Stressmanagement Plan van aanpak om te ontstressen hoofdstuk 3 Petronette Castrop de Koning
Inhoudsopgave Professionele stresscounselor... 3 Stellingen... 4 Iemand die naar een stresscounselor gaat zit met een probleem.... 4 Onbenut potentieel wil zeggen dat iemand de mogelijkheid mist om met stress om te gaan.... 4 3 fasen van Counseling... 5 Fase 1: Inventarisatie van de problematische situaties.... 5 Fase 2: prioriteiten stellen en bedenken van gewenste doeleinden... 5 Fase 3: plan van aanpak maken.... 6 Bevorderende en belemmerende factoren.... 6
Professionele stresscounselor Het is belangrijk dat het ontstressen volgens een structuur gebeurd zodat stress doelgerichter aangepakt wordt. Een professionele stresscounselor onderneemt, volgens Gerard Egan, 3 stappen: 1) Identificeren en verhelderen van de probleemsituatie. 2) Stellen van doeleinden, het ontwikkelen van een aantrekkelijke scenario. 3) Helpen strategieën te ontwikkelen om de doelen te bereiken. Door in de wachtkamer van Egan te kijken, begrijpen we zijn visie beter. Hij is van mening dat zijn cliënten geen problemen hebben. Het is een problematische situatie die kan worden opgelost. Egan brengt orde in de chaos die er heerst. Doordat hij orde schept komen de zaken naar voren die van belang zijn. Hij identificeert deze zaken. Vervolgens gaat hij deze zaken verder uitdiepen. Hij verheldert de zaak. Daarnaast geeft hij inzicht in het onbenut potentieel en de gemiste kansen. Een ander uitgangspunt in de visie van Egan is gemiste kansen. Het niet gebruiken van alle mogelijkheden. Mijn ervaring is dat mensen snel kiezen voor de makkelijkste en eenvoudigste oplossing. Ze bekijken de potentie niet en dus maken zij geen gebruik van de diverse uitkomsten. De makkelijkste en snelste weg is vaak de veiligste weg. Ik, vechter of type A, kies juist vaak voor de moeilijke weg. Ik heb liever kwaliteit en dan dat ik kijk naar kwantiteit. Ik verkies dus voor een langdurige adequate oplossing in plaats van een korte tijdelijke oplossing. Het model van Egan is een ontwikkelingsmodel. In het onderwijs kennen we diverse ontwikkelingsmodellen, bijvoorbeeld: handelingsgericht werken, Eigen initiatief model, Opbrengstgericht werken(ogw), Plan, do, check, act. De strategie die ik vaak zelf toepas: Handelingsgericht werken (HGW).
Een ontwikkelingsmodel gaat altijd uit van een ontwikkeling, een groei. Bij al deze strategieën maakt de cliënt, of in mijn geval de leerling, een groei door. Je ontwikkelt. Naar mijn mening maak je de grootste ontwikkeling door als je eigenaar bent van je eigen proces. Daarom pas ik de methodiek EIM vaak toe in de klas. Ik leer de leerling om planmatig te werken door diens denkproces te stimuleren. Deze stimulans bied ik door het stellen van vragen. De leerling denkt vooraf zelf na over zijn doel, plan van aanpak, hij stelt bij en hij evalueert. Dit alles doet hij zelf samen met mijn begeleidende vragen. Zo worden zij eigenaar van hun proces. Stellingen Iemand die naar een stresscounselor gaat zit met een probleem. Onjuist. Zoals Egan het noemt is het een problematische situatie. De situatie is niet meer te overzien en daardoor lijkt het een probleem. Je zit in een verlammende houding; aangeleerd hulpeloosheid. Aan het eind van de eerste sessies heb je dusdanig verheldering gekregen dat de situatie weer gestructureerd is. Er is weer overzicht en ervaart het probleem niet meer als een probleem maar als een problematische situatie waarin jij je nu bevint. Onbenut potentieel wil zeggen dat iemand de mogelijkheid mist om met stress om te gaan. Onuist. De mogelijkheden om met stress om te gaan worden niet benut. Iedereen heeft de mogelijk om met stress om te gaan. Het gaat hier dus om onbenutte kansen. Kansen die je niet ziet omdat je visie vertroebelt is door de problematische situatie. Jouw onbenut potentieel is om te zetten naar benut potentieel. Gebruik makend van je kracht en je kansen zorgen dat je met de gehele stresssituatie om kan gaan.
