander familielid, vriend of kennis. De ondersteuning van Wmo-cliënten door mantelzorgers is heel belangrijk. Sinds de Wmo 2015 wordt er ook meer gevraagd van cliënten zelf en hun netwerk. Daarbij moet in de gaten worden gehouden of de mantelzorger niet overbelast is of dreigt te raken. 17/44

Figuur 14 Kan de naaste de hulp aan? (%) 70% van de heeft het idee dat hun naaste die voor hen zorgt, de hulp aankan. 15% heeft het idee dat hun naaste de hulp niet aan kan. In Leeuwarderadeel zijn er meer die aangeven dat hun naaste de hulp aankan. 3.4 Effect van de ondersteuning op het leven van de cliënten Gemeenten hebben in de nieuwe Wmo een bredere verantwoordelijkheid voor de deelname van mensen met een beperking of psychische problematiek aan het maatschappelijke verkeer (participatie). Ook moeten zij een passende ondersteuning bieden waarmee mensen in staat zijn tot het uitvoeren van de noodzakelijke algemene dagelijkse levensverrichtingen en het voeren van een gestructureerd huishouden (zelfredzaamheid). Het effect van de Wmo-ondersteuning op zelfredzaamheid en participatie wordt gemeten via de ervaring van klanten met de volgende stellingen: Door de ondersteuning die ik krijg, kan ik beter de dingen doen die ik wil. Door de ondersteuning die ik krijg, kan ik mij beter redden. Door de ondersteuning die ik krijg, heb ik een betere kwaliteit van leven. 18/44

Figuur 15 Effect van de ondersteuning Helemaal mee eens Mee eens Neutraal Niet mee eens Helemaal niet mee eens Gemeente G E M E E N TE R E F E R E NTI E G R OE P 29% 31% 88% van de in Leeuwarderadeel is het eens met de stelling dat zij door de ondersteuning die zij krijgen beter de dingen kunnen doen die zij willen en 83% van de is van mening dat zij zich door de ondersteuning beter kunnen redden. Deze twee ervaren effecten zijn in sterkere mate aanwezig dan gemiddeld in de referentiegroep. 75% van de in Leeuwarderadeel vindt dat zij door de ondersteuning een betere kwaliteit van leven ervaren. In de referentiegroep ervaart eveneens 75% dit effect. Effect van de ondersteuning naar achtergrondvariabelen: Het effect van de Wmo-ondersteuning op zelfredzaamheid en participatie kunnen we ook bekijken per type beperking en naar vorm van ondersteuning. In de volgende tabel staat weergegeven hoe in Leeuwarderadeel de met een bepaalde vorm van ondersteuning het effect ervaren. De percentages mee eens en helemaal mee eens zijn bij elkaar opgeteld. Let wel, kunnen meerdere vormen van ondersteuning ontvangen. Het antwoord op het ervaren effect van de ondersteuning hoeft daarom niet altijd betrekking te hebben op de vorm van ondersteuning. Daarnaast zijn deze percentages per beperking en ondersteuning gebaseerd op kleine absolute len. De resultaten hebben zodoende een indicatief karakter. 19/44

Tabel 4 Effect van ondersteuning naar vorm van ondersteuning (% (helemaal) mee eens) Rolstoel Scootmobiel Hulp bij het huishouden Woonvoorziening/ woningaanpassing Collectief vervoerspasje Financiële vergoeding voor vervoer Begeleiding bij het zelfstandig wonen Begeleiding bij structuur aanbrengen Begeleiding bij dagbesteding/regie Logeervoorziening/ logeerhuis Beschermde woonvorm vanwege psychische problemen Anders Door de ondersteuning die ik krijg, kan ik beter de dingen doen die ik wil Door de ondersteuning die ik krijg, kan ik mij beter redden Door de ondersteuning 89% 80% 71% 86% 74% 90% 89% 67% 71% 50% 50% 80% 17 12 42 6 53 9 8 4 10 1 1 8 79% 80% 85% 88% 79% 100% 90% 86% 71% 100% 100% 80% 15 12 55 7 58 12 9 6 10 2 2 8 68% 75% 71% 71% 71% 100% 80% 57% 63% 50% 100% 80% die ik krijg, heb ik een betere kwaliteit van leven 13 12 45 5 55 11 8 4 10 1 2 8 Zelfredzaamheid en participatie zijn ook nader uitgewerkt in een onderverdeling van de algemene dagelijkse levensverrichtingen. In onderstaande figuur ziet u de uitkomsten van het ervaren effect van alle ondersteuning die cliënten ontvangen (zowel formeel als informeel) op deze verschillende aspecten van zelfredzaamheid en participatie. Figuur 16 Bijdrage van de ondersteuning aan: Ja, helemaal Grotendeels Een beetje Nee, helemaal niet Gemeente G E M E E N TE R E F E R E NTI E G R OE P 29% 31% 20/44

