FUWA RK 05/05, 18 mei 2005

Vergelijkbare documenten
BEZWARENCOMMISSIE FUNCTIEWAARDERING VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

FUWA RK 04/16, 15 december 2004

FUWA RK , 18 november Samenvatting Fuwa RK Bezwaarde niet benoemd in LC-functie: bezwaar ongegrond.

FUWA RK 05/03, 14 april 2005

FUWA RK 05/14, 10 november 2005

LANDELIJKE BEZWARENCOMMISSIE FUNCTIEWAARDERING VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

FUWA RK VO , 6 oktober 2011

FUWA RK VO , 22 november 2012

Bezwaarde benoemd in de functie van onderwijsassistent schaal 5: bezwaar gegrond

Bezwaarde benoemd in de functie beleidsmedewerker/projectleider c met Schaal 11: bezwaar ongegrond

Uitspraaknr. F

FUWA RK 05/06, 18 mei 2005

BEZWARENCOMMISSIE FUNCTIEWAARDERING VOOR HET CONFESSIONEEL BVE

SAMENVATTING ADVIES. de bestuurscommissie van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

FUWA RK , 12 november Samenvatting FUWA RK

LANDELIJKE BEZWARENCOMMISSIE FUNCTIEWAARDERING KATHOLIEK ONDERWIJS

FUWA BVE , 14 september 2006

SAMENVATTING U I T S P R A AK

Landelijke bezwarencommissie onderwijs inzake functiewaardering (mr. B.K. Olivier, B.A. Béguin, drs. W.A.J. van de Giesen)

Samenvatting. Interpretatiegeschil VO artikel 12 WMS (beleid met betrekking tot invoering LC-functies)

UITSPRAAK. [appellant], wonende te [woonplaats], appellant, hierna te noemen [appellant]

FUWA BVE , 2 maart 2006

UITSPRAAK. [appellant], wonende te [woonplaats], appellant, hierna te noemen [appellant]

SAMENVATTING UITSPRAAK

Beroep tegen onthouden promotie ongegrond omdat er geen aanspraak op een benoeming in een LD-functie.

J A A R V E R S L A G Landelijke Bezwarencommissie functiewaardering PO, VO en MBO. Meer informatie op

BEZWARENCOMMISSIE FUNCTIEAARDERING VOOR HET CHRISTELIJK EN ALGEMEEN BIJZONDER PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A.

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van de A te B, verzoeker, hierna te noemen de MR

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A.

Uitspraaknr De klacht. De feiten

het College van bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

FUWA RK VO , 6 december 2011

Uitspraaknr. F

Bezwaar tegen niet voortzetten tijdelijk dienstverband vanwege niet tijdig behalen van de onderwijsbevoegdheid ongegrond.

Beroep tegen onthouding promotie gegrond omdat de werkgever de procedure niet correct heeft gevolgd.

J A A R V E R S L A G Landelijke Bezwarencommissie functiewaardering PO, VO en MBO. Meer informatie op

Commissie van Beroep VO

SAMENVATTING Bezwaar tegen de waardering als Docent B, schaal 10; HBO

SAMENVATTING UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

UITSPRAAK. [Bestuur], gevestigd te [vestigingsplaats], verweerder, hierna te noemen de werkgever

Advies aan: Het bestuur van Stichting X, Stichting voor Speciaal Onderwijs (verder: het bevoegd gezag),

Bezwarencommissie Functiewaardering voor het Christelijk en Algemeen bijzonder primair en voortgezet onderwijs:

Bezwarencommissie Functiewaardering voor het Christelijk en Algemeen bijzonder primair en voortgezet onderwijs:

SAMENVATTING. het bestuur van de Stichting A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag gemachtigde: de heer mr.

