Gemeente Delft. : Jaarlijkse actualisering Algemene Plaatselijke Verordening voor Delft

Raadsvoorstel Gemeente Delft Aan de gemeenteraad Van Datum Pfh. Steller tel.nr. e-mail Cluster/Afdeling Registratie nr. Stuk College van B&W 7 februari 2012 Burgemeester B. Hobbelink 1871 bhobbelink@delft.nl Veiligheid/Advies 1203914 GR1-74 I Gescand archief datum 01! -06-2012 Ondenwerp : Jaarlijkse actualisering Algemene Plaatselijke Verordening voor Delft Gevraagde beslissing: 1. het vaststellen van wijzigingen van de Algemene Plaatselijke Verordening voor Delft, m.b.t. de artikelen 2:18; 2:25; 2:33; 2:47; 2:52 en 2:53; 2. Het toevoegen van artikel 1:3a; 3. de inwerkingtreding van de onder 1 genoemde wijzigingen per 1 mei 2012; Samenvatting De APV wordt jaarlijks geactualiseerd; vaststelling is een bevoegdheid van de raad. De voorgestelde wijzigingen zijn divers van aard. Soms is een wijziging een gevolg van een wetswijziging, soms is het een consequentie van (hogere) rechtspraak. In andere gevallen gaat het om een inhoudelijke aanpassing, omdat het desbetreffende artikel in de praktijk handhavingsproblemen oplevert of voor onduidelijkheid zorgt; soms betreft het een aanpassing van het huidige beleid. Op relevante onderdelen is ook de Toelichting op de APV gewijzigd (zie daarvoor pag. 1 van de Toelichting). De gewijzigde Toelichting is door het college vastgesteld in zijn vergadering van 7 februari 2012. De voorgestelde wijzigingen hebben geen financiële gevolgen. Voorgesteld wordt om, in afwijking van wat te doen gebruikelijk is, de beoogde wijzigingen niet op 1 januari 2012 maar op 1 mei 2012 van kracht te laten worden. Vanwege de venwachte wisselwerking tussen beide herzieningsrondes is de ingangsdatum van deze jaarlijkse APVwijzigingsronde afhankelijk gesteld van de uitkomsten van de tussentijdse APV-herziening met betrekking tot het vervallen van de Horeca Exploitatie Verordening en de gevolgen daarvan voor de APV. 1. Aanleiding De APV voor Delft wordt jaarlijks geactualiseerd. 2. Bevoegdheid Het vaststellen van wijzigingen van de Algemene Plaatselijke Verordening voor Delft is een bevoegdheid van de gemeenteraad o.g.v. art. 149 Gemeentewet. S

Stuk GR 12-74 1 pag.2. 3. Historie / relatie met eerdere besluiten/ proces Elk jaar wordt de APV geactualiseerd; waar nodig vindt een algehele herziening plaats. In 2009 is de APV herzien, vooral vanwege deregulering/vermindering van administratieve lasten in navolging van de model APV (VNG). Indien nodig kan gedurende het jaar een tussentijdse wijziging plaatsvinden. 4. Wat willen we bereiken? (Beoogd effect) Een actuele APV waarmee we zo goed mogelijk kunnen bijdragen aan de openbare orde en de veiligheid en aan beheersing van de openbare ruimte. Daarbij is een goede afweging inzake de noodzaak van regelgeving (incl. vergunningverlening) in het kader van deregulering/vermindering van administratieve lasten van belang. 5. Wat gaan we daarvoor doen? (Oplossingsrichtingen / kanttekeningen) Aanpassing van een aantal APV artikelen en vervolgens het opstellen van nadere regels door het college. 6. Wat mag het kosten? (Financiële paragraaf) Is in verband met de voorgestelde wijzigingen niet aan de orde. 7. Communicatie Op basis van artikel 3:42 Awb is publicatie na vaststelling van de wijzigingen verplicht. 8. Verdere procedure Na vaststelling van de wijzigingen door de gemeenteraad wordt het besluit gepubliceerd in "De Stadskrant" en wordt het stuk ter inzage gelegd bij de Publieksbalie. Het betreft een algemeen verbindend voorschrift, dat niet openstaat voor bezwaar en beroep. Bijlagen: 1. Overzicht van de voorgestelde wijzigingen en een bestuurlijke toelichting daarop 2. Toelichting op de APV voor Delft Hoogachtend, Het college van burgemeester en wethouders van Delft, mr. drs. G.A.A. Verkerk.burgemeester, mr. J. Krul.secretaris.

