BIJLAGE 1 ACTUALISATIE VAN HET GEMEENTELIJK SUBSIDIEBELEID Inventarisatie In 2015 is ten behoeve van het onderzoek van de rekenkamercommissie een overzicht opgesteld van de verstrekte subsidies in 2014. Daarbij is veel tijd besteed aan het onderscheiden van de directe subsidies van de overige verstrekkingen aan derden. De directe subsidies zijn/worden verleend op basis van de gemeentelijke subsidieverordening en nadere regels. Daarnaast verstrekt de gemeente diverse materiële of financiële bijdragen aan derden om de realisatie van gemeentelijke doelen te realiseren. Op deze bijdragen, zoals bijvoorbeeld de onderhouds- of exploitatiebijdragen of het niet in rekening brengen van kosten, is het regime van de subsidieverordening niet van toepassing. De eerder opgestelde inventarisatie van 2014 is inmiddels geactualiseerd met een selectie van subsidies uit het financiële systeem. Het overzicht is verder aangevuld door te selecteren op verstrekkingen, bijdragen, heffingen, giften, donaties, retributies, schenkingen en wensgeld. De resultaten uit deze selectie vragen om een verdiepingsslag om te bezien in hoeverre deze bijdragen onder het subsidieregime kunnen worden ondergebracht. In eerste aanleg zal voor het opstellen van een nieuw subsidiekader worden ingezoomd op de directe subsidies en de begunstigden hiervan. In een later stadium wordt bezien of de indirecte subsidies onder het nieuwe subsidiekader kunnen worden ondergebracht. Op deze wijze wordt de voortgang in het proces gewaarborgd. Algemene uitgangspunten voor subsidiebeleid Het benoemen van algemene uitgangspunten voor het subsidiebeleid vraagt allereerst om een heldere afbakening van het subsidiebeleid. In de wandelgangen wordt voor verschillende vraagstukken verwezen naar het (te actualiseren) subsidiebeleid, terwijl hiermee wordt gedoeld op het inhoudelijk beleid. Subsidie vormt één van de instrumenten voor het realiseren van gemeentelijke beleidsdoelen. Subsidieverstrekking is daarmee geen doel op zich. Het bepaalt niet wát we willen bereiken. De gemeentelijke doelen (wat we willen bereiken) liggen vast in de Strategische Visie Venray en alle daarvan afgeleide beleidsdocumenten. Dit neemt niet weg dat vastgestelde gemeentelijke doelen wel degelijk van invloed kunnen zijn op de vraag welke instrumenten we inzetten en op welke wijze. Getracht is vanuit het huidige strategisch kader de algemene uitgangspunten voor het gemeentelijk subsidiebeleid te formuleren. Deze uitgangspunten vormen de input voor het traject waarin, samen met de externe partijen, naar verdere concretisering wordt gezocht. In een eerste fase wordt gezamenlijk het algemeen kader gespecificeerd waarna in een volgende fase per thema of beleidsveld wordt ingezoomd (zie ook raadsvoorstel 23 februari 2016 en Raadsinformatiebrief 20 juni 2016 inzake proces herijking subsidiebeleid). Naarmate het proces vordert zullen ook de consequenties van de actualisatie van het subsidiebeleid steeds duidelijker worden. Deze ontwikkeling raakt het gehele gemeentelijk beleid. 1
Huidig subsidiekader Alvorens de uitgangspunten voor het te actualiseren subsidiebeleid te formuleren wordt het bestaande subsidiebeleid geschetst. Het huidig subsidiekader bestaat uit de ASV (algemene subsidieverordening), en het BNRS (Besluit Nadere Regels Subsidieverstrekking). De ASV onderscheidt twee soorten subsidies, te weten de incidentele en de periodieke subsidie. De incidentele subsidie is bedoeld voor activiteiten met een incidenteel of eenmalig karakter. De periodieke subsidie bestaat uit een periodieke aanspraak voor voortdurende activiteiten die van jaar tot jaar plaatsvinden of zich uitstrekken over meerdere jaren. Het BNRS bevat verder voorschriften voor de subsidieverstrekking, algemeen als ook gespecificeerd naar tal van beleidsvelden. Algemeen zijn twee uitgangspunten geformuleerd voor subsidiabele activiteiten: - in voldoende mate in overeenstemming met gemeentelijk beleid en gericht op de gemeente of in belangrijke mate tegemoet