De ondersteuning (zowel formeel als informeel) draagt voor de in Leeuwarderadeel het meest bij aan het regelen en op orde houden van de financiën. Voor 70% van de wordt dit effect helemaal of grotendeels mogelijk gemaakt door de ondersteuning. Het kunnen helpen van anderen en het werken en/of leren worden slechts beperkt als effect van de ontvangen ondersteuning ervaren. Dit komt overeen met de verhouding in de referentiegroep. Over de gehele linie oordelen de uit Leeuwarderadeel iets positiever over de bijdrage van de ondersteuning dan de in de referentiegroep. 3.5 Opmerkingen over ondersteuning In een open tekstvlak konden de opmerkingen schrijven over de ondersteuning die zij ontvangen. De volgende tabel geeft een top 3 van de meest genoemde opmerkingen weer. Een deel van de gebruikt het open tekstvlak om hun beperking en de vorm van ondersteuning die zij hebben te omschrijven. Of om aan te geven dat zij geen ondersteuning ontvangen. Deze opmerkingen zijn buiten de top 3 gelaten. Tabel 5 Top 3 opmerkingen over de ondersteuning (%) Opmerking 1 Tevreden over kwaliteit/effect ontvangen ondersteuning 2 Ontevreden over kwaliteit ontvangen ondersteuning 3 Ontevreden over uur hulp/zorg Het grootste opmerkingen betreft een uiting van tevredenheid over de ontvangen ondersteuning. Daarnaast zijn ook diverse kritische opmerkingen over verschillende ondersteuningsvormen gemaakt en is er bij sommigen onvrede over het uren hulp. 1. Ondersteuning hulp in de huishouding is prima. Taxivervoer is goed! Thuiszorg Interzorg is een betrouwbare en fijne organisatie. Ik ben helemaal tevreden over de hulp die ik krijg. Het taxivervoer is voor mij buitengewoon goed. Vooral in de winter. Mevrouw is helemaal blij met het taxivervoer. Ze maakt hier iedere zondag gebruik van waardoor ze sociale contacten heeft. 2. De eigen bijdrage aan huishoudelijke hulp, 25 euro per maand, vind ik niet normaal. Ik kan het eigenlijk helemaal niet missen. De organisatie van de hulp tijdens vakantie is vaak onduidelijk. Dit geeft onzekerheid voor een 99-jarige. Niet wenselijk. 3. De hulp die ik krijg is prima, maar de uren huishoudelijke hup zijn onvoldoende. Ik krijg maar 1,5 uur per week en ik heb 3 uur per week nodig. Ik heb meer uren nodig van huishoudelijke hulp. Te weinig uren. 21/44

