en nummer van dit schrijven te ; ermelden

Transcriptie

1 rnderwijsraad. N.llfi 6Û» «t.. 'S-GRAVENHAGE./<?.-J.o.Tflm'b.ar Statenlaan 125. ^^SL Bericht op schrijven van M a, «* ** ~_~»_. -». ^» - Men gelieve bij het antwoord dagteekening y & Augustus 1931,flo >Afd.V.H.M.C» en nummer van dit schrijven te ; ermelden Betreffende:.K*B*.T&n...B...Jiml 1929,S 3X1. De Tweede Afdeeling van den Onderwijsraad heeft de eer Uwe Excellentie hierbij wederom aan te "bieden het schrijven d.d.4 Juli 1931,Wo.139/1931 C,T. met "bijlagen van de Plaatselijke Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs te Amsterdam, betrekking hebbende op het Koninklijk besluit van 8 Juni 1929(Staatsblad no.311) tot vaststelling van het Reglement en het Programma voor de eindexamens der hoogere burgerscholen A en afdoelingen A# In het bij dit uchrijven gevoegde adres d.d.maart 1931 worden Jjl bezwaren geopperd tegen genoemd Koninklijk besluit met betrekking tot de samenstelling en bevoegdheden der commissie voor de eindexa-i mens en de uniformiteit van het schriftelijk examenwerk» Deae bezwaren komen geheel overeen met die, welke de Afdeeling in haar ijp^.; afschrift hierbij gevoegd rapport van 4 Juni 1928,No.8198,betreffende '$.* het ontwerp-reglement en programma voor het eindexamen der hoogere burgerschool-a ter kennis van Uwer Excellenties Ambtsvoorganger bracht umtrent de samenstelling en bevoegdheden der commissie voor de eindexamens merkte de Afdeeling toen opt "De tegenwoordige toestand, v/aarbij een aantal ontwikkelde personen, mannen van beteekenis in de stad hunner inwoningi kooplieden, rechters, notarissen enz.hun tijd en belangstelling geven door aan de daar gevestigde A-scholen als gecommitteerden -op- AAN V :m ZijneExcellentie den Minister van Qnderwij SjjKunsten en We \m '30 te *s-ôravenhage. 1

