MINISTERIE VAN ONDERWIJS, KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN. w.ftf&> L ^W*; AFDEELING s^jv-2sj ^^^r. 'S-GRAVENHAGE, Z ^ ^ S ^ 192 Voor den Minister, De Secretaris-Generaal, secretaris- Generaa, L. 323 - '24-11100
ONDERWIJSRAAD. N. 6297 1/2 A. Bericht op schrijven van 8 P? brus r t 2 6 n - 5*28 i925) 617. Betreffende: Toepassing arti!»* 1 158,lid 2, B»0*we t, j - art*6,lid 2, Ac.Sta tuut. 'S-GRAVENHAGE, Frankenstraat 39. Maart 192 6 Men gelieve bij het antwoord dagteekening en nummer van dit schrijven te vermelden. In antwoord op he t aan den kant verimld schrijven en ond<ar wederaan"bieding van de daarbij gevosgd-a veraoeksohriften n»t bijlagen van den heer L«S#Wildervanok te Groningen en J»bwemle Jr. te Baarn heeft de Serste Af deeling van den Onderwijsraad de eer Uwe Sx ce lien tie te berichten, da t,waar in artikel 8, lid 2, van he t Académiech Statuut sprake is van het afleggen van een"examen" en artikel 138,lid 2, der Hooger Onderwijswet uitdrukkelijk aan ga e ft, dat"voor het afleggen van elk ander examen" een zeker bedrag m»et worden betaald, h et de Afdeeling voorkomt, dat laatstgenoemd wetsartikel niet aan duidelijkheid te wenschen overlaat en dus de wet niet toelaat reque s tränten vrij te Steffen van betaling van examengeld De Afdeeling adviseert mitsdien op de vwraufc k schriften afwijzend te beschikken«hamens üe Afdeeling voornoemd,,voorzitter»,seoretarie* AAN Zijne Excellentie den Minister van On de r w ij a, Xuns ten en Ie tensohappen te L. 5 '25-9671 1 s-gravenhage.
pt. Aan Zijne Excellentie den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, leeft met verschuld ig den eerbied te kennen, I.Swemle Jr, leeraar t Lyceum te Saam, f hij 11 Juni 1923 doctoraal examen in de Geologie met bijvakken intologie en Geomorphologie gedaan heeft aan de Rijks Universiteit»echt, en hiervoor examengeld betaald heeft, hij 18 Januari 1926 op vorengenoemd doctoraal examen een aanvulkxamen in de plantkunde gedaan heeft, en hiervoor wederom f 60,- igeld heeft moeten betalen, t hij echter meent dat het niet de bedoeling van den wetgever pen aanvullingsexamen nogmaals examengeld betaald wordt, en hij is,dat van jjde van z i j n e P r o f e s s o r e n vernam d a t ook z i j deze meen ing z i j n t o e g e- Redenen waarom re que s trant zich tot Uwe Excellent is wendt met het eerg verzoek in deze kwestie e ene beslissing te willen nemen en hem, indeze beslissing gunstig voor requestrant moge uitvallen, het door hem wee de male betaalde examengeld te willen doen terugbetalen, 't welk doende enz. (w.g.) J.Swemle Jr, Stationsweg 43,Baarn.!0R3N DüR RIJKSUNBäRSlDBIT Ta UTRECHT. Utrecht, 6 februari 1926, lt wederaanbieding van het ter zijde genoemd adres hebben wij de eer i Excellentie te berichten, dat het examen, door adressant op 18 Januari E" ge Ie gd, steunde op art. 8,2de lid van het Academisch Statuut.? de gronden, aangegeven hij ons schrijven d.d.22 December jl.nr. 113/55 het ons woor, dat het verzoek om terugbetaling van het betaalde examengeld niet vjoor inwilliging vatbaar is. Gaarne houden wij ons voor mededeel ing van de beslissing van Uwe Excellentie aanbevolen. CURATOREN DER RIJKS-UNIVERS ITS IT TE UTRECHT, Aan Zijn
