Bewerking Cadmap kaarten 2010

Handleiding Bewerking Cadmap kaarten 2010 Cevi NV Bisdomplein 3 9000 GENT Tel 09 264 07 01 contactcenter@cevi.be http://www.cevi.be

1 INHOUDSOPGAVE 1 INHOUDSOPGAVE... 1.1 2 COLOFON... 2.1 3 BEWERKEN EN INTEGREREN CADMAP-KADASTERKAARTEN 1/1/2010 IN GIS3.1 3.1 Voorbereidingen... 3.1 3.2 Opzoeken wat je recentste percelenkaart is... 3.1 3.3 Archiveren te vervangen kadasterkaarten... 3.2 3.4 Conversieprogramma opladen in ArcToolbox... 3.2 3.5 Conversie uitvoeren van de percelenkaart... 3.3 3.6 Recentste percelenkaart overschrijven... 3.5 3.7 Hernoemen andere kaartlagen kadastrale kaart... 3.7 3.8 Recentste kadasterkaarten overschrijven... 3.9

2 COLOFON Cevi NV 2010-09-02 Bisdomplein 3 9000 GENT Tel.: 09 264 07 01 (Cevi Contact Center) Fax: 09 264 07 02 E-mail: contactcenter@cevi.be Internet: http://www.cevi.be/ Extranet: http://ce-site.cevi.be/ Ondernemersnummer: BE 0860.972.295 Programma: Ondersteuning: Piet De Meester

3 BEWERKEN EN INTEGREREN CADMAP- KADASTERKAARTEN 1/1/2010 IN GIS 3.1 VOORBEREIDINGEN Unzip de 10 shapefiles van de kadasterkaartlagen naar een plek op je C-schijf of een netwerkschijf. Stel dat je koos voor de plek c:\temp\cadmap2010 dan ziet deze map er in je Windows Verkenner als volgt uit. Download vervolgens het bestand http://ce-site.cevi.be/site_v2/downloadfiles/kadaster/cadmap2logis2010.tbx en sla het op onder c:\temp. Open ArcMap en ga naar een blanco project. 3.2 OPZOEKEN WAT JE RECENTSTE PERCELENKAART IS Het is de bedoeling dat je de GIS-projecten van ArcMap, LoGISMap, ArcGISServer en LoGISMap niet moet hermaken omdat er nu een nieuwe percelenkaart toestand 1/1/2010 geleverd is. Dat kan eenvoudig als je de recentste percelenkaart overschrijft met de nieuw geleverde percelenkaart toestand 1/1/2010. Daarom moet je wel eerst exact te weten komen wat de recentste percelenkaart is die LoGIS gebruikt en wat het pad is naar die kaart. In dit hoofdstuk lees je hoe je dit doet. Klik in de LoGIS-Basis-knoppenbalk op de knop voor het snelzoeken op kadastraal perceelnummer. Zoek een willekeurig perceel op en laat het tonen op kaart. LoGIS zal de recentste percelenkaart opladen en op het perceel inzoomen. In de inhoudstafel klik je met de rechter muisknop op de percelenkaart en kies je menu Properties.

3.2 In het dialoogvenster Layer Properties ga je naar tabblad Source en kijk je in het vak Data Source naar het item Shapefile. Daarin staan de naam van en het volledige pad naar de recentste percelenkaart. Schrijf de naam en dit pad hieronder over of memoriseer ze goed! Later zul je dit pad en de naam immers nog moeten invullen! Pad recentste kadasterkaarten:. Naam recentste percelenkaart:. Als in de naam van de recentste percelenkaart nog een jaartal voorkomt (bijvoorbeeld CadMap2009_Kadastrale_percelen.shp, Perceelpolygonen_2008.shp of variantes) bel je best eens met een Cevi-productbeheerder om te bespreken of niet beter overgeschakeld wordt naar een efficiëntere naamgeving zonder jaartal. 3.3 ARCHIVEREN TE VERVANGEN KADASTERKAARTEN Voor je de recentste kadasterkaarten overschrijft met de nieuwe kadasterkaarten toestand 1/1/2010 moet je een archiefkopie maken van deze recentste kadasterkaarten. Anders zou je ze kwijt zijn en geen oudere versies van de kadasterkaarten kunnen gebruiken in het GIS. In dit hoofdstuk lees je hoe je dit kunt uitvoeren. Kijk in de Verkenner naar de plaats en naamgeving van archiefmappen van eerdere jaargangen van de kadasterkaarten. Maak een nieuwe archiefmap aan waarin je de te vervangen recentste kadasterkaarten gaat archiveren. Het kan zijn dat de te vervangen recentste kadasterkaarten al gearchiveerd zijn, in welk geval je onmiddellijk naar de volgende fase mag. In de naam van de archiefmap neem je best de jaargang op. Bijvoorbeeld map Toestand 20090101. Je maakt de map best aan op een pad als *:\gis\data\kadaster. Kopieer de volledige inhoud van het pad van de recentste kadasterkaarten (zie eerder in deze handleiding) naar de archiefmap en verwijder daarna in de archiefmap alle LYRbestanden (niet de bestanden van andere types!). Deze zullen toch niet goed werken nu het bron-kaartmateriaal op een andere plaats staat. 3.4 CONVERSIEPROGRAMMA OPLADEN IN ARCTOOLBOX Klik in de Standard knoppenbalk op om ArcToolbox op te starten. Het ArcToolbox-venster verschijnt. Klik rechts op ArcToolbox en kies menu Add Toolbox.