Bezwarencommissie Functiewaardering voor het Christelijk en Algemeen bijzonder primair en voortgezet onderwijs:

Reglement Bezwarencommissie functiewaardering voor het katholiek onderwijs (gewijzigd per )

Bezwarencommissie Functiewaardering voor het christelijk en algemeen bijzonder primair en voortgezet onderwijs

SAMENVATTING /105232/105225/104876/ Bezwaren (5) tegen waardering als docent LB (vavo); BVE

BEZWARENCOMMISSIE FUNCTIEWAARDERING VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

UITSPRAAK. A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: de heer mr. G. Wind en voor deze de heer G. van Poppel

het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van [de school], te [vestigingsplaats], verzoeker, hierna te noemen de MR

Samenvatting. Interpretatiegeschil PO artikel 11 onder j WMS (beleid m.b.t. toelating van leerlingen)

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.

SAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting voor D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.

Het College van Beroep voor de Examens van de Radboud Universiteit Nijmegen doet hierbij uitspraak inzake het beroep van:

SAMENVATTING UITSPRAAK

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. F.J.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

Commissie van beroep vo

Door werknemer niet te belasten met lesuren in de bovenbouw is hem ten onrechte promotie in het kader van het entreerecht onthouden.

REGELING WERVING EN SELECTIE VAN PERSONEEL IN HET PRIMAIR EN SPECIAAL ONDERWIJS

Reglement Landelijke bezwarencommissie functiewaardering confessioneel BVE

het College van Bestuur van de Stichting C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

Artikel 4. De samenstelling van de commissie Artikel 5. Vereisten voor het lidmaatschap van de commissie

Landelijke bezwarencommissie onderwijs inzake functiewaardering (mr. B.K. Olivier, B.A. Béguin, drs. W.A.J. van de Giesen)

Kaderregeling functiebouwwerk Lucas

Uitspraaknr. F

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

CAO voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf. Reglement Geschillencommissie Vastgesteld op 27 maart 2012

SAMENVATTING Klacht van werkneemster over handelen bovenschools manager en over klachtafhandeling bevoegd gezag; PO

Landelijke Bezwarencommissie Schoolbestuursbeslissingen (mr. B.K. Olivier, D. van As, mr.drs. F.H.J.G. Brekelmans)

de Personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad van C, te B, verweerder, hierna te noemen de PMR

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS. Klacht betreffende een volgens de vader onjuist schoolkeuzeadvies

Bezwaarde benoemd in de functie van schoolmaatschappelijk werker met een waardering in salarisschaal 9: bezwaar ongegrond.

Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar.

SAMENVATTING. de medezeggenschapsraad van de regionale scholengemeenschap A te B, verzoeker, hierna te noemen de MR

UITSPRAAK 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE. Samenvatting , en

Inleiding Samenstelling van de Commissie

Klacht over verlengde kleuterperiode. School heeft verkeerde informatie doorgegeven aan andere school. Klachten ongegrond.

Reglement. Klachtencommissie

SAMENVATTING Klacht over o.a. onderwijskundige begeleiding en informatieverstrekking; PO

REGELING WERVING EN SELECTIE VAN PERSONEEL IN HET PRIMAIR EN SPECIAAL ONDERWIJS

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

UITSPRAAK. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: de heer F. Verschuren

Commissie van Beroep voor het VO en HBO ingesteld door de Verenigde Bijzondere Scholen voor onderwijs op algemene grondslag

Regeling Geschillen- en Bezwarencommissie Orionis Walcheren WSW

FUWA BVE , 19 september 2000

het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. W. Brussee

Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. UITSPRAAK

UITSPRAAK. in het geding tussen: de heer A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. J.G.T.M. Bekkers-Van Heumen

J A A R V E R S L A G Bezwarencommissie cao-vo. Meer informatie op

Reglement Interne Bezwarencommissie Friesland College Sectie Cursisten

UITSPRAAK. het bestuur van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag

COMMISSIE VAN BEROEP VOOR HET CHRISTELIJK BASIS-, SPECIAAL- EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS

SAMENVATTING. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. Y.E.M.

