PRAKTIJKKAART Pedagogisch Werker niveau 4 jeugdzorg Verdiepingsfase Kwalificatiedossier 2011

Vergelijkbare documenten
PRAKTIJKKAART Pedagogisch Werker niveau 3 en 4 KIO Verdiepingsfase Kwalificatiedossier 2012 en 2013

VOORTGANGSRAPPORTAGE Pedagogisch Werk Jeugdzorg BOL Leerjaar 2 Praktijk

WORKSHOP: Plan van Aanpak

Beoordelingseenheid B Proeve van Bekwaamheid. Planmatig werken. Crebonummer: 92620

PROJECTHANDLEIDING. Deel 3 Bedrijf onder de loep Het verbeterplan BBL-PW4

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

PROJECTHANDLEIDING BBL PW

gestructureerd activiteitenprogramma, zodat dit goed leesbaar en hanteerbaar is.

VOORTGANGSRAPPORTAGE PRAKTIJK KINDEROPVANG BBL vlg het Kwalificatiedossier 2011

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

WORKSHOP 1: Persoonlijke verzorging PROJECTHANDLEIDING

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

Praktijkkaart basisfase SAW Jeugdzorg

Spelenderwijs begeleiden bij ingrijpende levensgebeurtenissen

WORKSHOPHANDLEIDING Het Verbeterplan

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Voorbeeld Praktijkopdracht. Bibliotheekmedewerker niveau 4

VOORTGANGSRAPPORTAGE Pedagogisch Werk BOL Leerjaar 3 Praktijk

Handleiding Kwaliteitszorg BOL, tweede jaar, periode 3

PEDAGOGISCH WERK (niveau 3/4) KENNISCENTRUM VOOR LEREN IN DE PRAKTIJK IN ZORG, WELZIJN EN SPORT

Workshophandleiding Thematisch werken BBL PW, niveau 4

Kwalificatiedossier in het kort. Pedagogisch werk (niveau 3/4)

Kerntaak 1: Opstellen van een activiteitenprogramma en plan van aanpak

basis-cv, gericht cv, profielschets, open sollicitatiebrief, gerichte sollicitatiebrief, sollicitatiegesprek en netwerkgesprek.

Praktijkkaart basisfase SAW Naschoolse opvang

Kerntaak 3 opleiding doktersassistent: Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken

5. Waarin onderscheid deze organisatie zich van vergelijkbare organisaties? 9. Wat vinden die zorgvragers/klanten/cliënten belangrijk denk je?

Inhoud. Werken met de BPV-opdrachten 3 Routeplanner 5 Aftekenlijst 7

HANDLEIDING Algemeen Dagelijkse Levensverrichtingen BOL MZ, niv.3

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

Kerntaak 1: Opstellen van een activiteitenprogramma en plan van aanpak

Informatie opleidingsstandaard voor de EVC procedure. Pedagogisch Werk

Inzoomen op de cliënt en zijn omgeving

PROJECTFORMULIER het beste idee BOL Niv.3/4 verdiepingsfase

Pedagogisch medewerker kinderopvang niveau 3 & 4. Een schematisch overzicht van de beroepsprestaties, werkprocessen en bijbehorende thema s per boek.

Gelderland. Dit is een uitgave van de samenwerkingsverbanden. Gelderland en Oost-Overijssel/Twente en is mede mogelijk gemaakt door BKK.

Praktijkkaart basisfase SAW Onderwijsassistent

1. Opstellen van een activiteitenprogramma en een plan van aanpak

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

Kerntaak 1: Opstellen van een activiteitenprogramma en plan van aanpak

Handleiding Plannen van Zorg BBL-CombiCare Gehandicaptenzorg Verzorgende-IG/Medewerker Maatschappelijke Zorg

HANDLEIDING Algemeen Dagelijkse Levensverrichtingen BOL-MZ, niveau 4

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

Drie video-opnames van gesprekken, met tips over het omgaan met interculturele misverstanden.

