kosten van dissertaties.

Transcriptie

1 .xwijs, KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN MINISTERIE V*' ^ * * H.O.W. Bericht - Betreffende kosten van dissertaties. 2 MJ^. y< Jfi Hdffi'^- X Men gellev»-4ilj het antwoord nauwkeurig, het onderwe.rp.jde dagtekening, het nr iaaj^ ** mm/vura^ ichrljven to vermelden. 'S-GRAVENHAGE. 2/^40*$ >L 9 J&T^> AAN de Onderwijsraad,^ Statenlaan 125% 'S-GRAVENHAGE. \ ^ Nevensgaand doe ik U een afschrift toekomen van een schrijven, dat ik heb gezonden aan de Curatoren van de\ openbare en aangewezen bijzondere instellingen van hoger\ onderwijs. Zoals U daaruit zult zien, sta ik niet geheel *«, afwijzend tegenover de gedachte van een financiële steun van Rijkswege. Inzake een zodanige steun bereikte mij het volgende voorstel: "De kosten hiervoor (voor proefschriften) zijn zo hoog "geworden, dat alleen gefortuneerde studenten kunnen pro- "moveren. Er zijn mijns inziens twee oplossingen: of wel "het verlenen van toestemming, zoals in het buitenland, om "het proefschrift getypt aan de faculteit aan te bieden, of "wel een Rijkssubsidie voor de publicatie. Uit laatste zou "ik alleen toejuichen voor die proefschriften, die* door een "interacademiale commissie als waardevol worden verklaard". Gaarne zal ik over deze aangelegenheid Uw oordeel en advies vernemen. DE MINISTER VAN ONDERWIJS, KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN, ( *9

2 Air if t. IE VAN ONDERWIJS, KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN h rijven van NR AFD. H.O.W. Men gelieve bij het antwoord nauwkeurig het onderwerp, de dagteekening, het nr. en de afd. van dit schrijven te vermelden. an dissertatie MHHHRm s-gravenhage, 24 Mei AAN het College van Curatoren van de Rijksuniversiteit te LE IDEN, UTRECHT, GRONINGEN. Gemeentelijke Universiteit te AMSTERDAM. Vrije Universiteit te AMSTERDAM. R.K.Université it te NIJMEGEN. kâtfh'jec.hogeschool te TILBURG. Gaarne vraag ik Uw aandacht voor het volgende: Van verschillende zijden is mij gevraagd of het mogelijk is om van seringswege steun te verlenen in de hoge drukkosten van proefschriften. ifweî fk dize mogelijkheid niet geheel zou willen uitsluiten zal het U idelijk zijn, dat bij de huidige stand van 's Lands middelen een dersliike steun slechts uiterst beperkt zou kunnen zijn. Û<S+4 (, T1 Wel zou ik Uw aandacht en die van de Senaat nog eens willen vestigen p het bepaalde in het tweede lid van artikel 28 van het academisch statut Daarin wordt aan de senaat, c.q. de faculteit, de bevoegdheid ge- Sïen os vrijstelling te verlenea van het doen drukken der proefschriften m daarbij een andere wijze van vermenigvuldiging aan te geven. Naar mijn mening verdient het aanbeveling van deze bevoegdheid waar nodig gebruik te makin. Op deze wijze zal een zeer aanzienlijke besparing van kotten kunnen worden verkregen. Ik moge erin dit verband tevens nog op wiizen, dat in bepaalde gevallen een beperking van de omvang der proefschriften ten dele een oplossing kan geven. Enige gegronde bedenking daartegen zie ik niet, eerder het tegendeel. Ik zal het zeer op prijs stellen, als U een en ander ter kennis van de Senaat wilt brengen. Overeenkomstig de door de Minister geparafeerde minuut, De Chef/van het Kabinet, '43 - K983 / (SchölvinckJ.,