3.3 Ga via de keuzelijst Look in naar c:\temp. Duid daar de afgehaalde Cad- Map2LoGIS2010 aan. Bevestig met <Open> (niet door dubbel te klikken!). In de ArcToolbox-boom komt een tak CadMap2LoGIS2010 bij. 3.5 CONVERSIE UITVOEREN VAN DE PERCELENKAART In deze stap wordt de percelenkaart: * veranderd naar een nieuwe naam, zodat je de recentste percelenkaart straks gewoon met deze kaart kunt overschrijven; * voorzien van een kolom PERCID die opgevuld wordt met het voor LoGIS noodzakelijke percid; * voorzien van een kolom TOESTAND die opgevuld wordt met 2010, zodat je altijd de jaargang van de kaart kunt zien in de attribuuttabel van de kaart; * voorzien van een Spatial Index en Attribuutindexen op de kolommen CAPAKEY en PERCID. Dit komt de snelheid van de kaartweergave en zoekopdrachten ten goede. Klik in de ArcToolbox-boom op CadMap2LoGIS2010. Een tak Percid2Percelenkaart klapt uit.

3.4 Klik dubbel op Percid2Percelenkaart. Een venster Percid2Percelenkaart verschijnt. Klik naast het bovenste vak op en duid in het bladervenster de ge-unzipte nieuwe percelenkaart aan. Deze kaart heeft de naam B_CaPa.shp. Bevestig met <Add>. Samen met het bovenste vak wordt ook het onderste vak ingevuld met het pad naar een hernoemde kaart. Overschrijf dit pad met de naam van de recentste percelenkaart (zie eerder deze handleiding). Een pad opgeven of de extensie.shp hoeft niet. Opgelet: Het heeft geen zin om via de knop een pad aan te duiden in het onderste vak. Arc- Map kan alleen kaarten hernoemen binnen dezelfde map. Bij het klikken in een ander vak zal ArcMap het pad en de extensie automatisch toevoegen.

3.5 Start de bewerking met <OK>. Volg de bewerking in een nieuw venster Percid2Percelenkaart. Als alles goed loopt, verandert de knop <Cancel> op het einde van de bewerking naar status <Close>. Klik op <Close> om terug naar ArcMap te keren. Daar is de bewerkte percelenkaart dan ingeladen. Wat als de bewerking misloopt? Dan verschijnt in het dialoogvenster Percid2Percelenkaart een foutmelding in rode letters. Klik dan <Close>, unzip de kaarten opnieuw en start opnieuw het model Percid2Perclenkaart in de toolbox CadMap2LoGIS2010. 3.6 RECENTSTE PERCELENKAART OVERSCHRIJVEN Het resultaat van vorige handeling is dat je nu op de plek waar je de kadasterkaarten toestand 1/1/2010 unzipte, een hernoemde en bewerkte percelenkaart hebt. Het enige wat je nu nog moet doen, is deze percelenkaart kopiëren naar het pad waar de recentste percelenkaart staat en deze kaart overschrijven. Dit kun je in de Windows Verkenner of met ArcCatalog, maar voor minder ervaren GIS-gebruikers geven we hieronder de werkwijze vanuit ArcMap zelf! Klik rechts in de inhoudstafel op de bewerkte percelenkaart en kies menu Data Export Data. Een dialoogvenster Export Data verschijnt.

3.6 Kies in de keuzelijst Export voor All Features. Klik op, duid via het bladervenster de recentste percelenkaart aan en bevestig met <Save>. Een dialoogvenster Object Already Exists komt je waarschuwen dat dit bestand al bestaat en vraagt om bevestiging om het te overschrijven. Klik op <Ja>. Start de bewerking met een klik op <Ja>. Een dialoogvenster ArcMap komt je nogmaals waarschuwen dat dit bestand al bestaat en vraagt om bevestiging om het te overschrijven. Klik op <Ja>. Nadat de bewerking voltooid is, verschijnt een dialoogvenster ArcMap, waarin je op <Ja> klikt om de nu overschreven recentste percelenkaart te openen in je Data Frame. Test nu uit of alles goed liep door een perceel op te zoeken met de LoGISsnelzoekfunctie. Open de attribuuttabel van de percelenkaart en kijk of het geselecteerde perceel een TOESTAND heeft met waarde 2010. Als dit niet het geval is, unzip je de kaarten opnieuw en start je opnieuw het model Percid2Perclenkaart in de toolbox CadMap2LoGIS2010.