Pedagogisch medewerker jeugdzorg niveau 3 & 4. Een schematisch overzicht van de beroepsprestaties, werkprocessen en bijbehorende thema s per boek.

Handleiding Palliatieve Zorg

2017 exameneenheid 4 kwaliteitszorg

Goed voorbereid! Je onderzoekt of de twee activiteiten passen binnen het beleid van de instelling.

Waarderingsformulieren Pedagogisch medewerker niveau 3

HANDLEIDING PORTFOLIO BEWEEGDESKUNDIGE NAH

Waarderingsformulieren. Gespecialiseerd pedagogisch medewerker niveau 4 kinderopvang

Handleiding Kwaliteitszorg BBL-CombiCare Gehandicaptenzorg Verzorgende-IG/Medewerker Maatschappelijke Zorg

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

OVERZICHT OPLEIDING HELPENDE ZORG & WELZIJN

PRAKTIJKOPDRACHT 3 DE VRAAG SIGNALEREN

Handleiding examinering student eind stage

Workshops en Praktijkopdrachten Periode 1 Schooljaar Opleiding: Maatschappelijke Zorg Groep: HWEMZO3V, niveau 4

VOORTGANGSRAPPORTAGE Onderwijsassistent (93500) BOL Verdiepingsfase OAS volgens het Kwalificatiedossier 2013.

Het maken van een casus is een onderdeel van beroepsprestatie 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties

Praktijkkaart basisfase MZ Woonbegeleiding

Het BeroepsPraktijkVormings-plan (BPV)

SW-B-K1-W2 (C) Maakt een plan van aanpak. Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

T: Instructies en procedures opvolgen. 1.2.Bereidt de uitvoering

Beroepsgerichte Examens Consortium Beroepsonderwijs serie 2014 Zorg & Welzijn Instructie voor de examenkandidaat

Handleiding voor praktijkbegeleiders van niveau 2 en 3 cursisten

Verzorgende-IG basisdeel kerntaak 1 werkproces 5 oefenopdracht B

EXAMENPLAN Datum vaststelling examenplan. Crebonr. Kwalificatiedossier. Naam kwalificatiedossier. Crebonr. kwalificatie. Studiejaar diplomering

Praktijkkaart SAW Basisfase Kinderopvang 2014

EXAMENPLAN CGO 2012 DELTION COLLEGE

Schema opleiding PW ¾ kinderopvang ROC Aventus

qwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwerty uiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasd fghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzx Competentiewijzer

Specificaties. Pedagogisch medewerker 3 kinderopvang. Peuterplusactiviteiten. Kinderopvang, peuterspeelzaal

KWALIFICATIESTRUCTUUR SPORT IJSHOCKEYTRAINER/COACH 2 (Teambegeleider) PORTFOLIO OPDRACHT IJSHOCKEYTRAINER/COACH 2.1

PRAKTIJKOPDRACHT 1 DOelgroepanalyse

onderwijs en kinderopvang

Rapportage deel 1 van de Ontwikkelscan kitty mooring

MZ-PBSD-B-K1-W1 (C) Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

ALGEMENE INSTRUCTIE EXAMINERING BEROEPSOPDRACHT A (BOL)

Opleidingsgids BOL Pedagogisch werk Verdiepingsfase

Proeve van Bekwaamheid. Terugblikken en vooruitkijken (3) Crebonummer Opleiding Onderwijsassistent Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

EXAMENPLAN CGO 2011 DELTION COLLEGE

Consortium Beroepsonderwijs

Leerplanschema. Helpende zorg/ welzijn

4.1 Pedagogisch medewerker 3 kinderopvang

Doktersassistent (JANUARI-GROEPEN) Proeve van Bekwaamheid. Kerntaak 3. Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken

Handleiding. voor. praktijkbegeleiders

Proeve van Bekwaamheid. kerntaak 2. Uitvoeren van taken ten behoeve van het jongerenwerk, de organisatie en het beroep

3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep 3.6 Evalueert de geboden ondersteuning

Beroepsopdracht 2: werken volgens plan / Zorghulp /september

Specificaties. Pedagogisch medewerker 3 kinderopvang. Basiscompetenties in de kinderopvang

LEERCOACH IN DE NETWERKSCHOOL. Verantwoordelijkheden

MZ-PBSD-B-K1-W3 (C) Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

Voorwoord Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning

Het BeroepsPraktijkVormings-plan (BPV)

Verzorgende-IG basisdeel kerntaak 1 werkproces 5 oefenopdracht C

Inhoud. Werken met de BPV-opdrachten 3 Routeplanner 5 Aftekenlijst 7

DE ZES-STAPPENMETHODE ZELF WERKEN AAN JE WERKPROCESSEN. Illustraties: Corien Bögels

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE. Ondersteuningsmagazijn gevorderd 1 BEROEPSTAAK E

SW-B-K1-W3 (C) Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

Transcriptie:

PRAKTIJKKAART Pedagogisch Werker niveau 4 jeugdzorg Verdiepingsfase 2014-2016 Kwalificatiedossier 2011 De praktijkkaart is een pakket praktijkopdrachten. De opdrachten moeten gedurende de verdiepingsfase (jaar 2 en 3) uitgevoerd worden in de praktijk. Alle praktijkopdrachten zijn gekoppeld aan de kerntaken en werkprocessen uit het kwalificatiedossier. Een dossier wat landelijk door de minister is vastgesteld. Uitleg praktijkkaart: Tijdens ieder schoolproject in de verdiepingsfase (leerjaar 2 en 3) werken studenten aan opdrachten die in de praktijk uitgevoerd moeten worden. De opdrachten die de studenten in het kader van een schoolproject moeten doen worden op school nagekeken en beoordeeld. Soms vragen we aan de praktijkbegeleider een opdracht mee te beoordelen, maar in principe beoordeelt de school. In de praktijk werken de studenten met de praktijkkaart. De praktijkbegeleider beoordeelt de uitvoering van deze opdrachten. Soms komen de opdrachten die de studenten voor het schoolproject moeten maken overeen met de opdrachten van de praktijkkaart. De student kan dit van te voren bespreken met de praktijkbegeleider. De student kan de opdrachten die hij/zij voor school heeft gemaakt ook laten lezen door de praktijkbegeleider en af laten tekenen op de praktijkkaart. Per werkproces is aangegeven bij welk project de praktijk opdrachten terugkomen in de schoolopdrachten en dus ook de lessen op school. Soms komen praktijkopdrachten in 2 schoolprojecten terug. De student mag zelf een planning maken. Planning projecten leerjaar 2 en 3: Leerjaar 2 Schoolproject Periode 1 September - November Schoolproject Periode 2 November - Januari Schoolproject Periode 3 Januari - April Schoolproject Periode 4 April - Juli Leerjaar 3 In gesprek Ontwikkelboek Eerste hulp bij opvoeden Het beste idee van SAW Stageopdracht Stageopdracht Stageopdracht Stageopdracht 1.1, 1.2 3.1,3.3 1.1, 2.4 2.1, 2.4, 1.3 1.2, 1.3 Schoolproject Schoolproject Schoolproject Examen Periode 1 September - November Periode 2 November - Januari Periode 3 Januari - April Periode 4 April - Juli Zo ben ik gewoon Grenssituaties en emoties Zo doen wij dat Proeve van bekwaamheid Stageopdracht Stageopdracht Stageopdracht Examen 3.1, 3.3 3.2 3.2 Proeven van bekwaamheid Je werkt tijdens je stage op zelf gekozen momenten aan de volgende werkprocessen: 2.1, 2.2, 2.3, 2.5, 3.4, 3.5, 3.6, 3.7, 3.8. Praktijkkaart 2 e en 3 e jaar 2014/2016 PW/JZ Welzijn College Hilversum