BENOEMINGSPROCEDURE SCHOOLDIRECTEUR

SAMENVATTING /104138/104140/104142/104145/ Bezwaren tegen indeling in docent LB (Praktijkonderwijs); VO

UITSPRAAK in het geding tussen: de heer A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. J.G.T.M. Bekkers-Van Heumen

Transcriptie:

FUWA RK 05/05, 18 mei 2005 Samenvatting uitspraak FUWA RK 05/05 Het bezwaar betreft het niet aanbieden van een LC-functie. Het bezwaar heeft betrekking op het besluit om geen LC-functie aan te bieden en de gevolgde procedure. Bezwaar gegrond. Overweging van de Commissie ten aanzien van haar bevoegdheid. Het bevoegd gezag heeft ter invoering van de LC-functie, waartoe de CAO-VO 2003-2005 in artikel 5.4, tweede lid onder b, verplicht, een sollicitatieprocedure vastgesteld. In het Plan van aanpak is als laatste stap opgenomen het afwikkelen van de bezwarenprocedure bij de interne bezwarencommissie Federatie-VO, welke commissie blijkens de overgelegde stukken fungeert als interne bezwaren-commissie in de zin van artikel 5.5 CAO-VO. De Commissie concludeert op grond van het bovenstaande dat het bevoegd gezag ervoor gekozen heeft de sollicitatieprocedure met betrekking tot de LC-functies onderdeel te laten uitmaken van de invoeringsprocedure FUWA-VO, zodanig dat de bezwarenregeling van artikel 5.5, onder 3, van de CAO-VO integraal van toepassing is op de sollicitatieprocedure. Overwegingen ten aanzien van de toewijzingsprocedure. Blijkens het 'Plan van aanpak benoeming leraren in LC-functies op het VCB' en de op basis daarvan opgestelde documenten, met name 'de vergelijking van de werkzaamheden LB- en LC-functie' van 3 maart 2004 en 'de functie-eisen/competentieprofiel Leraar-LC VCB' van 5 april 2004, heeft de informatie aan het personeel bestaan uit de werkzaamheden en functie-eisen van de gekozen LCfunctie. Op basis van deze informatie is het personeel uitgenodigd te solliciteren op de LC-functie. In de sollicitatieprocedure heeft het bevoegd gezag de sollicitanten beoordeeld op competenties die afgeleid zijn van de functie-inhoud van de gekozen LC-functie. De interne bezwarencommissie heeft zich bij de behandeling van het bezwaar van bezwaarde beperkt tot de beoordeling van de uitvoering van de vastgestelde sollicitatieprocedure. De Commissie overweegt dat de CAO-VO beoogt het toedelen van de functies in het kader van de invoering van FUWA-VO op basis van objectieve criteria te doen plaatsvinden. Als waarborg daarvoor beschouwt de Commissie met name de bezwaargrond genoemd in artikel 5.5, derde lid onder a. respectievelijk c, van de CAO-VO betreffende de relatie tussen de beschrijving van de aangeboden functie en de opgedragen werkzaamheden. Hoewel de procedure zelf zoals deze in overleg met de PMR is vastgelegd in het Plan van aanpak geen onderwerp kan zijn van de onderhavige bezwaarprocedure, merkt de Commissie op dat het haar voorkomt dat de gekozen wijze van toedelen van de LC-functies zich niet verdraagt met hetgeen de CAO bepaalt en beoogt, namelijk dat de werknemer met de in de CAO vastgelegde rechtsmiddelen kan opkomen tegen het besluit van de werkgever. Hierdoor wordt wezenlijk tekort gedaan aan de rechten die aan bezwaarde op grond van de CAO toekomen. Overwegingen en oordeel ten aanzien van de jegens bezwaarde gevolgde procedure. Het bezwaar van bezwaarde spitst zich toe op de onderbouwing van de scores waarmee de BAC (benoemingsadviescommissie) zijn competenties heeft beoordeeld. Vast staat dat bezwaarde middels een korte sollicitatiebrief, zoals geadviseerd door het bevoegd gezag, zijn belangstelling voor de functie kenbaar heeft gemaakt op basis van de hiervoor vermelde informatie. De BAC heeft bezwaarde op acht competenties beoordeeld door middel van scores op 6 tot 8 items per competentie. Blijkens de toelichting op het scoringsformulier worden de scores bepaald door 'de mate waarin gewenst gedrag waargenomen wordt', en voorts dienen de gemiddelde scores op alle competenties minimaal een 3 te zijn. Uit het overgelegde evaluatieverslag en de mededeling van het bevoegd gezag ter zitting blijkt dat tijdens de sollicitatieprocedure besloten is van de verzwaarde eis - een 4 - ten aanzien van enkele kerncompetenties af te zien. De scores van bezwaarde zijn op vier competenties ruim een 3 en op vier competenties ruim een 4. De conclusie van de BAC om bezwaarde nog niet in een LC-functie te benoemen is - samengevat - onderbouwd door de mededeling dat bezwaarde zijn inzet en voortrekkersrol in de vakgroep zou moeten verbreden naar schoolniveau. Ter zitting heeft het bevoegd als voorbeelden genoemd: het vervullen van de rol van kartrekker bij vergaderingen van vakgroepoverstijgende projecten, het communiceren met andere vakgroepen en het deelnemen aan projecten binnen de school.

