SAMENVATTING VOEDINGSPROTOCOL NoordWest lokatie Alkmaar Tabel 1. : Aanbevelingen voor parenterale vochttoediening (g) 1 < 1000 g 1000 1500 g > 1500 g A terme Dag 1 80-120 80-100 60-80 40-80 Dag 2 100-140 100-120 80-100 60-120 Dag 3 120-160 120-140 100-120 80-130 Dag 4 130-160 130-150 120-150 100-150 Dag 5 140-180 140-160 140-160 120-160 Dag 6 150-180 140-180 140-180 140-160 Tabel 3a. Basisschema s parenterale voeding: indien geen enterale voeding Prematuren < 1250 gram Primene Glucose 10% Neomix Parenteraal vocht Direct pp 25 65-85 90-110 Dag 1 15 75 90 Dag 2 15 95 110 Dag 3 15 115 130 Dag 4 10 140 150 Dag 5 10 155 165 Dag 6 0 180 180 Pasgeborenen 1250 1750 gram Primene Glucose 10% Neomix Parenteraal vocht Direct pp 25 65 90 Dag 1 15 75 90 Dag 2 15 95 110 Dag 3 15 115 130 Dag 4 10 135 150 Dag 5 10 155 165 Dag 6 0 180 180 Pasgeborenen > 1750 gram Primene Glucose 10% Neomix Parenteraal vocht Direct pp 25 65 90 Dag 1 15 70 85 Dag 2 15 85 100 Dag 3 15 105 120 Dag 4 5 135 140 Dag 5 0 160 160 Dag 6 0 180 180
Tabel 3b. Rekenmethode combinatie enterale & parenterale voeding 1. Bepaal eerst de gewenste hoeveelheid vocht per 24 uur (zie tabel 1.). 2. Trek hiervan af het volume enterale voeding (zie tabel 5 of tabel 6). NB: (minimale) enterale voeding wordt niet meeberekend in het totaal vocht Trek eventueel af het volume vocht dat nodig is om lijnen open te houden. 3. Het resterende volume is voor parenterale voeding: a. Bepaal eerst de hoeveelheid toe te dienen Primene. b. Het resterende volume is voor de parenterale voeding (Neomix). Tabel 4. Minimaal Enterale Voeding (MEV) Gewicht Hoeveelheid Voeding <750 g 6 dd 0,5 ml Moedermelk/Nenatal 750-1250 g 6 dd 1,0 ml Moedermelk/Nenatal 1250-1750 g 6 dd 2,0 ml Moedermelk/Nenatal >1750 g 6 dd 3,0 ml Moedermelk/Nenatal A terme 6 dd 3,0 ml Moedermelk/Nutrilon SAMENVATTING BEHOEFTE NEONAAT IV Glucose: min 4,0 mg/kg/min; max 12 mg/kg/min (start zo nodig insuline). Start direct post partum terme 4 mg/kg/min, preterme 5-6 mg/kg/min Aminozuren: Prematuur: streven naar 3,0-4,0 g/kg/dag (controleer ureum en bloedgas bij meer dan 3.5 g/kg/d). Start direct post partum. A terme: Streven naar 2,4 g/kg/dag. Start direct post partum bij asfyxie, ernstige dysmaturiteit < 2200 gram, darmobstructie Vet: streven min 2,5-3 g/kg/dag (ophogen bij lage triglyceriden-spiegel en bij matige groei). Start direct post-partum.