Vervolg uitleg praktijkkaart Leerjaar 2: - In leerjaar 2 voert de student iets meer dan de helft van de praktijkopdrachten uit. Voor niveau 4 zijn dit 8 werkprocessen. In de planning is te zien welke werkprocessen in het 2 e jaar afgerond kunnen worden. Leerjaar 3: - In leerjaar 3 krijgt de student een nieuwe kaart. - De kaart van het 2 e leerjaar bewaart de student in zijn/haar portfolio. - De praktijkbegeleider uit het 3 e leerjaar kan besluiten dat de student toch een of meerdere werkprocessen nogmaals moet laten zien. - In leerjaar 3 zorgt de student ervoor dat in totaal (inclusief de uitgevoerde werkprocessen in het 2 e leerjaar) alle werkprocessen op voldoende niveau zijn uitgevoerd. - In het 3 e leerjaar rond de student de praktijkopdrachten af. In de planning is te zien welke opdrachten in het 3 e jaar aan de orde komen. Algemeen: - Per werkproces voer je minimaal 80% van de opdrachten uit. Jouw stagebegeleider bepaalt welke. De niveau 4 opdrachten zijn verplicht. - De praktijkbegeleider tekent de uitgevoerde opdrachten af met een onvoldoende, voldoende of goed. - Deze praktijkkaart is onlosmakelijk verbonden aan de Voortgangsrapportage. Op de praktijkkaart staat aangegeven WAT je moet doen om een werkproces volledig uit te voeren. Op de voortgangsrapportage wordt aangeven HOE je het werkproces hebt uitgevoerd (beginnerniveau (1), al een eindje op weg (2) of op het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar (3). - Als je een werkproces wil laten beoordelen op de voortgangsrapportage, schrijf je een korte evaluatie van de uitvoering van het werkproces (1/2 a4). De praktijkbegeleider vult de voortgangsrapportage in als de praktijkopdrachten zijn uitgevoerd. - De evaluaties verzamel je in je portfolio. Je loopbaanbegeleider bewaakt de kwaliteit van de praktijkopdrachten. De loopbaanbegeleider heeft de eindverantwoordelijkheid en neemt in geval van twijfel contact op met de praktijkbegeleider. - Indien er een verslag wordt gevraagd, print je het verslag uit en voeg je dit toe aan je portfolio. De verslagen worden door jouw praktijkbegeleider nagekeken en goedgekeurd. De praktijkbegeleider mag ook besluiten de praktijkopdrachten mondeling te laten toelichten, er hoeft dan geen schriftelijk verslag gemaakt te worden. Dit bepaalt jouw praktijkbegeleider. - LET OP! Voor je project moet je soms praktijkopdrachten maken die overeenkomen met de praktijkopdrachten van de praktijkkaart. Je kunt je stagebegeleidster vragen deze praktijkopdrachten te bekijken zodat je deze niet nogmaals hoeft uit te voeren. - Je werkt de praktijkopdrachten uit met behulp van het boeken: Pedagogisch kader van Elly Slinger 0 tot 4 en 4 tot 12 (website: www.stichtingbkk.nl.). De boeken uit de basisfase. Het boek Methodisch handelen in de kinderopvang en jeugdzorg. Het boek opvoeden en begeleiden van kinderen/jongeren. - Op de website van de opleiding (www.welzijngvs.nl) zijn de volgende belangrijke documenten te vinden: - Praktijkkaart Pedagogisch werker - Opleidingsgids Pedagogisch werker - Competentiemeter - Voortgangsrapportage Pedagogisch werker Praktijkkaart 2 e en 3 e jaar 2014/2016 PW/JZ Welzijn College Hilversum