Het behoort niet tot de bevoegdheid van de Commissie om in te gaan op de scores als zodanig. De Commissie overweegt dat een beoordelingsprocedure als waarvan hier sprake is, dient te voldoen aan waarborgen van objectiviteit, inzichtelijkheid en controleerbaarheid. De Commissie is niet gebleken dat bij de beoordeling gebruik gemaakt is van een score-instrument dat geijkt is, zodanig dat de scores inzichtelijk kunnen worden gemaakt aan de hand van objectieve criteria. De Commissie is van oordeel dat de scores op grond van niet nader geconcretiseerd 'waargenomen gedrag' niet als zodanig kunnen gelden. Het bovenstaande overziende komt de Commissie tot het oordeel dat de procedure welke jegens bezwaarde gevolgd is, niet voldoet aan de criteria waaraan een dergelijke procedure naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid behoort te voldoen en dat reeds op grond hiervan het besluit van het bevoegd gezag niet in stand kan blijven. Bij het nemen van een nieuw besluit dient het bevoegd gezag naar het oordeel van de Commissie kenbaar de navolgende overwegingen te betrekken. Bezwaarde heeft een aantal activiteiten genoemd op grond waarvan hij meent in aanmerking te komen voor de benoeming in een LC-functie. Het betreft het schrijven van een lesmethode die in de school gebruikt wordt, het leiden van de vakgroep, het ontwikkelen van een website voor de vakgroep scheikunde/natuurkunde, het nemen van initiatieven om te komen tot vakgroepoverstijgende activiteiten. Het betreft objectieve gegevens die niet door het bevoegd gezag zijn weersproken. Gelet op de inhoud van de gekozen LC-functie en de voorbeelden die het bevoegd gezag zelf in de voorlichting en ter zitting heeft genoemd, is het aannemelijk dat bezwaarde in belangrijke mate werkzaamheden van de LC-functie vervult, hetgeen dient te leiden tot benoeming in die functie. BEZWARENCOMMISSIE FUNCTIEWAARDERING VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS Fuwa rk 05/05 Uitspraak Inzake het bezwaar van de heer A te B, hierna ook te noemen 'de bezwaarde', tegen het besluit van 7 december 2004, waarbij de algemeen directeur van het C-College te D, dat ressorteert onder de Stichting E te D, hierna ook te noemen 'het bevoegd gezag', het besluit van 17 juni 2004 handhaaft om de heer A geen LC-functie aan te bieden, verklaart de Bezwarencommissie Functiewaardering voor het katholiek onderwijs: het bezwaar van de heer A gegrond. Zitting De Bezwarencommissie Functiewaardering voor het katholiek onderwijs, hierna te noemen 'de Commissie', heeft het bezwaar behandeld in een zitting van 18 mei 2005 te 's-hertogenbosch. De in het reglement bezwarencommissie functiewaardering katholiek onderwijs opgenomen procedurele termijnen zijn gedeeltelijk overschreden op grond van buiten de partijen en de Commissie gelegen omstandigheden. Ter zitting zijn verschenen: de heer A, het bevoegd gezag, vertegenwoordigd door de heer F, algemeen directeur. Verloop van de procedure en het advies van de interne bezwarencommissie functiewaardering

