PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN UITWERKINGEN 8 EN 9 JANUARI 2013



Vergelijkbare documenten
Deze examenopgaven bestaan uit 6 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 16 EN 17 JUNI 2009

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 10 EN 11 JANUARI 2012

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 11 EN 12 JANUARI 2011

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN UITWERKINGEN 15 EN 16 JANUARI 2013

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 22 EN 23 JUNI 2010

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 10 JUNI 2009

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 16 JUNI 2010

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 18 EN 19 JANUARI 2011

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 27 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

PROEFEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden

1. Debet 020 Inventaris Credit Datum Omschrijving Bedrag Datum Omschrijving Bedrag 1 feb Van balans ,-

PROEFEXAMEN 2 Praktijkdiploma Boekhouden

EXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5 OPGAVE 3

Uitwerkingen Basiskennis Boekhouden Convoy Uitgevers 2016

Te betalen omzetbelasting Aan Te vorderen omzetbelasting Aan Af te dragen omzetbelasting 2.100

1. Een balans is een overzicht van activa (bezittingen) en passiva (schulden en eigen vermogen).

1. Een balans is een overzicht van activa (bezittingen) en passiva (schulden en eigen vermogen).

Beschikbare tijd uur. Op de netheid van het werk zal worden gelet. Het maximumaantal te behalen punten is 50.

Eindtermen en Toetstermen STIBEX Bedrijfseconomie en Periodeafsluiting

PRAKTIJKEXAMEN PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING FINANCIËLE ADMINISTRATIE DINSDAG 18 JANUARI

PROEFEXAMEN 2 Praktijkdiploma Boekhouden

2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Kostencalculatie niveau 4 1 / 9

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Opgaven 4.4a en 4.4b horen bij paragraaf 4.2, Liquiditeitsbegroting en resultatenbegroting.

Eindtermen en Toetstermen STIBEX Bedrijfseconomie en Periodeafsluiting

a. Gemiddeld debiteurensaldo: ( ) / 2 = Verkopen op rekening inclusief omzetbelasting: ,21 =

Appendix Bedrijfseconomie

Management & Organisatie VWO 5 Hoofdstuk 27 t/m juni 2009 proeftoets 100 minuten. In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing.

Beschikbare tijd uur. Op de netheid van het werk zal worden gelet. Het maximumaantal te behalen punten is 50.

Examen VWO. economische wetenschappen II en recht (oude stijl)

2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 4 1 / 10

Examen VWO. Economische wetenschappen II en recht (oude stijl)

Appendix Bedrijfseconomie Opgaven

Praktisch boekhouden Examennummer: Datum: 8 februari 2014 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

Eigen vermogen Hypothecaire lening o/g Crediteuren Te betalen belastingen

Financiële aspecten van de planning

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5

PDB PRAKTIJKEXAMEN BOEKHOUDEN JOURNAALPOSTEN MAANDAG 19 JUNI 2006

EXAMENPROGRAMMA. Financieel-Administratief Diploma('s) Diplomalijn(en)

Eindtermen en Toetstermen STIBEX Bedrijfseconomie en Periodeafsluiting

EXAMEN Moderne Bedrijfsadministratie

9 Uitwerkingen proefwerktrainingen deel 2

EXAMENPROGRAMMA. Financieel-Administratief Diploma('s) Diplomalijn(en)

PRAKTIJKEXAMEN PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING FINANCIËLE ADMINISTRATIE DINSDAG 11 JANUARI

Dit oefenexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Uitwerkingen PDB Bedrijfsadministratie met resultaat hoofdstuk 1

1.1 Inleiding Overzichten voor bedrijfseconomische berekeningen 13

Financieel Administratief Praktijkdiploma Boekhouden (PDB) Kostprijscalculatie (KP) Bestuur Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens

Uitwerkingen Basiskennis Boekhouden Convoy Uitgevers 2016

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 7

Financiële analyse van de jaarrekening

PROEFEXAMEN 3 Praktijkdiploma Boekhouden (PDB)

PRAKTIJKEXAMEN PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING FINANCIËLE ADMINISTRATIE DINSDAG 10 JANUARI

PDB PRAKTIJKEXAMEN PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING FINANCIËLE ADMINISTRATIE WOENSDAG 16 JUNI

2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Bedrijfsadministratie niveau 5 1 / 13

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8

Direct costing en break even analyse

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 24 vragen en geeft een beeld van het examen Basiskennis Boekhouden (BKB ) / Elementair Boekhouden.