TABELLEN Tabel 2a. Stroomdiagram neonaten < 1250 gr: indicatie plaatsen (navel)lijn dag1
Tabel 2b. Stroomdiagram neonaten 1250-1750 gram
Tabel 2c. Stroomdiagram neonaten 1750-2250 gram of < 34 weken
Tabel 2d. Stroomdiagram neonaten > 2250 gram
Tabel 3a. Basisschema s parenterale voeding: indien geen enterale voeding Prematuren < 1250 gram Primene Glucose 10% Neomix Parenteraal vocht Direct pp 25 65-85 90-110 Dag 1 15 75 90 Dag 2 15 95 110 Dag 3 15 115 130 Dag 4 10 140 150 Dag 5 10 155 165 Dag 6 0 180 180 Pasgeborenen 1250 1750 gram Primene Glucose 10% Neomix Parenteraal vocht Direct pp 25 65 90 Dag 1 15 75 90 Dag 2 15 95 110 Dag 3 15 115 130 Dag 4 10 135 150 Dag 5 10 155 165 Dag 6 0 180 180 Pasgeborenen > 1750 gram Primene Glucose 10% Neomix Parenteraal vocht Direct pp 25 65 90 Dag 1 15 70 85 Dag 2 15 85 100 Dag 3 15 105 120 Dag 4 5 135 140 Dag 5 0 160 160 Dag 6 0 180 180
Tabel 3b. Rekenmethode combinatie enterale & parenterale voeding 4. Bepaal eerst de gewenste hoeveelheid vocht per 24 uur (zie tabel 1.). 5. Trek hiervan af het volume enterale voeding (zie tabel 5 of tabel 6). NB: (minimale) enterale voeding wordt niet meeberekend in het totaal vocht Trek eventueel af het volume vocht dat nodig is om lijnen open te houden. 6. Het resterende volume is voor parenterale voeding: a. Bepaal eerst de hoeveelheid toe te dienen Primene. b. Het resterende volume is voor de parenterale voeding (Neomix). Tabel 4. Minimaal Enterale Voeding (MEV) Gewicht Hoeveelheid Voeding <750 g 6 dd 0,5 ml Moedermelk/Nenatal 750-1250 g 6 dd 1,0 ml Moedermelk/Nenatal 1250-1750 g 6 dd 2,0 ml Moedermelk/Nenatal >1750 g 6 dd 3,0 ml Moedermelk/Nenatal A terme 6 dd 3,0 ml Moedermelk/Nutrilon
Tabel 5. Standaard voedingsregime obv geboortegewicht (g) 751-1000 1001 1250 1251-1500 1501-1750 1751-2000 PT > 2000* > 2000 1 dag 1 6 x 1 6 x 1 6 x 2 12 x 3 8 x 5 8 x 10 2 24 x 1 24 x 1 12 x 2.5 12 x 6 8 x 10 8 x 20 3 24 x 1.5 24 x 2 12 x 5 12 x 9 8 x 15 8 x 30 4 24 x 2 24 x 3 12 x 7.5 12 x 12 8 x 20 8 x 40 5 24 x 3 24 x 4 12 x 10 12 x 15 8 x 25 8 x 50 6 24 x 4 24 x 5 12 x 12.5 12 x 18 8 x 30 8 x 60 7 24 x 5 24 x 6 12 x 15 12 x 21 8 x 35 8 x 70 8 24 x 6 24 x 7 12 x 17.5 12 x 24 8 x 40 Ad * Een prematuur 30-34 weken met een geboortegewicht > 2000 gram moet worden opgehoogd volgens het schema 1751-2000 gram gezien de prematuriteit Ad 1. Bij een geboortegewicht 2000 of prematuriteit < 35 weken wordt gestart met MoederMelk (MM) of Nenatal Start (NN-Start). Bij ontslag wordt NN start vervangen door Nenatal-1. Bij inhaalgroei tot de -1SD echter niet langer dan gecorrigeerd 6 maanden wordt Nenatal-1 vervangen door Nutrilon-1. Prematuren > 35 weken met een geboortegewicht > 2000 gram en bij a terme neonaten wordt MM of Nutrilon-1 gegeven. Indien er niet binnen 48 uur postpartum meconium is geloosd, worden er klysma s afgesproken. Als voeding ondanks uitblijven meconiumlozing getolereerd wordt, wordt de voeding wel opgehoogd. Zodra er 50 ml/kg/dag of langer dan een week moedermelk (MM) wordt gegeven, wordt er breastmilk fortifier (BMF) toegevoegd (2,1g/50ml). MEV telt niet mee als voedingsdag. Als een a terme of preterme borstvoeding krijgt, wordt na 1 week gestart met Vitamine K suppletie 150 ug/dag. Deze kan gestopt worden als er meer dan 500 ml kunstvoeding gegeven wordt. Na een episode van een NEC ( Bell II of III) wordt er met voeding gestart zonder BMF tot er een volume van > 130 ml/kg/dag gegeven wordt.