Praktijkkaart JZ niveau 4 Naam: Klas: Instelling: Praktijkbegeleidster: Start stageperiode: O/V/G Opmerking: 1) Maak kennis met je collega s, de kinderen/jongeren en evt. de ouder(s)/verzorger(s). 2) Stel jezelf op de hoogte van de inhoud van de voortgangsrapportage. Bespreek de Voortgangsrapportage met je praktijkbegeleider. 3) Lees de Stage informatie voor student en praktijkbegeleider (opleidingsgids) en bespreek dit met je praktijkbegeleider. 4) Laat het eerste project zien aan je praktijkbegeleider en spreek af dat je ieder project aan het begin van de periode met je praktijkbegeleider bespreekt. 5) Laat de competentiemeter lezen, leg uit hoe de competentiemeter werkt 6) Lever je POP 1 in bij je praktijkbegeleider, bespreek je leerdoelen 7) Stel jezelf op de hoogte van de inhoud van de praktijkkaart. Lees de handleiding van de praktijkkaart goed en bespreek de inhoud met je praktijkbegeleider. 8) Plan je BPV activiteiten, bespreek de planning met je praktijkbegeleider. 9) Bespreek het verslag van het laatste stagebezoek (van je vorige stage) met jouw nieuwe praktijkbegeleider en benoem je leerdoelen voor de komende stageperiode. Alle documenten kun je vinden op de website www.welzijngvs.nl 3

Kerntaak 1. Opstellen van een activiteitenprogramma en plan van aanpak. Werkproces 1.1 Inventariseer de situatie en wensen van het kind/jongere. Praktijkopdrachten project Ontwikkelboek O/V/G Opmerking: 1) Verdiep je in de achtergrond van een kind/jongere, gebruik verschillende bronnen, schrijf hier een verslag over. 2) Observeer een kind/jongere, doe dat op 2 verschillende manieren. Maak 2 observatieverslagen. 3) Voer een kennismakingsgesprek met een kind/jongere benoem in je verslag welke gesprekstechnieken je hebt toegepast. 4) Onderzoek wat de mogelijke oorzaken zijn van afwijkingen in de ontwikkeling van het gedrag schrijf hier een verslag van (2 a4). 5) Bespreek een eventuele taal- of ontwikkelingsachterstand, gedragsproblematiek of opvoedproblemen met de praktijkbegeleider. 6) Gebruik de Nederlandse taal correct 7) Voer (onder begeleiding) informatief gesprek met de ouders/verzorgers van een kind/jongere voor een kind/jongere met een specifieke begeleidingsvraag. Werkproces 1.2 Stel een activiteitenprogramma op Praktijkopdrachten project Het beste idee van SAW 1) Formuleer het hoofddoel en de ontwikkeldoelen van je activiteit. 2) Kies een of meerdere activiteiten en beargumenteer waarom je deze activiteiten geschikt vindt. 3) Pas de activiteit aan op basis van een andere pedagogische theorie en beschrijf/bespreek dit. 4) Stem de activiteiten af op de doelgroep. 5) Werk samen en overleg, schrijf een verslagje van de samenwerking met het kind/de jongere, je collega s (1/2 a4). 6) Stel een activiteitenprogramma op (meerdere activiteiten met eenzelfde hoofddoel). 7) Geef een onderbouwing van de keuze voor jouw activiteiten. 8) Betrek kinderen/jongeren bij het opstellen activiteitenprogramma. 9) Leg het activiteitenprogramma voor aan betrokkenen. 10) Voer het programma uit. 11) Vraag om feedback aan betrokkenen. O/V/G Opmerking 4