Bijlage 1 Achtergrondgegevens In onderstaande tabel ziet u de verdeling naar leeftijd van de. Tabel 6 Leeftijd (%) Uw gemeente 0 t/m 17 2% 1% 18 t/m 25 1% 2% 26 t/m 35 2% 3% 36 t/m 45 2% 4% 46 t/m 55 7% 7% 56 t/m 65 11% 11% 66 t/m 74 9% 16% 75+ 65% 55% Ook is gevraagd naar het opleidingsniveau. De uitkomst op die vraag geeft het onderstaande beeld. Tabel 7 Opleidingsniveau (%) Uw gemeente Lagere school/basisschool 33% 31% Lager of voorbereidend beroepsonderwijs/vmbo basis kader 16% 19% VMBO theoretisch/mavo/(m)ulo 16% 17% HAVO, MMS, HBS, VWO 7% 6% MBO 9% 12% HBO/Universiteit 9% 8% Anders 9% 7% 22/44

Bij degenen die een beperking of aandoening hebben, ligt dit op het volgende vlak (zie figuur 17). Figuur 17 Soort beperking/aandoening Aan de cliënt is gevraagd wat zijn of haar woonsituatie is. Dit kan natuurlijk gevolgen hebben voor de ondersteuning die iemand nodig heeft. De volgende tabel laat zien hoe de woonsituatie van de eruitziet. Tabel 8 Woonsituatie (%) Uw gemeente Ik woon zelfstandig 72% 73% Ik woon zelfstandig in een aangepaste woning 8% 10% Ik woon bij mijn ouders/verzorgers 4% 4% Ik woon in een tehuis/instelling 10% 6% Ik woon in bij mijn kinderen 1% 1% Anders 6% 5% Er wordt steeds vaker van burgers verwacht dat ze ook financieel zelfredzaam zijn; dat ze zelf in staat zijn om voorzieningen aan te schaffen. Voorzieningen die eerder via de gemeente te verkrijgen waren op basis van een indicatie worden steeds vaker als algemene voorzieningen gezien die burgers zelf kunnen aanschaffen. Daarom is er een vraag opgenomen of de cliënt financieel kan rondkomen. De uitkomsten daarvan ziet u hieronder. 23/44

Figuur 18 Financieel kunnen rondkomen? 24/44

Bijlage 2 Tabellenbijlage Modellijst Cliëntervaring Wmo BLOK 1: Contact Aantal Aantal Uw gemeente per per vraag vraag Contact Ik wist waar ik moest zijn met mijn hulpvraag (%(helemaal)mee eens) Ik werd snel geholpen (%(helemaal)mee eens) De medewerker nam mij serieus (%(helemaal)mee eens) 81% N=94 74% N=11116 73% N=95 72% N=11206 82% N=96 83% N=11195 De medewerker en ik hebben in het gesprek samen naar oplossingen 66% N=89 72% N=10431 gezocht (%(helemaal)mee eens) Gebruik onafhankelijke cliëntondersteuner Wist u dat u gebruik kon maken van een onafhankelijke 34% N=148 26% N=14777 cliëntondersteuner? (%ja) BLOK 2: Kwaliteit van de ondersteuning Aantal Aantal Uw gemeente per per vraag vraag Kwaliteit van de ondersteuning Ik vind de kwaliteit van de ondersteuning die ik krijg goed 83% N=155 80% N=14759 (%(helemaal)mee eens) De ondersteuning die ik krijg past bij mijn hulpvraag (%(helemaal)mee 84% N=155 78% N=14618 eens) 25/44

BLOK 3: Wat levert de ondersteuning mij op? Aantal Aantal Uw gemeente per per vraag vraag Wat levert de ondersteuning mij op? Door de ondersteuning kan ik beter de dingen doen die ik wil 78% N=137 75% N=13923 (%(helemaal)mee eens) Door de ondersteuning kan ik mij beter redden (%(helemaal)mee 83% N=140 80% N=14392 eens) Door de ondersteuning heb ik een betere kwaliteit van leven 75% N=144 75% N=14229 (%(helemaal)mee eens) BLOK 4: Extra vragen contact met de gemeente Uw gemeente Aantal per vraag Aantal per vraag Contact Heeft u eerder contact met de gemeente gehad over een (andere) ondersteuningsvraag of -probleem? Ja 22% N=153 36% N=8098 Nee 61% N=153 52% N=8098 Weet ik niet 61% N=153 52% N=8098 Waarom nam u contact op (of iemand namens u) met de gemeente? Omdat ik moeite heb me zelf te wassen en te kleden (%ja) Omdat ik het huishoudelijke werk thuis niet meer aan kan (%ja) Omdat ik nergens meer naartoe kan omdat ik geen vervoer heb (%ja) Omdat ik niet meer binnenshuis rond kan lopen/rijden (%ja) Omdat ik me eenzaam voel en meer contact wil met andere mensen (%ja) 26% N=140 22% N=6479 49% N=140 62% N=6479 49% N=140 37% N=6479 6% N=140 9% N=6479 12% N=140 14% N=6479 Omdat ik overdag niks te doen heb (%ja) 7% N=140 8% N=6479 Omdat ik moeite heb om mijn financiële zaken te regelen en de administratie te 7% N=140 13% N=6479 doen (%ja) 26/44