komen aan ingezetenen van de gemeente; - gericht op het bevorderen van samenhang, saamhorigheid en participatie van ingezetenen en primair gebaseerd op eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid. Strategische Visie Venray De SVV hanteert drie leidende perspectieven die de leidraad vormen voor het gemeentelijk handelen. zelfsturing Uitgangspunt voor zelfsturing is dat inwoners primair zelf verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit van hun leefomgeving. Het is aan de gemeente om hiervoor voldoende ruimte te bieden. Het beleid is gericht op maximalisatie van participatiemogelijkheden en maximalisatie van zelfredzaamheid. kwalitatieve ontwikkeling De gemeente richt zich bij voortduring op nieuwe ontwikkelingen. Kwaliteit en herstructurering komen in de plaats van kwantitatieve groei. (regionale) samenwerking Samenwerking met partners in Venray en de regio versterkt de kracht van de regio én van Venray. Als afgeleide van deze leidende perspectieven zijn in het collegeprogramma 2014-2018 een drietal vragen geformuleerd die eenieder zich bij uitvoering van het gemeentelijk beleid moet stellen: - hoe kunnen we inwoners en bedrijven ruimte geven om maatschappelijke, economische of persoonlijke initiatieven mogelijk te maken; - hoe draagt de gewenste ontwikkeling bij aan een betere samenleving en/of een betere leefomgeving: hoe voegen we kwaliteit toe? - leidt de samenwerking tot betere of efficiëntere oplossingen. 2
Uitgangspunten voor subsidiebeleid Voor wat hoort wat Zoals eerder aangegeven heeft de rekenkamercommissie aanbevelingen gedaan om het subsidiebeleid te verbeteren. In één van haar conclusies geeft de rekenkamercommissie aan dat bij de inzet van het instrument subsidie onvoldoende de relatie wordt gelegd met de (inhoudelijke) doelen en de effecten die men wenst te bereiken. Meer dan voorheen zal nadrukkelijker aangegeven moeten worden of en in welke mate de betreffende subsidie een bijdrage levert aan één van de gemeentelijke doelen. Dit impliceert een zekere vorm van wederkerigheid. Met andere woorden: wat mag de gemeenschap als tegenprestatie verwachten voor de te verstrekken subsidie? Subsidie als stimulans Met het actualiseren wordt beoogd het subsidiebeleid beter aan te laten sluiten bij de huidige tijdgeest. Deze tijdgeest kenmerkt zich door een terugtredende overheid. Ook het strategisch perspectief zelfsturing gaat uit van de gedachte dat inwoners primair zelf verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit van hun leefomgeving. De kracht van de gemeenschap benutten, mensen laten doen wat ze zelf kunnen en het initiatief en verantwoordelijkheid bij inwoners laten. Daarbij wordt een beroep gedaan op de eigen kracht. De gemeentelijke bijdrage is gericht op maximalisatie van participatie en zelfredzaamheid. De gemeente vervult waar nodig of wenselijk een faciliterende rol die bij het bereiken van het gewenste resultaat niet langer noodzakelijk is. Kwalitatieve ontwikkeling De gemeente wil ruimte bieden voor (nieuwe) ontwikkelingen. Inzetten op kwaliteit en herstructurering in plaats van alleen maar op kwantitatieve groei. Dit betekent niet dat voorbij kan worden gegaan aan het bestaande. De SVV spreekt van de warme jas voor nu en in de toekomst. Binnen het bestaande wordt op tal van terreinen de diversiteit van Venray gekoesterd. Niet méér van hetzelfde, maar ruimte voor nieuwe ideeën en initiatieven. Samenwerking Ook met het subsidiebeleid kan worden gestuurd op nieuwe duurzame verbindingen die een positieve bijdrage leveren aan de sociale en economische structuur van Venray. Communicatie In het proces van de herijking van het subsidiebeleid is zorgvuldige communicatie cruciaal. Communicatie helpt bij het vinden van de juiste werkvorm voor de samenwerking tussen de subsidieontvangers en de gemeente en voor het verkrijgen van draagvlak voor het nieuwe subsidiebeleid. We zullen het beleid in dialoog met alle betrokkenen vormgeven. Onderwerpen van de gesprekken zijn de (strategische) doelen