In het kader van de invoering van FUWA-VO 2002 heeft het bevoegd gezag een procedure vastgesteld en uitgevoerd met betrekking tot de toedeling van een aantal LC-functies nr. 415. Deze procedure is neergelegd in het Plan van aanpak benoeming leraren in LC-functies op het VCB (C- College), versie 3 van 20 april 2004. De school heeft gekozen voor de voorbeeldfunctie met zowel onderwijskundige als coördinerende taken. De procedure om per 1 augustus 2004 12% van de LB-functies in LC-functies om te zetten is eenmalig en afwijkend van de normale sollicitatieprocedure. De sollicitatieprocedure is hierna - voor zover hier van belang - weergegeven. Ten aanzien van de samenstelling van de benoemingsadviescommissie (BAC) is bepaald dat deze bestaat uit: o een lid vanuit de directie; o een lid vanuit het onderwijskundig personeel, welk lid geen belang dient te hebben bij de sollicitatieprocedure; o een lid vanuit de medezeggenschapsraad; o een voorzitter zonder stemrecht benoemd door de directie; o een secretaris. Voorts is onder meer het volgende bepaald. o De leden van de BAC worden geschoold. o De BAC gebruikt de portfolio van iedere sollicitant als basismateriaal. o Voor iedere sollicitant wordt dezelfde vragenlijst gebruikt. o Na ieder gesprek volgt een schriftelijke beoordeling door de leden van de BAC, die vervolgens door de leden wordt toegelicht. o De kandidaten worden beoordeeld op acht competenties aan de hand van een vijfpuntsschaal. De score voor elke competentie dient minimaal een 3 te zijn en minimaal een 4 voor vier met name genoemde competenties. o Na afloop van de gesprekken wordt een ranking gemaakt indien er meer sollicitanten zijn dan plaatsen. o Indien meer sollicitanten gelijk eindigen kan gebruik gemaakt worden van een assessment. o De gesprekken duren circa 60 minuten. o Na afloop van de gesprekken brengt de BAC een schriftelijk en beargumenteerd advies uit aan de algemeen directeur. Iedere sollicitant ontvangt een afschrift van het gemotiveerde advies en van het desbetreffende deel van het verslag. o De algemeen directeur kan het advies van de BAC overnemen. Indien hij van het advies afwijkt dient hij dit met redenen omkleed mee te delen aan de sollicitant en aan de BAC. o Er vindt een persoonlijk nagesprek plaats met alle sollicitanten. De heer A heeft gesolliciteerd naar een LC-functie. Bij schrijven van 21 juni 2004 heeft het bevoegd gezag de heer A ervan op de hoogte gesteld dat de heer A op dat moment nog niet maar op termijn mogelijk wel benoembaar is in een LC-functie. De heer A heeft gebruik gemaakt van de mogelijkheid om bezwaar aan te tekenen tegen dit besluit bij de interne bezwarencommissie LC-benoeming van de Federatie Voortgezet Onderwijs waarbij het bevoegd gezag is aangesloten. De interne bezwarencommissie heeft het bezwaar van de heer A tegen de wijze waarop de procedure jegens hem is gevoerd ongegrond geoordeeld en het bevoegd gezag op 25 november 2004 geadviseerd het bezwaar ongegrond te verklaren. Het bevoegd gezag heeft bij schrijven van 7 december 2004 meegedeeld het advies van de interne bezwarencommissie over te nemen. De heer A heeft bij schrijven van 4 januari 2005 bezwaar aangetekend bij de Commissie. Het bezwaar betreft het besluit van het bevoegd gezag om de heer A geen LC-functie aan te bieden en de jegens de heer A gevolgde procedure. Samenvatting van de standpunten van partijen De heer A heeft zijn standpunt uiteengezet in zijn bezwaarschrift van 4 januari 2005, in een nadere schriftelijke toelichting van 24 januari 2005 en mondeling ter zitting. Het standpunt van de heer A luidt samengevat als volgt. In de voorlichtingsbijeenkomst is een profielschets gegeven van de functie. Bij die gelegenheid is het personeel meegedeeld dat de functie bedoeld is voor die docenten die zich op een speciale manier voor de school inzetten door onder meer het schrijven van methoden, het leiden van een vakgroep,