Werkproces 1.3. Maak een plan van aanpak Praktijkopdrachten project Eerste hulp bij opvoeden O/V/G Opmerking: 1) Kies een cliënt of een groepje cliënten met een begeleidingsvraag. 2) Beschrijf de sociale kaart 3) Inventariseer de wensen en behoeften van de cliënt. 4) Stel de (begeleidings)vraag van een kind/jongere vast. 5) Stem jouw bevindingen af met de praktijkbegeleider. 6) Stel de doelen vast die je met een kind/jongere wil bereiken. 7) Onderzoek de mogelijkheden van de organisatie. 8) Weet hoe en wanneer je moet doorverwijzen. 9) Maak de conceptversie van een plan van aanpak voor een bepaald kind/jongere. 10) Onderbouw je plan van aanpak met een pedagogische of psychologische visie. 11) Leg het plan van aanpak voor aan je praktijkbegeleider. 12) Stel het plan van aanpak bij aan de hand van op- en aanmerkingen van je begeleider. Kerntaak 2: Opvoeden en ontwikkelen van het kind/de jongere Werkproces 2.1 Bied het kind/de jongere opvang Praktijk opdrachten: 1) Zorg voor een veilig groeps- en leefklimaat. 2) Toon overwicht bij het handhaven van afspraken en regels. 3) Ondersteun het kind/jongere bij zijn functioneren. 4) Benoem of en hoe jouw waarden en normen een rol spelen in de manier waarop jij je werkzaamheden op je BPV plek uitvoert. 5) Respecteer de eigenheid van het kind/jongere 6) Toon voorbeeldgedrag. O/V/G Opmerking: 5

Praktijkopdrachten project Eerste hulp bij opvoeden 1) Beschrijf/bespreek een situatie waarin jij een kind/jongere hebt begeleid en gecoacht. 2) Herken gedragsproblemen. 3) Laat zien dat je afspraken en regels die jouw BPV instelling gelden (met betrekking tot ontwikkelen van nieuw gedrag) hanteert. 4) Lever een bijdrage aan de uitbreiding van het gedragsrepertoire van het kind/jongere. 5) Herken gedrags- en opvoedingsproblemen, help kinderen/jongeren met beperkingen om te gaan 6) Beschrijf hoe je omgaat met onderhandelen Aanleren nieuwe vaardigheden 7) Stel afwijkingen vast en bespreek deze met de praktijkbegeleider. 8) Beschrijf/bespreek de methode voor het aanleren van nieuwe vaardigheden. 9) Bevorder nieuw gedrag. 10) Toon je kennis over verschillende handelingsalternatieven (mogelijkheden). 11) Signaleer voortgang en/of afwijkingen in de ontwikkeling. Feedback Praktijkbegeleider: 2.2 Bied het kind/jongere persoonlijke verzorging Praktijkopdrachten: O/V/G Opmerking: 1) Beschrijf/bespreek de voorschriften die op het gebied van hygiëne en gezondheid gelden op je BPV- plek. 2) Stel de ondersteuningsbehoefte op het gebied van persoonlijke verzorging vast. 3) Weet in welke situaties de ouders/verzorgers geïnformeerd moeten worden 4) Bevorder de zelfredzaamheid en zelfstandigheid op het gebied van persoonlijke verzorging van het kind/jongere. 5) Signaleer symptomen van ziekten. 6) Bewaak het fysiek (lichamelijk) en mentaal (psychisch) welzijn van het kind/jongere. 7) Pas hygiëne voorschriften die gelden op jouw BPV- plek toe. 8) Leef gezondheidsvoorschriften die op jouw BPV plek gelden na. 9) Pas voedingsvoorschriften toe. 10) Beschrijf/bespreek hoe je het ritme van de dag volgt, maak een dagprogramma. 6