3 fasen van Counseling Zoals eerder beschreven zijn er 3 fases in de counseling van stresssituaties: 1) Identificeren en verhelderen van de probleemsituatie. a) Verhaal vertellen b) Aandacht richten c) Nieuwe perspectieven gebruiken 2) Stellen van doeleinden, het ontwikkelen van een aantrekkelijke scenario. a) Nieuwe scenario s bedenken b) Doelen kritisch bekijken c) Keuze maken en besluiten ervoor te gaan. 3) Helpen strategieën te ontwikkelen om de doelen te bereiken. a) Ontdekken van strategieën voor actie b) Strategieën kiezen en actieplan maken c) Plannen uitvoeren en doelen behalen. Fase 1: Inventarisatie van de problematische situaties. In deze fase worden situaties onderzocht en verhelderd. Deze inventarisatie kan gedaan worden door de juiste vraagstelling toe te passen en niet in te vullen. Het verhaal dat vertelt wordt, is beladen. Door vervolgens vragen te stellen kun je de emotionele lading eraf halen en de situatie objectiveren/ verhelderen. Vervolgens maak je al een eerste schifting. Welke oorzaak verdient aandacht en welke zaak is verloren energie (niet te veranderen.) De oorzaken die wel uw aandacht verdienen komen op uw inventarisatielijst. Tot slot krijg je inzicht in je situatie. Uitzichtloze problemen worden ineens inzichtelijk waardoor ze hanteerbaar zijn. Het onbenutte potentieel wordt benut. Fase 2: prioriteiten stellen en bedenken van gewenste doeleinden In deze fase is het belangrijk om de oorzaken goed op een rijtje te zetten en inzicht te hebben welke stressbron je prioriteit heeft. Door de situatie eerst wenselijk te maken (in gedachten). Je bedenkt een alternatief voor de huidige situatie. Hiermee beschrijf je jouw behoefte/ doel. Hierbij moet je wel realistisch en kritisch zijn want het doel moet haalbaar zijn. Indien het doel niet haalbaar is zou dit namelijk weer stress geven. Tot slot maak je een keuze waar je wilt beginnen en ga je over tot het maken van een plan.
Fase 3: plan van aanpak maken. In deze fase start je met diverse strategieën te bedenken om tot je doel te komen. Je weet tot slot wat je wilt bereiken. Het leuke aan deze fase vind ik het brainstormen en het out of the box thinking. Alles mag. Daarna gaat u kijken welk strategie de meeste potentie heeft. Je maakt hier een actieplan. Welke kleine stappen ga je nemen om je doel te bereiken? Welke middelen zet je in om dat doel te behalen? Misschien wil je ook gebruik maken van personen? Wie zet je dan in? Je bepaalt hier je strategie en stelt je plan van aanpak op. Tot slot ga je dit plan ook uitvoeren. Er zullen in deze fase altijd bevorderende en belemmerende factoren zijn die invloed uitoefenen op het plan. Dit vraagt flexibiliteit. Het is van belang de rode draad te bewaken en te kijken of uw plan aanpassing vereist om dit doel te behalen. Het doel is realistisch en dus haalbaar! Door tussendoor te evalueren kun je de fase waarin je zit bijstellen. Ik evalueer graag met anderen mensen. Ik maak dus gebruik van een klankbord. Mijn man en mijn professionaliseringscoach zijn gebruikte klankborden voor mij. Bevorderende en belemmerende factoren. In het proces naar je doel kom je effecten tegen die bevorderen of belemmeren. Door hierop in te spelen kun je jouw plan tussentijds bijstellen. Bevorderende factoren zijn factoren die een positief effect op het plan hebben. Bijvoorbeeld: De leerlingen voelen zich veilig bij elkaar, de leerlingen hebben de getallenrij tot 20 geautomatiseerd, er is extra ondersteuning tijdens deze les. Belemmerende factoren hebben een negatief effect op het plan. Bijvoorbeeld: De leerlingen werken groep doorbroken, dit houdt in dat ze naar een andere klas moeten en nog onbekend zijn met elkaar. De leerkracht heeft de digitale ondersteuning van de bekende methode nog niet volledig eigen gemaakt. De leerlingen hebben de les na een gymles waardoor dit effect heeft op de effectieve leertijd en de spanningsboog. Uit de belemmerende en bevorderende factoren kun je vervolgens weer behoeftes omschrijven waardoor er aanpassingen in het plan zijn gemaakt. Ook kunnen deze behoeftes doelen worden. Bijvoorbeeld: Belemmerende factor: de leerling is beperkt in zijn fijne motoriek waardoor schrijven moeizaam gaat. Bevorderende factor: de leerling is ipad vaardig en kan met 10 vingers typen. Behoefte: de leerling heeft behoefte aan materiaal zoals een ipad. Hierdoor kan hij typen in plaats van schrijven.