SML NGEKOMEN 2 4 Nffl Verzenddatum. Paraaf Provinciesecretaris g r

Vergelijkbare documenten
SML10-26 NGEKOMEN 1 6 «2010. Bijlagen Voordracht verzamelbesluit Incidentele subsidie e lijnsondersteuningsinstellingen

startnotitie Beleidskader Maatschappelijke Participatie

I gemeenten ook de Regionale Agenda Samenleving nieuwe stijl geleidelijk af te bouwen.

SML Voorstel van GS aan PS: kennisnemen van bijgaande stukken op basis van actieve informatieplicht

2. GS op te dragen de financiele gevolgen van onderstaande besluiten te verwerken in de begroting 2009 en verder.

De vier subsidieregelingen vallen onder de categorie systeemsubsidie.

HOLLAND minuten versse voor Provinciate Staten

SML NGEKOMEN 0 3 DEC Paraaf Provinciesecretaris

1 9 JUN Paraaf Provinciesw^ewm

SML * f APf. Zfffff APR Onderwerp Kwaliteitsinformatie Jeugdzorg Zuid-Holland en resultaten Uitvoeringsprogramma Jeugd 2008

INGEKOMEN 0 8 DEC Verzenddatum - 8 DEC Paraaf Provinciesecretaris

SML09-61 WGEKOMEN - 1 JUU Paraaf Provinciesecretaris

Verzenddatum 2 7 NOV Paraaf ProyinqBSecretaris

SML10-59 HGEKOMEN 1 5 JUNI Paraaf Provinciesecretaris fimmj

5 minuten versie voor Provinciale Staten

Evaluatie convenanten met gemeenten inzake aansluiting jeugdzorg en jeugdbeleid

5 minuten versie voor Provinciale Staten

2 5 MEI MEI Paraaf Provinciesecretaris. Voorstel van GS aan PS: vaststellen van bijgaande stukken op basis van Asv

Bestuurlijke afspraken in het kader van de voorbereiding transitie Jeugdzorg

BM NGEKOMFN 1 9 OKT Verzenddatum 1.J. UiVi. I. U -J - Geheim Nee. Paraaf Provinciesecretaris

GEKOMEN 2 3 %&#T 2 2 MRT Onderwerp Rapportage wachtlijsten en vraag-aanbod jeugdzorg Zuid-Holland 2010 vierde kwartaal

Startnotitie. Vrijwilligerswerk Vrijwilligers maken het verschil! Versie: 21 april

Tweede Kamer der Staten-Generaal

p t" c!! HOLLAND ZUID

a. Europeeslnationaallprovinciaal wettelijk en beleidskader

Bestuurlijke afspraken in het kader van de voorbereiding transitie Jeugdzorg

Verzenddatum 2 1 MRT Z013. Paraaf Provinciesepröaris. Onderwerp Aangaan overeenkomst HOV-NET Zuid-Holland Noord met Oegstgeest

DORDRECHT. Aan. de gemeenteraad

5 -minuten versie voor Provinciale Staten

NGEKQMEN O 6 M. 2010

SML10-42 NGEKQMEN 2 3 APR Verzenddatum. Onderwerp Ter kennisneming: Stand van zaken implementatie Wet ambulancezorg

Paraaf Provin. Onderwerp Uitgangspunten visie en strategie vergunningen, toezicht en handhaving

Welke AFSPRAKEN gelden bij partijen die betrokken zijn bij de JEUGDZORG in Zeeland?

Decentralisatie Jeugdzorg Regionale Visie en Stappenplan Regio IJmond

Offerte gemeente Scherpenzeel MEE Veluwe

Beleidsregel Stimuleringssubside Combinatiefuncties Cultuur gemeente Utrecht

Doel van deze notitie Informeren over de te maken keuzes in het provinciaal jeugdzorgbeleid in de periode tot de transitie jeugdzorg.

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten:

5 minuten versie voor Provinciale Staten

Decentralisatie Jeugdzorg. Regionale Visie. en Stappenplan

Onderwerp Samenwerkingsovereenkomst m.b.t. opdracht verdienmodellen Parkschap Nationaal Park De Biesbosch

Onderwerp Voorstel tot het instemmen met de evaluatie nota Plan van aanpak transformatie jeugdhulp

Kunstgebouw Beleidsplan

Wat is provinciale jeugdzorg?

Hminuten. Paraaf Provinciesecretaris. Telefoon

Nadere regels subsidie lokaal innovatiefonds gemeente Renkum 2015 en 2016

SAMENVATTING RAADSVOORSTEL 11G / K. Fiselier BP OA. Intensivering project 'Eigen Kracht in het CJG' Zorg voor de mens

201 1 om uur. Verzenddatum. Paraaf Provinciesecretaris Ff v,kw

Oplegger bij onderzoek dienstverlening MaDi Zuidoost en Diemen 1 Op uw verzoek ontvangt u het onderzoeksrapport van BMC over de dienstverlening van

Subsidieverlening 2014 Stichting Vrijwillige Thuiszorg Overijssel

Raadsleden College van Burgemeester en Wethouders

Subsidieverlening voor landelijke deskundigheidsbevordering van vrijwilligers.

Commissie Zorg, Welzijn en Cultuur

Uitvoeringsprogramma Maatschappelijke Participatie 2015 Zuid-Holland

ParaaTPfovInclesecretaris

Nadere regels subsidie lokaal innovatiefonds gemeente Renkum 2017 en 2018

Provinciale Staten van Noord-Holland. Voordracht Nr. Onderwerp: EXINH-bijdrage oprichting Erfgoedhuis

Gelet op artikel 4 van de Algemene subsidieverordening gemeente Lingewaard 2016;

LI 9 JUN Onderwerp Herontwikkelen Suikerfabriek terrein en bedrijfsterreinprogrammering Hoeksche Waard

Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum Geheim. 28 oktober 2014 J j OKF ZOU

Gelet op: Artikel 143, tweede lid, en artikel 105, eerste lid, van de Provinciewet;

AFSPRAKENKADER MINISTER VOOR JEUGD EN GEZIN EN IPO OVER DE AANPAK EN DE FINANCIERING VAN DE JEUGDZORG IN 2010 EN 2011

Provinciaal blad van Zuid-Holland

Voorbereiden door krachten te bundelen Visie op nieuwe taken Vernieuwingen in welzijn, (jeugd)zorg en werk... 2

Nieuwe culturele landschap: Cultura Venray(CV) in relatie tot Kunstencentrum Jerusalem (KCJ)

Verzenddatum - 4 SEP 20. Onderwerp zienswijze op concept ontwikkelstrategiekader Oude Rijnzone

Oplegnotitie verlenging beleidsplan Jeugdhulp

1 7 SEP, 2009 GWM Paraaf Provinciesecretaris 17 augustus 2009

Voortgangsrapportage 2011 Maatschappelijke Participatie

NGEKOMEN 1 2 MEI 2010

BESLUITEN. B&W-nr.: d.d

Aan de raad. No. 10. Wissenkerke, 21 oktober 2013

Plan van Aanpak Vrijwilligerswerk 2007 tot Aanpakken Maar!

provincie jjqlland ZUID

* * ADVIESNOTA AAN B&W. Postregistratienummer. Onderwerp en inhoud. Maatschappelijke opgaven Pact van West Friesland 19.

