Raadsvoorstel 2004/363

Vergelijkbare documenten
AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders

Voorstel Overgaan tot vaststelling van de voorliggende Verordening Wet kinderopvang.

Voorstel aan : de gemeenteraad van 28 juni 2004 Behandeling in : commissie Samenlevingszaken en Middelen van 15 juni 2004

: Consequenties invoering Wet kinderopvang per

Invoering Wet Basisvoorziening Kinderopvang. Gemeente Oegstgeest

Onderwerp : Verordening Wet kinderopvang gemeente Sint Anthonis

Raadsnota. Aan de gemeenteraad,

Raadsvoorstel. Raadsvergadering : 16 december 2004 Agendapunt : Onderwerp : Wet kinderopvang. Aan de raad, Samenvatting

gemeente Steenbergen De Heen Dinteloord Kruisland Nieuw-Vossemeer Steenbergen Welberg

Voorgesteld besluit de Verordening Verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen gemeente Wijk bij Duurstede 2012 wordt vastgesteld.

Nota aan burgemeester en wethouders

Afdeling Samenleving Richtlijn 3.7 en KINDEROPVANG

Steller: dhr. J. Ketelaars Datum: 10 augustus 2004 Portefeuille: E.W.H.M. van Spaandonk B&W: Datum: 24 augustus 2004 Openbaar: Ja Persbericht:

Gemeente Baarn - subsidieregeling Peuteropvang en Voorschoolse educatie gemeente Baarn (gewijzigd)

Raadsvoorstel 2005/16502

Raadsvoorstel 2004/308

RAADSVOORSTEL. -Wijzigen van de verordening "Reïntegratie Anw-ers en niet-uitkeringsgerechtigden" in die zin dat volgende artikelen worden ingevoegd:

gemeente Eindhoven OplegvelRaadsvoorstel Verordening Ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen Eindhoven 2011

Verordening Wet kinderopvang gemeente Enkhuizen 2010

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 26 augustus 2010;

Besluit nr.: Onderwerp: Verordening sociaal-medische indicatie kinderopvang Albrandswaard

Beleidsregels Re-integratievoorzieningen en eigen bijdrage voorzieningen Gemeente Wijdemeren. College van burgemeester en wethouders

Raadsvoorstel AGENDAPUNT NO.

Verordening sociaal medisch geïndiceerde kinderopvang Heemstede 2013

Raadsvoorstel. 375 Dienst. Dienst Welzijn, Onderwijs en Cultuur Commissie. Welzijn, Onderwijs en Cultuur Datum. 11 december 2001 Betreft

Raadsvoorstel 44 Vergadering 27 juni Gemeenteraad. Onderwerp : Verordening Sociaal Medische Indicatie Kinderopvang Helmond 2017

WET INVESTEREN IN JONGEREN (WIJ): VERORDENINGEN

Beleidsnotitie Toezicht & handhaving wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

Wet kinderopvang. Tegemoetkoming van het Rijk Aanvraagformulier Belastingdienst/Toeslagen 2005

1 Verzoek portefeuillehouder

Raadsvoorstel 2003/434

Advies: In te stemmen met bijgaande raadsinformatiebrief en deze door te sturen naar de raad.

Beleidsregel Peuteropvang Koggenland 2017.

Beslispunt: 1. Verordening cliëntenraad sociale zekerheid gemeente Woudrichem 2010 vast te stellen.

Onderwerp Wijziging Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen met betrekking tot compensatie ouderbijdrage doelgroepouders.

Verordening Wet Kinderopvang Gemeente Echt-Susteren 2006

GEMEENTEBLAD 2004 nr. 150

Nadere regels peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Rheden Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rheden;

*Z C* Beslispunten 1. Aan u wordt voorgesteld de Reintegratieverordening Goeree-Overflakkee met ingang van 1 januari 2013 vast te stellen.

Voorstel om te besluiten Het door de raad vastgestelde subsidieplafond voor de voorschoolse voorzieningen van te verhogen tot

Verordening Artikel 1 Begripsbepalingen

Raadsvoorstel 4 juli 2012 AB RV

Onderwerp : Uitvoeringsnotitie harmonisatie voorschoolse voorzieningen

Verordening Sociaal Medische Indicatie 2019 gemeente Beverwijk Documentnummer INT

Wijzigingsverordening Maatregelenverordening Dantumadiel Programma : Zorgzaam Dantumadiel

CVDR. Nr. CVDR302150_1. Verordening Kinderopvang Delft Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Subsidieregeling kindgebonden financiering peuteropvang en VVE Scherpenzeel 2019

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 24 juni 2014 (raadsvoorstel nr. 14MO01); raadsstuk 14bb6995;

Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand 2004

Beleidsregels Tegemoetkoming kosten kinderopvang gelet op artikel 1.13 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wkkp);

Verordening kinderopvang op sociaal-medische indicatie Bloemendaal De raad van de gemeente Bloemendaal;

HANDHAVINGSBELEID BESTUURLIJKE BOETE KINDEROPVANG

Beleidsregel vergoeding eigen bijdrage kosten kinderopvang Hilversum Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum,

Wijziging Re-integratieverordening Wet werk en bijstand

c. IOAZ: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen.

