GEMEENTEBLAD 2004 nr. 150

Transcriptie

1 GEMEENTEBLAD 2004 nr. 150 De raad van de gemeente Maassluis; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 augustus 2004, bijlagennummer I ; gelet op artikel 149, eerste lid van de Gemeentewet, de artikelen 7, 8 en 10, tweede lid van de Wet werk en bijstand, de artikelen 34, 35 en 36 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers, de artikelen 34, 35 en 36 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen en hoofdstuk 4 van de Algemene wet bestuursrecht; overwegende dat op grond van de Wet werk en bijstand de gemeenteraad bij verordening dient vast te stellen welke regels worden gehanteerd met betrekking tot de ondersteuning bij arbeidsinschakeling en bij het aanbieden van voorzieningen, gericht op arbeidsinschakeling; gezien het advies van de commissie welzijn; besluit vast te stellen de volgende verordening: De verordening houdende regels met betrekking tot het ondersteunen bij arbeidsinschakeling en het aanbieden van voorzieningen, gericht op arbeidsinschakeling gemeente Maassluis Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsomschrijvingen. 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet werk en bijstand; b. het college: het college van burgemeester en wethouders van Maassluis; c. uitkeringsgerechtigden: personen met een uitkering ingevolge de Wet werk en bijstand, de IOAW of de IOAZ; d. Anw-ers: personen met een uitkering volgens de Algemene nabestaandenwet die ingeschreven zijn bij het CWI; e. nuggers: personen die als werkzoekend zijn geregistreerd bij het CWI en die geen recht hebben op een uitkering; f. doelgroep: in de gemeente Maassluis woonachtige I Nummer vermelden

2 uitkeringsgerechtigden, Anw-ers en nuggers; - 2 -

3 g. voorziening: een voorziening, waaronder begrepen sociale activering, gericht op arbeidsinschakeling; h. ondersteuning: ondersteuning bij arbeidsinschakeling; i. IOAW: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers; j. IOAZ: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen; k. sociale activering: het verrichten van onbeloonde maatschappelijk zinvolle activiteiten gericht op arbeidsinschakeling of, als arbeidsinschakeling nog niet mogelijk is, op zelfstandige maatschappelijke participatie; l. arbeidsinschakeling: het verkrijgen van algemeen geaccepteerde arbeid, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van een voorziening; m. voorliggende voorziening: elke voorziening buiten de wet waarop de doelgroep aanspraak kan maken, dan wel een beroep kan doen, ter verwerving van middelen of ter bekostiging van specifieke uitgaven; n. Awb: Algemene wet bestuursrecht; o. CWI: centrum voor werk en inkomen; p. belanghebbende: degene wiens belang rechtsstreeks bij een besluit is betrokken; q. subsidie: de aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten; r. premie: financiële beloning ter aanmoediging van activiteiten gericht op arbeidsinschakeling; Hoofdstuk 2. Beleid en financiën. Artikel 2. Opdracht college. 1. Ingevolge artikel 7 van de wet biedt het college ondersteuning aan leden van de doelgroep en zorgt voor een voldoende gevarieerd aanbod van voorzieningen. Het college houdt daarbij rekening met de aard en de omvang van door het college te bepalen prioriteitsgroepen en de voorzieningen die het meest geschikt zijn voor de leden van die groepen; 2. Het college kan bij het bepalen van het aanbod van voorzieningen prioriteiten stellen in verband met de financiële mogelijkheden en met maatschappelijke, economische en conjuncturele ontwikkelingen. Artikel 3. Beleidsregels. Het college legt in beleidsregels vast welke voorzieningen in ieder geval aangeboden kunnen worden evenals de voorwaarden die daarbij gelden, voor zover daarover in deze verordening geen nadere bepalingen zijn opgenomen