Omdat ik niet weet hoe ik bepaalde problemen kan oplossen en wat ik moet 6% N=140 17% N=6479 kiezen (%ja) Omdat ik als mantelzorger overbelast ben of dreig te raken (%ja) 8% N=140 10% N=6479 Anders (%ja) 19% N=140 20% N=6479 Redenen om naar de gemeente te gaan Ik wist niet waar en hoe ik ondersteuning kon regelen (%ja) Ik overzag het probleem en de keuzes niet meer (%ja) 49% N=39 48% N=3220 33% N=27 42% N=2521 Mijn omgeving (partner, kind, ouder) kan mij niet, of niet meer, ondersteunen 47% N=36 59% N=3245 (%ja) Ik ben doorverwezen door mijn huisarts of door een andere zorgverlener (%ja) 75% N=71 72% N=4520 Heeft u in de afgelopen 12 maanden een (keukentafel)gesprek gehad op afspraak namens de gemeente? Ja 28% N=160 43% N=9663 Nee 67% N=160 51% N=9663 Weet ik niet 5% N=160 5% N=9663 Was er bij het (keukentafel)gesprek nog iemand anders aanwezig? Ja, een naaste (zoals partner, kind, ouder, vriend) (%aangekruist) Ja, een onafhankelijke cliëntondersteuner (%aangekruist) 64% N=44 37% N=5570 14% N=44 20% N=5570 Ja, iemand anders (%aangekruist) 27% N=44 17% N=5570 Nee (%aangekruist) 16% N=44 33% N=5570 Tevredenheid over cliëntondersteuner De cliëntondersteuning (%(heel)tevreden).% N=5 78% N=239 Bent u tevreden over: Het contact met degene met wie u het (keukentafel)gesprek had 91% N=44 77% N=3817 (%(heel)tevreden) De manier waarop er naar u geluisterd werd (%(heel)tevreden) De deskundigheid van de medewerker (%(heel)tevreden) 89% N=44 80% N=3799 77% N=44 71% N=3629 De gekozen oplossing (%(heel)tevreden) 79% N=43 71% N=3643 27/44

BLOK 5: Ervaringen met de ondersteuning vanuit de gemeente Aantal Aantal Uw gemeente per per vraag vraag Ervaringen met de ondersteuning vanuit de gemeente Welke ondersteuning ontvangt u of heeft u ontvangen vanuit de gemeente? Rolstoel (%ja) 14% N=154 17% N=8248 Scootmobiel (of aangepaste fiets, auto, buggy enzovoorts) (%ja) 13% N=154 18% N=8248 Hulp bij het huishouden (%ja) 47% N=154 58% N=8248 Woonvoorziening/woningaanpassing (zoals bijvoorbeeld een traplift) (%ja) Collectief vervoerspasje (regiotaxi, Wmo-taxi, deeltaxi) (%ja) Financiële vergoeding voor vervoer (%ja) 6% N=154 14% N=8248 56% N=154 44% N=8248 8% N=154 7% N=8248 Begeleiding bij het zelfstandig wonen (bijvoorbeeld hulp bij de 7% N=154 10% N=8248 administratie) (%ja) Begeleiding bij structuur aanbrengen (zoals dagritme, spreiding maaltijden, bezigheden en 6% N=154 11% N=8248 dergelijke) (%ja) Begeleiding bij dagbesteding/regie (%ja) 14% N=154 13% N=8248 Logeervoorziening/logeerhuis (%ja) 2% N=154 1% N=8248 Ik woon in een beschermde woonvorm vanwege psychische 2% N=154 2% N=8248 problemen (%ja) Anders (%ja) 8% N=154 10% N=8248 Kwaliteit van alle ondersteuningen Voldoet de ondersteuning aan uw wensen (% helemaal/grotendeels) Voldoet de ondersteuning aan uw behoeften (% helemaal/grotendeels) 90% N=114 86% N=5977 89% N=110 83% N=5718 Is er in het afgelopen jaar iets veranderd in de ondersteuning die u ontvangt van de gemeente? Ja 15% N=136 21% N=6900 Nee 74% N=136 70% N=6900 Weet ik niet 11% N=136 9% N=6900 28/44