BM NGEKOMEN 1 9 MEI MEI 2010 Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum Geheim 18 mei 2010 Nee. Paraaf Provinciesecretaris

SML09-36 JNGEKOMEN 2 2 APR. 2009

METROPODIREGIO AMSTERDAM

a Tľz T; * b m M» * W. Hompe rvu Postregistratienr(s) Onderwerp: Regionaal Plan van aanpak Transitie Jeugdzorg Portefeuillehouder W.

5 minuten versie voor Provinciale Staten

Oplegvel. 1. Onderwerp Preventie Geestelijke Gezondheidszorg en Verslavingszorg HR gemeenten 2. Rol van het

BELEIDSVISIE MAATSCHAPPELIJKE PARTICIPATIE

Verzenddatum >1 2 SEP iesecretans. Onderwerp Bestuurlijke overeenkomst RijnlandRoute tussen Ministerie van l&m en Provincie Zuid-Holland

Verzenddatum 2 6AUG Paraaf Provinc. étaris. Onderwerp Voorbereidingsbesluit vervanging Steekterbrug te Alphen aan den Rijn.

Onderwerp: voortgangsrapportage Wel Thuis! 2, periode augustus september 2010

Datum : 26 april 2005 Nummer PS 2005ZCW04 Dienst/sector : R&G/RLU Commissie ZCW. Bijlage(n): diversen (zie blz. 7)

Raadsvergadering van 14 maart 2013 Agendanummer: 9.1. Onderwerp: Inrichting stelsel Zorg voor jeugd (transitie jeugdzorg)

Kunstgebouw Beleidsplan

Adviesraad Wmo Arnhem Jaarplan 2017

Akkoord afdelingshoofd/manager. Akkoord hoofd organisatieonderdeel. Akkoord teamleider/manager

Datum : 4 oktober 2005 Nummer PS : PS2005ZCW08 Dienst/sector : MEC/DMO Commissie : ZCW Registratienummer : 2005MEC001886i Portefeuillehouder : A.

Factsheet pedagogische hulp in Haaglanden 2013: welke plaats in het nieuwe jeugdbeleid?

24 september september 2018

Oan Provinsjale Steaten

Statenvoorstel. Beleidskader Openbaar Vervoer Drechtsteden / Alblasserwaard-Vijfheerenlanden.

gfedcb Besluitenlijst d.d. d.d.

In de Gemeente Marum

Het college stelt u voor de criteria voor het Fonds Samenlevingsinitiatieven vast te stellen.

Uitvoeringsplan Wmo-beleid

^'vrr^t^ HOLLAND ZUID

Transcriptie:

pr HOLLAND ZUID SML10-31 NGEKOMEN 2 4 Nffl 2010 5 -minuten versie voor Provinciale Staten Directie DLB Afdeling Samenleving en Economie Registratienummer (DOS-2009-0012746) Datum vergadering Gedeputeerde Staten 23 maart 2010 Verzenddatum 4 MRf 201Q Geheim Nee Portefeuillehouder Vondervoort, AGM, van de Paraaf Provinciesecretaris g r Termijn 7 april 2010 Onderwerp Tweede voortgangsrapportage Maatschappelijke Participatie 2009-2012 Bijlagen Tweede voortgangsrapportage Maatschappelijke Participatie 2009-2012 Voorstel van GS aan PS: kennisnemen van bijgaande stukken op basis van van toezegging GS om PS op de hoogte te stellen van de voortgang van de nota Meedoen in Zuid-Holland Maatschappelijke Participatie 2009-2012 1. Onderwerp in kort bestek In de rapportage wordt de voortgang van de nota "Meedoen in Zuid-Holland Maatschappelijke Participatie 2009-2012" beschreven. Met de negen verbanden van samenwerkende gemeenten (RAS) zijn bestuurlijke overeenkomsten gesloten om de doelstellingen op de drie beleidsprioriteiten Zorg voor Jongeren, cultuurparticipatie en ondersteuningstaken sociale infrastructuur/wmo te realiseren. In het kader van versterking vraaggerichte infrastructuur is vorming van het cluster jeugd per 1 januari 2010 gerealiseerd. Het cluster Wmo is naar verwachting per 1 juli 2010 zo ver dat een juridische fusie bereikt is. Naar aanleiding van het door PS aangenomen amendement over de beëindiging van de subsidierelatie met acht organisaties en de inspanningen van GS om deze organisaties naar andere inkomstenbronnen te begeleiden, ontvangen 4 organisaties een overbruggingsbijdrage in 2010. De innovatieagenda 2010 is opgesteld. 2. Afbakening van (wettelijk) kader en partijen a. Europees/nationaal/provinciaal wettelijk en beleidskader Er zijn aan het voorstel de volgende wettelijke regels en beleidskaders verbonden a. Artikel 13 en 14 van de Wet op de Maatschappelijke Ondersteuning b. Artikel 41, lid 3 van de Wet op de jeugdzorg c. het programma Provincie Nieuwe Stijl d. de nota "Meedoen in Zuid-Holland Maatschappelijke Participatie 2009-2012" e. de nota "Cultuurplan 2009-2012 Mooi en Meedoen" 1/2

Pr ZUID H0LLAND b. Relatie andere interne beleidsterreinen De rapportage heeft betrekking op de beleidsterreinen jeugd, cultuur, maatschappelijke participatie en (zorg)vragers c. Relatie externe partijen De rapportage heeft betrekking op de Regionale Agenda Samenleving en de provinciale ondersteuningsorganisaties 3. Procesbeschrijving en rol Staten a. Voorgeschiedenis Provinciale Staten stelden op 8 oktober 2008 de nota "Meedoen in Zuid-Holland Maatschappelijke Participatie 2009-2012" vast. b. Waar staan we nu? De fase van beleidsuitwerking Met de negen verbanden van samenwerkende gemeenten (RAS) zijn bestuursovereenkomsten (2009-2012) gesloten Het cluster Jeugd is per 1 januari 2010 gerealiseerd Voor het cluster Wmo wordt naar verwachting per 1 juli 2010 een juridische fusie gerealiseerd De innovatieagenda 2010 is opgesteld Subsidies die niet tot PNS horen zijn afgebouwd. c. Vervolgprocedure Een volgende voortgangsrapportage is voorzien voor november 2010 4. Financiële aspecten (dekking en risico's) n.v.t. Technische & proces vragen en informatie bij Ambtenaar Telefoon 070-441 67 77 G. de Wolf Kamer 2/2