Algemene toelichting. Artikelsgewijze toelichting

Vergadering Algemeen Bestuur

Beleidsregels Kinderopvang

Openbaar openbaarheid: Overlegd met Financiën: d.d Raad: Ter besluitvorming

Beleidsregels tegemoetkoming eigen bijdrage kinderopvang Gemeente Súdwest-Fryslân

BELEIDSREGEL GEMEENTELIJKE TEGEMOETKOMING (KOA-kopje) IN DE KOSTEN KINDEROPVANG 2013 GEMEENTE MENTERWOLDE

Onderwerp Wet Stimulering arbeidsparticipatie (Wet Stap) - Wijziging Reïntegratieverordening WWB

Subsidieregeling Kinderopvang gemeente Haren 2018

VERORDENING WET KINDEROPVANG EN KWALITEITSEISEN PEUTERSPEELZALEN GEMEENTE ASSEN 2012

Y.M.E. Boesten / februari 2017

Het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Sociale Dienst Bommelerwaard (hierna te noemen Sociale Dienst Bommelerwaard);

College van Burgemeester en wethouders gemeente Tynaarlo

Portefeuillehouder: Ter behandeling in de vergadering van: de commissie samenleving d.d. 30 oktober 2017 de Raad d.d.

GEMEENTEBLAD. Nr

gemeente Eindhoven Subsidieregeling aanvulling kinderopvangtoeslag

F. Buijserd burgemeester

BELEIDSREGEL TEGEMOETKOMING KINDEROPVANGTOESLAG HELMOND 2013

Onderwerp: Subsidieregeling tegemoetkoming kosten kinderopvang gemeente Overbetuwe 2017

Bijlage - Toelichting subsidieregeling voorschoolse voorzieningen gemeente Oirschot

Ve rordening peuteropvang e n voorschoolse e ducatie gemeente Vijfheerenlanden (i.o.) 2019

Voorstel aan de gemeenteraad

Verordening Wet Kinderopvang Gemeente Oegstgeest. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 september

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

Raadsvoorstel 2004/ Lokaal Sociaal Beleid. M. Steffens-van de Water en H. Tuning Samenleving en Welzijn

Nr Houten, 17 november Onderwerp: Verordeningen Wet Investeren in Jongeren (Wet WIJ)

Verordening Tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van een sociaal-medische indicatie (SMI) gemeente Groesbeek 2015

P Onderwerp Verslag over de uitvoering (VODU) WWB, IOAWIZ, Bbz 2004

Raadsvoorstel 2005/5989

Verordening Tegemoetkoming Kosten Kinderopvang op grond van een sociaal-medische indicatie (SMI) gemeente Groesbeek 2015

VERORDENING VAN UTRECHT 2014 NR. 28

UITVOERINGSREGELING VOORSCHOOLSE EDUCATIE IN DE PEUTEROPVANG Burgemeester en Wethouders van de gemeente Boxtel:

RAADSVOORSTEL MET VERORDENING

DISCUSSIENOTITIE VOOR DE COMMISSIE

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : 9 Datum :

BELEIDSREGELS TEGEMOETKOMING KINDEROPVANGTOESLAG DEURNE Gelet op artikel 1.13 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (WK)

Raadsvoorstel Zeewolde

Bijzondere subsidieverordening peuteropvang gemeente Purmerend 2019

Overgangsverordening loonkostensubsidie In- en Doorstroombanen, gemeente Oosterhout

GEMEENTERAAD MENAMERADIEL

BAOZW/U Lbr. 09/139

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : 17 Datum :

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland)

Y.M.E. Boesten / februari 2017

RE-INTEGRATIEVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ 2012

Transcriptie:

Raadsvoorstel 2004/363 Onderwerp Invoering Wet kinderopvang 2005 Portefeuillehouder Raadsvergadering M. Steffens-van de Water Datum 5 oktober 2004/28355 1. Inleiding De Wet Kinderopvang is in juli door de Eerste Kamer goedgekeurd en wordt per 1 januari 2005 van kracht. De Wet heeft als doel voor ouders de combinatie van zorg voor kinderen en werken te vergemakkelijken en regelt de kwaliteit en de financiering van de kinderopvang. Voor de gemeente Haarlemmermeer heeft de invoering van de Wet aanzienlijke consequenties aangezien gemeenten de volgende wettelijke taken krijgen: 1. Melding en registratie: de gemeente moet een register inrichten en daarin alle kinderopvangorganisaties die zich melden, opnemen. Dit register moet voor iedere belangstellende ter inzage worden gelegd; 2. Het verstrekken van een gemeentelijke tegemoetkoming in de kosten van de kinderopvang voor de in de wet omschreven doelgroepen; 3. Het toezicht op de kwaliteit en handhavingplicht. De gemeente moet ingrijpen als blijkt uit inspectierapportages van de toezichthouder (de GGD) dat niet of onvoldoende wordt voldaan aan de landelijke kwaliteitsregels. Verder regelt de wet de financiering van de kinderopvang. Ouders, werkgevers en overheid dragen gezamenlijk de kosten van de kinderopvang. Het voorliggende voorstel beoogt overeenstemming te bereiken over de grote lijnen van de invulling en uitvoering van de Wet Kinderopvang in de gemeente Haarlemmermeer. Naast de voorgestelde besluiten in dit voorstel leggen wij de Verordening Kinderopvang, gebaseerd op de door de VNG ontwikkelde modelverordening, aan de Raad ter vaststelling voor. In dit voorstel wordt beknopt ingegaan op de verschillende aspecten van de Wet Kinderopvang. Hier wordt niet ingegaan op het peuterspeelzaalwerk waar aan de gemeente jaarlijks subsidie verstrekt. Dit valt buiten de reikwijdte van de nieuwe wet. De gemeente zal ook in de toekomst het peuterspeelzaalwerk blijven subsidiëren. De gemeente voert tevens een toezichthoudende taak uit op de kwaliteit van deze vorm van kinderopvang. 2. Context De nieuwe wet vervangt alle bestaande regelingen op het gebied van kinderopvang zoals de KOA regeling (Kinderopvang Alleenstaande Ouders) en de regeling Vraaggestuurde Gesubsidieerde Kinderopvang. De nieuwe wet brengt een aantal wettelijke taken met zich mee waaronder het betalen van de ontbrekende werkgeversbijdrage voor de in de wet omschreven doelgroepen. Die