Raadsbesluit Datum : 7 februari 2012 Registratie nr. : 1203914 Stuk :GR12-74II Ondenwerp : Wijziging Algemene Plaatselijke Verordening voor Delft De raad van de gemeente Delft; gelezen het voorstel van het college van 7 februari 2012; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; gezien het advies van de raadscommissie Bestuur, Leefomgeving en Duurzaamheid; ovenwegende dat het aanbeveling verdient regels te stellen ter handhaving van de openbare orde BESLUIT: I. Vast te stellen de navolgende wijzigingen in de Algemene plaatselijke verordening voor Delft: Artikel 1.3a Elektronisch verkeer Invoegen nieuw artikel Het nieuwe artikel luidt als volgt: Artikel 1.3a Elektronisch verkeer Een kennisgeving of melding aan het college of de burgemeester kan ook langs elektronische weg worden gedaan op een door het bestuursorgaan aangegeven wijze indien het bestuursorgaan daartoe beslist. Artikel 2:18 Evenementenvergunning Toevoegen nieuw lidnummer 7 Het nieuwe lidnummer komt als volgt te luiden: 7. Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

Stuk GR12-74 II pag. 2. Artikel 2:25 Aanwezigheidsvergunning speelautomaten Toevoegen nieuw lidnummer 4 Het nieuwe lidnummer komt als volgt te luiden: 4. Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing. Artikel 2:33 Verboden drankgebruik Wijzigen lid 4. "eerste "wordt geschrapt en vervangen door "vierde" Toevoeging sub c aan lid 4: c. uitzonderingen in het aangewezen gebied zoals doorhet college bepaald. Artikel 2:47 Houden van hinderlijke of schadelijke dieren Samenvoeging van beide leden van het huidige artikel en wijziging van de tekst Het nieuwe artikel luidt als volgt: Heï is verboden dieren te houden of te voeren, die naar het oordeel van het cohege voor de omgeving schadelijk of hinderlijk zijn en/of dieren te houden ofte voeren op een voor de omgeving schadelijke of hinderlijke wijze. Artikel 2:52 Handel in en gebruik van verdovende middelen Het artikel komt als volgt te luiden: Artikel 2:52 Handel in en gebruik van verdovende middelen Het is verboden op een openbare plaats dan wel in afvalbakken injectiespuiten of onderdelen daarvan achter te laten. Artikel 2:53 Verzameling van 2 of meer personen in verband met harddrugs Artikel wordt geschrapt. Vermeld wordt: Artikel 2.53 vervallen

StukGR12-74 II pag. 3. Artikel 3:4 Seksinrichtingen Toevoegen nieuw lidnummer 6 Het nieuwe lidnummer komt als volgt te luiden: 6. Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing. Artikel 4:7 Kennisgeving incidentele festiviteiten Wijziging lid 1 Lid 1 komt te luiden: Het is een inrichting toegestaan maximaal 12 incidentele festiviteiten per kalenderjaar te houden mits de drijver van de inrichting tenminste vier werkdagen voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld. II. Dat de toevoeging van artikel 1:3a en wijziging van de artikelen 1:3a; 2:18; 2:25; 2:33; 2:47; 2:52 en 2:53 per 1 mei 2012 inwerking treedt; Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 29 maart 2012. ^ ^ ^ ^.burgemeester. mr. drs. G.AA Verkerk.griffier. R.H. van Luyk