die we met subsidie wil bereiken, de vormen waarin subsidie verstrekt kan worden, de voorwaarden aan de subsidieverlening en de mogelijkheden om de aanvraagprocedure te vereenvoudigen. Vorm We zullen het subsidiebeleid opstellen en vormgeven in dialoog met zoveel mogelijk betrokkenen. Dit zal medio november 2016 plaatsvinden. Alle gesubsidieerde organisaties ontvangen een oproep om deel te nemen. Gelet op het belang voor deze partijen wordt een grote deelname verwacht. De dialoog is gericht op het uitwisselen van informatie. Wie beter geïnformeerd is, toont doorgaans meer begrip. Mensen die elkaars voorkeuren, belangen en knelpunten kennen, komen tot breder 3
gedragen oplossingen. En dat is wat we beogen met de werkwijze voor herijking van het subsidiebeleid. Concreet gaan we met elkaar in gesprek over doelen (wat willen we als gemeenschap bereiken met het verstrekken van subsidies?), vormen (in welk vormen kunnen we subsidies verstrekken?), voorwaarden en de procedures (kan de aanvraag eenvoudiger? Kan de verantwoording beter?). Belangrijk is dat we voor aanvang van de dialoog met elkaar de bovenstaande uitgangspunten afspreken. Het vaststellen van deze uitgangspunten, het gemeentelijk kader voor de dialoog, is een bevoegdheid van de raad. Waarover willen we met partners praten en waar hebben we de ruimte om gezamenlijk invulling te geven aan het subsidiebeleid. Europese, landelijke en provinciale weten regelgeving begrenzen de mogelijkheden. Ook zullen de financiële kaders helder weggezet moeten worden: de herijking is geen bezuiniging. Het nieuw te formuleren subsidiebeleid dient beter aan te sluiten bij de huidige tijdgeest, de strategische doelen van de gemeente en de daaruit voortvloeiende beleidsdoelen op de verschillende beleidsterreinen. Door een doelmatiger en doeltreffender subsidiebeleid zullen met gelijkblijvende middelen meer beleidsdoelen gerealiseerd kunnen worden. De gewijzigde rol van de overheid wordt zichtbaarder. Een andere verdeling van het beschikbare budget kan voor individuele subsidie-ontvangers een wijziging in de hoogte van de financiële bijdrage tot gevolg hebben. In het proces wordt nadrukkelijk aandacht besteed aan het managen van de verwachtingen en zorgvuldigheid voor wat betreft de consequenties. Planning Omdat we met een grote diversiteit aan subsidieontvangers te maken hebben, is het verstandig om de dialoog in twee delen te knippen. In de eerste ronde van de gesprekken in november 2016, praten we in breed samengestelde groepen binnen de hierboven genoemde algemene uitgangspunten: van kleine culturele clubjes tot grote sportverenigingen. Op die manier ontstaat wederzijds begrip voor elkaars standpunten en is er kans op kruisbestuiving door de verschillende disciplines. De uitkomsten van deze eerste dialoogronde vormen, na terugkoppeling aan de deelnemers in december d.a.v., de input voor de gemeente om de uitgangspunten voor het subsidiebeleid te formuleren en verder te concretiseren, zoals voorzien in de procesaanpak. Besluitvorming hierop is voorzien in het eerste kwartaal van 2017. Na de vaststelling van de kaders voor het nieuwe subsidiebeleid wordt op basis van het bijbehorend uitvoeringsprogramma een verdiepingsslag uitgevoerd op de specifieke behoeften en knelpunten per discipline. In deze fase, voorzien vanaf het tweede kwartaal 2017, worden de gesprekken gekanaliseerd naar de verschillende thema s binnen het subsidiebeleid en gaan de deelnemers op basis hiervan met elkaar in gesprek. Als voorbeeld: sport praat met sport, cultuur met cultuur. 4
Schematisch weergegeven ziet het boven geschreven proces er als volgt uit: Dialoog gemengd EXTERN TRAJECT Terugkoppeling deelnemers Dialoog per thema vlgs uitvoeringsprogramma week 46/47 wk 2/3 2017 v.a. 2 e kw. 2017 1-11-2016 december 2016 januari/februari 2017 april 2017 Raadsbesluit gemeentelijk kader Opstellen concept Verwerken subsidiekader reacties GEMEENTELIJK TRAJECT Raadsbesluit kadernota subsidiebeleid en uitvoeringsprogramma 5