2.3 Draag zorg voor de ruimte en huishoudelijke werkzaamheden Praktijkopdrachten: O/V/G Opmerking: 1) Beschrijf/bespreek de inrichting van de (groeps)ruimte. 2) Beschrijf/bespreek de spel- en speelmaterialen in de ruimte. 3) Beschrijf/bespreek de veiligheidseisen en milieuvoorschriften die op de BPV plek gelden. 4) Ruim op/ maak schoon volgens de richtlijnen die binnen de instelling gelden. 5) Maak samen met een kind/jongere schoon of ruim samen met een kind/jongere op. 6) Tref maatregelen bij gevaarlijke situaties. 7) Kook met de kinderen/jongeren 8) Werk schoon en veilig. 9) Vertoon voorbeeldgedrag t.a.v. zorg voor de ruimte. 10) Controleer of veiligheidseisen en milieuvoorschriften worden nageleefd 2.4 Bied het kind/jongere ontwikkelingsgerichte activiteiten aan Praktijkopdrachten project Eerste hulp bij opvoeden 1) Beschrijf/bespreek waarom ontwikkelingsgerichte activiteiten noodzakelijk zijn. 2) Observeer ontwikkelingsgerichte activiteit van een collega. 3) Beschrijf/bespreek welke ontwikkelingsgerichte activiteiten bij de doelgroep passen. 4) Bereid een ontwikkelingsgerichte activiteit voor. 5) Stel het doel van de ontwikkelingsgerichte activiteit vast. 6) Beschrijf/bespreek welk resultaat je met een ontwikkelingsgerichte activiteit kunt bereiken. 7) Gebruik de juiste spel- en sportmaterialen. 8) Voer een ontwikkelingsgerichte activiteit uit. 9) Werk samen en overleg. 10) Speel in op de ontwikkeling, interesses en belevingswereld van het kind/jongere. 11) Enthousiasmeer betrokkenen. O/V/G Opmerking: 7

2.5 Ondersteun het kind/de jongere bij werk, scholing en vrije tijd Praktijkopdrachten: O/V/G Opmerking: 1) Enthousiasmeer betrokkenen. 2) Onderzoek de vrijetijdsbesteding van de kinderen/jongeren van jouw groep. Maak hiervan een verslag (1a 4) 3) Stel regels bijv. Muziek aan of uit? Beschrijf wat jij belangrijke regels vindt in deze instelling en waarom. 4) Ondersteun en motiveer bij vrijetijdsbesteding 5) Ondersteun en begeleid bij werk en werkzaamheden 6) Ondersteun en stimuleer tot scholing 7) Begeleid, ondersteun en motiveer bij sport en spel activiteiten 8) Stimuleer kinderen/jongeren tot een zinvolle daginvulling, beschrijf hoe je dit doet. 9) Neem besluiten bijvoorbeeld: spullen afpakken? Jas aan/uit? 8

Praktijkkaart PW 4 JZ Kerntaak 3: Uitvoeren van organisatie en beroepsgebonden taken Naam: Klas: Instelling: Praktijkbegeleidster: 3.1 Werk aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep Praktijkopdrachten project In gesprek en Zo ben ik gewoon O/V/G Opmerking: 1) Lees vakliteratuur. 2) Neem deel aan inhoudelijke discussies over het beroep. 3) Inventariseer bijscholingsmogelijkheden. 4) Vraag feedback over het eigen functioneren. 5) Geef professioneel feedback. 6) Stel samen met een leidinggevende een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP)op. 7) Voer samen met een leidinggevende een persoonlijk ontwikkelingsplan(pop) uit 8) Verdiep je in de organisatie structuur/cultuur. 9) Neem deel aan teamvergaderingen. 10) Lever een bijdrage aan de visieontwikkeling van het beroep en de beroepsuitoefening. 11) Draag de visie van de instelling uit, beschrijf/bespreek deze visie. 9

Werkproces 3.2 Werk aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg Praktijkopdrachten project grenssituaties en emoties en Zo doen wij dat O/V/G Opmerking: 1) Beschrijf/bespreek welke verbetertrajecten er zijn binnen de instelling. 2) Beschrijf/bespreek kwaliteitssystemen. 3) Beschrijf/bespreek Protocollen en richtlijnen van de organisatie. 4) Doe verbetervoorstellen m.b.t. kwaliteit binnen de instelling. 5) Werk met kwaliteitssystemen. 6) Zie toe op de naleving van protocollen en richtlijnen van de organisatie (niveau 4). 10