eincl": -iraaf wethoud; -houder Overzicht wijzigingen APV voor Delft 2012-31 januari 2012 Artikel nr. Opschrift Weergave wijziging/beknopte omschrijving wijziging Nieuwe tekst/toe te voegen tekst wordt in biauw, vet en cursief weergegeven. Te verwijderen tekst wordt weergegeven in rood, vet en cursief. Toelichting 1:3a Elektronisch verkeer Invoegen nieuw artikel. Het nieuwe artikel luidt als volgt: 2:18 Evenementenvergunning 2:25 Aanwezigheidsvergunning speelautomaten 2:33 Verboden drankgebruik 2:47 Houden van hinderlijke of schadelijke dieren Een kennisgeving of melding aan het coliege of de burgemeester kan ook langs elektronische weg worden gedaan op een door het bestuursorgaan aangegeven wijze indien het bestuursorgaan daartoe beslist. Toevoegen nieuw lidnummer 7: 7. Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing. Toevoegen nieuw lidnummer 4: 4. Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve Fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing. Lid 4: correctie en toevoeqinq In lid 4 wordt venwezen naar het eersfe lid van het artikel, dit moet echter zijn het derde lid. Toevoegen sub o: c: uitzonderingen in het aangewezen gebied zoals door het coilege bepaald. Samenvoegen van beide leden van het huidig artikel en wijziging van de tekst Het nieuwe artikel luidt als volgt: Het is verboden dieren te houden of te voeren, die naar het oordeel Dit artikel wordt opgenomen in verband met de introductie van de mogelijkheid voor het indienen van een digitale kennisgeving of digitale melding op grond van een APV bepaling zoals hieronder bij art. 4:7 (kennisgeving van incidentele evenementen). In het kader van de administratieve lastenverlichting en regeldrukvermindering is de Lex Silencio Positivo (LSP, de van rechtswege verleende beschikking bij niet tijdig besluiten op een aanvraag, paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene Wet Bestuursrecht) ingesteld voor vergunningstelsels die onder de Dienstenrichtlijn vallen. Gemeenten kunnen hiervan afwijken, om dwingende reden van algemeen belang. Voorstel is om de vergunning uit te zonderen van de toepasselijkheid van LSP omdat dit gerechtvaardigd is vanwege dwingende redenen van algemeen belang. In dit geval weegt het belang van een aanvrager (tijdige beslissing op aanvraag) niet op tegen de risico's en de dermate grote gevolgen die een automatische inwilliging met zich meebrengt. (Zie ook hierboven art. 2:18) Bij dit artikel wordt voorgesteld om vanwege de aard van de vergunning de LSP expliciet niet van toepassing te verklaren. Het belang van een aanvrager bij een tijdige beslissing rechtvaardigt in dit geval niet de onwenselijke gevolgen die een automatische inwilliging met zich mee zouden meebrengen. Het eerste punt betreft een correctie. Het tweede punt heeft betrekking op het feit dat formeel gezien, het tijdens een straatfeest dat of buurtbarbecue die (klein evenement) plaatsvindt in een door het college aangewezen gebied (zie: Tiende Uitvoeringsbesluit APV), verboden is alcohol te nuttigen. Het college kan in het desbetreffende uitvoeringsbesluit uitzonderingen opnemen. Handhaving van overlast in de aangewezen gebieden kan altijd plaatsvinden op basis van art. 2:33 lid 1. Bij de APV-wijziging van 1 januari 2011 is er een tweede artikellid toegevoegd aan art. 2:47 APV. Die thans geldende toevoeging bevat het verbod om op een openbare plaats dieren te voeren indien dat overlast veroorzaakt en/of gevaar oplevert voor de volksgezondheid. Openbare plaats wordt in de APV gedefinieerd als een voor het publiek toegankelijke plaats waaronder begrepen de weg als bedoeld in art. 1:1, eerste lid, onder b van de Wegenverkeerswet 1994. Sindsdien

