RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ BASISSCHOOL DE RIJNSCHANS Plaats : Koudekerk aan den Rijn BRIN-nummer : 03ES-1 Registratienr. : 2945884 Onderzoek uitgevoerd op : 14 juni 2010 Rapport vastgesteld te Zoetermeer op 22 september 2010 HB 2811938/10 documentnummer:
Pagina 2 van 11
INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING... 5 2. BEVINDINGEN... 7 3. TOEZICHTARRANGEMENT... 11 Pagina 3 van 11
1. INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs heeft op 14 en 15 juni 2010 een afsluitend onderzoek naar de kwaliteitsverbetering uitgevoerd op De Rijnschans naar de kwaliteit van het onderwijs en de naleving van wet- en regelgeving. Aanleiding De aanleiding voor dit onderzoek is het volgende. Tijdens het kwaliteitsonderzoek dat is uitgevoerd op 16 april 2009 zijn tekortkomingen vastgesteld in de eindopbrengsten, de kwaliteitszorg en de zorg en begeleiding op De Rijnschans. Deze zijn beschreven in het inspectierapport dat is vastgesteld op 15 juni 2009. De kwaliteit van het onderwijs is toen als zwak beoordeeld en de inspectie heeft haar toezicht geïntensiveerd. Op 10 december is een tussentijds onderzoek uitgevoerd waarbij de evaluatie van de opbrengsten als voldoende werd beoordeeld. De inspectie doet nu een afsluitend onderzoek naar de kwaliteitsverbetering om na te gaan in hoeverre de eerder vastgestelde tekortkomingen van het onderzoek van april 2009 zijn opgeheven. In dit onderzoek wordt tevens nagegaan of de school aan enkele wettelijke vereisten voldoet. Onderzoeksopzet In het onderzoek stonden de normindicatoren centraal aangevuld met de indicatoren die in april 2009 als onvoldoende zijn beoordeeld. Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: Een controle van de aanwezigheid van de schoolgids, het schoolplan en het zorgplan bij de inspectie. Een toets op de aanwezigheid van enkele verplichte onderdelen in de schoolgids, het schoolplan en het zorgplan, die in het kader van het programmatisch handhaven zijn gecontroleerd. Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. Schoolbezoek, waarbij in een aantal groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen Nederlandse taal en rekenen en wiskunde. Deze lesbezoeken vonden plaats in de vier combinatiegroepen 1 /2, 3 /4, 5/6 en 7/8 van de school. Bovendien heeft de inspectie over de kwaliteit van de indicatoren gesprekken gevoerd met de directie en de intern begeleider. Op uw school is verder een gesprek gevoerd met leraren. Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de bevindingen van het onderzoek besproken met de directie en een vertegenwoordiging van het bevoegd gezag. Daarnaast is een week later een afzonderlijk gesprek gevoerd met de algemeen directeur van het bevoegd gezag. Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op het Toezichtkader po/vo 2009 en de notitie Analyse en waarderingen van opbrengsten primair onderwijs. Beide documenten zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Pagina 5 van 11
Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek over de onderwijskwaliteit en de wettelijke vereisten weergegeven. Deze worden gevolgd door een beschouwing waarin tekortkomingen worden toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer. Pagina 6 van 11
2. BEVINDINGEN 2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. De inspectie heeft daarnaast onderzocht of wordt voldaan aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten) Bij wet- en regelgeving is in de waardering tot uitdrukking gebracht of de school wel (ja) of niet (nee) voldoet aan de genoemde wettelijke vereisten. Opbrengsten 1.1* De resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 1.2*. De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 1.4 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. 1.5 De sociale competenties van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht. 5 Leerstofaanbod 2.1* Bij de aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde betrekt de school alle kerndoelen als te bereiken doelstellingen. 2.2* De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8. 2.3 De leerinhouden in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar aan. 2.4* De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlinggewicht biedt bij Nederlandse taal leerinhouden aan die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand. Pagina 7 van 11