Hoofdstuk 1. Opgave , ,57. Opgave ,078. Opgave , ,

Uitwerkingen proefexamen II PDB kostencalculatie

Aurington. Administratie en Advies

Bedrijfsadministratie 1 Examennummer: Datum: 3 juli 2010 Tijd: uur

Hoofdstuk 1 Management accounting: plaatsbepaling en ontwikkeling

Examen VWO. Economische wetenschappen II en recht (oude stijl)

Uitwerkingen proefexamen I PDB kostencalculatie

Uitwerkingen PDB Financiering met resultaat hoofdstuk 4

Kengetallen met betrekking tot de vermogensbehoefte. Opgave 3.6a hoort bij paragraaf 3.3, De gemiddelde opslagduur van de voorraad goederen.

Stel voor de eenmanszaak Grutter de balans per 1 januari 2016 op in scontrovorm. Balans per 1 januari 2016 van Grutter

De kosten van kleine reparaties boekt Kroone direct ten taste van de rekening Kosten shovels.

Dit oefenexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Deze examenopgaven bestaan uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 24 vragen en geeft een beeld van het examen Basiskennis Boekhouden (BKB ) / Elementair Boekhouden.

Basiskennis Boekhouden (BKB ) / Elementair Boekhouden. Correctiemodel voorbeeldexamen

EXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden

2017 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 5 1 / 13

PROEFEXAMEN Moderne Bedrijfsadministratie (MBA)

OEFENOPGAVEN LESBRIEF INDUSTRIE

2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Bedrijfsadministratie niveau 4 1 / 11

TOELATINGSTOETS M&O. Datum

2017 Nederlandse Associatie voor Examinering Bedrijfsadministratie niveau 5 1 / 12

Bedrijfseconomie. B-cluster BBBBEC2A.1

Motiveer altijd uw antwoorden, ook als dat niet expliciet wordt gevraagd.

Toets 3 HAVO 5 g Diagnostische toets 2012

Financiële ratio s met CASH!

EXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden

Bedrijfsadministratie Examennummer: Datum: 14 december 2013 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5 DEEL 1

Deze examenopgave bestaat uit 11 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat uit 5 opgaven en omvat 26 vragen.

Examen PC 2 Accounting 1

Uitwerkingen PDB Financiering met resultaat hoofdstuk 7

Eindexamen m&o vwo 2005-I

123WatEenSite C. van de PC Teststraat ZZ Alblasserdam

Bedrijfsadministratie

Financieel-Administratief Praktijkdiploma Boekhouden (PDB) Financiële Administratie (FA) Bestuur Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens

Beschikbare tijd uur. Op de netheid van het werk zal worden gelet. Het maximumaantal te behalen punten is 50.

De activa en de passiva nemen beide toe. De activa nemen toe en het eigen vermogen neemt af De passiva nemen toe en het eigen vermogen neemt af.

PDB. Antwoordenboek. berekeningen. Financiële administratie & Kostprijscalculatie

Uitwerkingen PDB Financiering met resultaat hoofdstuk 6. Opgave 6.1 a. Gemiddeld eigen vermogen = ( ) / 2 =

Transcriptie:

FINANCIËLE ADMINISTRATIE DEEL 1 - WINSTON BV 1. (2 punten) 3.1.2 Rekeningen van schuld zijn: 140 Crediteuren 150 Nog te betalen bedragen 153 Vooruitontvangen bedragen 181 Te betalen omzetbelasting PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN UITWERKINGEN 8 EN 9 JANUARI 2013 2. (2 of 0 punten) 3.1.2 Op de grootboekrekening Tussenrekening lonen worden de brutolonen gedebiteerd. 3. (1 punt) 3.2.1 Het percentage voor de toerekening van de indirecte verkoopkosten voor 2012 is: 360.000,-/ 8.000.000,- 100% = 4,5%. 4. (1 punt) 3.2.1 Het verstrekte rabat over juni 2012 bedraagt: 5% van 100/119 904.400,- = 38.000,-. 5. (2 punten) 3.1.5 810 Toeslag indirecte verkoopkosten 34.200,- Aan 541 Opslag indirecte verkoopkosten 34.200,- (4,5% van 100/119 904.400,- = 34.200,-) 6. (4 punten) 3.1.5 100 Kas 476,- 013 Afschrijving inventaris 32.700,- 900 Incidentele baten en lasten 1.900,- Aan 003 Inventaris 35.000,- Aan 181 Te betalen omzetbelasting 76,- 7. (2 punten) 3.1.5 151 Vooruitbetaalde bedragen 3.906,- Aan 110 Rabobank 3.906,- (1,05 3.720,- = 3.906,-) 8. (2 punten) 3.1.5 460 Assurantiekosten 635,50 Aan 151 Vooruitbetaalde bedragen 635,50 (1/2 1/6 3.720,- + 1/2 1/6 3.906,- = 635,50) PDB examen januari 2013 dag 1

9. (3 punten) 3.1.5 190 Rekening-courant directie 9.996,- 840 Rabatten 3.600,- Aan 181 Te betalen omzetbelasting 1.596,- Aan 850 Omzet 12.000,- 800 Inkoopprijs verkopen 7.200,- Aan 700 Voorraad laminaat 7.200,- (30% van 12.000,- = 3.600,-; 60% van 12.000,- = 7.200,-) 10. (2 punten) 3.1.5 130 Debiteuren 2.380,- Aan 182 Af te dragen omzetbelasting 380,- Aan 900 Incidentele baten en lasten 2.000,- 11. (2 punten) 3.1.5 240 Kruisposten 10.000,- Aan 110 Rabobank 10.000,- 12. (2 punten) 3.1.5 700 Voorraad laminaat 1.570,- 900 Incidentele baten en lasten 630,- Aan 701 Inkopen laminaat 2.200,- ( 2.200,- 1.570,- = 630,-) 13. (2 punten) 3.1.5 180 Te verrekenen omzetbelasting 608,- Aan 450 Verkoopkosten 608,- (19/119 3.808,- = 608,-) 14. (2 punten) 3.2.3 De afschrijving op de gebouwen over juni 2012 bedraagt: 0,5% van ( 700.000,- 120.000,-) = 2.900,-. 15. (1 punt) 3.1.3 De grootboekrekening Afschrijving gebouwen wordt per 1 juli 2012 geopend met een creditbedrag van: 700.000,- ( 430.000,- 6 2.900,-) = 287.400,-. 16. (2 punten) 3.2.3 De interestkosten van de gebouwen en de grond over juni 2012 bedragen: 1/12 6% van ( 700.000,- + 240.000,-)/2 = 2.350,-. 17. (2 of 0 punten) 3.3.4 Een backorder is een verkooporder waarvan de levering tijdelijk is uitgesteld, bijvoorbeeld omdat er onvoldoende in voorraad is. Een verkooporder die niet compleet uitgeleverd kan worden. PDB examen januari 2013 dag 2