Hfdst. 1/ Afd.12 van het college voorde omgeving schadelijk of hinderlijk zijn en/of dieren te houden of te voeren op een voor de omgeving schadelijke of hinderlijke wijze. is gebleken dat zich de situatie voordoet waarbij het voeren strikt genomen niet (alleen) op een openbare plaats plaatsheeft maar in een deel van het privédomein plaatsvindt dat in een voor dieren rechtstreekse verbinding staat met een openbare plaats. De overlast en/of het gevaar voor de volksgezondheid doet zich daarmee voor op een openbare plaats. Met deze wijziging worden laatstgenoemde situaties nu ook onder de reikwijdte van dit artikel gebracht. De wijziging ziet echter op naar inzicht van de burgemeester als extreem te duiden situaties. Deze uitbreiding op de handhavingsmogelijkheid doet niets af aan de inspanningen die veroorzaker en benadeelden in een dergelijke situatie dienen te verrichten. Drugsoverlast Alle beoalinaen in deze afdelina komen te vervallen m.u.v. art. 2:52 lid 3 Naar aanleiding van recente rechtspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State zijn strafbaarstellingen uit hogere regelgeving (i.c. Opiumwet) niet handhaafbaar via bepalingen uit lagere regelgeving (i.c. APV) maar slechts op basis van de hogere regelgeving zelf. In dit APV-hoofdstuk gaat het om bepalingen die zien op de handel in en het gebruik van verdovende middelen.om te voorkomen dat deze bepalingen in de APV tot een dode letter worden zullen deze worden geschrapt. 2:52 Handel in en gebruik van verdovende middelen 2:53 Verzameling van 2 of meer personen in verband met harddrugs Lid 1 en 2 komen te vervallen. Zie hierboven onder Hoofdstuk 1, Afdeling 12. Schrappen van zinsaedeelte mef het kennelijke doel om afstand van dit voorwerp te doen Dit zinsgedeelte vormt een onnodige inperking en schrappen leidt tot een beter handhaafbaar artikel. Dit artikel komt te vervallen. Zie hierboven onder Hoofdstuk 1, Afdeling 12. 3:4 Seksinrichtingen Toevoeaen nieuw lidnummer 6: 4:7 Kennisgeving incidentele festiviteiten 6. Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing. Wijziging lid 1. De minimumtermijn voor het in kennis stellen van de gemeente wordt verkort van twee weken naar vier werkdagen voor aanvang van de festiviteit. Lid 1 zal hierdoor als volgt luiden: 1. Het is een inrichting toegestaan maximaai 12 incidentele festiviteiten per kalenderjaar te houden mits de drijver van de inrichting tenminste vier werkdagen voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld. (Zie ook hierboven art. 2:18 en 2:25) Bij dit artikel wordt voorgesteld om vanwege de aard van de vergunning de LSP expliciet niet van toepassing te verklaren. Het belang van een aanvrager bij een tijdige beslissing rechtvaardigt in dit geval niet de onwenselijke gevolgen die een automatische inwilliging met zich mee zouden meebrengen. De digitale ontwikkelingen volgend wordt vanuit het oogpunt van klantvriendelijkheid aan ondememers de mogelijkheid geboden om digitaal een kennisgeving te doen van een festiviteit. De kennisgeving kan daarmee eenvoudiger dan voorheen worden ingediend en eenvoudiger worden afgehandeld door de gemeente. Daartoe wordt bij Hoofdstuk 1 Algemene Bepalingen een nieuw artikel opgenomen. Voorts wordt de termijn van kennisgeving aangepast van twee weken naar vier werkdagen. Binnen de nieuwe minimumtermijn heeft de burgemeester nog steeds de mogelijkheid om gebruik te maken van zijn bevoegdheid uit artikel 4:8 om een festiviteit te verbieden als het naar zijn oordeel de woon- en leefsituatie in omgeving van de

inrichting of de openbare orde op ontoelaatbare wijze beïnvloedt. Het zesde uitvoeringsbesluit bij de APV wordt conform deze wijziging aangepast. Toelichting APV Toelichting op de APV De toelichting op de APV die door het college is vastgesteld in zijn vergadering van 7 februari 2012 en is op de hierboven genoemde onderdelen gewijzigd.