het stimuleren van verschillende groepen. De heer A heeft een methode geschreven, heeft sinds een aantal jaren de leiding over een vakgroep, heeft een internetsite voor natuurkunde/scheikunde opgezet, verricht vakgroepover-stijgende activiteiten samen met de sectie techniek, en heeft meerdere vakgroepen, met name wiskunde en biologie, uitgenodigd om gezamenlijk een toekomstvisie te ontwikkelen met betrekking tot vakoverstijgende activiteiten. Bij deze activiteiten past de LC-functie. De sollicitanten is geadviseerd een korte sollicitatiebrief te schrijven, omdat men tijdens het gesprek de gelegenheid zou krijgen tot het geven van een toelichting. De heer A heeft zich aan dit advies gehouden. Het sollicitatiegesprek verliep anders dan verwacht. In snel tempo is een aantal vragen gesteld over de manier van lesgeven, het contact met de leerlingen en de wijze waarop de sollicitant in bepaalde situaties zou reageren. Er is niet gesproken over het daadwerkelijk functioneren in de organisatie. De leden van de BAC waren collega's en bovendien onvoldoende toegerust om tot een juiste beoordeling te komen. De heer A vraagt zich af waarop de scores gebaseerd zijn. Men kan na zo'n kort gesprek geen weloverwogen uitspraak doen over iemands competenties en functioneren in de organisatie. De score van de BAC is gebaseerd op een te klein aantal vragen, niet op feiten maar op de mening van de commissie. In het toelichtende gesprek bij de afwijzing is gezegd dat de inzet van de heer A breder zou moeten worden om in aanmerking te komen voor een LC-functie. De directie heeft het eindoordeel van de BAC letterlijk overgenomen. Zij heeft onvoldoende moeite gedaan om tot een rechtvaardig oordeel te komen. De competentiescore komt niet overeen met de bevindingen van verschillende directieleden tijdens de functioneringsgesprekken op verschillende scholen. In de jaarlijks terugkerende functioneringsgesprekken is er steeds lovend gesproken over de wijze waarop de heer A met de zwakkere leerlingen omgaat. De interne bezwarencommissie heeft uitsluitend beoordeeld of de procedure juist is uitgevoerd. Het bevoegd gezag heeft zijn standpunt uiteengezet in een schrijven van 4 februari 2005, en mondeling ter zitting. Het standpunt van het bevoegd gezag luidt samengevat als volgt. Het betreft een nieuwe functie. Niet alleen welke werkzaamheden maar ook de wijze waarop deze worden verricht, is van belang. De functie kan worden uitgegeven voor coördinerende of vakoverstijgende activiteiten. Voor de negen beschikbare functies zijn 13 sollicitanten geschikt gebleken en 10 sollicitanten kunnen op termijn aan de eisen voldoen. De heer A hoort bij de laatste groep. De heer A was volledig op de hoogte van de procedure. Deze procedure is volledig gevolgd. De BAC is zorgvuldig te werk gegaan. Alle sollicitanten zijn gelijkwaardig en op een professionele wijze behandeld. De beoordeling vond plaats op basis van de vereiste competenties met behulp van een beoordelingsformulier. Aan alle kandidaten zijn dezelfde vragen gesteld. De scores betreffen een groot aantal items. In de voorlichting is meegedeeld dat het schrijven van een methode van belang zou kunnen zijn bij de beoordeling. Het besluit om de heer A nog niet te benoemen in een LC-functie is in een gesprek toegelicht en schriftelijk gemotiveerd. De BAC constateert dat er meer nodig is voor het vervullen van een LCfunctie dan het goed functioneren als LB-docent. De heer A schiet met name tekort in de verbreding van de competenties naar schoolniveau. In de termen van de competenties betreft het onder meer die met betrekking tot het de omgevingsbewustzijn en het samenwerken met andere vakgroepen. Het bevoegd gezag heeft niet zo maar het advies van de BAC overgenomen. Aan de beslissing zijn meerdere vergaderingen besteed. Overwegingen en conclusie van de Commissie Het bevoegd gezag is aangesloten bij de Commissie. De heer A heeft binnen de aan hem gestelde termijn bezwaar aangetekend bij de Commissie. De Commissie toetst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid het besluit van het bevoegd gezag om de heer A geen LC-functie aan te bieden en de wijze waarop de procedure jegens de heer A is gevolgd.