4 Artikel 4. Uitvoeringsplan. 1. Het college stelt ter nadere uitvoering van deze verordening jaarlijks een uitvoeringsplan vast, waarin doelstellingen, het beschikbare budget en de daarmee te behalen resultaten worden aangegeven; 2. Het uitvoeringsplan wordt na vaststelling van de begroting voor het desbetreffende kalenderjaar vastgesteld; 3. Het college doet eenmaal per jaar verslag aan de gemeenteraad over de doeltreffendheid en de resultaten van het beleid. Dit verslag wordt vormgegeven conform het verslag als bedoeld in artikel 77, eerste lid van de wet. Artikel 5. Subsidieplafonds en plafonds betreffende voorzieningen. 1. Het college kan in het uitvoeringsplan een of meer subsidieplafonds of plafonds betreffende voorzieningen vaststellen. 2. Bij het bereiken van de in het eerste lid bedoelde plafonds wordt, naar het oordeel van het college, geschikte ondersteuning aangeboden. Hoofdstuk 3. Aanspraken en verplichtingen van de doelgroep. Artikel 6. Aanspraak op ondersteuning en voorzieningen. 1. Leden van de doelgroep hebben aanspraak op ondersteuning bij arbeidsinschakeling en op de naar het oordeel van het college noodzakelijk geachte voorziening gericht op arbeidsinschakeling; 2. Het college doet een aanbod dat past binnen de criteria die gesteld zijn in deze verordening, de in artikel 3 genoemde beleidsregels en het in artikel 4 genoemde uitvoeringsplan. Artikel 7. Verplichtingen. 1. Uitkeringsgerechtigden, die door het college ondersteuning en/of een voorziening wordt aangeboden, zijn verplicht hiervan gebruik te maken. 2. Leden van de doelgroep, die deelnemen aan een voorziening, zijn gehouden aan de verplichtingen die voortvloeien uit de wet, de Wet structuur uitvoering werk en inkomen, deze verordening, evenals aan de verplichtingen die het college aan de aangeboden voorziening heeft verbonden. 3. Bij niet nakoming van de verplichtingen als bedoeld in het eerste en tweede lid, kan het college, voorzover een uitkering ingevolge de wet, IOAW of IOAZ wordt ontvangen, deze uitkering verlagen conform de Maatregelenverordening Nieuwe Waterweg Noord Bij niet nakoming van de verplichtingen als bedoeld in het eerste en tweede lid, kan het college bij andere dan de in het derde lid bedoelde personen de kosten van de ondersteuning en/of voorziening bij deze persoon geheel of gedeeltelijk in rekening brengen

5 Hoofdstuk 4. Voorzieningen. Artikel 8. Algemene bepalingen over voorzieningen. 1. Het college kan, in aanvulling op de verplichtingen die voortvloeien uit de wet en deze verordening, aan een voorziening nadere verplichtingen verbinden. 2. Het college kan een voorziening beëindigen indien: a. de persoon, die aan de voorziening deelneemt, zijn verplichting als bedoeld in de artikelen 9 en 17 van de wet en/of de verplichtingen, die het college aan de voorziening heeft verbonden niet nakomt; b. de persoon die deelneemt niet meer behoort tot de doelgroep; c. naar het oordeel van het college de voorziening onvoldoende bijdraagt aan een spoedige duurzame arbeidsinschakeling. 3. Het college kan Anw-ers en nuggers een eigen bijdrage opleggen in de kosten verbonden aan een voorziening. Artikel 9. Vergoedingen. Het college kan een vergoeding verstrekken voor noodzakelijke kosten bij arbeidsinschakeling, voorzover daarvoor geen beroep op een voorliggende voorziening kan worden gedaan. Artikel 10. Loonkostensubsidie. 1. Het college kan een subsidie verstrekken voor de loonkosten van, nader door het college te bepalen werknemers, om werkgevers te stimuleren arbeidsplaatsen beschikbaar te stellen voor bepaalde categorieën werkloos werkzoekenden. 2. Geen subsidie wordt verstrekt voor kosten waarvoor, al dan niet door de gemeente, al een andere subsidie wordt verstrekt. 3. Loonkostensubsidies worden verstrekt conform de beleidsaanbeveling van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, opgenomen in bijlage 1. Artikel 11. Premies. Het college kan, in nader door het college te bepalen omstandigheden, een premie verstrekken, ter bevordering van arbeidsinschakeling. Hoofdstuk 5. Slotbepalingen. Artikel 12. Hardheidsclausule. Het college kan ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze verordening, indien de toepassing hiervan leidt tot bijzonder onredelijke gevolgen. Artikel 13. Inwerkingtreding. Deze verordening treedt in werking op 1 januari

6 Artikel 14. Citeertitel. Deze verordening kan worden aangehaald als de Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand gemeente Maassluis Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Maassluis, gehouden op 14 september 2004, de griffier, de voorzitter, mr R. van der Hoek J.A. Karssen - 6 -