18. (2 punten) 3.3.4 Onder slepen wordt verstaan het tijdelijk aan de organisatie onttrekken van kasgelden. Voorbeelden zijn het te laat verantwoorden van ontvangsten en te vroeg boeken van betalingen. 19. (2 of 0 punten) 3.3.1 Een kredietbeperkingstoeslag is een extra bedrag dat de afnemer moet betalen als hij niet binnen de gestelde betalingstermijn betaalt. DEEL 2 - HALSEMAN BV 20. (2 punten) 3.2.1 Verwachte inkoopprijs: ( 3,80 + 4,20)/2 = 4,- Verwachte gemiddelde directe inkoopkosten 0,37 4,37 Indirecte inkoopkosten: 8/92 4,37 = 0,38 Vaste verrekenprijs per kg grondstof 4,75 21. (3 punten) 3.1.4 310 Inkopen grondstoffen 54.150,- 180 Te verrekenen omzetbelasting 8.322,- Aan 140 Crediteuren 52.122,- Aan 320 Prijsverschillen op grondstoffen 6.018,- Aan 511 Opslag indirecte inkoopkosten 4.332,- (11.400 4,75 = 54.150,-; 8% van 54.150,- = 4.332,-) 22. (2 punten) 3.1.4 602 Toeslag indirecte fabricagekosten 93.720,- Aan 541 Opslag indirecte fabricagekosten 93.720,- (30% van 7100 44,- = 93.720,-) 23. (2 punten) 3.1.4 610 Standaard grondstofkosten 586,50 611 Standaard directe loonkosten 165,- Aan 710 Voorraad onderhanden producten 751,50 (250 50% van 34,50 180 60% van 34,50 = 586,50; 250 30% van 55,- 180 40% van 55,- = 165,-) 24. (2 punten) 3.1.4 300 Voorraad grondstoffen 2.850,- Aan 600 Grondstofkosten 2.850,- (600 4,75 = 2.850,-) 25. (1 punt) 3.1.4 601 Directe loonkosten 301.640,- Aan 280 Tussenrekening lonen 301.640,- PDB examen januari 2013 dag 3

KOSTPRIJSCALCULATIE DEEL 1 - WALDECK BV 1. (2 punten) 4.1.2 Over kosten geeft de winst-en-verliesrekening meer informatie dan de balans. In een winst-en-verliesrekening staan de kosten, vaak gesplitst naar kostensoort, over een periode; (in een balans staan slechts de vooruitbetaalde en de nog verschuldigde kosten op een bepaald moment). 2. (2 punten) 4.1.5 Twee andere manieren waarop variabele kosten zich kunnen gedragen zijn progressief variabel en degressief variabel. 3. (1 punt) 4.1.5 Constante kosten zijn kosten die (binnen bepaalde capaciteitsgrenzen) onafhankelijk zijn van veranderingen in de bedrijfsdrukte. 4. (1 punt) 4.1.7 Het aantal arbeidsuren voor Alinia per 1000 flesjes is: 260,-/ 40,- 1 uur = 6,5 uur. 5. (3 punten) 4.1.7 Benodigde arbeidsuren: Alinia 80% van 800 6,5 = 4160 uur Belinia 80% van 600 ( 300,-/ 40,-) = 3600 uur Celinia 80% van 400 ( 360,-/ 40,-) = 2880 uur Delinia 80% van 500 ( 660,-/ 40,-) = 6600 uur Totaal 17240 uur Beschikbaar 16000 uur De capaciteit is niet toereikend om de verwachte afzet in 2012 te realiseren. 6. (2 punten) 4.1.7 De totale begrote constante kosten voor alle drankjes tezamen voor 2012 bedragen: (75% van 800000 180,-/1000) + (75% van 600000 200,-/1000) + (75% van 400000 520,-/1000) + (75% van 500000 500,-/1000) = 541.500,-. 7. (2 punten) 4.2.3 Het verwachte transactieresultaat op de verkoop van flesjes Belinia in 2012 bedraagt: 80% van 600000 450,-/1000 = 216.000,-. 8. (1 punt) 4.1.7 Waldeck moet betalen: SEK 24.740,-/1,02 = SEK 24.254,90. 9. (2 of 0 punten) 4.1.7 Het bedrag in euro s dat Waldeck moet betalen bedraagt: 24.254,90/9,13 1,- = 2.656,62. PDB examen januari 2013 dag 4