2 o à* op te treden, wordt door dit artikel opgeheven«hierdoor wordt een eind gemaakt aan een uit de praktijk gegroeiden toestand,die voos"de reputatie der school» de waardeering vân het onderwijs» de maatschappelijke positie der leerlingen groote voordeelen oplevert. De samenstellers van het nieuwe reglement hebben blijkbaar dit bezwaar gevoeld en om hieraan tegemoet te komen de mogelijkheid geopend om een commissie van advies te benoemen, waarvan dan b.v. de heeren, die tot nog toe als gecommitteerden optraden, leden zouden kunnen zijn. Deze M oplössing v ' is echter, naar het de Afdeeling voorkomt,een onvoldoend surrogaat. In plaats van zelf mede te werken als leden der examencommissie en als zoodanig het werk mede te beoordeelen, actief en stemgerechtigd deel te nemen aan de beraadslaging omtrent den uitslag, die bij eenstemmigheid van gevoelen zelfs geheel in hun handen lag, wordt hun "taak* thans beperkt tot«inzien van het schriftelijk werk en toegang tot de vergadering, waarin zij een advisee rend e stem mogen uitbrengen. Een onbeduidende taak» waarvoor- de veronderstelling is niet gewaagd- deze heeren vermoedelijk zullen bedanken* Maar -hiervan afgezien- welk een vreemde verhouding wordt geschapen* tusschen leeraren-examinatoren en diseretionair beslissende gecommitteerden beweegt zich een groep personen, die niets doen dan inzien en adviseeren en van wier advies zich niemand iets behoeft aan te trekken. Kortom een commissie, waarmee ten slotte, wat uitgebreidheid»samenstelling en werkzaamheid betreft, niemand raad zal weten. Daar de bestaande toestand reeds jaren in tal van plaatsen tot aller voldoening en tot heil van school en leerlingen bestaat en een gelukkig contact tusschen school en maatschappij levendig houdt, acht de Afdeeling de bezwaren, die tegen het bestaande stelsel zijn aan te voeren, niet zoo groot, dat men het hierom radicaal moet wijzigen door de gecommitteerden voortaan door den Minister te laten aanwijzen. Intussehen wil de Afdeeling z $h bij de regeling van dit artikel in het algemeen neerleggen. Alleen dringt zij op grond van het vorenstaande er op aan, de "Commissie van advies" in dat geval te schrappen. In verbiämet de eischen der praktijk, adviseert zij de vierde alinea te lezen«"het getal der gecommitteerden bedrargt voor elke school minstens vijf» die onder elkaar de werkzaamheden verdeelen? Zij acht het gewenscht, dat deze gecommitteerden bij voorkeur gekozen worden uit de plaats, waar de school gevestigd is 5 en uit de kringen, waaruit ze tot dusverre voortkwamen, ten einde de school populair te maken bij de bevolking der gemeente, waar ze sä ich be- m* vindt, en het contact tusschen school en maatschappij te bevorderen.r Omtrent de Uniformiteit van het schriftelijk examenwerk schreef de Afdeeling* "dat zij niet zonder verwondering kennis nam van het door de Inspecteurs ontworpen reglement en programma voor het eindexamen der H.B.S.-A, waarin van eenige vrijheid In bovenbedoelden zin geen sprake is» maar waarin de economische richting haar stempel heeft gedrukt op het geheele ontwerp. Te,^. et erker komt dit tot uiting door de bepaling van artikel 8 van het ontworpen reglement^ waarin wordt voorgeschreven» dat ook voor de hoogere burgerschooläj voortaan een uniform schriftelijk eindexamen zal worden afgenome^lgte «Het schriftelijk examen wordt ieder jaar door vocjjimoemd«$ Minister op voordracht van de inspecteurs van het middelbaar onderwijs, belast met het toezicht op de hoogere burgerscholen met vijfjarigen cursus, zoodanig geregeld, dat aan alle candi- daten oj> denzelfden dag dezelfde opgaven worden voorgelegd. 1 Deze opgaven worden vastgesteld in een daarvoor bestemde bijeen-jf -komst- 1

3 4 5 ' "w komst door de, inspecteurs, in den vorigen volai» bedoeld." Het zal Uwe Êxc elïent ieduideïijk zijn, dat op deze wijze van eenlge vrijheid van ontwikkeling, óf naar meer economische,óf naar meer litteraire richting» voor de hoogere burgerschool-a geen sprake kan zijn. Daarbij komt nog» dat de Afdeeling den geest» die uit het ontworpen reglement in zijn geheel spreekt, niet juist acht. Sr wordt _te veel onttrokken aan de verantwoordelijkheid van directeur en leeraren, te_ veel en te radicaal gereglementeerd van boven af, te veel genivelleerd. Uwer Excellenties Ambtsvoorganger heeft gemaand ten aanzien van deze punten het advies der Afdeeling niet te mogfo volgen. Indien de bezwaren» die thans door de Plaatselijke Commissie van Toeî^Bftt op het Middelbaar Onderwijs te Amsterdam naar voren worden gebracht» Uwe Excellentie aanleiding mochten geven wijziging te bevorderen van bedoeld Koninklijk besluit» dan kan de Afdeeling dit» op grond van hetgeen zij reeds op 4 Juni 1928 aanvoerde» niet anders dan toejuichen» De Inspecteurs van het Middelbaar Onderwijs geven» met betrekking tot het aantal deskundigen en de bevoegdheden der commissie van advies, Uwe Excellentie in overweging aan artikel 6 van meer* genoemd Koninklijk besluiten alinea toe te voegen» luidende«"voor gemeentelijke en bijzondere scholen, die geen subsidie uit 's Rijke kas ontvangen» kan Onze voornoemde Minister ten aanzien van het getal deskundigen en van de Commissie van Advies afwijkingen van dit reglement toestaan"» De Afdeeling vermag niet in te zien» waarom een school» die geen Rijkssubsidie ontvangt wil» en een school die voor Rijkssubsidie in aanmerking komt, niet meer dan vijf commissi olieden zou mogen hebben. Dit aantal behoort verband te houden niet met het al of niet ontvangen van Rijkssubsidie, maar met het aantal candi«- - daten van de school; het v/il de Afdeeling dan ook voorkomen» àa#; haar voorstel(zie boven)«"minstens vijf" meer aanbeveling verdient dan hetgeen de Inspecteur«voorstellen. A Wat betreft het uniform schriftelijk examenwerk» achten de Inspecteurs het volkomen geoorloofd» dat scholen, behalve het examen bij bovengenoemd Koninklijk besluit ^regeld, nog zelfstandig t* *een-

