Lokaal Nr 1 Lokaal is het magazine van de lokale besturen en verschijnt 2 x per maand 20 x per jaar VVSG vzw, Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel Afgiftekantoor Gent X P2A9746 Prettig winkelen leefbaar centrum Antwerpen begint met beleids- en beheerscyclus De sterke Kortrijkse regio Nationale politie in Nederland
bestuurskracht interview Kris Peeters Winkelnota moet dorpskernen versterken en leefbaar maken Om de leefbaarheid van de stads- en gemeentekernen te verbeteren en de wildgroei van shoppingcentra te stoppen, wil Vlaams minister-president Kris Peeters ook op dit terrein een Copernicaanse revolutie ontketenen. De discussie is geopend, maar wat zijn de krijtlijnen van die Winkelnota? tekst marlies van bouwel beeld stefan dewickere Kortrijk, 31 januari Via-studiedag: Winkelen in Vlaanderen Bij de vorming van de Vlaamse regering kregen kernversterking en winkelbeleid bijzondere aandacht. Dat resulteerde in een startnota winkelen in Vlaanderen. Tijdens deze studiedag komt u te weten hoever het staat met het uitvoeren van de startnota en ervaart u hoe een dynamische handel en bloeiende kernen, in harmonie met de periferie, een samenspel zal vergen van verschillende partijen. Overheden en ondernemers hebben daarbij allemaal een rol te spelen. www.vlao.be De Winkelnota was al afgesproken in het regeerakkoord van de Vlaamse regering, bovendien vindt Vlaams minister-president Kris Peeters een globale toekomstvisie voor het winkelen in Vlaanderen uiterst belangrijk: We willen dringend de verlinting van de gewestwegen tegengaan, de leefbaarheid van onze stads- en gemeentekernen verbeteren en de wildgroei van shoppingcentra in de hand houden. Al te dikwijls stel ik vast dat wanneer een projectontwikkelaar een gemeente uitkiest om er een groot shoppingcentrum in te planten, ook al naar het drukkingsmiddel wordt gegrepen om desnoods naar een andere gemeente te gaan. Spelen winkels dan zo n belangrijke rol in de leefbaarheid? En of. De leefbaarheid van een gemeente of stad hangt samen met de aanwezigheid van een school en andere publieke functies, maar zeker ook met de aanwezigheid van winkels en van een goede sfeer zodat mensen er graag hun inkopen komen doen. Elke gemeente heeft de belangrijke taak dit goed te organiseren. Die detailhandel is verschrikkelijk belangrijk voor de leefbaarheid en de dynamiek van een gemeente. We weten niet half hoe rijk we eigenlijk zijn omdat we godzijdank op zondag nog naar de warme bakker kunnen, dat er een slager is, een kruidenier. In vele gemeenten in de ons omringende landen is dat veel problematischer. Zoek in Duitsland op zondag maar eens naar een bakker! Ik ben een believer van aantrekkelijke kernen. Vlaanderen is uniek op dat vlak, vergelijk het ook maar eens met de Verenigde Staten, waar een aantrekkelijke dorps- of stadskern helemaal niet vanzelfsprekend is. We moeten dat koesteren. Het is ook niet tegen iets, we hebben immers ook grote shoppingcentra nodig maar ik zeg enkel: kijk goed uit waar ze komen. 12 I 10 januari 2011 I Lokaal
Kris Peeters: De leefbaarheid van een gemeente of stad hangt samen met de aanwezigheid van een school en andere publieke functies, maar zeker ook met de aanwezigheid van winkels en van een goede sfeer.