BLOK 6: Overige ondersteuning Uw gemeente Aantal per vraag Aantal per vraag Overige ondersteuning Maakt u gebruik van voorzieningen, zoals bijvoorbeeld de inloop of activiteiten in het buurthuis, klussendienst, 4% N=92 15% N=5860 boodschappenservice, was- en strijkservice? (%ja) Heeft u een particuliere schoonmaakster die helpt bij het huishouden? (%ja) 28% N=92 20% N=5860 Krijgt u of uw partner hulp van een individuele vrijwilliger (bijvoorbeeld een maatje, coach)? 7% N=92 9% N=5860 (%ja) Ontvangt u hulp van uw partner, van uw familie, vrienden of buren? (%ja) 87% N=92 84% N=5860 Heeft u het idee dat uw naaste die voor u zorgt het aankan? Ja 70% N=73 52% N=5481 Nee 15% N=73 23% N=5481 Weet ik niet 15% N=73 17% N=5481 BLOK 7: Effect(en) van ondersteuning op zelfredzaamheid en participatie Uw gemeente Aantal per vraag Aantal per vraag Effect(en) van ondersteuning op zelfredzaamheid en participatie Dragen ondersteuning en hulpmiddel(en) bij aan binnen en buiten uw huis rond lopen/rijden (% helemaal/grotendeels) u wassen, kleden en verzorgen (% helemaal/grotendeels) uw huishouden regelen en op orde houden (% helemaal/grotendeels) uw financiën regelen en op orde houden (% helemaal/grotendeels) 69% N=65 65% N=4976 74% N=65 63% N=3685 70% N=80 65% N=5408 70% N=61 68% N=4267 de mogelijkheid om familie, vrienden en anderen te zien en spreken 67% N=87 64% N=5097 (% helemaal/grotendeels) anderen helpen (% helemaal/grotendeels) 21% N=29 20% N=2346 werken en/of leren (% helemaal/grotendeels) 26% N=27 25% N=2086 29/44

BLOK 8: Over uzelf Uw gemeente Aantal per vraag Aantal per vraag Over uzelf Bent u een man of een vrouw? Man 24% N=165 33% N=8795 Vrouw 76% N=165 67% N=8795 Wat is uw leeftijd? 0 t/m 17 2% N=168 1% N=11769 18 t/m 25 1% N=168 2% N=11769 26 t/m 35 2% N=168 3% N=11769 36 t/m 45 2% N=168 4% N=11769 46 t/m 55 7% N=168 7% N=11769 56 t/m 65 11% N=168 11% N=11769 66 t/m 74 9% N=168 16% N=11769 75+ 65% N=168 55% N=11769 Heeft u beperkingen of aandoeningen (%ja) 85% N=150 90% N=8272 Beperking of aandoening Leggen van sociale contacten (% aangekruist) 12% N=131 13% N=8881 Lichamelijke handicap (% aangekruist) 39% N=131 44% N=8881 Gedragsproblemen (% aangekruist) 6% N=131 4% N=8881 Geheugen- en oriëntatieproblemen (% aangekruist) 15% N=131 23% N=8881 Zintuiglijke beperking (% aangekruist) 12% N=131 11% N=8881 Verstandelijke beperking (% aangekruist) 18% N=131 9% N=8881 Bewegen en verplaatsen (% aangekruist) 63% N=131 66% N=8881 Psychisch functioneren (% aangekruist) 12% N=131 16% N=8881 Anders (% aangekruist) 15% N=131 12% N=8881 Wat is uw woonsituatie? Ik woon zelfstandig 72% N=167 73% N=11289 Ik woon zelfstandig in een aangepaste woning 8% N=167 10% N=11289 Ik woon bij mijn ouders/verzorgers 4% N=167 4% N=11289 Ik woon in een tehuis/instelling 10% N=167 6% N=11289 Ik woon in bij mijn kinderen 1% N=167 1% N=11289 Anders 9% N=159 7% N=8100 30/44