3.7 3.7 HERNOEMEN ANDERE KAARTLAGEN KADASTRALE KAART Naast de percelenkaart zijn er nog 14 andere kaartlagen die samen de kadasterkaart uitmaken. In de huidige levering van de toestand 1/1/2010 zijn enkele kaartlagen niet meer meegeleverd en is er één nieuwe kaartlaag bijgekomen. Van 8 kaartlagen uit de levering van de toestand 1/1/2010 is het interessant om de recentste versie te gebruiken. Hieronder een tabel met het overzicht van alle kaarten: Naam 2009 & vroeger Naam 2010 Naam LoGIS Hernoemen? A_AdMu.shp A_AdMu.shp CadMap_Gemeenten.shp A_AdPr.shp NIET AANWEZIG A_CaDi.shp NIET AANWEZIG CadMap_Kadastrale_afdelingen.shp A_CaSe.shp NIET AANWEZIG CadMap_Kadastrale_secties.shp A_Cash.shp NIET AANWEZIG CadMap_Kadastrale_planbladen.shp B_CaBu.shp B_CaBu.shp CadMap_Kadastrale_gebouwen.shp JA B_CaNushp B_CaNushp CadMap_Perceelnummers.shp JA B_GeLi.shp B_GeLi.shp CadMap_Algemene_lijnen.shp JA B_GePn.shp B_GePn.shp CadMap_Algemene_polygonen.shp JA B_GePt.shp B_GePt.shp CadMap_Algemene_punten.shp JA B_InLi.shp B_InLi.shp CadMap_Infolijnen.shp JA NIET AANWEZIG B_InPt.shp CadMap_Infopunten.shp JA B_ToLi.shp B_ToLi.shp CadMap_Toponiemlijnen.shp JA B_ToPt.shp B_ToPt.shp CadMap_Toponiempunten.shp JA De kaartlagen met JA in de kolom hernoemen hernoem je best naar hun recentste equivalenten, waarna je ze overschrijft. Je kunt die hernoeming en overschrijving uitvoeren in ArcCatalog, maar met het model HernoemenCadMap-kaarten in de toolbox CadMap2LoGIS2010 gaat het nog wat gemakkelijker en worden meteen nog een aantal extra s uitgevoerd: * aan alle lagen wordt een kolom TOESTAND met waarde 2010 toegevoegd; * de kaart met kadastrale gebouwen wordt voorzien van een Spatial Index, zodat de kaart sneller getekend wordt. Klik dubbel op HernoemenCadMapkaarten. Een venster HernoemenCadMapkaarten verschijnt. In ieder vak waar een *.shp staat ( B_CaBu.shp, B_CaNu.shp ) duid je via de ge-unzipte nieuwe kadasterkaarten met dezelfde naam aan. Nadat je de kaart aanduidde vult Arc- Map in het vak eronder automatisch een nieuwe naam in voor de kaart (eindigend met _Rename.shp ).

3.8 Overschrijf het pad en de bestandsnaam *_Rename.shp telkens met de naam van de gelijkaardige shapefile van de recentste kadasterkaarten. Boven het vak lees je over welke kaart het gaat. Start de bewerking met <OK>. Volg de bewerking in een nieuw venster HernoemenCadMap-kaarten. Als alles goed loopt, verandert de knop <Cancel> op het einde van de bewerking naar status <Close>. Klik op <Close> om terug naar ArcMap te keren. Daar zijn de hernoemde en bewerkte kadasterkaarten dan ingeladen. Wat als de bewerking misloopt?

3.9 Dan verschijnt in het dialoogvenster Hernoemen- CadMap-kaarten een foutmelding in rode letters. Klik dan <Close>, unzip de kaarten opnieuw en start opnieuw het model HernoemenCadMapkaarten in de toolbox CadMap2LoGIS2010. 3.8 RECENTSTE KADASTERKAARTEN OVERSCHRIJVEN Het resultaat van vorige handeling is dat je nu op de plek waar je de kadasterkaartlagen toestand 1/1/2010 unzipte, 8 hernoemde en bewerkte kadasterkaartlagen hebt. Het enige wat je nu nog moet doen, is deze kadasterkaartlagen kopiëren naar het pad waar de recentste kadasterkaartlagen staan en deze kaartlagen overschrijven. Dit kun je in de Windows Verkenner of met ArcCatalog, maar minder ervaren GISgebruikers kunnen dit best doen vanuit ArcMap zelf! Zie hiervoor de instructies in het vorig hoofdstuk Recentste percelenkaart overschrijven. Per kadasterkaartlaag herhaal je deze handelingen. Test nu uit of alle kaartlagen met succes overschreven zijn door een project te openen waarin de recentste kadasterkaartlagen opgeladen zijn. Als je in dit project de attribuuttabel van één van de kadastrale kaartlagen opent, moet je een kolom TOESTAND met waarde 2010 zien. Als ook deze tests succesvol zijn, kun je de map met de ge-unzipte kadastrale kaarten toestand 1/1/2010 verwijderen. Ook de afgehaalde CadMap2LoGIS2010.tbx in c:\temp mag weg. Hiermee zijn de nieuwe CadMap-kaarten toestand 1/1/2010 volledig verwerkt. Voor vragen bij deze bewerkingen kun je terecht bij het Cevi GIS-team.