Werkproces 3.3 Stem de werkzaamheden af met betrokkenen Praktijkopdrachten project In gesprek en zo ben ik gewoon O/V/G Opmerking: 1) Inventariseer welke werkzaamheden moeten worden afgestemd, en met wie. 2) Maak afspraken over en knelpunten in de opvang en begeleiding en zet deze op Papier. 3) Geef aan welke relevante overlegvormen er zijn. 4) Draagt werkzaamheden over. 5) Maakt afspraken over de aanpak van knelpunten in de geboden opvang. 6) Sta open voor feedback. 7) Verwoord je eigen mening en visie. 8) Stel prioriteiten en beargumenteer je keuze daarin. 9) Neem deel aan relevante overlegvormen voor afstemming van de werkzaamheden (niveau 4). 11

Werkproces 3.4 Voer coördinerende taken uit (niveau 4) Praktijkopdrachten: O/V/G Opmerking: 1) Verdeel werkzaamheden en stem deze op elkaar af. 2) Geef prioriteiten aan. 3) Maak een stappenplan. 4) Houd contact met de verschillende medewerkers. 5) Geef feedback t.a.v. het functioneren van collega s. 6) Coördineer de dagelijkse werkzaamheden. 7) Zie toe op de continuïteit van de opvang en begeleiding. 8) Coördineer groepsoverstijgende activiteiten. 9) Zit een werkoverleg voor. 10) Schrijf notulen van een werkoverleg. 11) Voer zelfstandig gesprekken. Werkproces 3.5 Onderhoud een netwerk (niveau 4) Praktijkopdrachten: O/V/G Opmerking: 1) Bouw en onderhoud contacten met collega s. 2) Bouw en onderhoud contacten met deskundigen van andere organisaties en disciplines. 3) Beschrijf/bespreek het netwerk van de organisatie. 12

Werkproces 3.6 Voer beleidsmatige taken uit Praktijkopdrachten: O/V/G Opmerking: 1) Signaleer ontwikkelingen binnen en buiten de organisatie. 2) Signaleer en inventariseert knelpunten. 3) Bedenk oplossingen en bespreekt dit met collega s en leidinggevende. 4) Doe voorstellen voor beleidswijzigingen en onderzoek of deze haalbaar zijn. 5) Leg het (pedagogisch) beleid van de instelling uit aan jouw praktijkbegeleider. 6) Beschrijf/bespreek de kwaliteitscyclus van de instelling. 7) Onderbouw jouw mening m.b.t. eigen visie en bevindingen mondeling en schriftelijk. 8) Draag het beleid uit op de werkvloer. Werkproces 3.7 Voer beheertaken uit Praktijkopdrachten: 1) Beschrijf/ bespreek het beleid van de instelling t.a.v. financiële rapportages. 2) Draag bij aan het zakelijk beheer. 3) Bewaak het budget voor de activiteiten. 4) Schrijf een financiële rapportage. 5) Doe voorstellen t.a.v. de aanschaf en onderhoud van materialen. 6) Hou rekening met budget/ begroting en prijs/kwaliteitverhouding. 7) Onderbouw en verantwoord inzet van materialen en middelen (waaronder personeel). O/V/G Opmerking: 13

Werkproces 3.8 Evalueer de werkzaamheden Praktijkopdrachten: 1) Evalueer de geboden opvang. 2) Verzamel en analyseer relevante gegevens voor de evaluatie. 3) Bespreek gegevens uit de evaluatie met betrokkenen. 4) Evalueer mondeling met de leidinggevende. 5) Maak in je evaluatie knelpunten kenbaar. 6) Laat zien dat je in je evaluatie je eigen mening kunt formuleren. 7) Voer veranderingen in opvang en begeleiding door. O/V/G Opmerking: 14