Wat is uw hoogst afgeronde opleiding? Lagere school/basisschool 33% N=159 31% N=8100 Lager of voorbereidend beroepsonderwijs/vmbo basis kader 16% N=159 19% N=8100 VMBO theoretisch/mavo/(m)ulo 16% N=159 17% N=8100 HAVO, MMS, HBS, VWO 7% N=159 6% N=8100 MBO 9% N=159 12% N=8100 HBO/Universiteit 9% N=159 8% N=8100 In hoeverre kunt u financieel rondkomen? (%(zeer)goed) 48% N=161 36% N=11314 Heeft u hulp gehad bij het invullen van deze vragenlijst? Nee 47% N=169 51% N=9378 Ja, van een naaste (bijvoorbeeld partner, familielid of vriend) 41% N=169 38% N=9378 Ja, van een hulp- of zorgverlener 9% N=169 9% N=9378 Ja, van iemand anders 2% N=169 2% N=9378 31/44

Bijlage 3 Verantwoording BLOK 1: Contact (%(helemaal)mee eens) (%(helemaal)mee oneens) Contact Ik wist waar ik moest zijn met mijn hulpvraag 81% 12% Ik werd snel geholpen 73% 12% De medewerker nam mij serieus 82% 6% De medewerker en ik hebben in het gesprek samen naar oplossingen gezocht 66% 12% (%ja) (%nee) Gebruik onafhankelijke cliëntondersteuner Wist u dat u gebruik kon maken van een onafhankelijke cliëntondersteuner? 34% 66% BLOK 2: Kwaliteit van de ondersteuning (%(helemaal)mee eens) (%(helemaal)mee oneens) Kwaliteit van de ondersteuning Ik vind de kwaliteit van de ondersteuning die ik krijg goed 83% 3% De ondersteuning die ik krijg past bij mijn hulpvraag 84% 5% BLOK 3: Wat levert de ondersteuning mij op? (%(helemaal)mee eens) (%(helemaal)mee oneens) Door de ondersteuning kan ik beter de dingen doen die ik wil 78% 3% Door de ondersteuning kan ik mij beter redden 83% 1% Door de ondersteuning heb ik een betere kwaliteit van leven 75% 5% 32/44

Bijlage 4 Tabellenbijlage Noardwest Fryslân BLOK 1: Contact Franekeradeel Harlingen Het Bildt Leeuwarderadeel Menameradiel Terschelling Vlieland Aantal Contact Ik wist waar ik moest zijn met mijn hulpvraag (%(helemaal)mee eens) Ik werd snel geholpen (%(helemaal)mee eens) De medewerker nam mij serieus (%(helemaal)mee eens) 71% N=191 70% N=198 74% N=121 81% N=94 71% N=114 90% N=21 82% N=11 74% N=11116 66% N=190 62% N=196 69% N=123 73% N=95 66% N=120 47% N=19 75% N=12 72% N=11206 76% N=190 76% N=198 82% N=125 82% N=96 76% N=122 90% N=20 83% N=12 83% N=11195 De medewerker en ik hebben in het gesprek samen naar oplossingen 65% N=176 65% N=184 67% N=115 66% N=89 68% N=116 76% N=21 67% N=12 72% N=10431 gezocht (%(helemaal)mee eens) Gebruik onafhankelijke cliëntondersteuner Wist u dat u gebruik kon maken van een onafhankelijke 21% N=253 29% N=284 34% N=172 34% N=148 29% N=167 38% N=32 25% N=16 26% N=14777 cliëntondersteuner? (%ja) 33/44