Tijd 3.1 De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd. Didactisch handelen 5.1* De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof. 5.2* De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 5.3* De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. Afstemming 6.2 De leraren stemmen de instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. 6.3 De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. 6.4 De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. Begeleiding 7.1* De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. 7.2 De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen. Zorg 8.3* De school voert de zorg planmatig uit. 8.4 De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg. Kwaliteitszorg 9.1 De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. 9.2 De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen. 9.3 De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces. 9.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 9.5 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces. 9.6 De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit. Wet- en regelgeving N1 Door of namens het bestuur is de vastgestelde schoolgids naar de inspectie gestuurd en deze schoolgids bevat de verplichte onderdelen (WPO, art. 16 en 13). N2 Door of namens het bestuur is het vastgestelde schoolplan naar de inspectie gestuurd en dit schoolplan bevat de verplichte onderdelen (WPO, art. 16 en 12). N3 Door of namens het bestuur is het vastgestelde zorgplan van het samenwerkingsverband naar de inspectie gestuurd en dit zorgplan bevat de verplichte onderdelen (WPO, art. 19). N4 De geplande onderwijstijd voldoet aan de wettelijke vereisten (WPO, art. 8). ja nee De normindicatoren zijn aangegeven met een asterisk*. Pagina 8 van 11
2.2 Beschouwing Algemeen beeld De kwaliteit van het onderwijs op De Rijnschans is verbeterd ten opzichte van het kwaliteitsonderzoek van 2009. De tekortkomingen van dat kwaliteitsonderzoek zijn omgebogen naar een sterke groei van de eindresultaten en meer planmatigheid in de zorg. Bovendien heeft de directie een belangrijke stap gezet door een grondige analyse van de leerresultaten. De inspectie is van oordeel dat het traject van intensief toezicht kan worden beëindigd. De inspectie heeft daarnaast vastgesteld dat de schoolontwikkeling nog kwetsbare elementen bevat, onder meer door instabiliteit van de teamsamenstelling en gedragsproblemen van leerlingen in de middenbouw. Het team is het afgelopen schooljaar van samenstelling veranderd. Tegelijkertijd vielen door ziekte enkele leraren tijdelijk uit waardoor de school in de helft van de groepen met invallers werkt. De school komt uit een diep dal van onduidelijkheid over de schoolontwikkeling en de zorg terwijl er sprake was van een diepgewortelde eilandencultuur binnen het team. Directeur en intern begeleider - sinds 2008 aan de school verbonden - werken planmatig, gestructureerd en stapsgewijs aan verbetering van de kwaliteit. De speerpunten zijn vooral inhoudelijk van aard: differentiatie van het didactisch handelen, zelfstandig werken, dagen weektaken, effectieve instructie en een accent op het ondernemend leren. Zo ontbreekt nog een bindende en verbindende factor in de vorm van een systematisch kwaliteitsbeleid. Toelichting Opbrengsten op niveau De eindopbrengsten op de Cito-eindtoets van de afgelopen drie schooljaren zijn voldoende. In 2010 is er sprake van een hoge score. De taal- en rekenresultaten liggen in 2010 zelfs boven de bovengrens! Deze score van de eindtoets 2010 blijkt bereikt te zijn door na een gedegen analyse van de resultaten intensief in te zetten op onderdelen van het leerstofaanbod, zoals redactiesommen en spelling, verruiming van de onderwijstijd en huiswerkactiviteiten. De directie verwacht ook volgend jaar voldoende eindopbrengsten. De resultaten op de tussenopbrengsten voor technisch lezen in groep 3 en 4, voor rekenen en wiskunde in groep 4 en 6 en voor begrijpend lezen in groep 6 zijn voldoende. Alleen de resultaten van groep 5 voor technisch lezen en