Volgvel 2 doelgroepen bestaan uit uitkeringsgerechtigden met een reïntegratietraject, nieuwkomers, sociaal-medisch geïndiceerden, herintreders, studenten en tienermoeders die een opleiding volgen. Daarnaast compenseert de gemeente voor gespecificeerde doelgroepen de ouderbijdrage. Het gaat om 3,5% van de kosten voor de ouderbijdrage. Deze wettelijk taak is gericht op: - de ouder ontvangt een uitkering in het kader van de WWB, IOAW/IOAZ of ANW én maakt gebruik van een voorziening gericht op arbeidsinschakeling; - de ouder heeft de leeftijd van 18 jaar nog niet bereikt, volgt scholing of een opleiding en ontvangt algemene bijstand op grond van de WWB of kan zo'n uitkering ontvangen; - de ouder is een niet-uitkeringsgerechtigde (NUGger), is als werkzoekend geregistreerd bij het CWI én maakt gebruik van een voorziening gericht op arbeidsinschakeling; - de ouder heeft inkomen uit arbeid, aangevuld met algemene bijstand op grond van de WWB. Naast deze taken t.a.v. het doelgroepenbeleid heeft de gemeente ook specifieke taken op het gebied van registratie van kinderopvangorganisaties, toezicht op kwaliteit (door inspecties te laten uitvoeren door de GGD en deze te controleren) en handhaving door middel van gemeentelijk ingrijpen en het opleggen van bestuurlijke boetes, daar waar kinderopvangondernemers zich niet houden aan de landelijke kwaliteitsregels. Met de invoering van de wet Kinderopvang krijgen de gemeenten een andere rol. Ook voor de gemeente Haarlemmermeer betekent dat een omslag. Echter niet op alle terreinen. Uitgangspunten van de nieuwe wet, namelijk vraaggestuurd beleid en het bevorderen van marktwerking, zijn sinds 2001 bekend terrein in de gemeente Haarlemmermeer. Veel aandacht is besteed aan het scheppen van voorwaarden voor goede marktwerking. Deze ontwikkeling was noodzakelijk door de enorme toename van de vraag naar kinderopvang onder meer door de ontwikkeling van Vinex-locaties waar met name jonge gezinnen zich hebben gevestigd. De gemeente heeft de aanbieders gestimuleerd waar dat nodig is en heeft zodanige condities kunnen realiseren dat er een situatie van eerlijke concurrentie tot stand is gebracht voor alle kinderopvangondernemers. Daardoor kan de gemeente zich scharen in de rij van gemeenten met de best practices dat wil zeggen dat zij de meeste uitbreiding met de minste onderbezetting heeft gerealiseerd. In 1985 startten de eerste kinderdagverblijven in de gemeente Haarlemmermeer. Het ging daarbij om 135 gesubsidieerde kindplaatsen en 35 particuliere en/of bedrijfsplaatsen. Twee stimuleringsregelingen hadden tot gevolg dat landelijk, maar vooral ook lokaal energie werd gestoken in de uitbreiding van het aantal kindplaatsen. Per 1 januari 2004 zijn er 22 kinderopvangaanbieders in de gemeente werkzaam. Met elkaar runnen zij 37 kinderdagverblijven voor hele dagopvang (1740 kindplaatsen) en 21 locaties voor naschoolse opvang (496 plaatsen). De gastouderbureaus voeren tezamen 260 koppelingen uit. Op een totaal van 22.100 kinderen in de leeftijd van 0 tot 12 jaar zijn er 2500 opvangplaatsen beschikbaar. Per 100 kinderen van 0 tot 12 jaar betekent dit op 31 december 2003 een aanbod van 11,3 plaatsen. Vanuit de gemeente Haarlemmermeer zijn bij het uitvoeren van de huidige taken op het terrein van kinderopvang betrokken: - de sector Sociale Zaken en Werkgelegenheid (uitvoering KOA-regeling en kinderopvang voor Nieuwkomers);

