*15.25168* Behandelend ambtenaar: H. Post Afdeling/cluster: / Telefoonnr.: 0591-535294 Portefeuillehouder: F.A.J. Buijtelaar Onderwerp: Nota van Uitgangspunten bestemmingsplan Buitengebied Voorgestelde wijze van afdoening: VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD Registratienummer: 15.25168 Oriënterende raadsbijeenkomst van: Agendapunt: Besluitvormende raadsvergadering van: Agendapunt: Voorgesteld besluit: Nota van Uitgangspunten vaststellen 1. Aanleiding In 2004 is gestart met de actualisering van bestemmingsplannen. Daartoe is een programma opgesteld dat leidt tot 13 actuele plannen voor de grootste kernen en tot één bestemmingsplan voor het buitengebied. Voor 10 bestemmingsplannen is het proces inmiddels geheel afgerond terwijl voor de drie resterende plannen procedures in gang zijn gezet. Nadrukkelijk willen we nog eens aangeven dat het ging om het actualiseren van plannen, waarbij bestaande situaties worden vastgelegd en waarbij de ontwikkelingsruimte beperkt is. Voor nieuwe ontwikkelingen worden afzonderlijke procedures gevolgd, hetzij door middel van de ruime vrijstellings- en afwijkingsmogelijkheden, hetzij door middel van mini-bestemmingsplannen. Voor de drie resterende plannen is de bestuurlijke opdracht gegeven om na te gaan op welke wijze de ontwikkelruimte in deze plannen kan worden vergroot. Dat traject is in gang gezet. Bij de vaststelling van de gemeentelijke structuurvisie is aangegeven dat het nieuwe bestemmingsplan buitengebied ook voldoende ontwikkelruimte moet bieden. Punten die hierin zijn genoemde betreffen de invulling van landgoederen, verbreden van mogelijkheden in de landbouw sector en grotere agrarische bouwblokken. De te volgen procedure voor het plan buitengebied is daarom anders ingericht dan voor de kernen. Er is een lijst gemaakt met aandachtspunten; deze zijn vertaald naar beleidsthema s en vervolgens is in september 2014 in een bijeenkomst met de gemeenteraad bepaald in welke richting verder gewerkt moet worden.
De uitgangspunten zijn vastgelegd in een concept-nota en die is besproken in de projectgroep (ambtelijke groep met betrokken medewerkers) en de klankbordgroep, waarin de belangrijkste spelers in het buitengebied en in het proces zijn vertegenwoordigd. Daarnaast is ingegaan op het per 1 juli jl. inwerking getreden PAS (Programma Aanpak Stikstof). Dat is van invloed op de uitbreidingsruimte op veebedrijven. Nu is de ontwerp nota gereed om ter vaststelling aan de gemeenteraad voor te leggen. 2. Wettelijk of beleidskader De discussiebijeenkomst met de gemeenteraad is ingezet zonder beperkingen. Die zijn er echter wel. Er is wetgeving en rijks- en provinciaal beleid, waarmee in de verdere planvorming rekening moet worden gehouden. In de Nota is dit per beleidsthema benoemd. Bij een enkel beleidsthema kan de indruk bestaan dat het gaat om een gemeentebrede uitwerking. Met klem willen we er daarom op attenderen dat het met deze nota alleen gaat om het gebied waarvoor het plan wordt vastgesteld en dat de 13 komplannen hierbuiten vallen. Als voorbeeld noemen we het bed en breakfast beleid. Hier is de wens om beperkende mogelijkheden vanuit de recreatiesector. Dit punt is niet meegenomen in de nota. Wanneer de beperkingen voor de gehele gemeente moeten gelden dan is hiervoor een ander traject nodig. 3. Beoogd resultaat De uitgangspunten in de nota zijn de basis voor de vertaling naar de mogelijkheden in het bestemmingsplan. Met de vaststelling van de nota wordt de gemeenteraad vroegtijdig in het proces betrokken en wordt voorkomen in de voorbereiding keuzes worden gemaakt die achteraf niet haalbaar blijken. Uiteindelijk moet er een plan komen dat voor alle partijen aanvaardbaar is, maar dat ook juridisch houdbaar is. 4. Motivering Er wordt volstaan met een verwijzing naar de nota. Als leeswijzer geldt hier dat de na de beschrijving van het thema het rijks- en provinciaal beleid wordt vermeld, waarna de uitgangspunten worden genoemd. Die uitgangspunten zijn de beslispunten voor de gemeenteraad. Drie thema s vragen nog om een nadere toelichting. Grootte en functies binnen agrarische bouwblokken Ondanks dat daarvan de afgelopen planperiode niet is gebleken wordt de grootte van agrarische bouwblokken door de sector als knellend ervaren. Thans is het zo dat een standaard maat geldt van 1 ha en dat uitbreiding mogelijk is tot 1,5 HA. In het nieuwe plan wordt uitgegaan van standaard 1,5 HA en 2 HA via een wijzigingsbevoegdheid. In het door de provincie aangeduide landbouwplus-gebied krijgen de agrarische bedrijven bij recht een bouwblok van 2 HA, mits wordt voldaan aan de kwaliteitsnotitie agrarische erven buitengebied. Het landbouwplusgebied omvat het oostelijk deel van de gemeente. Indien sprake is van een duidelijke behoefte is met een afwijkingsprocedure en
met een goede landschappelijke inpassing uitbreiding een afwijking van de standaardmaat mogelijk. De manier waarop de landschappelijke inpassing moet plaatshebben wordt uitgewerkt in een kwaliteitsnotitie die onder meer geënt is op de afspraken die tussen de natuur en milieufederatie en LTO zijn gemaakt voor de uitbreiding van melkveebedrijven. We kennen een driedeling in functies. T.w. grondgebonden veehouderij, akkerbouw en intensieve veehouderij. Dit onderscheid sluit goed aan bij de keuzes die ten aanzien van de Milieu Effect Rapportage gemaakt moeten worden. Voor wat betreft de akkerbouwbedrijven is de omvang van het bouwblok zelden een struikelblok, terwijl melkveebedrijven in de regel vragen om een groter bouwblok. Op basis van de huidige bestemmingsplannen moeten de gebouwen binnen het bouwblok van maximaal 1,5 ha worden opgericht en kunnen bijvoorbeeld mest- en sleufsilo s (die als andere (bouw-) werken worden aangemerkt) ook buiten het bouwblok worden gesitueerd. In het nieuwe bestemmingsplan is landschappelijke inpassing als uitgangspunt genomen (en de maximummaat is daaraan ondergeschikt) en dat heeft tot gevolg dat alle gebouwen en ook de mest- en sleufsilo s binnen het bouwblok moeten worden opgericht Het betekent echter niet dat bedrijven onbeperkt kunnen groeien. In elke situatie zal moeten worden voldaan het criterium grondgebonden bedrijf en daarnaast moet worden voldaan aan natuur en milieuwetgeving. Voor de niet grondgebonden bedrijven, in het spraakgebruik, de intensieve veebedrijven, geldt dat op basis van het provinciaal beleid hierin geen nieuw vestiging is toegestaan, ook niet als een neventak bij een grondgebonden bedrijf en dat bestaande bedrijven slechts beperkt kunnen groeien. Deze groei is alleen mogelijk in combinatie met winst voor milieu en dierenwelzijn. Met de gekozen uitgangspunten wordt ingezet op de maximum mogelijkheden die de gemeente momenteel heeft. Landgoederen en incidentele woningbouw De gemeente heeft een eigen landgoederen beleid. In de structuurvisie is dat beleid nog eens vastgelegd. Kortgezegd komt het erop neer dat nieuwe landgoederen zijn toegestaan binnen aangewezen zoekgebieden. De zoekgebieden liggen in zowel het zand- als het veengedeelte. Er zijn vier mogelijkheden benut (Meindertsveen, aan de Strengenweg en de Middenweg en nabij Drouwenermond) De landgoederen zijn slechts deels ontwikkeld. Alleen beplanting is aangebracht en de mogelijkheid voor de bouw van een woning is nergens benut tot nu toe. Zoals hiervoor is aangegeven heeft de provincie het veengebied in de (gewijzigde) omgevingsvisie aangewezen als landbouwplus gebied. Dit betekent dat ontwikkeling van de landbouw daar de hoogste prioriteit heeft dat heeft tot gevolg dat er geen nieuwe landgoederen kunnen komen.. Dit betekent feitelijk dat er op basis van het geldend beleid op dit moment geen gebieden binnen de gemeente zijn waar een nieuw, volwaardig landgoed kan worden ontwikkeld. Er is daarom nagegaan of het begrip mini-landgoed kan worden ingevoerd. Wij hadden daarbij gedacht aan een incidentele woning met een hoge meerwaarde voor buitengebied. In de