TWEEDE VOORTGANGSRAPPORTAGE MAATSCHAPPELIJKE PARTICIPATIE 2009-2012 1. Inleiding Op 8 oktober 2008 stelden Provinciale Staten de nota "Meedoen in Zuid-Holland Maatschappelijke Participatie 2009-2012" vast. In deze nota legden wij het accent op de wettelijke taken van de provincie op het terrein van de jeugdzorg, de ondersteuning aan gemeenten in het kader van de Wmo en het versterken van de culturele kwaliteit. De concentratie op kerntaken leidt er toe dat wij onze instrumenten, ondermeer de subsidies, gerichter zijn gaan inzetten en de ondersteuningsorganisaties omvormen tot brede, flexibele en vraaggerichte organisaties. In 2010 zullen wij de aansturing van de provinciale ondersteuningsorganisaties verder verbeteren door een traject met de organisaties en de KWINKgroep in te gaan waarbij wij voor de ondersteuningorganisaties prestatie-indicatoren zullen opstellen. Doel is om tot betere prestatieafspraken te komen met ingang van 1 januari 2011. Door op te trekken met (samenwerkende) gemeenten willen wij met de RAS met de inzet van provinciaal beschikbare middelen een zo maximaal mogelijk effect sorteren om maatschappelijke opgaven op integrale wijze aan te pakken en op die manier onze bijdrage te leveren aan het bevorderen van participatie van Zuid-Hollandse burgers. Augustus 2009 is de 1 e Voortgangsrapportage in de commissie Samenleving besproken. Voor u ligt de 2e Voortgangsrapportage Maatschappelijke Participatie. Wederom volgt de voortgangsrapportage de opbouw van de notitie "Meedoen in Zuid-Holland". In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de provinciale prioriteiten voor deze collegeperiode om daarmee meer focus te brengen op onze kerntaken. Hoofstuk 3 bevat de voortgang op de Regionale Agenda Samenleving. In hoofdstuk 4 wordt de vraaggerichte ondersteuningstructuur besproken. In hoofdstuk 5 tenslotte wordt ingegaan op het tot stand komen van de eerste Innovatieagenda Samenleving. 2. Provinciale prioriteiten a preventiefjeugdbeleid De afgelopen jaren groeit de vraag naar jeugdzorg. Naast het zorgdragen van voldoende, efficient en effectief zorgaanbod voor de jeugdigen die na een indicatie recht hebben op die zorg, ziet de provincie het ook als haar taak om in het voorveld van preventie en vroeginterventie gemeenten in deze taken te ondersteunen. Immers opvoedingshulp en lichte pedagogische begeleiding in het kader van de Wmo kan leiden tot minder escalatie en latere complexere hulpvragen die moeten worden opgelost binnen de geïndiceerde jeugdzorg. Daarnaast is het ook van belang dat jeugdigen op een goede wijze na het doorlopen van hun jeugdzorgtraject weer deel kunnen gaan nemen aan de samenleving. Vanaf 2009 biedt de provincie gemeenten daarom mogelijkheden om, naast de middelen die zij al ontvangen binnen hun brede doeluitkering, extra te investeren in daadwerkelijke hulp aan jeugdigen en/of hun ouders bij opvoed- en/of opgroeiproblemen. Hiermee kan de instroom in de jeugdzorg worden beperkt. Gemeenten hebben, al dan niet in regioverband, in 2009 naar verwachting voor minstens 28.340 uren nietgeïndiceerde zorg ingekocht in het kader van schoolmaatschappelijk werk en/of middels opvoedingsondersteuning door middel van programma's zoals Home Start, Triple P, Ouders van Tegendraadse Jeugd, Reset en/of Eigen Krachtconferenties. Voor het opzetten van een goede aansluiting na het jeugdzorgtraject worden in Midden-Holland, Zuid-Holland Noord en op Goeree-Overflakkee pilots opgezet in het kader van nazorg aan jongeren. De provincie loopt met deze afspraken voor op de afspraken die de minister voor Jeugd en Gezin in november 2009 heeft gemaakt met het IPO over de aanpak en financiering van de jeugdzorg 2010 en 2011. De afspraken zoals die met gemeenten zijn gemaakt voor de periode 2009-2012 passen voor het merendeel binnen dit Afsprakenkader. De mogelijkheid die het Afsprakenkader biedt om te komen tot een

betere aansluiting van de eerstelijnshulp (preventieve zorg in het kader van de WMO en hulp vanuit het CJG) en de tweedelijnshulp (geïndiceerde zorg in het kader van de Wet op de jeugdzorg) en op welke wijze de indicatiestelling kan worden aangepast voor deze lichtere vormen van ambulante hulp zal in 2010 nader worden uitgewerkt. Ook wordt ingezet op een verdere aansluiting vanuit bureau jeugdzorg naar het preventieve veld (CJG's). Samen met (een aantal) gemeenten, bureau jeugdzorg, jeugdzorgaanbieders en JSO zal tot nadere invulling worden overgegaan. Er wordt ingezet om in ieder geval binnen een aantal regio's/gemeenten experimenten op te zetten om de aansluiting en de hulp te intensiveren. b. Versterken culturele kwaliteit. Op 25 juni 2008 stelden PS het Cultuurplan 2009-2012 "Mooi en meedoen, meer ruimtelijke kwaliteit en cultuurparticipatie" vast. Voor het cultuurbeleid staan twee hoofdopgaven voorop: 1. een gezonde, veilige en aantrekkelijke leefomgeving (mooi); en 2. meer maatschappelijke participatie (meedoen). In het kader van deze voortgangsrapportage rapporteren wij alleen over hoofdopgave 2. In 2009 zijn negen bestuursovereenkomsten afgesloten met samenwerkende gemeenten in het kader van de Regionale Agenda's Samenleving (RAS) 2009-2012. In acht regio's is cultuurparticipatie als thema opgenomen (met uitzondering van Stadsregio Rotterdam, waar los van de stadsregio afspraken worden gemaakt met de gemeenten) met daarbinnen twee prestatieafspraken: het ontwikkelen en uitvoeren van een programma cultuurparticipatie op basis van een regionale visie en het stroomlijnen van de (bestaande) netwerken op het gebied van cultuurparticipatie en cultuureducatie voor 2012. In 2009 zijn in zeven regio's programma's cultuurparticipatie ontwikkeld en uitgevoerd. Haaglanden heeft in 2009 een programma ontwikkeld dat per 2010 wordt uitgevoerd. In vier regio's is al sprake van een goede visie, op basis waarvan de projecten worden uitgevoerd. Sommige regio's hebben eenmalig meer geld ontvangen omdat andere verbanden van samenwerkende gemeenten minder middelen hebben aangevraagd. Het jaar 2009 was voor Zuid-Holland een overgangsjaar, vandaar dat we coulant zijn omgegaan met de inhoudelijke toetsing van de aanvragen. Om de kwaliteit van de projecten in 2010 te verbeteren is op 9 juli een provinciale informatieve bijeenkomst georganiseerd met alle RAS regio's en provinciale ondersteuningsinstellingen. Hierbij is ook de Cultuurwaaier uitgereikt met inspirerende projecten uit het portfolio van de instellingen. Dit alles heeft geresulteerd in kwalitatief betere projecten voor 2010. In het kader van de provinciale prestatieafspraken Regionale Agenda Samenleving hebben Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland op 15 december 2009 een uitvoeringsplan vastgesteld voor het ontwikkelen van een regionale netwerkstructuur cultuurparticipatie en de ontwikkeling van een Cultuurmenu Zuid-Holland voor alle scholen in de provincie tussen begin 2010 en eind 2012. In het uitvoeringsplan wordt een kader meegegeven aan samenwerkende gemeenten om in elke regio een cultuurnetwerker aan te stellen. Deze cultuurnetwerker ondersteunt een regionaal netwerk om vraag en aanbod op het gebied van kunst en cultuur samen te brengen en op elkaar af te stemmen. Uiteindelijk doel hiervan is om in alle regio's van Zuid-Holland de actieve deelname aan kunst en cultuur door inwoners en schoolgaande jongeren te stimuleren en daarmee de maatschappelijke participatie te versterken. Alle deelnemende regio's hebben tijdens de bestuurlijke ronde van 2009 aangegeven per 2010 een cultuurnetwerker aan te willen stellen. Kunstgebouw zorgt in afstemming met betrokken partijen in 2010 voor de ontwikkeling van een digitaal netwerk Cultuurmenu Zuid-Holland voor alle scholen primair- en voortgezet onderwijs, in de vorm van een interactieve aanbodsite (release schooljaar 2010-2011). c. Wmo/sociale infrastructuur inclusief Zorgbelang ZH en telefonische hulpdiensten De provincie wil dat Zuid-Hollandse burgers kunnen meedoen aan de samenleving in al haar facetten. Niet voor iedereen is participeren in de maatschappij even vanzelfsprekend. Wij willen een bijdrage leveren aan