Volgvel 3 - de sector Jeugd & Onderwijs (regie, beleid, toezicht, vergunning en handhaving, coördinatie op de uitvoering van de inkomensonafhankelijke subsidie regeling); - de Brandweer (controle op veiligheid en afgifte gebruiksvergunning); - de sector RWE (behandeling bouwaanvragen); - de sector Economische Zaken (aanbieden bouwlocaties). Bij de uitvoering van de Wet Kinderopvang zijn dezelfde sectoren betrokken waarbij een intensieve rol is toebedeeld aan de afdeling Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor wat betreft het uitvoeren van het doelgroepenbeleid. Deze sector voert de Wet werk en bijstand(wwb) uit. Uitgangspunt van de WWB is Werk boven uitkering. Dit houdt in dat iedere klant via de kortste weg aan betaald werk en daarmee aan een eigen inkomen moet worden geholpen. Aangezien de gemeente door invoering van de WWB financieel verantwoordelijk is voor de inkomensverstrekking, is een effectief uitstroombeleid van groot belang. Er moet echter wel aan een aantal randvoorwaarden worden voldaan om de klant te reïntegreren. Eén van die randvoorwaarden is voldoende aanwezigheid van kinderopvangplaatsen. De sector schat in dat er 45 plaatsen nodig zijn in 2005 in het kader van de reïntegratieambitie. 3. Probleemstelling Per 1 januari 2005 treedt de nieuwe Wet Kinderopvang in werking. Deze wet vervangt alle huidige regelingen. De probleemstelling luidt dan ook: wat zijn de gevolgen van het invoeren van de Wet Kinderopvang voor de gemeente Haarlemmermeer en hoe kan de wet in de praktijk van 2005 het beste worden toegepast, zonder overschrijding van de uitkering in het gemeentefonds voor de uitvoering van de wettelijke taken. 4. Doelstelling De doelstelling van het college is het efficiënt uitvoeren van de wettelijke taken in het kader van de Wet Kinderopvang. Daarnaast is het beleid voorwaardenscheppend in die zin dat vraag aan aanbod zo goed mogelijk op elkaar worden afgestemd en dat er aansluiting en inhoudelijke afstemming plaatsvindt op de terreinen van onderwijs en jeugd. Dit betekent dat de gemeentelijke organisatie toegerust moet zijn voor het uitvoeren van die taak met als doel het tijdig en juist verstrekken van de tegemoetkoming in de kosten van de kinderopvang aan de doelgroepen, de realisatie en het bijhouden van het register, toezicht op de kwaliteit en de handhaving. Hoewel de Wet Kinderopvang pas per 1 januari 2005 ingaat, moet in 2004 al met de uitvoering worden begonnen. Willen ouders behorende tot de wettelijke doelgroep in januari zelf de kinderopvang kunnen regelen dan moet uiterlijk 30 november 2004 hun aanvraag bij de belastingdienst liggen. Dat betekent dat half november het gemeentelijke subsidieproces moet zijn afgewikkeld. De ouder die onder de in de Wet kinderopvang omschreven doelgroep valt (verder doelgroepouder te noemen), moet dan op de hoogte zijn van de benodigde kinderopvang. Op basis daarvan wordt een offerte opgevraagd bij de kinderopvanginstelling. Met die gegevens gaat de doelgroepouder naar de gemeente. De gemeente berekent op basis daarvan de gemeentelijke bijdrage en met al die gegevens kan de ouder naar de belastingdienst.

Volgvel 4 Wat betreft de overige wettelijke taken in het kader van de Wet Kinderopvang zoals melding en registratie, toezicht op kwaliteit en handhaving, is nog steeds niet volledig uitsluitsel gegeven. Op landelijk niveau vinden nog ontwikkelingen plaats over de exacte invulling van deze taken. 5. Oplossingen 5.1 Beëindigen subsidierelaties met kinderopvangorganisaties De gemeente Haarlemmermeer heeft de subsidierelaties met de kinderopvangorganisaties afgebouwd. De functie Kinderopvang wordt al vanaf 2002 dusdanig gesubsidieerd zodat ouders al zelf kunnen kiezen bij welke organisatie zij hun kind(eren) onder willen brengen, dit op grond van de regeling Vraaggestuurde gesubsidieerde Kinderopvang. Om die reden is de subsidierelatie met de SKH in drie jaar afgebouwd en in juli 2002 beëindigd. Dit is tevens het laatste jaar dat de SKH huursuppletie ontvangt voor de tijdelijke voorzieningen in Floriande. Het contract met de huidige uitvoerder van de inkomensonafhankelijke subsidieregeling KidsConcern heeft ons college inmiddels opgezegd. Voor 2005 is geen afbouwregeling nodig vanwege de nieuwe wet. Het gastouderbureau van Humanitas heeft voor 2005 geen subsidie meer aangevraagd en ontbreekt de wettelijke basis voor verdere subsidiëring. Hiermee voldoet de gemeente aan de landelijke doelstelling tot het bevorderen van eerlijke concurrentie in de kinderopvangbranche. 5.2 Doelgroepen De gemeente Haarlemmermeer sluit aan bij de wettelijke doelgroepen van de Wet Kinderopvang en breidt lokaal het beleid niet uit met niet-wettelijke doelgroepen. Een hardheidsclausule wordt in de verordening opgenomen voor die uitzonderlijke gevallen waarin de wet niet heeft voorzien. Dit is in het huidige beleid ook het geval (zie verordening Vraaggestuurde gesubsidieerde kinderopvang) Argumenten: - de meest kwetsbare groepen hebben volgens de wet recht op een tegemoetkoming in de kosten van de kinderopvang. - het verstrekken van de tegemoetkoming aan niet-wettelijke doelgroepen komt ten laste van de eigen gemeentelijke middelen; - de hardheidsclausule blijft een mogelijkheid bieden tot het kunnen leveren van maatwerk inclusief het behandelen van de aanvragen van sociaal-medische indicaties vanwege het nog niet inwerkingtreden in 2005 van de betreffende wetsartikelen. 5.3 Uitgangspunten uitvoering Uitgangspunt is dat doelgroepouders zoveel mogelijk zelf de opvang van hun kinderen regelen. Dit principe past ook bij de doelstellingen van de WWB. Doelgroepouders, voor wie het regelen van de kinderopvang problemen oplevert, kunnen begeleiding vanuit de gemeente krijgen. De gemeente Haarlemmermeer biedt bovendien ouders die tot de doelgroepen behoren, de mogelijkheid de gemeente te machtigen de tegemoetkoming in de kosten van de kinderopvang rechtstreeks naar de kinderopvangorganisatie over te maken. Voor de inrichting van het werkproces bij SoZaWe zijn verschillende uitvoeringsvarianten mogelijk. Op grond van de uitgangspunten voor het reïntegratiebeleid wordt het subsidieproces zo efficiënt mogelijk ingericht waarbij zoveel mogelijk wordt aangesloten bij bestaande werkprocessen.