Tabel 6. Voedingsregime obv geboortegewicht (g) in geval van asfyxie en/of dysmaturiteit ( < p.2.3 of -2SD) Bij a terme dysmatuur > 2200 gram: volg schema Tabel 5. Standaard voedingsregime obv geboortegewicht (g) 750-1000 1001-1250 1251 1500 1501-1750 1751-2000 dag 1 6 x 1 6 x 1 6 x 2 6 x 2 6 x 3 6 x 3 2 6 x 1 6 x 1 6 x 2 6 x 2 6 x 3 6 x 3 3 24 x 1 24 x 1 12 x 2.5 12 x 3 8 x 5 8 x 10 4 24 x 1.5 24 x 2 12 x 5 12 x 6 8 x 10 8 x 15 5 24 x 2 24 x 3 12 x 7.5 12 x 9 8 x 15 8 x 20 6 24 x 2.5 24 x 4 12 x 10 12 x 12 8 x 20 8 x 30 7 24 x 3 24 x 5 12 x 12.5 12 x 15 8 x 25 8 x 40 8 24 x 3.5 24 x 6 12 x 15 12 x 18 8 x 30 8 x 50 >2000/ 1,2 Ad 1. Bij een geboortegewicht 2000 g of prematuriteit < 35 weken wordt gestart met MM of Nenatal Start (NN-Start). Bij ontslag wordt NN Start vervangen door Nenatal-1. Bij inhaalgroei tot de -1SD echter niet langer dan gecorrigeerd 6 maanden wordt Nenatal-1 vervangen door Nutrilon-1. Prematuren met een geboortegewicht > 2000 gram en bij a terme wordt MM of Nutrilon-1 gegeven. Ad 2. Bij een geboortegewicht >2200 g wordt bij dysmaturiteit gestart met 8 x 10 ml N1/MM op dag 1. Bij asfyxie en een geboortegewicht < 2200 gram wordt in principe bovenstaand voedingsregime gevolgd. In geval van dysmaturiteit 2000-2200 gram kan overwogen worden op dag 1 reeds met volledig enterale voeding te starten. Dit is afhankelijk van de kliniek (zuigbehoefte, geen retenties, meconiumlozing). Indien er niet binnen 24 uur postpartum meconium is geloosd, worden er klysma s afgesproken. Als voeding ondanks uitblijven meconiumlozing getolereerd wordt, wordt de voeding wel opgehoogd. Zodra er 50 g of langer dan een week moedermelk(mm) gegeven wordt, wordt er breastmilk fortifier (BMF) toegevoegd (2,1g/50ml). MEV telt niet als voedingsdag.
Tabel 7. Retentieschema Braken en/of maagretentie: check positie maagsonde! Indien goede positie: VEEL RETENTIE (contact arts): -24 dd voeding: 2x uurvolume -8dd en 12dd voeding: 1 voeding - MEV > 1000 gr. > 2 ml WEINIG RETENTIE (helder/voeding): -24 dd voeding: < 2x uurvolume -8dd en 12 dd voeding: < 1 voeding - MEV > 1000 gr < 2 ml ZIEK: verd sepsis/odb/nec Niet ziek: goede klinische conditie - teruggeven retentie, indien bloederig/gallig weggooien, alleen dan ook voeding 2 uur pauze (24 dd) of 1 x overslaan (8dd en 12dd) -daarna voeding herstarten -staak voeding -pt wordt nagekeken en behandeld naar bevindingen -overweeg MEV -na 12 uur herevaluatie Gallig/bloederig helder of oude voeding -retentie teruggeven -controleer defaecatiepatroon -overweeg klysma bij uitblijven defaecatie sinds 24 uur -voedingspauze 2 uur, daarna voeding hervatten Voeding weggooien Voedingspauze 2 uur (24 dd) of 1 x overslaan (8 of 12dd) en herstarten -opnieuw gallige/bloedige retentie -staak voeding -pt wordt nagekeken door arts Geen retentie Heldere retentie of oude voeding Hervat voeding Retenties worden gemeten bij neonaten die prematuur geboren zijn <36 weken, een sonde hebben, een sepsis hebben en/of als ze veel spugen. Retenties worden 1 x per dienst gecontroleerd en zonodig vaker, zie retentieschema.