10. (2 of 0 punten) 4.2.1 Het verschil in waardering van producten volgens de methode van absorption costing en de methode van direct costing is, dat bij absorption costing alle kosten worden meegenomen en bij direct costing alleen de variabele kosten. 11. (2 punten) 4.1.7 De waarde van de voorraad flesjes Celinia per 31 maart 2012 bedraagt: 28000/1000 ( 810,- + 120,- + 360,-) = 36.120,-. 12. (2 punten) 4.1.13 De dekkingsbijdrage van Alinia per 1000 flesjes bedraagt: 1.350,- ( 585,- + 100,- + 260,-) = 405,-. 13. (2 punten) 4.1.13 De break-evenafzet van flesjes Alinia voor 2012 is: 75% van 800000 180,-/ 405,- = 266667 flesjes. De break-evenomzet bedraagt: 266667 1.350,-/1000 = 360.000,45. 14. (3 punten) 4.1.13 De dekkingsbijdrage van Delinia per 1000 flesjes bedraagt: 2.700,- ( 800,- + 140,- + 660,-) = 1.100,-. Om een winst van ten minste 50.000,- te behalen, is een afzet van flesjes Delinia in 2012 nodig van: (75% van 500000 500,-/1000 + 50.000,-)/( 1.100,-/1000) = 215910 flesjes. 15. (1 punt) 4.1.8 De technische gebruiksduur van een machine is de periode, dat de machine technisch in staat is prestaties te leveren. Of: De technische gebruiksduur van een machine is de periode tussen het moment van aanschaf en het moment dat de machine versleten is. 16. (5 punten) 4.1.10 Tot en met jaar Afschrijvingskosten Interestkosten Complementaire kosten Totale kosten Totaal aantal uren Machinekosten per uur 1 250.000,- 6.250,- 150.000,- 406.250,- 5000 81,25 2 250.000,- 12.500,- 330.000,- 592.500,- 10000 59,25 3 250.000,- 18.750,- 540.000,- 808.750,- 15000 53,92 4 250.000,- 25.000,- 780.000,- 1.055.000,- 20000 52,75 5 250.000,- 31.250,- 1.050.000,- 1.331.250,- 25000 53,25 De economische gebruiksduur van de vulmachine is vier jaar. (De gemiddelde boekwaarde bedraagt 250.000,-/2 = 125.000,-. De interestkosten bedragen per jaar 5% van 125.000,- = 6.250,-.) PDB examen januari 2013 dag 5

17. (2 punten) 4.1.10 De totale afschrijvingskosten in het tweede jaar van de economische gebruiksduur bedragen: 5000 52,75 180.000,- 6.250,- = 77.500,-. 18. (1 punt) 4.3.1 De grafieken zijn cirkeldiagrammen. 19. (2 of 0 punten) 4.3.2 Van Alinia is het aandeel in de omzet verdubbeld en van Delinia iets minder dan verdubbeld. De omzet van Alinia is relatief het meest gestegen. Van Belinia en Celinia is het procentuele aandeel in de omzet gedaald. DEEL 2 - ACAPULCO BV 20. (2 punten) 4.1.7 Het machine-uurtarief bedraagt: 63.000,-/2000 + 50.400,-/2100 = 31,50 + 24,- = 55,50. De standaard integrale fabricagekostprijs van het product ACA bedraagt: Houtverbruik: 3 0,80 = 2,40 Direct loon: 0,1 30 = 3,- Indirecte fabricagekosten: 0,1 55,50 = 5,55 Totaal 10,95 21. (2 punten) 4.1.7 De totale werkelijke fabricagekosten over het eerste kwartaal van 2012 bedragen: 12.054,- + 15.810,- + 510 24,- + 2000/4 31,50 700,- + 1.900,- = 57.054,-. 22. (2 punten) 4.2.6 Het verschil tussen de werkelijke fabricagekosten en de standaard fabricagekosten over het eerste kwartaal van 2012 bedraagt: (5000 10,95) 57.054,- = 2.304,- (nadelig). 23. (2 punten) 4.2.6 Het efficiencyresultaat op houtverbruik over het eerste kwartaal van 2012 bedraagt: (15000 14700) 0,80 = 240,- (voordelig). 24. (2 punten) 4.2.6 Het prijsresultaat op directe loonkosten over het eerste kwartaal van 2012 bedraagt: 510 30,- 15.810,- = 510,- (nadelig). 25. (2 punten) 4.2.6 Het bezettingsresultaat op indirecte fabricagekosten over het eerste kwartaal van 2012 bedraagt: (510 2000/4) 31,50 = 315,- (voordelig). PDB examen januari 2013 dag 6