JCHRIFT. Groningen, 11 November 1925» Aan Zijne Excellentie den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Geeft met ver schuld ig den eerbied te kennen Lambertus Sophius Wildervanck, geboren 10 Juni 1902 te Zalt Bommel, thans wonend«martinikerkhof 29,Groningen, dat hij 25 November 1924 te Groningen aan de R.U. doctoraalexamen Wis-en Natuurkunde deed met hoofdvak plantkunde en bijvakken dierkunde en erfelijkheidsleer en voor dat examen f 60,- examengeld heeft gestort. dat hij 26 October 1925 aan de R.U. te Utrecht een aanvullend doctoraal. examen W.en N.deed voor scheikunde als nieuw bijvak hetgeen mogelijk is volgens 81 artikel 8, 2de Staatsblad 1921,No.8OO(Academisch Statuut). Voor het vak scheikunde verkreeg hij daardoor fbevoegdheid, dat hij hiervoor weer f óo,- examengeld heeft be taald ( ge s tor t 24 Oct. «25 Schatk istreke n ing no. rek.3798), dat dit volgens zijn maening ten onrechte is betaald, aangezien toch dit examen beschouwd moet worden als een aanvallend, examen en niet als een nieuw, op zich zelf staand examen. Voor dit examen heeft hij ook geen nieuwe bul gekregen, doch dit is overeenkomstig 81,8,2de op de oude doctoraalbul van de Groningsche Universiteit vermeld, Verzoekt dan ook eerbiedig hem dit examengeld te willen doen restitue e ren. Hetwelk doende, (w.g.) L.S.Wildervanck. Martinikerkhof 29, GRONINGEN.
AFSCHRIFT. CURATOREN DER RIJKSUNIVERSITEIT TE UTRECHT..113/55. Utrecht, 22 December 1925» Met terugzending van nevensgemeld adres en onder overlegging in afschrift van het daaromtren t door ons ingewonnen ambtsbericht van de Faculteit der Wis-en Natuurkunde d.d.10 December 1925,No.1466, hebben wij de eer Uwe Excellentie te berichten, dat naar ons wil voorkomen, het examen, hetwelk adressant op 26 October j.1.blijkbaar op grond van art.8,2e lid van het Academisch Statuut aflegde, afgescheiden staat van he t op zich zelf volledige doctoraal-examen, dat adressant op 25 November 1924 te Groningen heeft afgelegd en hetwelk overeenkomstig art.4,rubriek IV, 31 van genoemd Statuut bestond uit een hoofdvak en twee bijvakken. Nadere examens als bedoeld in artikel 8 voornoemd moeten naar ons aanvankelijk oordeel als een examen in den zin van art. 138,2e lid der Hooger-Onderwijswet worden aangemerkt. Mocht Uwe Excellentie vorenstaande me e n ing juist achten, dan is het verzoek van adressant niet voor een gunstige beschikking vatbaar. Curatoren der Rijksuniversiteit te Utrecht, Aan Zijne Excellentie den Heer Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen te»s-gravenhage.
FACULTEIT DER WIS-EN NATUURKUNDE AAN DE RIJKS-UNIVERSITEIT TE UTRECHT. No. 1466. Utrecht, 10 December 1925 = In an twq^rd op Uw schrijven van den 18en November 1925 n onder terugzending van ingesloten stukken heeft de Faculteit de eer U mede te deelen, dat zij het in principe billijk acht, dat iemand voor een aanvullend examen niet opnieuw moet betalen, dat zij het echter niet waagt zich uit te spreken, of er zich mogelijk juridische gronden laten aanvoeren, welke zich hiertegen verzetten. Zij, van haar kant, zou dus wenschen te adviseeren in dit geval, indien mogelijk, den adressant, den heer L.S.Wildervanck de door hem gestörte gelden voor het afleggen van het aanvullend examen in scheikunde aan deze Universiteit te restitueeren. Namens de Faculteit der V/is -en Natuurkunde aan de Rijks-Universiteit te Utrecht, (w.g.) H.J.Jordan, Voorzitter. (w.g.) W.C.de Graaf f, Secretaris, Aan het College van Curatoren der Rijksuniversiteit te Utrecht«