4 4» een examen afnemen, indien slechts vaststaat, dat na dit examen geen diploma wordt uitgereikt» van gelijken aard en karakter als het diploma krachtens evenbedoeld Koninklijk besluit verleend. Bedriegt de Afdeeling zich niet» dan wenscht de Commissie van Toezicht iets anders dan de Inspecteurs aangeven. De Commissie wenscht een supplementair schriftelijk examen, dat met het officieele examen één geheel vormt, maar waarvan de eisenen zijn verzwaard; de Inspecteurs denken aan twee examens en twee diploma's. De Afdeeling blijft de voorkeur geven aan een volledig schooie indexamen, waardoor met de verschillende inrichting van de scholen en met haar doel, naar gelang van de Gemeente of het deel des lands, waarin ze zijn gevestigd,rekening kan worden gehouden. Mocht Uwe Excellentie hiertoe niet willen ; overgaan» dan moet de Afdeeling de splitsing der scholen naar verschillend peil ontraden» en acht zij dus hetgeen door de Inspecteurs ten deze wordt voorgesteld ongewenscht. Namens de Afdeeling voornoemd, /fy< M- Jj'ju***-»,Voorzitter., Secretaris.

5 WIJSRAAD, /P SCHRIJVEN VAN: 'S-GRA VENHAGE, IÇtJs... 'JE: y y n fv *&&& a-a 'AtA^ 'VWlïé^ r 6^**-*" v C***" &7S&L. &é&2 c -y^cjh<.^ 0-4U*. Ok s4«^c r^4- ts?7*ec&ézcy0, '. rf^ t***-cfar~r->i. Sc*&i*^èe^S ^o*<^)r<f <! «>><. \ w tó oxvc ^3 7-n-^C' &-L/~^i AL/T Û4 ^fi/le-y *t<-trv>~ V Î \A Aan f' *mt**-e &*é-*4^ t*i 7ZL aszfc te L. i '28

6 schrift no*115 60* Ministerie van Onderwijs»Kunsten en Wetenschappen, )»9933» Afd.V.H.M.0. De Minister van. Onderwijs,Kunsten en Wetenschappen heeft ie eer aan de Tweede Afdeeling van den Onderwijsraad nevensgaande s tukken te doen toekomen met verzoek om bericht en raad. T s-gravenhage, 8 Augustus 193/1 Voor den Minister^ De Secretaris-Generaal, d.b4 C.Feith«Plaatselijke commissie van.toezicht op het middelbaar onderwijs. No.140/1931 C.T. Amsterdam, 8 Juli 1931» Aan Zijne Excellentie den Minister van Onderwij s$kunsten en Wetenschappen te 7 s-grravenhage* Tot mijn leedwezen verzuimde ik bij het schrijven van onze Commissie d.d.4 dezer, betreffende het Koninklijk Besluit van 8 Juni 1929(Staatsblad no.311) te voegen de daarbij aangekondigde adressen» Onder aanbieding van mijne verontschuldigingen aan Uwe Excellentie 'heb ik de eer bedoelde stukken ingesloten aan Uwe Excellentie te doen toekomen» Secr^PtaatseloCommoVan Toezicht op het Middelbaar Onderwijs te Amsterdam,