Volgvel 5 5.4 Taakverdeling De taken die in het kader van de uitvoering van de Wet kinderopvang door de gemeente zullen worden uitgevoerd, worden voor een duidelijk onderscheid opgedeeld in twee onderdelen, namelijk taken gerelateerd aan doelgroepen en taken die gerelateerd zijn aan organisaties. Doelgroeptaken Alle uitvoerende werkzaamheden voortvloeiend uit het doelgroepenbeleid in het kader van de WK worden ondergebracht bij de sector Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Voor deze taak wordt 0,8 fte ingezet. Argumenten: - er is een grote overeenkomst tussen de klanten van sociale zaken en de doelgroepouders van de Wet Kinderopvang; - voor een groot deel van de uitkeringsgerechtigden is kinderopvang een voorwaarde om zich te kunnen voorbereiden op de arbeidsmarkt; - het nieuwe werkproces heeft veel gelijkenis met de uitvoering van de huidige KOAregeling (Kinderopvang Alleenstaande Ouders) en met het verstrekken van incidentele bijzondere bijstand. Taken gericht op de organisaties Alle overige wettelijke taken namelijk het register, toezicht op de kwaliteit, gemeentelijk ingrijpen en bestuurlijke boete worden ondergebracht bij de sector Jeugd & Onderwijs (J&O). Wanneer de verschillende protocollen bekend zijn, zal afstemmingsoverleg met overige betrokkenen (diensten, sectoren) plaatsvinden. Vervolgens zullen afstemmingsafspraken worden gemaakt. Voor de regie- en beleidstaak wordt circa 1 fte ingezet. Argument: - het beleid (monitor en regietaak) op het terrein van kinderopvang was tot nu toe ondergebracht bij J&O. 5.5 Regie en Beleid Wij kiezen er voor om naast de wettelijke taken ook niet-wettelijke taken te formuleren. Dit op grond van lokale en landelijke ontwikkelingen op het terrein van de Kinderopvang. Het betreft de volgende taken: - Zorgdragen voor een goede ketenregie, zoals onlangs vastgesteld in het Jeugdbeleid; - Het vergroten van arbeidsparticipatie voor vrouwen; dit in het kader van het ESF-3 programma Dagarrangementen & Combinatiefuncties (zorg+arbeid); - het monitoren van vraag en aanbod en deze goed op elkaar afstemmen. In 2005 zijn er honderden nieuwe kindplaatsen nodig (Vinex, Badhoevedorp, Vijfhuizen). Dit komt bijvoorbeeld tot uiting in het vestigingsbeleid waarbij het aanbod mede wordt afgestemd op de aanwezigheid van functies als zorg, sport, onderwijs, cultuur en vrije tijd en ook rekening wordt gehouden met logistieke factoren; - het maken van een Ondernemersbeleid, zodat er sprake is van diversiteit van aanbieders (bijvoorbeeld op het gebied van de kostprijs, het pedagogisch beleid en het aannamebeleid); - de gemeentelijke rol bij uitvoering van programma s voor- en vroegschoolse educatie (VVE);

Volgvel 6 - vroegtijdige signalering: de rol die aanbieders kunnen vervullen in netwerken vroegtijdige signalering om in een zo vroeg mogelijk stadium adequaat te reageren op zaken als mishandeling en opvoedingsproblemen; - het versterken van de positie van het peuterspeelzaalwerk door de mogelijkheden van kinderopvang en in het bijzonder de naschoolse opvang hierbij te betrekken. Argumenten: - De regierol heeft betrekking op de zorg voor een goede samenwerking en samenhang van kinderopvang met andere voorzieningen voor jeugd, welzijn, onderwijs, sport. Wij noemen hier de het voorbeeld van de Brede schoolontwikkeling; - Voor een grote groep herintreders, een belangrijk arbeidspotentieel, kunnen combinatiefuncties een nieuwe stap op de arbeidsmarkt zijn. - Het toevoegen van deze niet-wettelijke taken aan de taken in het kader van de Wet Kinderopvang ligt in de lijn van de ontwikkelingen die in de gemeente Haarlemmermeer al zijn ingezet; - Vanaf 2001 is er door de gemeente nadrukkelijk een begin gemaakt met het scheppen van voorwaarden voor een goede marktwerking. In het belang van haar inwoners stimuleert de gemeente aanbieders op de markt waar dat nodig is, zorgt voor een goed vestigingsbeleid, en informeert kandidaten op de markt over vraag en aanbod van kinderopvang in de gemeente. 5.6 Verordening Kinderopvang Met de invoering van de Wet Kinderopvang per 1 januari 2005 worden de huidige verordeningen kinderopvang overbodig. De VNG heeft een modelverordening ontwikkeld voor de nieuw vast te stellen verordening. De nieuwe Verordening Wet kinderopvang moet met het oog op de subsidieverlening aan doelgroepouders door uw Raad worden vastgesteld. Er zijn momenteel drie verordeningen in werking: - de Verordening Kinderopvang Haarlemmermeer 2002 (regels voor organisaties); - de Verordening Vraaggestuurde Gesubsidieerde Kinderopvang (regels voor subsidieverlening aan ouders; ongeacht inkomen); - de Verordening Kinderopvang Alleenstaande Ouders (KOA-regeling). Alle verordeningen vervallen met uitzondering van het onderdeel betreffende het peuterspeelzaalwerk, dat in de Verordening Kinderopvang Haarlemmermeer 2002 is opgenomen. De modelverordening peuterspeelzalen van de VNG is nog in ontwikkeling. Mocht het onderdeel van de verordening betreffende het peuterspeelzaalwerk afwijken van de modelverordening van de VNG dan zullen wij een nieuwe verordening peuterspeelzaalwerk nog in 2004 aan uw raad voorleggen. 6. Effecten Het gemeentelijk subsidieproces voor doelgroepen en het kwaliteitsproces zijn zo ingericht dat aanvragen tijdig kunnen worden afgehandeld en dat wordt voldaan aan alle wettelijke verplichtingen. Op het terrein van regie en beleid zijn voorwaarden voor een goede marktwerking geschapen. Er is een samenwerking en samenhang van kinderopvang en andere voorzieningen op het gebied van jeugd, onderwijs, welzijn en sport gerealiseerd.

Volgvel 7 7. Middelen Aan het gemeentefonds wordt een bedrag van ruim 200.000 toegevoegd, bedoeld voor de uitvoering van de kinderopvangtaken in het kader van de Wet Kinderopvang. Uit het budget Wet Kinderopvang moet worden bekostigd: 1. de tegemoetkoming in de kosten van de kinderopvang aan de wettelijk bepaalde doelgroepen; 2. de compensatie (3,5%) van de ouderbijdrage van enkele wettelijk bepaalde doelgroepen; 3. uitvoeringskosten in verband met de uitvoering van het subsidieproces en kwaliteitsproces; 4. kosten voor inspectie kindercentra door de GGD; 5. na 2005: kosten advisering bij aanvraag sociaal-medische indicatie. Voor de kinderopvang van inwoners met sociaal-medische problematiek wordt afzonderlijk door het rijk een bijdrage gedaan in het gemeentefonds. Daarnaast wordt in verband met het nog niet in werking treden van de artikelen met betrekking tot de sociaal medische indicaties (SMI) eenmalig voor 2005 een extra bedrag in het gemeentefonds gestort ter hoogte van 92.000 voor het uitvoeren van een tijdelijke lokale regeling SMI. Op grond van ervarings-gegevens verwachten wij tussen de vijf en tien aanvragen in 2005. Daarmee lijkt de storting in het gemeentefonds voldoende. De storting in het gemeentefonds voor de uitvoering van de wettelijke taken (ruim 200.000) lijkt op het eerste gezicht voldoende, maar er zijn risico s aan verbonden: zo kent de subsidiering aan doelgroepen een openeinderegeling. Onderstaand financiële overzicht geeft aan dat alle taken vrijwel volledig binnen het gestorte budget kunnen worden uitgevoerd. Budgetbepaling wettelijke- en plustaken 2005 Kosten Subsidieverlening doelgroepen* 105.000 Uitvoeringskosten WOC 235.000 Huidige subsidieverlening** - Subsidie gastouderbureau - Toezicht 16.000 Onderhoud applicatie 2.000 Totale lasten 358.000 Reeds beschikbaar in begroting 136.000 Ten laste van de Algemene Middelen*** 222.000 * Dit is exclusief subsidieverlening sociaal medisch geïndiceerden. Het rijk heeft hiervoor separaat een storting in het gemeentefonds gedaan. ** In dit bedrag zit een budget voor uitvoeringskosten op het gebied van bemiddeling en subsidieverlening door KidsConcern. *** Hiervoor ontvangt de gemeente een rijksbijdrage via de Algemene Uitkering. Inmiddels is een inschatting gemaakt van de maximale kosten die verbonden zijn aan het verstrekken van subsidie aan de wettelijke doelgroepen en de compensatie van 3,5% voor de ouderbijdrage. Hierbij is rekening gehouden met de ambitie voor het aantal reïntegratietrajecten en inburgeringstrajecten in 2005. Eén en ander is afgeleid van het