groep 6 voor rekenen liggen beneden de ondergrens. Bij twee indicatoren (1.4 en 1.5) onthoudt de inspectie zich van een oordeel. De school heeft geen leerlingen die een achterstand hebben op de basisvaardigheden van meer dan een jaar en als gevolg daarvan een eigen leerlijn volgen. De school heeft nog geen genormeerde toets om de sociale competenties van de leerlingen van groep 8 in beeld te brengen. Onderwijsleerproces en zorg Bijna alle indicatoren van het onderwijsleerproces hebben een voldoende beoordeling gekregen. Twee indicatoren van het leerstofaanbod vallen uit de toon. De directie onderkent het onvoldoende oordeel voor de doorgaande lijn. Het betreft hier met name onduidelijkheid over het leerstofaanbod van de kleutergroep en de aansluiting op het aanbod van groep 3. Die doorgaande leerlijn en de tussendoelen worden volgend jaar vastgelegd en ingevoerd. Bovendien zal dan ook het te hoge percentage zittenblijvers in groep 3 nader worden onderzocht. Door wisseling van leraren staat de onderwijsontwikkeling in de groepen 5 en 6, zoals ook blijkt uit de leerresultaten, onder druk. Deze is vooral veroorzaakt door de instroom van enkele leerlingen. Een invaller met expertise van het speciaal onderwijs staat tijdelijk voor deze groep. Pagina 9 van 11
Normindicator 2.4 is als onvoldoende gewaardeerd. De school heeft meer dan 20 procent taalzwakke leerlingen. Op hun onderwijsbehoeften is de school nog niet goed voorbereid. Er is nog weinig sprake van een taalrijke leeromgeving, terwijl in het taalprogramma een grotere plaats ingeruimd kan worden voor de woordenschatontwikkeling en de spreek- en luistervaardigheid. Deze ontbrekende speerpunten vragen om nadere aandacht van de schoolleiding. De planmatigheid van de zorg is duidelijk verbeterd. De intern begeleider heeft in dat proces een belangrijk aandeel gehad. De hulpplannen zijn goed verzorgd, hoewel de inspectie heeft vastgesteld dat de criteria om een hulplan op te stellen niet altijd duidelijk zijn. Begeleiding en specifieke zorg lopen nog door elkaar heen. Uit de groepsregistratie blijkt dat leraren nog weinig analyses maken van de resultaten voor reflectie op de leerinhouden, de onderwijstijd en het didactisch en pedagogisch handelen. Kortom: zij trekken nog nauwelijks conclusies ten behoeve van de afstemming van het onderwijs aan individuele of groepen leerlingen. Indicator 7.2 is dan ook als onvoldoende beoordeeld. Kwaliteitszorg De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten hoewel deze niet voortkomen uit evaluaties van het onderwijsleerpoces. Een systematische aanpak van kwaliteitszorg ontbreekt nog. De school heeft onvoldoende zicht op de kenmerken van de schoolbevolking en op hun onderwijsbehoeften. Aantoonbare conclusies voor de inrichting van het onderwijs zijn daar nog niet aan verbonden (indicator 9.1). Verder evalueert de school de kwaliteit van het onderwijsleerproces onvoldoende (9.3) en ten slotte zijn er nog onvoldoende afspraken en procedures ontwikkeld gericht op behoud van de kwaliteit en het bewaken van de afspraken. Het wachten is op de ontwikkeling en uitvoering een intern kwaliteitsbeleid voor alle scholen van de stichting. De directie geeft aan sinds haar komst prioriteit te hebben gelegd bij de ontwikkeling van het klassenmanagement. Een positieve ontwikkeling is de groeiende aandacht voor het opbrengstgericht werken en het volgen van de vaardigheidsgroei van individuele leerlingen en groepen, onder andere door een cursus voor het management van de school en een eerste gedegen analyse van de leerresultaten. Indicator 9.2 is dan ook als voldoende beoordeeld. De volgende stap zal zijn om ook de leraren nauw te betrekken bij deze ontwikkeling van het kwaliteitsbeleid en het opbrengstgericht werken. Pagina 10 van 11
3. TOEZICHTARRANGEMENT Geen belangrijke tekortkomingen in de onderwijskwaliteit De Inspectie van het Onderwijs kent aan De Rijnschans het basisarrangement toe. Dit betekent dat de inspectie op dit moment geen reden heeft om het toezicht te intensiveren. Het basistoezicht bestaat uit een jaarlijkse risicoanalyse en, eventueel, een onderzoek in het kader van het Onderwijsverslag of themaonderzoeken of een vierjaarlijks bezoek. Pagina 11 van 11