het ondersteunen van deze burgers. Niet op een directe wijze, maar door ondersteuning van organisaties en/of overheden die eerstverantwoordelijk zijn (tweedelijnswerk). Hierin hebben wij een wettelijke taak in het kader van de Wmo. Daarnaast bieden wij ondersteuning aan gebruikers van zorg en welzijn door het voeren van zorgvragersbeleid. Bij de wettelijke ondersteuningstaak in de Wmo concentreren wij ons op de ondersteuning van gemeenten en niet op de uitvoering en richten wij ons op die prestatievelden van de Wmo die draaien om het "meedoen" van burgers. Ook vinden wij het van belang om burgers die gebruik maken van het zorg- en welzijnsaanbod (de zorgvragers), bekostigd vanuit de Wmo, op onafhankelijk wijze te ondersteunen bij hun belangen. Per 1-1-2008 functioneert Stichting Zorgbelang Zuid-Holland als enige belangenbehartigingsorganisatie cliëntenbeleid in Zuid-Holland. De verschillende subsidiestromen zijn hiermee gebundeld zodat een krachtig ondersteuningsorganisatie voor zorgvragers is ontstaan. Het jaar 2009, het tweede jaar van Zorgbelang, kenmerkte zich door een drietal stappen: Uitvoeren van een eerste evaluatie door het Juliuscentrum van de Rijksuniversiteit Utrecht. Het rapport "Even Zorgbelang bellen" heeft een beeld opgeleverd over het eerste jaar van Zorgbelang en haar ingroei in het veld. De kernboodschap was: "doorgaan met Zorgbelang", voorzien van een aantal aanbevelingen over de vraag hóe door te gaan. Mede op basis van het rapport "Even Zorgbelang Bellen" is de notitie "Zorgbelang Zuid Holland 2010-2012" opgesteld. De notitie geeft een inhoudelijk kader voor de activiteiten van Zorgbelang. Op ons verzoek heeft Zorgbelang haar meerjarenbeleidsplan aangepast aan zowel de resultaten van het rapport 'Even Zorgbelang bellen", als aan de notitie "Zorgbelang Zuid-Holland 2010-2012". In februari 2010 heeft het College met deze bijstelling ingestemd waarmee is uitgesproken dat het beleid van Zorgbelang in lijn is met de gemaakte afspraken hierover. Het jaar 2009, overlopend in 2010 geeft met bovenstaande punten aan dat beleidsmatig Zorgbelang en de provincie duidelijke afspraken hebben gemaakt over de inzet, de activiteiten en de gewenste resultaten. Daarnaast is, mede door het onderzoek van het Juliuscentrum, het beeld ontstaan dat Zorgbelang sterk in ontwikkeling is, het draagvlak in het veld versterkt zodat in toenemende zin sprake is van invulling van de "derdepartijrol" (naast overheden en verzekeraars). De telefonische hulpdiensten zijn omgedoopt tot Sensoororganisaties. Zij zijn bovenlokaal georganiseerd. In Zuid-Holland hebben we te maken met Sensoor Zuid-Holland Noord (dat Leiden en omgeving tot z'n werkgebied heeft) en met Sensoor Zuid-holland Zuid en Midden (dat in Rotterdam, Spijkenisse, Dordrecht als ook in Gouda activiteiten ontplooit). Sensoor richt zich op het 24 uur per dag bieden van een luisterend oor via de telefoon, als ook op een (vooral op jongeren gerichte) chatfunctie. Het vormt daarmee een eerste opvang voor mensen in problemen. Deze activiteiten worden voornamelijk uitgevoerd door vrijwilligers. Door de aard van de functie en het daarbij behorend schaalniveau is het in de praktijk niet doelmatig om deze op lokaal niveau te organiseren en uit te oefenen. De provincie ondersteunt het werk van beide Sensoororganisaties met boekjaarsubsidies. 3. Regionale Agenda Samenleving 2009-2012 a. Terugblik totstandkoming negen bestuursovereenkomsten RAS 2009-2012 De provincie bereidde met negen verbanden van samenwerkende gemeenten de Regionale Agenda Samenleving 2009-2012 voor op basis van Provincie Nieuwe Stijl en de nota Maatschappelijke Participatie, leder verband van gemeenten kende een eigen proces van behandeling. Als gevolg hiervan ontving de commissie Samenleving op verschillende momenten de overeenkomsten. De negen overeenkomsten zijn

op hoofdlijnen hetzelfde1 met op onderdelen maatwerk per regio. In de overeenkomsten staan de verantwoordelijkheden van de gemeenten, het verband van samenwerkende gemeenten en de provincie alsmede de doelen en prestatieafspraken op de thema's preventief jeugdbeleid, cultuurparticipatie en ondersteuning sociale infrastructuur/wmo. Tevens zijn afspraken gemaakt over monitoring en een jaarlijks bestuurlijk overleg over de uitvoering van de RAS en plannen voor het volgende jaar. De RAS stadsregio Rotterdam wijkt af door het ontbreken van cultuurparticipatie, omdat de regio op dit terrein geen taak kent. Binnen de stadsregio zijn daarom los van de RAS met gemeenten afspraken gemaakt over het bevorderen van actieve cultuurparticipatie. Met de ondertekening van iedere bestuursovereenkomst RAS 2009-2012 zijn gemeenten en provincie voor vier jaar afspraken aangegaan. De provincie geeft jaarlijks, op basis van een aanvraag, subsidie voor de uitvoering van de prestatieafspraken en coördinatie. De samenwerkende gemeenten verantwoorden jaarlijks de inzet van de subsidies. De ondersteuning van de sociale infrastructuur/wmo gaat via menskracht van de provinciale ondersteuningsinstellingen. Naast de ontwikkeling van de nieuwe RAS zijn twee overgangsmaatregelen ingesteld, omdat werd voorzien dat diverse projecten uit de oude RAS niet konden zijn afgerond in december 2008. Met uitzondering van de Drechtsteden deden alle andere verbanden van samenwerkende gemeenten een beroep op de overgangsmaatregelen. Eén maatregel gold alleen het jaar 2009 en betrof het afronden van bestaande activiteiten uit de RAS 2006-2008 of deze activiteiten over te laten nemen door andere financiers. Hierop kwam een beperkt aantal subsidieaanvragen, welke vooral projecten laaggeletterdheid in Holland Rijnland en de Rijnstreek betroffen en voorts in Midden-Holland projecten Brede School en Casuïstieknetwerk. De andere, tweejarige, overgangsmaatregel geldt tweedelijnsondersteuning van in 2008 in uitvoering genomen Pacten en prestatieafspraken Wonen-Welzijn-Zorg (WWZ). Zeven verbanden van samenwerkende gemeenten dienden een subsidieverzoek in voor 2010. Vanaf 2011 dient in principe de nieuw te vormen Wmo steunfunctie-instelling voldoende-expertise te hebben om de tweedelijnsondersteuning Wonen-Welzijn-Zorg uit te voeren. b. Impressies bestuurlijke overleggen uitvoering RAS 2009 en vooruitblik 2010 De commissie Samenleving hoorde op haar bijeenkomst van 4 november 2009 ervaringen van bestuurders uit Haaglanden, Hoeksche Waard en Holland Rijnland. Diverse van deze ervaringen kwamen terug in de bestuurlijke overleggen. Meermalen ontving de provincie waardering voor de focus op de drie thema's en de mogelijkheid het ingezette beleid voor vier jaar uit te kunnen voeren. Enkele negatieve opmerkingen kwamen over: de inzet van steunfunctie-instellingen, minder middelen voor cultuurparticipatie in vergelijking met de middelen voor het Actieprogramma cultuurbereik 2005-2008 en het ontwikkelingsproces RAS. Wat betreft het proces diende de provincie rekening te houden met de trajecten van de negen verbanden van samenwerkende gemeenten. Deze vroegen meer tijd dan voorzien, zodat de uitvoering van iedere RAS later startte. Ter compensatie mocht iedere regio in 2009 een bestemmingsreserve vormen van maximaal 25% van de budgetten preventief jeugdbeleid, cultuurparticipatie en coördinatie. Met de bestemmingsreserve dienen de uit 2009 resterende afspraken alsnog in 2010 te worden gehaald. De bestemmingsreserve voor dit jaar kent andere percentages, namelijk ten hoogste 10% van de budgetten onder de voorwaarde dat tenminste 90% van de prestatieafspraken jeugd en cultuur zijn behaald in 2010. In het vierde kwartaal is Stadsgewest Haaglanden bij de Rechtbank in Den Haag in beroep gegaan tegen ons besluit subsidieverlening 2009. 1 Bij de RAS stadsregio Rotterdam en de RAS Stadsgewest Haaglanden is rekening gehouden met hun zelfstandige positie op het terrein van jeugdzorg. De steden Rotterdam en Den Haag hebben hun eigen ondersteuningstaak ihkv prestatieveld 2 Wmo.

Binnen het thema Preventief jeugdbeleid is essentieel dat iedere regio jaarlijks een bepaald minimaal aantal uren vroegtijdige hulp en nazorg aan jeugdigen tot 23 jaar en gezinnen realiseert. Het doel is dat kinderen en gezinnen vroegtijdig worden geholpen. Voor de provincie is mede van belang de instroom in de geïndiceerde jeugdzorg te verminderen en de uitstroom te bevorderen. Alle regio's kochten het minimaal aantal uren vroegtijdige hulp en soms nazorg zodanig in dat enige middelen overbleven. De overblijvende middelen werden besteed aan de inkoop van meer uren hulp en andere activiteiten die de doelen preventief jeugdbeleid dienen, zoals ondersteuning van de ontwikkeling Centra voor Jeugd en Gezin. De regio's gaven aan te verwachten tenminste 75% van het aantal uren hulp te halen en het resterende aantal in 2010. Door eigen keuzen van gemeenten zijn verschillen zichtbaar bij de inzet van de provinciale middelen. Bijna alle regio's zetten in op vroegtijdige hulp. Wij vroegen daarom, voor de uitvoering van de RAS in 2010, ook aandacht voor nazorgactiviteiten voor jongeren die uit de jeugdzorg komen. Ook het thema Cultuurparticipatie is in het najaar van 2009 met de wethouders in de bestuurlijke ronde langs alle RAS regio's besproken. Er zijn afspraken gemaakt over de uitvoering van het programma en of het lukt om een regionale visie op cultuurparticipatie te ontwikkelen, op basis waarvan gemeenten aan de slag gaan met actieve cultuurprojecten voor inwoners en schoolgaande jongeren. Dit is al in vier regio's het geval. Uiteindelijk doel is om alle inwoners in aanraking te laten komen met kunst en cultuur. Om dit goed te kunnen organiseren zijn regionale netwerken nodig tussen vraag en aanbod. In overleg met de regio's en provinciale instellingen is een model ontwikkeld dat 15 december 2009 is vastgesteld. Tijdens de bestuurlijke ronde is met de wethouders besproken of zij achter dit model staan en of zij voornemens zijn per 2010 een cultuurnetwerker aan te stellen ter ondersteuning van het regionale netwerk. Alle regio's hebben aangegeven een cultuurnetwerker aan te gaan stellen. Binnen het thema Ondersteuning sociale infrastructuur/wmo is de kern dat op vraag van gemeenten provinciale instellingen tweedelijns activiteiten uitvoeren op de prestatievelden 1, 2 en 4 van de Wmo. Voor ieder verband van samenwerkende gemeenten is jaarlijks een bepaald aantal uren ondersteuning beschikbaar. Tijdens onze overleggen hoorden wij verschillende ervaringen met het vraaggericht werken van de ondersteuningsinstellingen: van negatief tot positief. Hoopgevend is dat de meeste gemeenten een positieve ontwikkeling ervaren in het beter luisteren naar de wensen van de gemeenten en deze wensen weten te vertalen in vraaggerichte ondersteuning. In diverse overleggen kwam bezorgdheid naar voren over het eindigen van de projectsubsidies aan de Zorgberaden en RCG's en daarmee de projectondersteuning van de Pacten Wonen-Welzijn-Zorg. Voor 2010 geldt de eerder beschreven Overgangsmaatregel. De samenwerkende gemeenten deden voor 2010 een beroep op de voor hen gereserveerde uren bij de provinciale ondersteuningsinstellingen. De negen regio's lieten in maart weten de aangeboden uren geheel of bijna geheel te willen inzetten voor ondersteuning sociale infrastructuur/wmo. 4. Vraaggerichte ondersteuningsstructuur a. Stand van zaken clustering Cluster 1 Jeugd Prestatieveld 2 Wmo Per 1 januari 2010 is dit cluster gevormd en bestaat uit het Expertisecentrum voor Jeugd, Samenleving en Opvoeding (JSO). De werkzaamheden van JSO zijn aangevuld met taken jeugd van PJ Partners, op basis van inhoudelijke toetsingscriteria. Overdracht van werkzaamheden betekent ook dat er enkele medewerkers van PJ Partners in dienst zijn gekomen van JSO. Diversiteit wordt binnen cluster 1 een integraal onderdeel van beleid. Om hieraan vorm te geven, worden de medewerkers van JSO geschoold in