De Commissie doet op grond van artikel 5.5, derde lid, onder c, van de CAO-VO 2003-2005 een voor het bevoegd gezag en de heer A bindende uitspraak. Het bevoegd gezag heeft ter invoering van de LC-functie, waartoe de CAO-VO 2003-2005 in artikel 5.4, tweede lid onder b, verplicht, een sollicitatieprocedure vastgesteld. In het Plan van aanpak is als laatste stap opgenomen het afwikkelen van de bezwarenprocedure bij de interne bezwarencommissie Federatie-VO, welke commissie blijkens de overgelegde stukken fungeert als interne bezwarencommissie in de zin van artikel 5.5 CAO-VO. De Commissie concludeert op grond van het bovenstaande dat het bevoegd gezag ervoor gekozen heeft de sollicitatieprocedure met betrekking tot de LC-functies onderdeel te laten uitmaken van de invoeringsprocedure FUWA-VO, zodanig dat de bezwarenregeling van artikel 5.5, onder 3, van de CAO-VO integraal van toepassing is op de sollicitatieprocedure. De Commissie overweegt ten aanzien van de gevolgde procedure als volgt. Blijkens het 'Plan van aanpak benoeming leraren in LC-functies op het VCB' en de op basis daarvan opgestelde documenten, met name 'de vergelijking van de werkzaamheden LB- en LC-functie' van 3 maart 2004 en 'de functie-eisen/competentieprofiel Leraar-LC VCB' van 5 april 2004, heeft de informatie aan het personeel bestaan uit de werkzaamheden en functie-eisen van de gekozen LCfunctie. Op basis van deze informatie is het personeel uitgenodigd te solliciteren op de LC-functie. In de sollicitatieprocedure heeft het bevoegd gezag de sollicitanten beoordeeld op competenties die afgeleid zijn van de functie-inhoud van de gekozen LC-functie. De interne bezwarencommissie heeft zich bij de behandeling van het bezwaar van de heer A beperkt tot de beoordeling van de uitvoering van de vastgestelde sollicitatieprocedure. De Commissie overweegt dat de CAO-VO beoogt het toedelen van de functies in het kader van de invoering van FUWA-VO op basis van objectieve criteria te doen plaatsvinden. Als waarborg daarvoor beschouwt de Commissie met name de bezwaargrond genoemd in artikel 5.5, derde lid onder a. respectievelijk c, van de CAO-VO betreffende de relatie tussen de beschrijving van de aangeboden functie en de opgedragen werkzaamheden. Hoewel de procedure zelf zoals deze in overleg met de PMR is vastgelegd in het Plan van aanpak geen onderwerp kan zijn van de onderhavige bezwaarprocedure, merkt de Commissie op dat het haar voorkomt dat de gekozen wijze van toedelen van de LC-functies zich niet verdraagt met hetgeen de CAO bepaalt en beoogt, namelijk dat de werknemer met de in de CAO vastgelegde rechtsmiddelen kan opkomen tegen het besluit van de werkgever. Hierdoor wordt wezenlijk tekort gedaan aan de rechten die aan de heer A op grond van de CAO toekomen. Ten aanzien van de jegens de heer A gevolgde procedure overweegt de Commissie als volgt. Het bezwaar van de heer A spitst zich toe op de onderbouwing van de scores waarmee de BAC zijn competenties heeft beoordeeld. Vast staat dat de heer A middels een korte sollicitatiebrief, zoals geadviseerd door het bevoegd gezag, zijn belangstelling voor de functie kenbaar heeft gemaakt op basis van de hiervoor vermelde informatie. De BAC heeft de heer A op acht competenties beoordeeld door middel van scores op 6 tot 8 items per competentie. Blijkens de toelichting op het scoringsformulier worden de scores bepaald door 'de mate waarin gewenst gedrag waargenomen wordt', en voorts dienen de gemiddelde scores op alle competenties minimaal een 3 te zijn. Uit het overgelegde evaluatieverslag en de mededeling van het bevoegd gezag ter zitting blijkt dat tijdens de sollicitatieprocedure besloten is van de verzwaarde eis - een 4 - ten aanzien van enkele kerncompetenties af te zien. De scores van de heer A zijn op vier competenties ruim een 3 en op vier competenties ruim een 4. De conclusie van de BAC om de heer A nog niet in een LC-functie te benoemen is - samengevat - onderbouwd door de mededeling dat de heer A zijn inzet en voortrekkersrol in de vakgroep zou moeten verbreden naar schoolniveau. Ter zitting heeft het bevoegd als voorbeelden genoemd: het vervullen van de rol van kartrekker bij vergaderingen van vakgroepoverstijgende projecten, het communiceren met andere vakgroepen en het deelnemen aan projecten binnen de school. Het behoort niet tot de bevoegdheid van de Commissie om in te gaan op de scores als zodanig. De Commissie overweegt dat een beoordelingsprocedure als waarvan hier sprake is, dient te voldoen aan waarborgen van objectiviteit, inzichtelijkheid en controleerbaarheid. De Commissie is niet gebleken dat bij de beoordeling gebruik gemaakt is van een score-instrument dat geijkt is, zodanig dat de scores inzichtelijk kunnen worden gemaakt aan de hand van objectieve criteria. De Commissie is van oordeel dat de scores op grond van niet nader geconcretiseerd 'waargenomen gedrag' niet als zodanig kunnen gelden.