klankbordgroep was hiervoor echter van geen enkele deelnemende partij steun. Hiertoe zijn in de nota dan ook geen mogelijkheden opgenomen. In de bijeenkomst met de gemeenteraadsleden was een breed draagvlak voor onderzoek naar mogelijkheden voor incidentele woningbouw in het buitengebied. In de gemeentelijke structuurvisie staat ook dat open ruimtes in lintbebouwing en langs de belangrijke invalswegen naar de zanddorpen incidenteel ingevuld mogen kunnen worden met woningbouw. De mogelijkheden doen zich echter uitsluitend voor in de gebieden waarvoor komplannen zijn of worden vastgesteld. Bovendien is er een aanscherping geweest van het provinciaal beleid op dit onderdeel. Er is een onderscheid gemaakt tussen stedelijk gebied en buiten stedelijk gebied. De stedelijke gebieden zijn met een omlijning op kaarten aangegeven. En daarbij is bepaald dat in het buitengebied alleen meegewerkt wordt aan de bouw van (2 e ) bedrijfswoningen. Andere mogelijkheden zijn er niet meer. In uitzonderingssituaties zal met een maatwerkafweging op een enkele locatie nog een woning gebouwd kunnen worden. Planologisch moet dat dan worden gerealiseerd middels een mini-bestemmingsplan. Ook is mede door uitspraken van de Raad van State de werking de duurzaamheidsladder aangescherpt. Bedoeling is dat zorgvuldig wordt omgegaan met ruimte. Elke ingreep moet in ieder geval goed worden gemotiveerd, maar knellend is vooral dat steeds een regionale afweging moet plaatsvinden. Mede gelet op de woningmarkt is naar verwachting uitbreiding van het aantal woningen in het buitengebied niet goed te onderbouwen. Zoals bekend is een woonvisie in voorbereiding en die zal hierover meer duidelijkheid geven. De uitkomsten zullen, indien nodig, nog worden meegenomen in het plan buitengebied. Voorlopig zijn hiervoor in de nota geen ontwikkelingen opgenomen. Kleinschalig kamperen en bed en breakfast In de Nota wordt hiervoor geen nieuwe beleid voorgesteld. Vanuit de recreatie en horeca-sector is aangedrongen op een beperking in mogelijkheden voor B & B conform de keuzes die in de gemeente Aa en Hunze zijn gemaakt. De voorziening B&B komt in de zuivere vorm in het buitengebied voor zover bekend niet voor. De consequenties van wijziging van het beleid voor alleen het buitengebied zijn er dan ook niet. Herziening van het beleid zal op een andere manier worden voorgelegd. 5. Risico s De voorbereiding van een dergelijk plan is een langdurig proces. In die tijd is er sprake van nieuwe ontwikkelingen in wetgeving, zoals nieuwe provinciaal beleid en de invoering van het PAS en ook zijn uitspraken van de Raad van State in procedures rond bestemmingsplannen buitengebied over m.n. de verankering van de Natuurbeschermingswet, belangrijk geworden. Hiermee moet al tijdens het proces rekening gehouden worden. 6. Kosten, baten en dekking en fiscale aspecten De kosten worden gedekt uit het actualiseringsfonds. 7. Communicatieve aspecten
De raadsleden zijn betrokken geweest bij de keuze m.b.t. de beleidsthema s, de interne projectgroep bij de concept nota en de klankbordgroep bij de keuze van de uitgangspunten. Bij de laatste was sprake van een grote mate van eensgezindheid. Tenslotte is uiteraard de portefeuillehouder bij de totstandkoming van de nota betrokken. 8. Uitvoering en evaluatie Op dit moment wordt verder gewerkt aan het plan. Op basis van de inventarisatie die is gemaakt voor de beheersverordening wordt een vertaalslag gemaakt naar de verbeelding (voorheen plankaart), gestart is met het schrijven van de plantoelichting en de planregels. Voorts is het planmer in voorbereiding waarin met name de ontwikkelingsmogelijkheden voor de landbouwbedrijven met vee moeten blijken. De wettelijk voorgeschreven procedure starten wij op korte termijn op. Die start met het ter inzage leggen van de Notitie Reikwijdte en detailniveau. Daarmee worden de uitgangspunten voor het MER vastgelegd. 9. Integrale afweging 10. Toepassing Social Return On Investment 11. Bijlage(n) a. de nota van uitgangspunten b. raadsbesluit 9. Ter inzage liggende stukken Voorstel aan het college. Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Borger-Odoorn, de secretaris, de burgemeester, mr. P. Post mr. J. Seton