diversiteit. Ook worden de medewerkers geschoold in vraaggericht werken, zodat JSO nog beter kan inspelen op de vraag van de RAS-regio's. Cluster 2 Ondersteuning Wmo Dit cluster zal gaan bestaan uit de vorming van een nieuwe organisatie door een fusie van de organisaties Meander, Stimulans en PJ Partners. Sportservice ZH maakt wel deel uit van het Wmo cluster maar blijft zelfstandig. Ook bij dit cluster is diversiteit integraal onderdeel van beleid. De fusie wordt door een fusiebegeleider begeleid en door de provincie gefaciliteerd. Na ondertekening van de intentieverklaring door Meander, Stimulans, PJ Partners en de provincie op 1 juli 2009 is gewerkt aan het opstellen van een bedrijfsplan. Op 3 december 2009 is het bedrijfsplan op hoofdlijnen met de provincie besproken. Daarna hebben de instellingen het bedrijfsplan verder uitgewerkt. Cluster 4 Kennisvergaring en kennisverspreidinq Nu het Tympaan Instituut en het Netwerk Sociale Initiatieven zijn gefuseerd en gezamenlijk verder gaan onder de naam Tympaan Instituut wordt intern hard gewerkt aan het verder stroomlijnen van de kennisvergaring en het aanbod op het gebied van kennis- en innovatieverspreiding. In dat verband is ook de website vernieuwd. De nieuwe organisatie is gepresenteerd aan relaties en veldpartijen met een Fusieconferentie in november 2009. Daarnaast is een afstemmingstraject op directieniveau gestart met de ondersteuningsinstellingen over samenwerkingsafspraken in het kader van vraagverduidelijking. Ook wordt in dat traject het onderscheid tussen onderzoek en kennisuitwisseling (Tympaan Instituut) versus ondersteuning en deskundigheidsbevordering (ondersteuningsinstellingen) uitgewerkt. b. RCG's/Zorgberaden en expertise ontwikkeling Wonen Welzijn Zorg bij de nieuwe Wmo organisatie Lijn van de provincie is dat de RCG's/Zorgberaden zich per 1 januari 2011 alleen nog richten op de platformfunctie en dat de ondersteuningstaak op het gebied van Wonen Welzijn Zorg (WWZ)uitgevoerd wordt door de nieuwe Wmo-organisatie (cluster 2). Het Tympaan Instituut is gevraagd onderzoek te doen om in beeld te brengen welke doelstellingen en prestaties op het gebied van WWZ met behulp van provinciale middelen in de periode 2003-2009 in de verschillende regio's zijn gerealiseerd. Gelet op de veranderende rol van de provincie is versterking van de gemeentelijke regierol nodig en bevordering van afstemming op regionaal niveau binnen de RAS. De uitkomsten van het onderzoek zullen in bestuurlijk overleg met de betrokken partijen worden besproken. c. Ervaringen van ondersteuningsorganisaties Wmo met vraaggericht werken De ervaringen van de ondersteuningsorganisaties met vraaggericht werken in de RAS-regio's zijn wisselend van aard. Over het algemeen vinden de organisaties dat zij goede contacten opgebouwd hebben met de regio's en ervaren de regio's volgens de ondersteuningsorganisaties hun opstelling als positief met name door het streven naar kwaliteitsverbetering en versterking van het vraaggericht werken. Knelpunten/verbeterpunten zijn volgens de ondersteuningsorganisaties de volgende: - Het formuleren van de vraag door de regio's is nog niet altijd even scherp (opdrachtgeverschap). Andersom geven de instellingen aan dat ze zelf ook nog moeten groeien in hun rol als opdrachtnemer. - De afbakening tussen prestatievelden is niet altijd even helder. - Op RAS-niveau zijn op het beleidsveld diversiteit en sport geen bestuursafspraken gemaakt wat het formuleren van ondersteuningsvragen bemoeilijkt. - De afstemming tussen lokale en regionale vraagformulering loopt niet altijd vlekkeloos. - Elke regio heeft z'n eigen dynamiek waardoor ondersteuningsorganisaties geen eenduidige benadering kunnen hanteren.

d. Afbouw subsidies eerstelijnsorganisaties jeugd en sociale infrastructuur (acht organisaties) De organisaties waarvan besloten is tot beëindiging van het provinciaal subsidie zijn in de gelegenheid gesteld tot 31 december 2009 - conform de wens van de commissie Samenleving- een overbruggingsbijdrage aan te vragen. Zes organisaties hebben een overbruggingsbijdrage aangevraagd waarvan er in ons voorstel vier gehonoreerd worden. In de april-vergadering van PS ligt ons voorstel voor het beschikbaar stellen van de bijdrage aan de verschillende eerstelijnsorganisaties voor. Het voorstel houdt in het kort in: A. te stemmen met: het verlenen van een overbruggingsbijdrage aan het Provinciaal Gereformeerd Centrum Jeugd-en Jongerenwerk (PGCJ) ad 103.954,=; aan het Young Men's Christian Associations (YMCA) ad 85.500,=; aan de Hervormd Gereformeerde Jeugdbond ( HGJB) te Bilthoven ad 20.000,00 en aan Zuid-Hollandse Vereniging van Kleine Kernen (ZHVKK) voor een bedrag van 500,00. Dit bedrag kan worden verhoogd als in het kader van het programma Leader een subsidie voor het jaar 2011 beschikbaar wordt gesteld. B. een bijdrage te weigeren aan: 1. Stichting Provinciaal overleg Overleg Cliëntenraden (SPOC) omdat er geen financieel tekort in 2010 is ten opzichte van 2011 2. Diaconaal Maatschappelijk Activeringscentrum(DMA)/Arme Kant heeft geen nieuwe subsidiënt gevonden voor 2011 C. De subsidierelatie met DMA, SPOC, Scouting en Stichting Jeugd en Jongerenwerk Midden-Holland (st JJMH) per 1 januari 2010 te beëindigen. ST JJMH en SPOC mogen hun provinciale reserve gebruiken als overbruggingsbijdrage. 4. e Steunfunctie in het kader van de Wet op de Jeugdzorg (JSO) De provincie kan op basis van de Wet op de Jeugdzorg (Wjz) Bureau Jeugdzorg en de jeugdzorgaanbieders een ondersteuningsaanbod doen. In de afgelopen jaren heeft de provincie JSO op grond van artikel 41 lid 3 van de Wjz hiervoor gesubsidieerd. De huidige ondersteuning vindt plaats ten behoeve van Bureau Jeugdzorg op het terrein van hun aansluittaken en het Advies en Meldpunt Kindermishandeling. Een groot deel van die ondersteuning heeft een link met het preventieve jeugdbeleid. Met de notitie Maatschappelijke Participatie heeft een nadere prioritering plaatsgevonden op het terrein van preventief jeugdbeleid en de ondersteuning daarin die voortkomt uit de Wmo. Deze verdere prioritering en het feit dat de ondersteuning van JSO de afgelopen jaren gericht is geweest op maar een onderdeel van wat mogelijk is, heeft geleid tot een herijking van de huidige invulling van de steunfunctie vanuit de Wjz. Hiertoe zijn in 2009 de wensen en vragen van Bureau Jeugdzorg en de vier jeugdzorgaanbieders in ZuidHolland op het gebied van ondersteuning geïnventariseerd. Hieruit bleek dat er geringe behoefte is aan (nieuwe) ondersteuning van JSO. Wel kwam uit de gesprekken dat de jeugdzorgaanbieders in het kader van hun eigen personeelsbeleid ruimte wensen voor beleidsontwikkeling. Met JSO is afgesproken dat zij zich in 2010 vooral zal richten op ondersteuning van het preventieve jeugdbeleid van gemeenten (prestatieveld 2 van de WMO) en op de aansluiting tussen preventief jeugdbeleid en geïndiceerde jeugdzorg (Bureau jeugdzorg en jeugdzorgaanbieders). In 2010 zal nader verkend worden hoe gemeenten ondersteund kunnen en willen worden bij hun preventief jeugdbeleid door JSO en door de aansluitingstaken van Bureau Jeugdzorg. Indien gewenst kunnen JSO en Bureau Jeugdzorg ook een gezamenlijk ondersteuningsaanbod richting gemeenten ontwikkelen. 4. f Steunfuncties Cultuur Theatergroep Max, en Kastelenstichting Holland en Zeeland Samen met het Rijk en de gemeente Delft financierden wij Theatergroep Max. binnen de convenantafspraken met Landsdeel West. Zoals eerder gemeld trekken wij ons terug uit de financiering van