PERIODEAFSLUITING DEEL 1 VIVENDI BV 1. (2 of 0 punten) 5.3.6 De rechtspersoonlijkheid voor Vivendi bv houdt in dat de onderneming volledig zelfstandig kan functioneren en deelnemen aan het rechtsverkeer. 2. (2 punten) 5.3.6 Ondernemingsvormen zonder rechtspersoonlijkheid zijn: eenmanszaak; vennootschap onder firma; commanditaire vennootschap; maatschap. 3. (1 punt) 5.1.2 De rekening Inkopen bij Vivendi is een balansrekening. 4. (2 of 0 punten) 5.1.2 Het saldo van de rekening Inkopen zal bij Vivendi meestal een creditsaldo vertonen, omdat in de meeste gevallen eerst de goederen worden ontvangen en geboekt en dan pas de factuur. Het saldo van deze rekening zal dus overwegend een schuld aangeven. 5. (2 of 0 punten) 5.3.1 De agioreserve is ontstaan door het uitgeven van aandelen boven pari (boven 100% van de nominale waarde). 6. (2 punten) 5.2.3 De maandelijkse afschrijvingskosten van de gebouwen bedragen: 1/12 2% van ( 520.000,- 160.000,-) = 600,-. 7. (1 punt) 5.1.5 430 Afschrijvingskosten 600,- Aan 015 Afschrijving gebouwen 600,- 8. (2 punten) 5.2.3 De maandelijkse interestkosten van de gebouwen en de grond bedragen: 1/12 5,5% van ½ [ 520.000,- + 10% van ( 520.000,- 160.000,-) + 160.000,-] = 1.640,83. 9. (2 punten) 5.1.5 025 Afschrijving inventaris 2.100,- Aan 025 Afschrijving inventaris 1.170,- Aan 430 Afschrijvingskosten 930,- [1% van 210.000,- = 2.100,-; 1% van ( 210.000,- 95.100,- + 2.100,-) = 1.170,-] 10. (2 punten) 5.1.5 430 Afschrijvingskosten 1.158,30 Aan 025 Afschrijving inventaris 1.158,30 [1% van ( 210.000,- 95.100,- + 2.100,- 1.170,-) = 1.158,30] PDB examen januari 2013 dag 7

11. (2 punten) 5.1.5 430 Afschrijvingskosten 3.075,- Aan 035 Afschrijving vervoermiddelen 3.075,- (1/12 30% van 123.000,- = 3.075,-) Ook goed: 430 Afschrijvingskosten 505,- Aan 035 Afschrijving vervoermiddelen 505,- (afschrijving op ingeruilde bestelwagen) 12. (3 punten) 5.1.4 035 Afschrijving vervoermiddelen 15.605,- 030 Vervoermiddelen 5.100,- 180 Te verrekenen omzetbelasting 3.610,- Aan 140 Crediteuren 22.610,- Aan 960 Incidentele resultaten 1.705,- ( 15.100,- + 1/12 30% van 20.200,- = 15.605,-; 1,19 19.000,- = 22.610,-) 13. (3 punten) 5.1.4 130 Debiteuren 3.570,- Aan 181 Verschuldigde omzetbelasting 570,- Aan 800 Omzet hoortoestellen 3.000,- 140 Crediteuren 3.570,- Aan 180 Te verrekenen omzetbelasting 570,- Aan 710 Inkopen 3.000,- 14. (2 punten) 5.1.4 701 Voorraad accessoires 346,- Aan 511 Opslag inkoopkosten 346,- (10% van 3.460,- = 346,-) 15. (2 punten) 5.1.4 830 Rabatten en kortingen 600,- Aan 801 Omzet accessoires 600,- (100/119 714,- = 600,-) 16. (2 punten) 5.1.5 135 Voorziening dubieuze debiteuren 950,- 182 Af te dragen omzetbelasting 180,50 Aan 131 Dubieuze debiteuren 1.130,50 17. (2 punten) 5.1.5 450 Verkoopkosten 9.791,- Aan 135 Voorziening dubieuze debiteuren 9.791,- ( 4.641,- + 950,- + 4.200,- = 9.791,-) 18. (2 punten) 5.3.11 De hier bedoelde wijze van controle heet afloopcontrole. Hierbij worden de bedragen op de balans, van bijvoorbeeld de debiteuren, gevolgd in hun afwikkeling in de boekhouding in de loop van de tijd. PDB examen januari 2013 dag 8