Het bovenstaande overziende komt de Commissie tot het oordeel dat de procedure welke jegens de heer A gevolgd is, niet voldoet aan de criteria waaraan een dergelijke procedure naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid behoort te voldoen en dat reeds op grond hiervan het besluit van het bevoegd gezag niet in stand kan blijven. Bij het nemen van een nieuw besluit dient het bevoegd gezag naar het oordeel van de Commissie kenbaar de navolgende overwegingen te betrekken. De heer A heeft een aantal activiteiten genoemd op grond waarvan hij meent in aanmerking te komen voor de benoeming in een LC-functie. Het betreft het schrijven van een lesmethode die in de school gebruikt wordt, het leiden van de vakgroep, het ontwikkelen van een website voor de vakgroep scheikunde/natuurkunde, het nemen van initiatieven om te komen tot vakgroepoverstijgende activiteiten. Het betreft objectieve gegevens die niet door het bevoegd gezag zijn weersproken. Gelet op de inhoud van de gekozen LC-functie en de voorbeelden die het bevoegd gezag zelf in de voorlichting en ter zitting heeft genoemd, is het aannemelijk dat de heer A in belangrijke mate werkzaamheden van de LC-functie vervult, hetgeen dient te leiden tot benoeming in die functie. Op grond van het bovenstaande spreekt de Commissie uit dat het bezwaar van de heer A gegrond is. Aldus vastgesteld te 's-hertogenbosch op 18 mei 2005 door mr. A. Jurgens, voorzitter, mr. dr. W. Beurskens, lid, en mr. H. Zurlohe, lid, in tegenwoordigheid van mr. M. de Bont-Hanenkamp, adjunct - secretaris.