BLOK 2: Kwaliteit van de ondersteuning Franekeradeel Harlingen Het Bildt Leeuwarderadeel Menameradiel Terschelling Vlieland Aantal Kwaliteit van de ondersteuning Ik vind de kwaliteit van de ondersteuning die ik krijg goed 78% N=264 76% N=275 83% N=177 83% N=155 81% N=187 87% N=31 71% N=14 80% N=14759 (%(helemaal)mee eens) De ondersteuning die ik krijg past bij mijn hulpvraag (%(helemaal)mee 78% N=265 78% N=271 84% N=172 84% N=155 80% N=187 84% N=31 79% N=14 78% N=14618 eens) BLOK 3: Wat levert de ondersteuning mij op? Franekeradeel Harlingen Het Bildt Leeuwarderadeel Menameradiel Terschelling Vlieland Aantal Wat levert de ondersteuning mij op? Door de ondersteuning kan ik beter de dingen doen die ik wil 73% N=243 80% N=254 77% N=162 78% N=137 78% N=176 77% N=30 79% N=14 75% N=13923 (%(helemaal)mee eens) Door de ondersteuning kan ik mij beter redden (%(helemaal)mee 80% N=246 83% N=258 84% N=166 83% N=140 84% N=176 81% N=32 86% N=14 80% N=14392 eens) Door de ondersteuning heb ik een betere kwaliteit van leven 77% N=247 77% N=256 74% N=160 75% N=144 76% N=180 77% N=30 93% N=14 75% N=14229 (%(helemaal)mee eens) 34/44

BLOK 4: Extra vragen contact met de gemeente Franekeradeel Harlingen Het Bildt Leeuwarderadeel Menameradiel Terschelling Vlieland Aantal Contact Heeft u eerder contact met de gemeente gehad over een (andere) ondersteuningsvraag of -probleem? Ja 33% N=267 25% N=286 28% N=171 22% N=153 37% N=176 24% N=29 44% N=16 36% N=8098 Nee 55% N=267 58% N=286 55% N=171 61% N=153 52% N=176 62% N=29 44% N=16 52% N=8098 Weet ik niet 55% N=267 58% N=286 55% N=171 61% N=153 52% N=176 62% N=29 44% N=16 52% N=8098 Waarom nam u contact op (of iemand namens u) met de gemeente? Omdat ik moeite heb me zelf te wassen en te kleden (%ja) Omdat ik het huishoudelijke werk thuis niet meer aan kan (%ja) Omdat ik nergens meer naartoe kan omdat ik geen vervoer heb (%ja) Omdat ik niet meer binnenshuis rond kan lopen/rijden (%ja) Omdat ik me eenzaam voel en meer contact wil met andere mensen (%ja) 23% N=232 24% N=242 18% N=160 26% N=140 23% N=163 12% N=25 23% N=13 22% N=6479 52% N=232 54% N=242 61% N=160 49% N=140 61% N=163 68% N=25 46% N=13 62% N=6479 45% N=232 47% N=242 46% N=160 49% N=140 45% N=163 24% N=25 62% N=13 37% N=6479 8% N=232 12% N=242 11% N=160 6% N=140 11% N=163 8% N=25 8% N=13 9% N=6479 16% N=232 12% N=242 11% N=160 12% N=140 20% N=163 16% N=25 0% N=13 14% N=6479 Omdat ik overdag niks te doen heb (%ja) 9% N=232 7% N=242 5% N=160 7% N=140 6% N=163 4% N=25 8% N=13 8% N=6479 35/43