eindparaaf wethoud r ( -"/ethouder Overzicht wijzigingen in de toelichting bii de APV voor Delft 2012-31 januari 2012 Artikel nr. Opschrift Weergave wijziging/beknopte omschrijving wijziging Nieuwe tekst/toe te voegen tekst wordt in blauw, vet en cursief weergegeven. Te verwijderen tekst wordt weergegeven in rood, vet en cursief. 1:3a Elektronisch verkeer Dit artikei is opgenomen in verband met de mogelijkheid voor het indienen van een digitale kennisgeving of digitale melding op grond van een APV bepaling. Dit geldt voor die APV-artikelen waarbij het bevoegde bestuursorgaan heeft besloten dat er een elektronische indieningsmogelijkheid bestaat en het bestuursorgaan besloten heeft op welke wijze daarvan gebruik kan worden gemaakt. 2:18 Evenementenvergunning In het kader van de administratieve lastenverlichting en regeldrukvermindering is de Lex Silencio Positivo (LSP, de van rechtswege verieende beschikking bij niet tijdig besluiten op een aanvraag, paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene Wet Bestuursrecht) ingesteld voor vergunningstelsels die onder de Dienstenrichtlijn vallen. Gemeenten kunnen hiervan afwijken, om dwingende reden van aigemeen belang. Besloten is om de in dit artikel bedoelde vergunningsaanvraag expliciet uit te zonderen van de toepasselijkheid van de LSP omdat dit gerechtvaardigd is vanwege dwingende redenen van algemeen belang. In dit geval weegt het belang van een aanvrager (tijdige beslissing op aanvraag) niet op tegen de risico's en de dermate grote gevolgen die een automatische inwilliging met zich meebrengt. 2:25 Aanwezigheidsvergunning In het kader van de administratieve lastenverlichting en regeldrukvermindering is de Lex Silencio Positivo (LSP, de van rechtswege verleende beschikking bij niet tijdig besluiten op een aanvraag, paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene Wet Bestuursrecht) ingesteld voor vergunningstelsels speelautomaten die onder de Dienstenrichtlijn vallen. Gemeenten kunnen hiervan afwijken, om dwingende reden van algemeen belang. Besloten is om de in dit artikel bedoelde vergunningsaanvraag expliciet uit te zonderen van de toepasselijkheid van de LSP omdat dit gerechtvaardigd is vanwege dwingende redenen van algemeen belang. In dit geval weegt het belang van een aanvrager (tijdige beslissing op aanvraag) niet op tegen de risico's en de dermate grote gevolgen die een automatische inwilliging met zich meebrengt. 2:47 Houden van Per 1 april 2012 wordt het woord "openbare plaats" geschrapt. In 2011 is gebleken dat zich de situatie voordoet waarbij het voeren strikt hinderlijke of genomen niet (alleen) op een openbare plaats plaatsheeft maar in een deel van het privé-domein plaatsvindt dat in een voor dieren rechtstreekse schadelijke dieren verbinding staat met een openbare plaats. De overlast en/of het gevaar voor de volksgezondheid doet zich daarmee voor op een openbare plaats. Met deze wijziging worden laatstgenoemde situaties nu ook onder de reikwijdte van dit artikel gebracht. De wijziging ziet echter op naar inzicht van de burgemeester als extreem te duiden situaties. Dit doet niets af aan de inspanningen die veroorzaker en benadeelden in een dergelijke situatie dienen te verrichten. 2:52 Handel in en gebruik van verdovende middelen op straat De toelichting op 2:52 lid 1 en 2 komt met het schrappen van deze leden te vervallen Artikel 2:52 Handel in en gebruik van verdovende middelen op straat Conform desbetreffende bepaling in de model APV. Om niet in de sfeer van de Opiumwet te treden is de passage "onverminderd het bepaalde in de Opiumwet" opgenomen. De Opiumwet is een strafrechtelijk instrument waarin onder meer de verbodsbepalingen staan van middelen die worden genoemd op lijst I ("harddrugs") en II ("softdrugs") die behoren bij deze wet. In de Opiumwet wordt geen aandacht besteed aan overlast ten gevolge van drugshandel op straat. Om hiertegen te kunnen optreden is het noodzakelijk in de APV een artikel op te nemen dat het voorkomen van de aantasting van de openbare orde en van strafbare feiten tot doel heeft. In dit artikel zijn zowel de aanbieders als ontvangers en bemiddelaars ("drugsrunners") strafbaar gesteld. Het "kennelijk doel" kan blijken uit ervaringsfeiten en concrete omstandigheden zoals het aanspreken van voorbijgangers, het waarnemen van transacties enz. Lid 2 bepaalt dat het in de openbare ruimte verboden is hard- en softdrugs te gebruiken, toe te dienen of voorbereidingen daartoe te treffen of dit voorhanden te hebben. Lid 3

Hef artikel is erop gericht dat geen injectiespuiten en dergelijke worden achtergelaten, die bijvoorbeeld kunnen zorgen voor verwonding van burgers, waaronder ook kinderen. 2:53 Verzameling van 2 of meer personen in verband met harddrugs Toelichting komt te vervallen i.v.m. intrekking artikel Lid 1 geeft de burgemeester de bevoegdheid een gebied aan te wijzen in het kader van de handhaving van de openbare orde, waar het vervolgens verboden is bijeen te zijn met 2 of meer personen waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat dit verband houdt met gebruik van of handel in harddrugs of heling. Het aanwijzen van een gebied kan voor ten hoogste 6 maanden (lid 2); deze termijn kan voor onbepaalde tijd worden veriengd. 2:53 Seksinrichtingen In het kader van de administratieve lastenverlichting en regeldrukvermindering is de Lex Silencio Positivo (LSP, de van rechtswege verleende beschikking bij niet tijdig besluiten op een aanvraag, paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene Wet Bestuursrecht) ingesteld voor vergunningstelsels die onder de Dienstenrichtlijn vallen. Gemeenten kunnen hiervan afwijken, om dwingende reden van algemeen belang. Besloten is om de in dit artikel bedoelde vergunningsaanvraag expliciet uit te zonderen van de toepasselijkheid van de LSP omdat dit gerechtvaardigd is vanwege dwingende redenen van algemeen belang. In dit geval weegt het belang van een aanvrager (tijdige beslissing op aanvraag) niet op tegen de risico's en de dermate grote gevolgen die een automatische inwilliging met zich meebrengt. 4:7 Evenementen Aanvulling artikel-toelichting Een kennisgeving kan ook digitaal worden ingediend via de website van de gemeente via het digitale Gemeenteloket.