Volgvel 8 feitelijk gebruik van de KOA-regeling over de jaren 2003 en 2004 door alleenstaande WWBers en het gebruik aan kinderopvang door Nieuwkomers in het kader van een te volgen inburgeringstraject. Uit landelijke proefprojecten blijkt dat boven op deze twee doelgroepen 25% moet worden geteld om het totale gebruik van de wettelijke populatie in te kunnen schatten. Inclusief de compensatie van 3,5% voor de ouderbijdrage denken wij met onze raming voor het gebruik aan formele kinderopvang in 2005 voor 105.000 aan subsidies te verlenen. Voor uitvoering van de wettelijke taken en de beleids- en regietaken ramen wij in 2005 235.000. Voor de uitvoering bij de WOC zal bij de sector Jeugd & Onderwijs circa 1 fte nodig zijn voor de uitvoering van de wettelijke taken en de regie- en beleidstaak. Bij de sector Sociale Zaken en Werkgelegenheid is vanwege het specifieke karakter van het subsidieproces en de grotere klantgroep in totaal 0,8 fte benodigd. Op dit punt stellen wij u voor om in het derde kwartaal van 2005 een kwantitatieve en inhoudelijke evaluatie uit te laten voeren op de taken en formatie en met de uitkomsten daarvan zullen wij voor latere jaren met een nieuw voorstel te komen. Daarnaast zullen wij de kosten voor communicatie, voorlichting ( 40.000) en automatisering ( 16.000) eenmalig ten laste brengen van de voorziening Kinderopvang. 8. Evaluatie In 2005 zal de uitvoering van de wettelijke en niet-wettelijke taken per kwartaal worden gerapporteerd. Voor het laatste kwartaal van 2005 jaar wordt de uitvoering van de Wet Kinderopvang geëvalueerd. Op basis van de uitkomsten daarvan wordt bepaald of er wijzigingen noodzakelijk zijn voor de voortgang en wordt het budget voor 2006 samengesteld. Onderdelen van die evaluatie zijn: - door welke doelgroepen en in welke mate is een beroep gedaan op de gemeente voor een tegemoetkoming in de kosten van de kinderopvang; - wat waren de kosten daarvan en hoe staan die in verhouding tot de rijksbijdrage; - hoe hoog is de ureninzet m.b.t. de uitvoering: was dit haalbaar binnen de formatie of is inkrimping c.q. uitbreiding noodzakelijk; - welke knelpunten deden zich voor en wat is daarvoor een oplossing. 9. Communicatie Aan de wet Kinderopvang en de inrichting van het subsidieproces zal voldoende aandacht worden besteed zowel via de gemeentelijke website als via brieven aan ouders en andere betrokken partijen. Het Programmabureau Implementatie van het ministerie van SZW heeft de nodige communicatiemiddelen ontwikkeld en heeft via landelijke media en de kinderopvangorganisaties de burgers geïnformeerd. Voor de sector SoZaWe is een goede communicatie met de gebruikers van de KOA-regeling van belang. Deze contracten worden opgezegd en er wordt zorg voor gedragen dat deze, voor zover zij onder het doelgroepenbeleid vallen, worden gecontinueerd. Voort zullen wij nauwgezet volgen hoe de kinderopvangorganisaties en KidsConcern de huidige gebruikers van de subsidieplaatsen op de hoogte brengen van de veranderde omstandigheden.

Volgvel 9 Besluit Op grond van het voorgaande hebben wij besloten om: 1. Aan te sluiten bij de wettelijke doelgroepen van de Wet Kinderopvang en lokaal het beleid niet uit te breiden met niet-wettelijke doelgroepen. Een hardheidsclausule wordt in de verordening opgenomen voor specifieke gevallen waarin de wet niet heeft voorzien. 2. Alle werkzaamheden voortvloeiend uit het doelgroepenbeleid en het subsidieproces in het kader van de Wet kinderopvang onder te brengen bij de sector Sociale Zaken en Werkgelegenheid en te kiezen voor een uitvoeringsvariant waarbij de doelgroepouder zoveel mogelijk zelf regelt maar waar indien nodig ondersteuning kan worden geboden door de Gemeente Haarlemmermeer; 3. Alle overige wettelijke taken namelijk het register, toezicht op de kwaliteit door de GGD, gemeentelijk ingrijpen en bestuurlijke boete onder te brengen bij de sector Jeugd & Onderwijs en daar tevens de regie- en beleidstaak te handhaven; 4. De personeelsformatie Kinderopvang vast te stellen op 1,1 fte voor de sector Jeugd en Onderwijs en op 0,8 fte voor de sector Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De kosten van deze formatie zijn in het hier gepresenteerde budget opgenomen; 5. Vast te stellen dat voor de invoering van de Wet kinderopvang en het uitvoeren van de regie- en beleidstaak voor 2005 358.000 benodigd is. Daarvan is reeds 136.000 beschikbaar in de WOC-begroting. Hieraan dient 222.000 te worden toegevoegd uit de Algemene Middelen. Voor uitvoering van de wettelijke taken heeft de gemeente een bijdrage in het gemeentefonds ontvangen. 6. De kosten voor communicatie, voorlichting ( 40.000,-) en automatisering ( 16.000,-) eenmalig ten laste te brengen van de voorziening Kinderopvang. 7. De financiële effecten te verwerken in de productenraming 2005. 8. De uitvoering van de wettelijke taken en de regie- en beleidstaak in het derde kwartaal van 2005 te evalueren en de uitkomsten mede te laten bepalen welke de uitvoeringskosten voor de volgende jaren zullen zijn; 9. De Verordening Kinderopvang Haarlemmermeer te laten vervallen met uitzondering van het onderdeel Peuterspeelzaalwerk en tevens de Verordening Vraaggestuurde Gesubsidieerde Kinderopvang en de Verordening Kinderopvang Alleenstaande Ouders in te trekken; 10. Vast te stellen dat deze verordening referendabel is op grond van Artikel 8 Tijdelijke referendumwet; 11. Gezien het spoedeisende karakter en onder toepassing van Artikel 25 van de Tijdelijke referendumwet vast te stellen dat deze verordening (in afwijking van Artikel 22 van de Tijdelijke referendumwet) in werking treedt met ingang van 1 november 2004; 12. De raad voor te stellen de nieuwe Verordening Wet Kinderopvang vast te stellen. 13. De bevoegdheid om besluiten voor de uitvoering van de Wet kinderopvang te nemen en het delegeren daarvan aan ons college; 14. Het Presidium voor te stellen het raadsvoorstel en de Verordening Wet Kinderopvang te agenderen ter voorbereiding van besluitvorming in de gemeenteraad van uiterlijk 28 oktober 2004, waarbij de raad ook toezichthouders zal benoemen. Burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer, namens deze, de portefeuillehouder, M. Steffens van de Water