Max. en bouwen de boekjaarsubsidie 2010 en 2011 af. De gemeente Rotterdam neemt samen met het Rijk deze financiering over. Met het Rijk heeft een uitruil plaatsgevonden van Theatergroep Max. met de Kastelenstichting Holland en Zeeland. Met ingang van 1 januari 2009 ontvangt de Kastelenstichting boekjaarsubsidie van ons. Wij koersen op medefinanciering van de Kastelenstichting door de provincie Noord-Holland. Verbinding Erfqoedhuis-Kastelenstichtinq en relatie met Beleidskader Historische Landgoederen De boekjaarsubsidie aan de Kastelenstichting heeft met name betrekking op aansturing van behoud en beheer van de ruïne van Teylingen en in Noord-Holland de ruïne van Brederode alsmede het coördineren van publieksactiviteiten. De Kastelenstichting zal overeenkomstig onze subsidievoorwaarden in de eerste helft van 2010 ook een verzoek om subsidie voor haar activiteiten indienen bij de provincie Noord-Holland. Tevens zal zij dan aangeven hoe meer accent te leggen op haar 2e lijnsfunctie conform Provincie Nieuwe Stijl alsmede met het Erfgoedhuis Zuid-Holland samen te werken voor de oprichting van een kenniscentrum binnen het Erfgoedhuis Zuid-Holland conform het Beleidskader Historische Landgoederen. Ombouw museumconsulenten Erfgoedhuis De subsidiëring van het onderdeel Museumconsulentschap ( 187.000,-) is met ingang van 1 januari 2010 afgebouwd en zal per 1 januari 2011 geheel worden stopgezet. Het Erfgoedhuis ontvangt vanaf 2010 een extra investering vanuit de Kadernota 2010-2013 van 200.000,-. Dit bedrag zal worden ingezet voor brede erfgoedconsulenten die worden ingezet voor religieus erfgoed, landgoederen en cultuurparticipatie / erfgoededucatie. Daarnaast zal er in het kader van de Provinciale Structuur Visie (PSV) ook aandacht zijn voor ruimtelijke kwaliteit, landschap en cultuurprofielen. Dienstverlening provinciale instellingen t.b.v. de RASsen en gemeenten De notitie Maatschappelijke Participatie 2009-2012 heeft geleid tot een organisatorische bundeling langs thematische lijnen van de provinciale ondersteuningsinstellingen. Daarnaast zijn subsidies stopgezet aan activiteiten van de instellingen die niet in lijn zijn met de richtlijnen van PNS. Dit heeft ertoe geleid dat eerstelijnsactiviteiten, activiteiten die onvoldoende relatie hebben met de provinciale taken of taken die als een eigen, interne taak van de organisatie kunnen worden gezien zijn gestopt. Tot slot wordt naar kwaliteitsverbetering gestreefd bij de instellingen door het stimuleren van een vraaggerichte werkwijze. Voor het onderdeel cultuurparticipatie is daarbij ingezet op extra stimulering van de vraag van gemeenten en de RAS-regio's, omdat zij tot nu toe minder bekend zijn met de activiteiten van de cultuurinstellingen. Het einddoel zoals opgenomen in de notitie Maatschappelijke Participatie 2009-2012 was om vöör 2012 te komen tot organisaties die flexibel en vraaggerichte ondersteuning bieden in de vorm van deskundigheidsbevordering, kennisuitwisseling en innovatie. Deze ondersteuning wordt geboden aan organisaties die werkzaam zijn op het gebied van maatschappelijke vraagstukken, jeugd, Wmo en cultuurparticipatie. De gemeenten formuleren in gezamenlijkheid de vraag naar deze ondersteuning. De afgelopen periode hebben wij zoals gemeld een sterke inzet gepleegd op de extra stimulering van de vraag van gemeenten en RAS regio's. In 2009 hebben de instellingen een Cultuurwaaier ontwikkeld voor de RAS regio's. De Cultuurwaaier geeft aan de RAS regio's een indruk van de producten en diensten die de culturele instellingen kunnen bieden en is in september/oktober 2009 onder de aandacht gebracht van de RAS-sen. Gemeenten zijn zich hier sindsdien meer van bewust. Wij ontvangen namelijk steeds meer vragen van gemeenten over de provinciale instellingen en hun ondersteuningsmogelijkheden. De Cultuurwaaier heeft geleid tot een verhoogde betrokkenheid van de instellingen bij de geplande uitvoering van regionale programma's cultuurparticipatie in 2010. Exacte percentages worden bekend n.a.v. monitor 2009 doortympaan (sept. 2010). De daaropvolgende jaren zal Tympaan bijhouden in welke mate de betrokkenheid van de instellingen bij de regionale programma's cultuurparticipatie is toegenomen.

Op basis van de monitor zullen wij in de volgende voortgangsrapportage die het laatste kwartaal van 2010 verschijnt aangeven hoe wij de vraag van de gemeenten verder kunnen versterken en of er aanpassingen nodig zijn bij de boekjaarinstellingen om nog vraaggerichter te werken. In de tweede helft van 2010, als de nieuwe colleges gevormd zijn bij de gemeenten, zullen de instellingen sterk inzetten op het bekender maken van de culturele instellingen bij de (nieuwe) gemeentelijke vertegenwoordigers in de RAS en het ophalen van de vraag van de gemeenten/ras-regio's. Daarnaast vindt er in in 2010 een bestuurlijke ronde plaats langs de RAS regio's waar de vraag wordt opgehaald bij het maatschappelijk middenveld en de gemeenten. De uitkomsten hiervan worden betrokken bij de onderhandelingen over de boekjaarsubsidie en het activiteitenplan van de culturele ondersteuningsinstellingen. Verder wordt de aansturing van de provinciale ondersteuningsinstellingen door de provincie verder verbeterd door een traject met de instellingen en KWINK Groep, een bureau dat ervaring heeft met het opstellen van prestatie-indicatoren. Doel is om tot betere prestatie-afspraken te komen met ingang van 1 januari 2011. Overdracht bureau Kunst en Cultuur van PJ Partners naar Kunstgebouw In de nota Meedoen in Zuid -Holland stond in het kader van thematische clustering aangegeven dat onderzocht zou worden of de culturele taken van PJ Partners bij een provinciale culturele ondersteuningsorganisatie ondergebracht konden worden. Deze overdracht van taken diende voor 2012 afgerond te zijn. PJ Partners en Kunstgebouw hebben inmiddels laten weten overeenstemming te hebben bereikt over de overdracht van de cultuurtaken PJ Partners naar Kunstgebouw per 1 juli 2010. 5. Innovatieagenda samenleving 2010 In de nota 'Meedoen in Zuid-Holland, Maatschappelijke Participatie 2009-2012' (van februari 2009) wordt de thematische innovatieagenda aangekondigd. Over de aanpak van de innovatieagenda is in de voortgangsrapportage Maatschappelijke Participatie (augustus 2009) verslag gedaan. In die aanpak vervult de provincie de rol van aanjager en beslisser. Wij hanteren daarvoor een kader met een definitie van innovatie, een thematische invulling per beleidsveld en een set selectiecriteria, die wij bij de beoordeling van de ingediende innovatievoorstellen hanteren. De ondersteuningsorganisaties voor de Wmo reserveren daarvoor minimaal 10% van hun boekjaarsubsidie en de ondersteuningsorganisaties voor cultuur en cultureel erfgoed tot maximaal 20%. Voor Jeugdzorg is in het Uitvoeringsprogramma Jeugd een afzonderlijk budget voor innovatie gevormd (van ruim 600.000 euro). Innovatie gaat in het algemeen over inhoudelijke vernieuwing en verbetering van methoden. Het gaat daarbij om het vinden van nieuwe combinaties van bestaande ideeën en toepassingen, waarbij andere wegen worden ingeslagen. Daarbij ligt het accent op de uitvoerbaarheid van innovaties en op het verspreiden en implementeren van vernieuwingen. De thema's zijn geclusterd naar drie beleidsvelden: jeugdzorg, cultuur en maatschappelijke participatie. Daarbij is gekozen voor een passende procesaanpak per werkveld: Voor Jeugdzorg zet de provincie in op projecten, die een vernieuwend antwoord vormen op knelpunten of opgaven die spelen voor deze sector; Voor Cultuur is gekozen voor de voortzetting van de al in 2009 ingezette koers: een meer vraaggerichte vernieuwing van de tweedelijns ondersteuningsaanbod (onder meer via de Cultuurwaaier); Voor de Wmo is een interactief proces gestart met de ondersteuningsorganisaties Wmo om tot een beperkte set van innovatieve voorstellen voor een tweede lijns ondersteuningsaanbod te komen, dat aansluit bij de provinciale taak in de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo).