19. (2 of 0 punten) 5.3.12 Het melden van ongebruikelijke transacties is een accountant verplicht krachtens de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). DEEL 2 - VERVOLG 20. (1 punt) 5.3.5 Het aantal aandelen geplaatste aandelen van Vivendi per 30 juni 2012 is: ( 600.000,- 200.000,-)/ 25,- = 16.000 stuks. 21. (3 punten) 5.1.5 060 Winstsaldo vorig boekjaar 128.000,- Aan 042 Uit te reiken aandelen 80.000,- Aan 161 Te betalen dividend 28.800,- Aan 162 Te betalen dividendbelasting 19.200,- [16.000 5,- = 80.000,-; 15% van 16.000 ( 5,- + 3,-) = 19.200,-] 22. (3 punten) 5.1.5 042 Uit te reiken aandelen 2.500,- 161 Te betalen dividend 900,- Aan 041 Aandelen in portefeuille 2.500,- Aan 110 Rabobank 900,- [500 5,- = 2.500,-; 500 ( 3,- 15% van 8,-) = 900,-] 23. (1 punt) 5.1.5 041 Aandelen in portefeuille 1.000.000,- Aan 040 Aandelenkapitaal 1.000.000,- 24. (2 punten) 5.1.5 110 Rabobank 1.125.000,- Aan 042 Uit te reiken aandelen 750.000,- Aan 045 Agioreserve 375.000,- (30.000 37,50 = 1.125.000,-; 30.000 25,- = 750.000,-) 25. (2 punten) 5.1.5 042 Uit te reiken aandelen 750.000,- Aan 041 Aandelen in portefeuille 750.000,- PDB examen januari 2013 dag 9

BEDRIJFSECONOMIE DEEL 1 OVERSLAG BV 1. (2 punten) 6.1.3 Het bedrag dat in 2012 in vaste activa is geïnvesteerd, bedraagt: (130 + 90 + 80) 92 (afschrijving) (110 + 80 + 100) 1.000,- = 82.000,-. 2. (1 punt) 6.2.1 Een onderneming is liquide als ze haar korte schulden op tijd kan betalen. 3. (4 punten) 6.2.3 De quick ratio per 31 december 2011 is: (384 + 40 + 555)/(540 + 92 + 110) = 1,32. De quick ratio per 31 december 2012 is: (337 + 990)/(570 + 72 + 173) = 1,63. De quick ratio is in 2012 gestegen; dus de liquiditeit is verbeterd. 4. (1 punt) 6.2.2 Een quick ratio van 1,63 wil zeggen dat de waarde van de vlottende activa minus de waarde van de voorraden 63% hoger is dan de waarde van de kortlopende verplichtingen. 5. (2 of 0 punten) 6.2.2 Het verschil tussen de quick ratio en de current ratio is, dat bij de quick ratio geen rekening wordt gehouden met de voorraden en bij de current ratio wel. 6. (1 punt) 6.2.4 Een onderneming is solvabel, als ze in staat is (bij liquidatie) alle (korte- en lange-termijn) schulden terug te betalen. 7. (4 punten) 6.2.6 De debt ratio per 31 december 2011 is: (240 + 540 + 92 + 110)/1.539 = 0,64. De debt ratio per 31 december 2012 is: (280 + 570 + 72 + 173)/1.887 = 0,58. De debt ratio is in 2012 gedaald; dus de solvabiliteit is gestegen/verbeterd. 8. (1 punt) 6.2.5 Een debt ratio van 0,58 wil zeggen, dat 58% van het totale vermogen gefinancierd is met vreemd vermogen. 9. (2 punten) 6.2.9 De rentabiliteit van het gemiddeld eigen vermogen na belasting over 2012 is: (466 116)/[½ (112 + 150 + 295 + 112 + 150 + 530)] 100% = 51,9%. 10. (2 punten) 6.2.9 De interestvoet van het gemiddeld vreemd vermogen over 2012 is: 72/[½ (240 + 540 + 92 + 110 + 280 + 570 + 72 + 173] 100% = 6,9%. PDB examen januari 2013 dag 10

11. (2 punten) 6.2.9 De rentabiliteit van het gemiddeld totaal vermogen vóór belasting over 2012 is: (466 + 72)/[½ (1.539 + 1.887)] 100% = 31,4%. 12. (2 punten) 6.2.8 Er is sprake van een positief hefboomeffect, omdat de rentabiliteit van het gemiddeld totaal vermogen hoger is dan de rentabiliteit van het gemiddeld vreemd vermogen. De opbrengst van het vreemd vermogen is dus hoger geweest dan het heeft gekost en dit voordeel komt ten goede aan de verschaffers van het eigen vermogen. 13. (2 punten) 6.2.12 De gemiddelde krediettermijn van debiteuren is in 2012: ½ (384 + 337)/(90% van 1,19 6100) 360 dagen = 20 dagen. 14. (2 punten) 6.2.11 De verscherping heeft succes gehad in die zin, dat de krediettermijn ten opzichte van 2011 is afgenomen, maar de vereiste 14 dagen is nog lang niet gehaald. 15. (3 punten) 6.2.12 De inkopen van goederen op rekening exclusief omzetbelasting bedragen in 2012: 4.410.000,- 260.000,- + 270.000,- = 4.420.000,-. De gemiddelde krediettermijn van crediteuren in 2012 is: ½ (540 + 570)/(1,19 4.420) 360 dagen = 38 dagen. 16. (1 punt) 6.2.10 Het gegeven dat ontbreekt om de arbeidsproductiviteit in 2012 te berekenen is het (gemiddeld) aantal werknemers in 2012. 17. (2 punten) 6.1.5 Het bedrag dat Overslag per 1 januari 2013 aan de ex-medewerker betaalt, bedraagt: 15.720,- 1/1,045 8 = 11.054,-. Aan interest wordt in mindering gebracht: 15.720,- 11.054,- = 4.666,-. 18. (2 punten) 6.3.2 Uit de stijging van de omzetsnelheid van de voorraad blijkt dat de goederen steeds korter in het magazijn hebben gelegen. De stijging van de omzetsnelheid betekent, dat de goederen steeds sneller werden verkocht. 19. (2 punten) 6.3.2 Een daling van de krediettermijn crediteuren betekent, dat leveranciers steeds eerder worden betaald. Voor Overslag betekent dit een toename van de interestkosten, omdat meer bij de bank moet worden geleend (of eigen liquide middelen moeten worden gebruikt, die dan niet rentegevend zijn). PDB examen januari 2013 dag 11

DEEL 2 - VERVOLG 20. (2 punten) 6.1.8 Het aantal aandelen dat bij de latere emissie is uitgegeven, is: ( 112.000,- 6200 10,-)/ 10,- = 5000 aandelen. 21. (2 punten) 6.1.8 De prijs per aandeel bij uitgifte van de latere emissie bedraagt: (5000 10,- + 150.000,-)/5000 = 40,- per aandeel. 22. (2 punten) 6.1.8 De intrinsieke waarde per aandeel per 31 december 2012 bedraagt: ( 112.000,- + 150.000,- + 530.000,-)/11200 = 70,71. 23. (2 punten) 6.1.5 Het tweede aflossingsbestanddeel bedraagt: ( 34.874,- 6% van 400.000,-) 1,06 = 11.526,-. 24. (2 punten) 6.1.5 De interest in het laatste jaar bedraagt: 0,06/1,06 34.874,- = 1.974,-. 25. (2 punten) 6.1.8 Er moet alsnog 200.000,- gefinancierd worden. Dat betekent dat er 200.000,-/ 80,- = 2500 aandelen moeten worden uitgegeven. Het totale agio bedraagt: 2500 aandelen ( 80,- 10,-) = 175.000,-. PDB examen januari 2013 dag 12