Tabel 8. Stroomdiagram Onvoldoende groei bij prematuren VI ~140 g Indien mogelijk VI ~160 g Indien mogelijk VI ~180 g MM en BMF NN 16,5% MM en BMF NN 16,5% MM en BMF NN 16,5% NPPF 1,5% NN 18% NPPF 1,0% NPPF 0.5% NPPF 0,5% NPPF 0.5% NPPF 0,5% MCT 2% MCT 4% Consult diëtist NNPF: Nenatal Protifar Protein Fortifier Analyses: Samenstellingen per 100 ml van voedingen volume Kcal/volume g Eiwit/volume mg calcium /volume MM: 100 ml 68 1.1 30 0,1 MM + BMF 100 ml 83 2.1 93 0.1 NPPF 1 g 3.38 0.82 5.24 0 Liquigen 100 g 450 0 0 0 NN Start 100ml 80 2.6 100 1.6 Post-discharge voeding: Frisopre 100ml 75 2.0 66 0.9 Nenatal 1 100 ml 80 2.0 87 1.2 Nutrilon 1 100 ml 66 1.3 47 0.5 Infatrini 100 ml 100 2.6 80 1.0 Controleer ureum en bloedgas in ieder geval 1x bij toevoegen van NNFP Bereken calorische intake Blijf je afvragen: waarom groeit deze patiënt niet? mg ijzer/ volume
Tabel 9. Minimale controles bij volledig parenteraal gevoede kinderen in de 1e levensweek. Bij afbouwen TPV < 50% hoeft dag 7 niet gedaan te worden. Dag 1 Dag 2 Dag 3 Dag 4 Dag 5 Dag 6 Dag 7 Bloedgas x x x Glucose x x x x x Geïon. Ca x x x Na/K x x x x Albumine x P/ Mg x x Ureum/creat x x Bili tot/1 x dir bili x x x x TG** x x x Ht/T/Leuco x x x Blgr/Rh/Coombs ASAT,ALAT * x x 1x per week bij langdurig TPV **bij fulminante sepsis/koorts/hyperbilirubinemie rondom wisseltransfusie dagelijks controleren Tabel 10. Interventie bij verhoogde ureum of triglyceridenspiegels Bij verhoogd ureum zal de Primene gestopt en/of de Neomix verlaagd moeten worden, bij een verhoogde triglyceridewaarde zal de Neomix verlaagd of gestaakt moeten worden volgens het volgende schema: Ureum Triglyceride Actie: Actie: Neomix Wanneer Labco (mmol/l) (mmol/l) Primene <10 <2 Continueren Continueren Volgens protocol 10-12 2-3 Stoppen halveren volgende dag 12-14 3-4 Stoppen 25 % continueren volgende dag >4 Stoppen stoppen volgende dag > 14* * Afhankelijk van kliniek/oorzaak staken/ intake 0.5 gram/kg/dag handhaven
Tabel 11a. Samenstelling Neomix per 100 ml Neomix Energie (kcal) 59 Eiwit (g) 1.8 Koolhydraten (g) 8.9 Vet (g) 1.8 Ca (mmol) 0.7 PO 4 (mmol) 0.93 Na (mmol) 2.1 K (mmol) 0.66 Mg (mmol) 0.10 Chl (mmol) 1.83 Tabel 11b. Samenstelling voedingen en toevoegingen per 100 ml. voeding Moeder MM + Nutrilon Nenatal-Start Nenatal-1 Neocate melk BMF 1 (16.5%) Energie (kcal) 67 83 66 80 75 71 Eiwit (g) 1,1 2 2.2-3.1 1,3 2,6 2.0 2.0 Koolhydraten (g) 7,7-8,1 9.9-10.3 7,3 7,6 7.4 8.1 Vet (g) 2,9-4,2 5.1-6.4 3,5 4,4 4.1 3.5 Ca (mg) 30 64 50 120 94 49 PO 4 (mg) 15 36 28 66 50 35
Tabel 12 Richtlijn Vitamine K