Voorts is gekozen voor de volgende (sub)thema's per beleidsveld. Voor de geïndiceerde jeugdzorg: 1. Nieuwe vormen van wachtlijstaanpak, die leiden tot een snellere hulpverlening dan wel 'verlichting' van de wachttijd; 2. Online hulp: bieden van informatie, advies of ondersteuning via internet op het gebied van Öeugd)zorg gericht op vergroting van de zelfredzaamheid van de cliënt, verbetering van de toegankelijkheid van hulp en van de toeleiding naar face-to-face hulp; 3. Ontwikkeling van effectieve, zogeheten evidence of practiced based methodieken, die gericht zijn op de hulp aan jeugdigen en ouders/opvoeders. Voor Cultuur is aangesloten bij de al in 2009 in gang gezette vernieuwingen. Die betreffen: 1. Ontwikkeling van innovatieve provinciebrede projecten door provinciale instellingen cultuur in het kader van het programma Cultuurparticipatie 2009-2012, waarvan 60% op aanvraag van gemeenten en onderwijs, en waarvan vervolgens - na ontwikkeling - 75% op de Regionale Agenda Samenleving (RAS) wordt geplaatst; 2. Ontwikkeling van stationsbibliotheken, van innovatieve aanvragen van lokale bibliotheken en van het project 'Historie in de bibliotheek'; alle drie uitgevoerd door Probiblio; Plus innovatie bij de regionale omroepen (o.a. snelle updates van het nieuws op radio, tv en internet en versterking calamiteitenzender) 3. Themajaar 2010: Historische water- en vaarwegen. Voor het veld Wmo is dit najaar een interactief proces met de ondersteuningsorganisaties Wmo aangegaan. Dat leidde tot nadere samenwerking bij een aantal projecten tussen de instellingen. Beoordeling en nadere toetsing (o.a. op duidelijkheid) leidde vervolgens tot de volgende lijst van voorstellen, ingedeeld naar drie subthema's: 1. Preventieve ondersteuning en nazorg jeugdzorg: Nazorgpilot in drie regio's; opvoedkundige interventie gericht op allochtone ouders en kinderen en 12 minners; effectieve hulpverleningsmethodes; introductie presentiebenadering; sociale netwerkstrategieën, dient gerichte zorg in de Centra voor Jeugd en Gezin (CJG); 2. Sociale samenhang en leefbaarheid: Diversiteit en wijkontwikkeling; conflicthantering in de wijk; moeilijke bereikbare groepen in de zorg; diversiteit en cultuur 3. Ondersteuning vrijwilligers en mantelzorg: Respijtzorg en zorgvrijwilligers, de afstemming met professionele zorg, en sport en vrijwillige inzet. Bij de beoordeling van de voorstellen viel op dat het accent sterk lag op het vervolg van al in gang gezette innovaties binnen bestaande kaders, en minder op het in gang zetten van nieuwe, innovatieve voorstellen. De huidige zes selectiecriteria - met een accent op uitvoerbaarheid en vervolg - dragen daar ook toe bij. Om deze overaccentuering wat af te vlakken worden de twee afzonderlijke criteria 'perspectief op vervolg' en verspreidbaarheid' teruggebracht tot een enkel criterium: 'zicht op vervolg'. Daarmee wordt het gewicht van het criterium van de uniciteit (verhoudingsgewijs) vergroot. De financiële afwikkeling voor 2010 verloopt via de toekenning van de boekjaarsubsidie aan de ondersteuningsorganisaties. Tot slot kan geconstateerd worden dat de quick scan van Tympaan naar feitelijke achtergronden en innovatieve voorstellen nog onvoldoende is meegenomen in de keuzen van de instellingen. Dat kwam mede door het krappe tijdpad. De quick scan kwam beschikbaar op het moment dat de instellingen al hun eerste keuzen hadden gemaakt. Wij willen nagaan hoe voor komend jaar de kennis en informatie die bij Tympaan beschikbaar is (en komt) o.a. uit het Regionaal Informatiesysteem Samenleving meer productief gemaakt kan worden voorde innovatieagenda 2011-2012. 10

6. Tot slot Geconcludeerd kan worden dat de doelstellingen uit de nota "Meedoen in Zuid-Holland Maatschappelijke Participatie 2009-2012" conform planning bereikt worden. Waardering vanuit de samenwerkende gemeenten voor de focus op de drie beleidsprioriteiten. De omslag van de ondersteuningsorganisaties naar vraaggericht werken krijgt vorm. Tweede helft 2010 zullen wij door uitvoering van de kwaliteits- en tevredenheidsmeting onder klanten van de ondersteuningsorganisaties een beter beeld hiervan krijgen. 11

Bijlage Specificatie begroting t.a.v. cultuurparticipatie 2009 Zuid-Holland Programma's CP door samenwerkende gemeenten üiddelen vanuit fonds CP, per jaar p r SAS rasta Haaglanden 4 subregio's in SRR Holland Rijnland Rijnstreek Midden-Holland Alblasserwaard-Vijfheerenlanden Drechtsteden Hoeksche Waard Goeree-Overflakkee Totaal Inwoners per 31-1-2006 205.841 598.369 272.203 127.547 238.705 129.590 143.086 85.627 47.913 1.848.881 Bedrag Bedrag per 162.614 472.712 215.040 100.762 188.577 102.376 113.038 67.645 37.851 1.460.616 Toegekend in 2009 14.200 300.184 322.051 100.000 234.610 138.500 140.038 82.340 92.346 1.424.269 Tweedelijns ondersteuningsuren per RAS-verband van samenwerkende gemeenten 2010 Ras regio JSO PJ Partners Meander Stimulans Sportservice Totalen Rijnstreek Holland Rijnland 740 1255 446 757 656 1056 548 882 357 606 2748 4557 Stadsgewest Haaglanden* 1375 830 1479 1235 664 5584 Midden Holland 956 577 824 689 462 3507 Stadsregio Rotterdam* 1243 1150 1647 1376 721 6138 Alblasserw-Vijfheerenl. 743 448 659 550 359 2760 Drechtsteden 1002 605 860 718 484 3669 Hoeksche Waard 657 396 592 494 317 2456 Goeree-Overflakkee 583 352 534 446 282 2197 8553 5561 8309 6940 4253 33616 JSO, PJ Partners en Sportservice ZH exclusief de gemeenten Den Haag en Rotterdam 12