3 ONDERWIJSRAAD No. 48 H.O. 's-gravenhage, 12 December 1949 _ _.. ÄfcÄ Statenlaan 125 Bericht OP Schrijven Van24 Mel 1949, Men gelieve bij het antwoord dagtekening W»*VP»H wp j en n u m m e r van djj schrijven te vermelden Nr II, Afd. H»0*W. en t u. 28 November 1949, Nr , Afd.H.O.W. Betreffende : "^ kosten van dissertaties Bij brief van 24 Mei 1949 deed Uwe Excellentie aan de Eerste Afdeling van de Onderwijsraad toekomen een afschrift van een brief, d.d. 24 Mei 1949, Nr I, Afd. H.O.W. aan Curatoren van de openbare en aangewezen bijzondere instellingen van hoger onderwijs, waarin Uwe Excellentie in verband met de hoge drukkosten van proefschriften mededeelde niet geheel afwijzend te staan tegenover de mogelijkheid van financiële steun van Rijkswege, zij het ook in verband met de huidige stand van 's Lands financiën slechts op uiterst beperkte schaal. Uwe Excellentie vestigde nog eens de aandacht op artikel 28, lid 2, van het Academisch Statuut, volgens welk artikel de senaat c.q. de faculteit bevoegd is vrijstelling te geven van de verplichting tot het doen drukken van het proefschrift in zijn geheel of voor een gedeelte, in welk geval het proefschrift of het niet gedrukte gedeelte daarvan vermenigvuldigd wordt op een andere, door faculteit of senaat aan te geven wijze. Door een onbekende schrijver werden aan Uwe Excellentie nog twee oplossingen aan de hand gedaan: 1. het verlenen van toestemming, zoals in het buitenland, om het proefschrift getypt aan de faculteit aan te bieden; 2 een Rijkssubsidie voor die proefschriften, die door een interacademiale Commissie als waardevol worden verklaard» In Uwer Excellentie's schrijven van 24 November 1949, Nr , Afd. H.O.W. wefd de aandacht gevestigd op een in België gevolgde procedure, volgens welke het manuscript van het proefschrift indien de promotor de belangrijkheid van het werk zeer groot acht, AAN Zijne Excellentie de Minister van Onderwijs-, Kunsten en Wetenschappen te " ' S- G R A V E N H A S E

4 2. aan de Koninklijke Akademie van wetenschappen wordt voorgelegd, die het proefschrift«na goedkeuring ea onder afstand van rechten, als verhandeling vas oe Akademie, en op haar kosten, drukt en uitgeeft«uwe Excellentie vestigde bovendien de aandacht van de Afdeling op Zwitserland en da Verenigde Staten van uaerika, waar ia de regel genoegen wordt genomen ate t overdrukken uit tijdschriften* Da Afdeling heeft een an ander overwogen* Zij aeent Ifcsa aaoallentie het o»volgende te ac-eten berichten. Vooreerst meent zij, dat vergelijkingen met het buitenl*>aö en de daar gevolgde methoden, moeilijk si ja ta trekken* Nederland heeft eanproefacbriftan steeds hoge eisen gesteld» e Afdeling steent, dat het niveau van de ppoefschriften, door welke regeling ook,in geen geval mag dalen. raa modus procedendi t ala ia België, acht de Afdaling niet gewenst. Een verplichting tot het laten drukken van een proefschrift bestaat aldaar niet. Da Koninklijk «ükaäemia van Wetenschappen, die gewoon la zeer critisch te oordelen, acht aw) Afdeling niet het geschikte lichaam tot een voorafgaande beoordeling wan proefschriften«.-e in Amerika getdi. da aethode ia evenmin aanbevelenswaardig. <-e promovendus behoeft niat aear dan sas exemplaren over te leggen, hetgeen tot gevolg heeft, dat men slechts met veel»oeite een Araerik**ana proefschrift in handen kan krijgen, ook hier te lande werd vdôr de oorlog wel gebruik gemnakt van overdrukken van tijdschriften; na da oorlog, voor cover da Afdeling weet, is dit niet het geval geweest, omdat de technische tijdschriften niet over voldoende plaatsruimte beschikken en het bovendien veelal zeer geruiste tijd duurt, voordat zulk een uitvoerig artikel kan «orden afgedrukt. Da Afdeling acht h principieel onjuist, dat aan ander dan da promotor het proefschrift beoordeelt, hetzij dat dit aou jsijn een Commissie uit da koninklijke Akademie van Wetenschappen, hetzij aan interacademiale commissie, zof Is hierboven ia overweging werd gegeven, Siecaad anders heeft, naar de aeding der Afdeling, een proefschrift op zijn waarde te beoordalen dan da promotor. Da Afdaling aeent, dat ten aanzien van de oisvöag van het gedrukte naar beperking kan worden gestreefd, mita onder contrôla van de promoter; la geen geval mag echter worden teruggekeerd naar het vrpeger ten aanzien van de juridische