Volgvel 10 Burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer, de secretaris, de burgemeester, dr. G.P.F. van den Boorn mr. A.Ph. Hertog Bijlage(n) - Verordening Wet Kinderopvang

Raadsbesluit 2004/363 Onderwerp Invoering Wet Kinderopvang De raad van de gemeente Haarlemmermeer; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 5 oktober 2004, nummer 2004/28355; besluit: 1. Aan te sluiten bij de wettelijke doelgroepen van de Wet Kinderopvang en lokaal het beleid niet uit te breiden met niet-wettelijke doelgroepen. Een hardheidsclausule wordt in de verordening opgenomen voor specifieke gevallen waarin de wet niet heeft voorzien. 2. Alle werkzaamheden voortvloeiend uit het doelgroepenbeleid en het subsidieproces in het kader van de Wet kinderopvang onder te brengen bij de sector Sociale Zaken en Werkgelegenheid en te kiezen voor een uitvoeringsvariant waarbij de doelgroepouder zoveel mogelijk zelf regelt maar waar indien nodig ondersteuning kan worden geboden door de Gemeente Haarlemmermeer; 3. Alle overige wettelijke taken namelijk het register, toezicht op de kwaliteit door de GGD, gemeentelijk ingrijpen en bestuurlijke boete onder te brengen bij de sector Jeugd & Onderwijs en daar tevens de regie- en beleidstaak te handhaven; 4. De personeelsformatie Kinderopvang vast te stellen op 1,1 fte voor de sector Jeugd en Onderwijs en op 0,8 fte voor de sector Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De kosten van deze formatie zijn in het hier gepresenteerde budget opgenomen; 5. Vast te stellen dat voor de invoering van de Wet kinderopvang en het uitvoeren van de regie- en beleidstaak voor 2005 358.000 benodigd is. Daarvan is reeds 136.000 beschikbaar in de WOC-begroting. Hieraan dient 222.000 te worden toegevoegd uit de Algemene Middelen. Voor uitvoering van de wettelijke taken heeft de gemeente een bijdrage in het gemeentefonds ontvangen. 6. De kosten voor communicatie, voorlichting ( 40.000,-) en automatisering ( 16.000,-) eenmalig ten laste te brengen van de voorziening Kinderopvang. 7. De financiële effecten te verwerken in de productenraming 2005. 8. De uitvoering van de wettelijke taken en de regie- en beleidstaak in het derde kwartaal van 2005 te evalueren en de uitkomsten mede te laten bepalen welke de uitvoeringskosten voor de volgende jaren zullen zijn; 9. De Verordening Kinderopvang Haarlemmermeer te laten vervallen met uitzondering van het onderdeel Peuterspeelzaalwerk en tevens de Verordening Vraaggestuurde Gesubsidieerde Kinderopvang en de Verordening Kinderopvang Alleenstaande Ouders in te trekken;

Voorstelnummer 2004/363-28355 Volgvel 12 10. Vast te stellen dat deze verordening referendabel is op grond van Artikel 8 Tijdelijke referendumwet; 11. Gezien het spoedeisende karakter en onder toepassing van Artikel 25 van de Tijdelijke referendumwet vast te stellen dat deze verordening (in afwijking van Artikel 22 van de Tijdelijke referendumwet) in werking treedt drie dagen na bekendmaking; 12. De raad voor te stellen de nieuwe Verordening Wet Kinderopvang vast te stellen. 13. De bevoegdheid om besluiten voor de uitvoering van de Wet kinderopvang te nemen en het delegeren daarvan aan ons college. Vastgesteld in de openbare vergadering van De griffier, De voorzitter, dr. M.J.E.M. van Dam mr. A.Ph. Hertog

-