bestuurskracht interview Kris Peeters Daarnaast moeten gemeenten ook kijken hoe ze inspelen op het pandenbeleid. In een aantal straten moet je daar omzichtig mee omgaan, zodat iedereen aan bod kan komen en het aantrekkelijk wordt om er te winkelen. Ik heb het dan over het assortiment, het is delicaat om er iets aan te doen maar het wordt er niet aantrekkelijker op als je overal dezelfde ketens toelaat. De Europese Dienstenrichtlijn heeft de sociaaleconomische vergunning grondig gewijzigd, de economische criteria mogen niet meer. Hoe kunnen gemeenten het assortiment sturen zonder dat ze in conflict komen met de Europese dienstenrichtlijn? Die discussie hebben we al gehad bij de ontwrichtingstoets voor het ruimtelijke aspect. Ik ben me ervan bewust dat ik het fiat van Europa nodig heb zodat ons winkelbeleid niet indruist tegen de Dienstenrichtlijn. Over de detailhandel wil ik het eind januari hebben op de Rondetafel in Ik nodig de gemeenten uit hun best practices door te geven en voorstellen uit te wisselen. Als Vlaanderen bijkomende instrumenten moet ontwikkelen, dat ze dat dan zeggen! Kortrijk, ik wil ervaringen horen van gemeenten waar het gelukt is. Met die informatie wil ik binnen het kader van de Dienstenrichtlijn kijken hoe ver ik juridisch kan gaan. Die ketens mogen er best zijn maar je moet een mix krijgen. Hiervoor is een voorzichtige handelwijze nodig en de gemeenten moeten die rol in handen nemen en er in een goede samenwerking aan werken zodat de kernen echt aantrekkelijk blijven of worden. Je ziet al initiatieven zoals de oprichting van een handelspandenfonds in Ronse waardoor niet enkel de grote ketens snel de panden kunnen opkopen. We willen daarvoor een insteek krijgen van de gemeenten, hun ervaringen, wat kunnen of wat moeten we voor hen doen? Dus ik nodig de gemeenten uit hun best practices door te geven en voorstellen uit te wisselen, binnen de VVSG of elders. Als Vlaanderen bijkomende instrumenten moet ontwikkelen, dat ze dat dan zeggen! In het platform zullen de gemeenten horen hoe ze de ervaringen van anderen kunnen benutten. En de gemeenten kunnen dat ook niet alleen, het is wel mogelijk in overleg met de lokale handelsverenigingen. Wat zal de rol van het Agentschap Ondernemen zijn? Per provincie zal het Agentschap Ondernemen een rechtstreeks aanspreekpunt krijgen voor de gemeenten, ze zullen informeren, animeren, sensibiliseren. Welke instrumenten wil de Vlaamse overheid de gemeenten zoal aanbieden? Ik denk niet dat wij of de gemeenten moeten zeggen welke winkel hier en welke daar moet komen. Maar in de gemeenten komt kernvernieuwing bijna op natuurlijke wijze tot stand. Het is moeilijk vanuit de Vlaamse regering te zeggen hoe dat precies moet, ik wijs er de gemeenten enkel op dat er een aantrekkelijk assortiment moet komen. We willen ook een ondersteunend luik voor gemeenten en provincies. De Vlaamse regering wil ze instrumenten aanreiken zodat de gemeenten het uit kunnen werken. Precies daarop kreeg ik veel reacties in het parlement. In mijn ogen spelen de gemeenten een zeer belangrijke rol, want distributie is essentieel voor de maatschappelijke samenhang. Want ook voor de mobiliteit is die detailhandel belangrijk. Als er een buurtwinkel is, hoef je niet met de auto boodschappen te doen. Daarom zijn de baanwinkels voor veel mensen aantrekkelijk: je parkeert er je auto voor de winkel. Bepaalde mobiliteitsplannen van gemeenten en steden ontmoedigen de mensen om er te komen winkelen. Het parkeerbeleid in de mobiliteitsplannen moet doordacht worden aangepakt. Het klopt dat die grote shoppingcentra daardoor zo aantrekkelijk zijn geworden: je hebt er geen problemen om te parkeren, en het is nog gratis ook. Willen we de kernen aantrekkelijk maken, dan moeten we ook daarvoor een beleid voeren. Er moet een coherente aanpak komen voor de parkeer- en de mobiliteitsaspecten. Voor de consument gaat het vaak om de keuze tussen de stad en het shoppingcentrum: we moeten die consument zin geven om naar de stad te gaan en hem de mogelijkheid bieden er ook weer uit te vertrekken. Natuurlijk moet het openbare vervoer voort ontwikkeld worden. Ik verwacht op dat vlak veel van de steden, zij kunnen die knopen 14 I 10 januari 2011 I Lokaal
ontrafelen. En omdat dit zo n belangrijk thema is wilden we voor de eerste keer een globaal beleid op poten zetten voor het winkelen in Vlaanderen, zodat de groot- en de kleindistributie kansen krijgen. Hierin zien we een belangrijke rol weggelegd voor de gemeenten, onder meer op het vlak van mobiliteit met het parkeerbeleid. De verlinting van Vlaanderen moet gestopt worden, ze kan zo niet langer doorgetrokken worden. U bedoelt de A12 en van ons land? De A12 is een perfect voorbeeld van verlinting, we kunnen dat niet meer terugdraaien, maar we kunnen het nu wel stopzetten. Die bedoeling zit helemaal in de Winkelnota. De essentie is die verlinting tegengaan en stoppen met het ad-hocbeleid voor het toekennen van nieuwe vestigingsplaatsen en de ongecontroleerde verwinkeling van de bedrijventerreinen. Tegelijk moeten we ons voorbereiden op de regionalisering van de IKEAwet. Want als er een staatshervorming komt, zit de hervorming van de IKEA-wet in het eerste pakket. In het slechtste geval als die bevoegdheid niet wordt geregionaliseerd moeten we toch ook stappen zetten. We zijn nu al voorbereid om dat beleid uit te kunnen rollen. Welke winkels zijn wel en welke niet toegelaten op bedrijventerreinen? In de distributiezones op bedrijventerreinen horen enkel de winkels die er zich toe lenen, omdat ze een grote oppervlakte nodig hebben zoals doehet-zelfzaken, tuincentra of winkels met tapijten en verf. Voor deze handelszaken moet je de nodige plaats reserveren. En daarna kijken we hoeveel plaats er nog overblijft voor grote winkelcentra. Voor de afbakening van die distributiezones denk ik dat we moeten spreken met de gemeenten en de provincies over hoe we daar voortaan mee omgaan. Voor het aspect ruimtelijke ordening komen er rondzendbrieven zoals in de visienota aangekondigd staat. Maar ik ben nog voorzichtig want dit wordt nog besproken in de parlementaire commissie en met de lokale besturen. Het wijzigingsbesluit op de bedrijventerreinen komt er snel want er is nu al te veel distributieactiviteit. Mijn uitgangspunt is dat er in distributieland een Copernicaanse omwenteling nodig is, tot nu toe gebeurde de invulling veel te veel ad hoc. Met die omwenteling willen we de kernen attractiever maken, dat is onze belangrijkste prioriteit, met daarnaast het winkelen. Maar we willen niet enkel daarop focussen want als je de kernen niet in orde krijgt, tast je de aantrekkelijkheid van onze steden en gemeenten aan en ook de sociale cohesie. Het gaat dus echt over de leefbaarheid van onze 308 gemeenten. Zonder distributie is er geen leven en durven mensen die kernen niet in te gaan. Met deze visienota en de dialoogdag wil ik een debat starten. Ik ben nu nog wat terughoudend zodat de gemeenten zelf naar voren komen. We willen met de winkelnota een uitnodiging tot dialoog teweegbrengen. Daarom heet het geen winkelgroenboek maar een startnota die een visie weergeeft waarover ik met de gemeenten wil overleggen. Het is de eerste maal dat er zo n omwenteling komt, de gemeenten krijgen hierbij een niet onbelangrijke rol maar ik wil hem niet opdringen. Als ze die rol niet willen, helpt mij dat niet vooruit. Welke gemeenten doen het goed op het vlak van winkelen in de kern? Bornem is met glans geslaagd terwijl dat toch een kleine gemeente is. Ook Boom is volop bezig de kaai te vernieuwen en de Markt te ontsluiten naar de Rupel. Een rivier is voor een gemeente een geschenk uit de hemel, maar veel gemeenten Als er een staatshervorming komt, zit de hervorming van de IKEA-wet in het eerste pakket. En als die bevoegdheid niet wordt geregionaliseerd, moeten we ook stappen zetten. hebben de rivier de rug toegekeerd. Nu willen ze in Boom een beter zicht op de rivier en zijn ze volop bezig dat marktplein te ontsluiten naar de Rupel. De distributie kan er alle kansen krijgen. Burgemeester Patrick Marnef met zijn college doet er schitterend werk. Ook Antwerpen is goed bezig, ook al heeft de stad geleden onder de komst van het Wijnegem Shopping Centre waar tijdens de koopjesperiode de auto s tot ver op de autosnelweg in de file staan. Met de juiste aanpak en de mooie renovatie van de Stadsfeestzaal zit de stad Antwerpen weer goed in de markt. Ook in Gent is er een puik assortiment in de Brabantdam. Of neem Kortrijk, ook daar is er loon naar werken. De winkelnota komt volgens mij geen minuut te vroeg, ik hoop dat er een dynamiek door op gang komt. Marlies van Bouwel is hoofdredacteur van Lokaal Lokaal I 10 januari 2011 I 15