5 3. promoties bestaan hebbende steldel van promoveren uitsluitend ap stellingen. Sr bestaat, naar da mening wan de Afdeling, een belangrijk argument voor het verlenen van aan tegemoetkoming van Rijkswegeh ia de kosten van dissertaties in da omstandigheid dat voor een afgestudeerde ( bijv. een leraar ) da geschikte tijd om te promoveren ligt in de jaren, waarin hij nog aan relatief klein inkomen heeft. De Afdeling meent te weten, dat da Commissie voor Zuiver Wetenschappelijk Onderzoek reeds thans subsidies verleent voor het maken ven proefschriften. De Afdeling meent ten slotte, dat van de bevoegdheid, die artikel 28, lid 2 ven het Akademisch Statuut verleent, een ruimer gebruik kan worden gemaakt, te meer nu de techniek middelen aan de hand heeft gedaan, op andere wijze dan door drukken een proefschrift een behoorlijk voorkomen te geven, waarbij aan de duurzaamheid niet wordt te kort gedaan. Namens de Afdeling voornoemd, {JU^-, Voorzitter /, Secretaris

6 NISTERIE VAN ONDERWIJS, KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN roig xi SKXP schrijven van 24 Mei 1949, no , "< afd. H.O.W.. eifende kosten van dissertaties. AFD - H.O.W. Verzoeke bij beantwoording datum, nummer en efdeellng van dezen brief te vermelden. 's-gravenhage, 28 November 1949 Aan de Onderwijsraad, Statenlaan 125, 's Graven ha g e. In aan si-uit ing op mijn brief van' 24 Mei 1949,no , afd. H.O.W., betreffende de kosten van dissertaties, vestig ik Uw aandacht op een in België gevolgde procedure. Men kan daar het manuscript van het proefschrift, indien de belangrijkheid van het werk door de promotor zeer groot geacht wordt, aan de Koninklijke Akademie van Wetenschappen ter goedkeuring voorleggen. Na goedkeuring wordt het, onder afstand van rechten, als verhandeling van de Akademie (op haar kosten) gedrukt en uitgegeven. De promovendus krijgt daarvan 50 exemplaren gratis; hij kan met de drukker overeenkomen, dat deze op kosten van de promovendus een aantal overdrukken maakt met de voorgesehrever pagina's betreffende het werk als proefschrift. Ik zal het zeer op prijs stellen, indi'en U een dergelijke regeling ook voor Nederland in Uw Overwegingen zoudt willen betrekken en mij daarover zoudt willen adviseren. Ten slotte vestig ik nog Uw aandacht op Zwitserland en de Verenigde Staten van Amerika, 'waar bij proefschriften als regel genoegen genomen wordt met overdrukken uit tijdschriften, Ik zal het zeer op prijs stellen, over een en ander Uw mening te vernemen. DE MINISTER VAN ONDERWIJS, KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN,