Kader Primair. thema _ Wie is de schoolleider? actueel _ Lerarenbeurs populair in po dubbelinterview _ VO-schoolleiders opnieuw bij AVS



Vergelijkbare documenten
Uw wensen voor de verkiezingsprogramma's Ledenpeiling 26 april t/m 19 mei Korte rapportage

Schoolleider tussen functie en beroep

COLUMN VERBINDEND EN ONDERWIJSKUNDIG LEIDERSCHAP NATIONAAL ONDERWIJSDEBAT 9 OKTOBER 2008 HARRIE AARDEMA, CONCEPT

Timemanagement? Manage jezelf!

Trainingen. Leiderschapstraining Inspirerend leiderschap Gedragsinzichtgevende training Reflect Intervisie

Als je te weinig van een kind verwacht, komt er niet uit wat er in zit. Onderwijsminister Marja van Bijsterveldt INTERVIEW

Samen. stevige. ambities. werken aan.

Gedragscode. Gewoon goed doen

Opleiding Professional Coaching & Leiderschap Een ontwikkelpad voor leidinggevenden, professionals, (aspirant) coaches en ieder ander die het

Starters-enquête. 9 september Een initiatief van AOb-Groene Golf en het NCRV-programma Altijd Wat

Onderwijs met een hart. Strategische agenda

Datum Betreft Bestuursakkoord PO-Raad-OCW Geacht schoolbestuur,

Bekwaamheidsdossier. februari 2006 O. OC0602_p8_12 Personeelsbeleid2.i :29:26

Bijdrage lid Depla (PvdA) aan AO zwakke scholen

Datum 1 april 2019 Betreft Kamervragen over kindermishandeling (ingezonden 5 februari 2019)

Ontdek je wereld. Koersplan THUIS IN DE WERELD. Hoogen Dries 3, 5051 WK Goirle

Coachvaardigheden, onderzoeken, adviseren en verkopen

Beleidsadviseur Sociaal Domein

Passend. Leiderschap. Elke school de beste baas. Auteurs: Theo Camps Pieter Dekkers Bert Jurgens. Marije van Vilsteren

Trainingen en workshops voor praktijkopleiders en leidinggevenden. Jouw talent, onze ambitie!

Samenvatting tevredenheidsmeting ouders

1 Aanbevolen artikel

Inge Test

Workshop opleiding op leeftijd. Margreet Verbeek

Een Positief. leer en leefklimaat. op uw school

Voor wie is de Week van passend onderwijs bedoeld?

Wat doet NIM Maatschappelijk Werk?

Aan de slag met het. Leren Inhoud Geven

Jong Talent Programma s

Spellingcontrole mag aan voor kandidaten met dyslexie. Afschaffing loting bij opleidingen met een numerus fixus

spoorzoeken en wegwijzen

Al lid van een kennisgemeenschap?

Opleiding Professional Coaching & Leiderschap Een ontwikkelpad voor leidinggevenden, professionals, (aspirant) coaches en ieder ander die het

Strategisch beleidsplan Stichting Promes

Onderwijs met een hart. 1 Strategische agenda strategie agenda

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster

vooruitkomen OUDERS & OPVOEDERS

Rapportage Drijfveren. Bea het Voorbeeld. Naam: Datum:

Wij zijn Kai & Charis van de Super Student en wij geven studenten zin in de toekomst.

Welkom in het Horizon College

EEN SCHOOL MET TALENTUITDAGEND ONDERWIJS

dit gaat over mij en mijn vak het is snel en gemakkelijk en je ziet wat je hebt bereikt

Laat zien wat je waard bent. Sta in het register. Van, voor en door de leraar

Loopbanen in het onderwijs? Analyse van de loopbaanontwikkeling van onderwijspersoneel

Profiel. Strategisch HR adviseur. 8 december Opdrachtgever Stichting Openbaar Onderwijs Noord

Training Resultaatgericht Coachen

Leren op een prachtige school

NAAR VERNIEUWD TOEZICHT EXCELLENTE SCHOLEN

10 tips voor begrijpelijke AWBZ-formulieren

Centrum voor Jeugd en Gezin. Bouwstenen voor de groei

Met meer dan dertig basisscholen in den Bosch e.o.

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen

Primair Onderwijs po Voorgezet onderwijs vo

Organiseren van samenwerking in het jeugddomein

Rapport Docent i360. Test Kandidaat

Discriminatie? Niet in onze school!

april 2019 Stichting leerkracht Elke dag samen een beetje beter

Piter Jelles Strategisch Perspectief

Leiderschap trainingen. Persoonlijke Effectiviteit trainingen. Coachend Leidinggeven. Leiderschap van Nu. Leiderschap van Nu - Advanced

ALTRA COLLEGE NOORD / ZUIDOOST. Leren en werken voor je toekomst

Een Stap voorwaarts in Leiderschap.

Junior medewerker Bezwaar en Beroep

Ellen van Wijk - Ruim baan voor creatief talent B 3. Survey commitment van medewerkers

Jaarplan schooljaar

Enquête stichting Parentes Zoetermeer

Managers en REC-vorming GEEN VOORUITGANG ZONDER VOORTREKKERS

Ambulante Onderwijskundige Begeleiding voor leerlingen en studenten met een visuele beperking

Rapportage online marktonderzoek Wat maakt succes?

Rapport Voorbeeld adviseur. Voorbeeld adviseur2. voorbeeld Rapportage

Q&A Bestuurlijke visitatie

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

hiermee bezig te houden. TEKST MIRJAM JANSSEN

?Hoe Zo! >> Werken bij de gemeente betekent je inzetten voor burgers en bedrijven. En daarbij geldt:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Plenair Debat Profielen Vmbo

Conferentie: 23 mei Wat levert het op? Opbrengsten van opbrengstgericht werken voor leerlingen, de school en u. Overzicht workshops

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Meer succes met je website

3 Hoogbegaafdheid op school

Acadin voor talenten in uw klas!

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN

COMMUNICATIE training. effectief communiceren met iedereen

E-PAPER. Drie praktische tips om je werk als apothekersassistent(e) leuker te maken!

Wij. maken Dordt SAMEN AAN DE SLAG MET INITIATIEVEN. Wij maken Dordt Samen aan de slag met initiatieven

Workshops De werkelijkheid van gedrag. 11 maart, 25 maart en 8 april 2010

Handleiding. Hoe gebruik je deze verenigingsbox?

Strategisch beleidsplan O2A5. De dialoog als beleid

Een compliment; wie wil dat nou niet?

Toespraak staatssecretaris H.A.L. van Hoof bij de opening van de miniconferentie O&O-fondsen op 10 september 14.00u in Den Haag

1 Ben of word jij weleens gepest?

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

Voorwoord. Nienke Meijer College van Bestuur Fontys Hogescholen

Introductie 1. Waarvoor hebben de studenten een mentor nodig? 2. Wie kan mentor worden? Iemand die:

DE MELDCODE IN UW PRAKTIJK

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen

Toezeggingen. en Pork) en de gemeente Vlagtwedde/O2SV (De Clockeslach, De Klimop, De Vlinder, Op d Esch, Plaggenborg en Willem Lodewijck).

ASSERTIVITEIT. beter communiceren vanuit jezelf

TEVREDENHEIDSONDERZOEK

Transcriptie:

jaargang 14 _ nummer 1 _ september 2008 1 Kader Primair vakblad voor leidinggevenden in het primair onderwijs thema _ Wie is de schoolleider? Van hoofd der school tot directeur _ De opleider over de leerling _ Worstelen met bureaucratie _ Wat een vak! actueel _ Lerarenbeurs populair in po dubbelinterview _ VO-schoolleiders opnieuw bij AVS

Kader Primair Kader Primair is een uitgave van de Algemene Vereniging Schoolleiders (AVS), dé vereniging voor alle leiding gevenden in het basis-, voortgezet en speciaal onderwijs. Kader Primair verschijnt tien keer per jaar. Overname van artikelen na overleg met de hoofd redacteur. ISSN 1384-1165. Redactie Marc Mathies (hoofdredactie), Vanja de Groot, Joëlle Poortvliet (bureau- en eindredactie), Carine Hulscher-Slot, Jos Hagens. Redactieadres: AVS. Medewerkers deze maand Jaan van Aken, Ans Aerts, Bert Beelen, Marijke Booijink, Jos Collignon, Jan Jacob van Dijk, Ton Duif, Karin van Haperen, Jos Kooij (gastredacteur), Marijke Nijboer, Mladen Piculic, Eva Prins, Hans Roggen, Heike Sieber. Abonnementen AVS-leden ontvangen Kader Primair en Kadernieuws gratis. Abonnementprijs voor niet-directieleden: t 110 (excl. 6% BTW). Administratie: AVS-secretariaat. Grafische vormgeving en druk Thoben Offset Nijmegen Telefoon: 024-3220287 Advertenties Recent, Ray Aronds, Postbus 17229, 1001 JE Amsterdam Telefoon: 020-3308998, fax: 020-4204005 E-mail: info@recent.nl www.recent.nl Ledenservice AVS Postbus 1003, 3500 BA Utrecht Telefoon: 030-2361010, fax: 030-2361036 E-mail: info@avs.nl www.avs.nl Helpdesk Voor adviezen over wet- en regelgeving, functiewaardering en de individuele rechtspositie. maandag: 13.00 16.30 uur dinsdag t/m vrijdag: 09.00 16.30 uur telefoon: 030-2361010 Bestuur Ton Duif (voorzitter), Jan Morsink (secretaris), Petra Palokaj (penningmeester), Hans Pennings Decentraal Georganiseerd Overleg De AVS overlegt namens het Ambtenarencentrum. Secretariaat: Winlan Man, tel. 030-2361010 Onderhandelaars: Jos Kooij en Eelco Dam Lidmaatschap Lidmaatschap per 1 augustus 2008 (tot 1 augustus 2009) Persoonlijk deel: t 117 Managementdeel: t 190 t 279, afhankelijk van het aantal leerlingen (1 x per school) Postactief lid: t 99 (FPU, pensioen) Aspirant lid: v.a. t 28 (u bent (nog) geen (adjunct-)schoolleider) Buitengewoon lid: t 99 Kijk voor het huidige actieaanbod en de lidmaatschapsvoorwaarden op www.avs.nl/vereniging/ lidworden. Zie www.avs.nl voor alle prijzen voor het schooljaar 2008 2009 De mening van in Kader Primair geïnterviewde personen is niet noodzakelijkerwijs de mening van de AVS. Ook duidt adverteren in dit blad niet op samenwerking of goedkeuring van de AVS met of voor de betreffende organisatie, behoudens de AVS Voordeelpartners. Uitgelicht thema _ Vakgenoten over hun beroep Directeuren genieten ervan om het beste uit hun team te halen en de eigen organisatie te stimuleren tot optimale prestaties. Alleen jammer dat het papierwerk zoveel tijd opslokt. Vier portretten van heel verschillende collega s over hun bijzondere vak. pagina 20 achtergrond _ De kracht van kinderen Kinderpostzegels. Wie heeft er niet mee gelopen? De 240.000 kinderen die eind september weer met de kaarten en zegels langs de deuren gaan, zijn de derde generatie verkopers. Het jubileumthema Laat kinderen leren sluit goed aan bij de wens om nog meer met scholen samen te werken. pagina 38 actueel 2 Tien miljoen voor excellente leerlingen Stimuleringsprogramma voor cognitief talent thema _ Een goede schoolleider is een lerende schoolleider Gesprekken met drie schoolleideropleiders maken één ding duidelijk: het beroep schoolleider is niet eenvoudig. Het vraagt verschillende rollen van één persoon en het brengt behoorlijk wat verantwoordelijkheden met zich mee. Welke kenmerken en vaardigheden vergt dit? De schoolleider door de ogen van de opleider. pagina 8 dubbelinterview _ Niet langer zelf knokken Vanaf dit schooljaar gaat de AVS ook weer schoolleiders uit het voortgezet onderwijs vertegenwoordigen. AVS voorzitter Ton Duif geeft uitleg over het hoe en waarom en krijgt daarbij weerwoord van Jan Gispen, de eerste voorzitter van de Vereniging voor het management in het Voortgezet Onderwijs (VVO). pagina 30 3 Lerarenbeurs populair onder leerkrachten po Subsidiebedrag verhoogd naar 18 miljoen 3 Actie Help! De school verzuipt eindigt in Den Haag Oproep tot aanwezigheid bij aanbieden petities Foto omslag: team van basisschool De Stuifheuvel uit Zeist. Foto: Hans Roggen

Inhoud september Kaderspel _ door ton duif thema _ Wie is de schoolleider? 8 De kenmerken van een goede schoolleider In gesprek met drie schoolleideropleiders 12 Leidinggevenden worstelen met het bureaucratisch systeem Interview met Jos van der Lans 16 Vijftig jaar schoolleiders Historisch overzicht 20 Wat een vak! Vier portretten van verschillende collega's verder in dit nummer 30 VO-schoolleiders weer vertegenwoordigd door AVS Dubbelinterview Ton Duif (AVS) en Jan Gispen (voorheen VVO) 34 Allochtone ouders betrekken bij schoolloopbaan kind Lokale platforms bieden uitkomst 38 Kinderpostzegelactie zestig jaar Jubileumthema Laat kinderen leren iedere maand 7 Illustratie Jos Collignon 22 Uw mening telt _ peiling 25 Zo kan het ook _ Good practice 27 Eindverantwoordelijk management Passend onderwijs: goed idee, foute werkwijze 29 Speciaal (basis)onderwijs Groei speciaal onderwijs verklaard en genuanceerd 41 Politieke column Jan Jacob van Dijk (CDA) 42 Van de AVS 44 AVS School for Leadership 46 Voor u geselecteerd Incidentenpolitiek Als u dit leest hoop ik dat we zoveel mogelijk handtekeningen bijeen hebben om de Tweede Kamer nu eindelijk ervan te overtuigen dat scholen recht hebben op voldoende ondersteuning om hun werk te kunnen doen. De actie Help! De school verzuipt heeft veel respons gekregen, zowel in de media als van collega-schoolleiders, ouders en leerkrachten. We hebben de 150 miljoen euro echt nodig om de ondersteuning op elke school te realiseren. Maar eigenlijk is er veel meer aan de hand. De bekostiging van ons onderwijs loopt zwaar achter bij het feitelijk niveau dat bestuurders en schoolleiders nodig hebben. De materiële bekostiging schiet ernstig tekort, de energierekening loopt op, bestuurlijke kosten worden onvoldoende gedekt en ook de toestand van onze gebouwen is niet goed. Dat betekent, binnen de lumpsum, dat het één ten koste gaat van het ander. Kan het dan effectiever? Misschien wel. Besturen en schoolleiders kunnen de hand in eigen boezem steken, maar zelfs dan is het gat niet te overbruggen. De Nederlandse overheid besteedt structureel veel te weinig aan onderwijs. Sober en doelmatig is de leus. Als het gaat om echte investeringen geldt helaas ook weer de Nederlandse krenterigheid. Nee, dan liever incidenten politiek bedrijven en scoren met twintig miljoen voor conciërges en tien miljoen voor hoogbegaafdheid. Dan kun je elke keer weer bewijzen dat je toch blijft investeren. Daarmee verbloemend dat door de wet van de grote getallen deze investeringen verdampen in het geheel. Het wordt tijd dat bestuurders, schoolleiders en leerkrachten samen een maatschappelijk debat starten over wat Nederland over heeft voor de ontwikkeling van de jeugd. Wat dat betreft doen de lobbyorganisaties van de kinderopvang het beter. U bent inmiddels weer begonnen, zoals ook de AVS. Het wordt een enerverend schooljaar, zoals zo vaak. Voor de AVS betekent dit onder andere dat ook schoolleiders uit het voortgezet onderwijs lid kunnen worden. En de PO-Raad zal zich waar moet maken. Ook spelen dit schooljaar de acties rond ondersteunend personeel en de uitwerkingen van Plasterks actieplan Leerkracht van Nederland. Maar ook uw school zit vast vol met nieuwe plannen en uitdagingen. Ik hoop en vertrouw erop dat we elkaar ook dit jaar veelvuldig ontmoeten en dat de AVS u op veel terreinen bij zal staan. Voor u, uw school, maar altijd in het belang van de leerling. _ kader primair september 2008 1

actueel stimuleringsprogramma voor cognitief talent Tien miljoen voor excellente leerlingen Basisscholen worstelen met de vraag hoe ze excellentie kunnen stimuleren. Staatssecretaris Dijksma wil daarom voor de jaren 2009 tot 2011 in totaal tien miljoen euro uittrekken voor excellente leerlingen in het basisonderwijs. Dit schrijft ze in een brief aan de Tweede Kamer, waarin ze haar stimuleringsprogramma voor cognitief talent toelicht. Tot nu toe werd vooral aandacht besteed aan achterstandsleerlingen en weinig aan kinderen met een voorsprong. Het geld dat de staatssecretaris beschikbaar stelt, is bedoeld om projecten op te starten gericht op het stimuleren van excellente leerlingen en een bijpassende omgeving op basisscholen (anders aanbieden van leerstof of extra lessen). Dus niet voor het oprichten van aparte scholen voor hoogbegaafden. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan de wens vanuit het onderwijs om (hoog)begaafden meer uitdaging te bieden. Kinderen die iets sneller kunnen leren, krijgen vaak niet de aandacht die ze verdienen. Dat is wel nodig: uit onderzoek blijkt dat ongeveer een derde van deze leerlingen niet meer wordt uitgedaagd, geen plezier meer heeft in het leren en zich gaat vervelen. Dat leidt tot onderpresteren en gedragsproblemen. AVS voorzitter Ton Duif wijst erop dat met de investering van tien miljoen op een intelligente (!) manier moeten worden omgegaan. Extra aandacht voor hoogbegaafden is belangrijk, maar zoals altijd is het bedrag niet veelzeggend. Dijksma heeft een concrete aanpak uitgewerkt voor het stimuleren van excellentie in het primair onderwijs. Bijzondere aandacht gaat daarbij uit naar hoogbegaafde kinderen; de staatssecretaris richt zich ook op begaafde kinderen (een IQ-score van 121 t/m 129) die niet onder de traditionele definitie van hoogbegaafdheid vallen (een IQ van 130 of hoger). Met voldoende waardering voor uitzonderlijk talent wil ze voorkomen dat (hoog)begaafde leerlingen zich buitengesloten voelen. Deze kinderen zijn er bijvoorbeeld bij gebaat dat basisscholen waar nodig in samenwerking met andere scholen in de directe omgeving of scholen voor voortgezet onderwijs en universiteiten een rijke leeromgeving creëren. Bijvoorbeeld in de vorm van verrijkende onderwijsprojecten of plusklassen met aandacht voor taal, literatuur, rekenen, wiskunde, techniek en wetenschap, wereldoriëntatie, vreemde talen (Engels), filosofie, sport en muziek, stelt Dijksma in haar brief aan de Kamer. Ze wil basisscholen ondersteunen bij het omgaan met cognitief talent door 1) schoolbesturen te stimuleren tot het opzetten van excellentieprojecten op lokaal niveau, 2) het stimuleren van landelijke projecten (bijvoorbeeld het explosief groeiende Leonardoconcept: aparte klassen voor hoogbegaafde kinderen) en 3) het stimuleren van aanbod vanuit universiteiten voor basisscholen. Het is de bedoeling nog in 2008 een regeling te publiceren op basis waarvan lokale en landelijke projecten kunnen starten in schooljaar 2009-2010. Basisscholen en andere partijen kunnen een startsubsidie krijgen voor excellentieprojecten op lokaal niveau en voor landelijke initiatieven waar basisscholen baat bij hebben als het gaat om het stimuleren van excellentie. Een commissie zal beoordelen welke projecten in aanmerking komen voor subsidie. Ook dit schooljaar nog wil Dijksma al een impuls geven aan enkele beloftevolle projecten. Met betrekking tot excellentie en toptalent in muziek en dans is de staatssecretaris ook in overleg over specifieke maatregelen, die buiten het kader van deze regeling en dit budget voor cognitief talent zullen vallen. _ Meer informatie: www.minocw.nl een nieuw schooljaar, een nieuwe jas voor kader primair Voor u ligt uw vertrouwde vakblad. Hetzelfde als altijd, maar toch een beetje anders. Aan de inhoud is weinig veranderd. Lezersonderzoek maakte ons duidelijk dat u daarover redelijk tot zeer tevreden bent. Omdat we zelf de behoefte hadden om verenigings nieuws duidelijker en gescheiden van de rest van de artikelen te brengen, is er vanaf nu een nieuwe rubriek Van de AVS. Met informatie over bijeenkomsten, kortingen op diensten en producten, aankondigingen, et cetera. Ook behandelen we op deze pagina maandelijks een vraag aan de AVS Helpdesk. Verder hebben we ervoor gekozen de vormgeving van het blad iets aan te passen, met de bedoeling de verschillende rubrieken en artikelen visueel duidelijker van elkaar te onderscheiden en ze duidelijker te positioneren. Ook de inhoudsopgave is iets aangepast, net als de cover. Naar mijn idee is vormgever Walter Breedveld van Thoben Offset Nijmegen, in nauw overleg met de redactie, er prima in geslaagd het goede en duidelijke van ons blad te behouden en toch een aantal verbeteringen door te voeren. Hopelijk deelt u mijn mening. Uw reactie is welkom via communicatie@avs.nl. Een goed schooljaar toegewenst en veel lees- (en kijk)plezier! Marc Mathies, hoofdredacteur 2

actueel actueel subsidiebedrag verhoogd naar 18 miljoen Lerarenbeurs populair onder leerkrachten po In totaal hebben bijna 7.500 leerkrachten deze zomer een lerarenbeurs voor scholing aangevraagd, waarvan bijna de helft voor een opleiding op masterniveau. De meeste aanvragen komen uit het (speciaal) primair onderwijs. Minister Plasterk heeft inmiddels besloten om het subsidiebedrag voor dit jaar (zeven miljoen) te verhogen naar 18 miljoen euro. Zo n 5.000 leerkrachten beginnen deze maand al met hun opleiding. Minister Plasterk heeft op 25 augustus op het ministerie van OCW de eerste lerarenbeurzen uitgereikt, waarmee leerkrachten zich extra kunnen scholen. Vier leerkrachten, uit elke onderwijssector een (primair onderwijs, voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs en hoger onderwijs) ontvingen alvast een beurs. De lerarenbeurs is een van de maatregelen uit het actieplan Leerkracht van Nederland. De regeling is bedoeld om leerkrachten met een onderwijsbevoegdheid te stimuleren een andere en/of hogere opleiding te volgen. De beurs is nadrukkelijk niet bedoeld voor na- of bijscholing. Dat gebeurt uit het reguliere scholingsgeld dat scholen zelf beheren. Voor de lerarenbeurs zijn de komende jaren tientallen miljoenen per jaar beschikbaar, oplopend tot 80 miljoen euro in 2012. Van 1 juni tot 15 juli 2008 konden leerkrachten een beurs aanvragen bij de IB-Groep. De verwachting was dat er tussen de 700 en 1.500 aanvragen binnen zouden komen. Dat aantal is met 7.461 aanvragen fors overschreden. Daarom is het beschikbare subsidiebedrag voor dit jaar verhoogd. Bijna 58 procent van de aanvragen komt uit het (speciaal) primair onderwijs, 30 procent uit het voortgezet onderwijs, 7 procent uit het beroepsonderwijs en 5 procent uit het hoger onderwijs. In januari 2009 wordt een tweede aanvraagtermijn opengesteld, waarop leerkrachten kunnen intekenen. Hiervoor is 19 miljoen euro beschikbaar. _ oproep tot aanwezigheid bij aanbieden petities Actie Help! De school verzuipt eindigt in Den Haag De verzamelde handtekeningen voor meer ondersteunend personeel op basisscholen zullen op dinsdag 9 september aangeboden worden aan de Tweede Kamer. De AVS roept al haar leden op, in het bijzonder die uit Den Haag en omgeving, om daarbij aanwezig te zijn. De actie Help! De school verzuipt, waarbij de gezamenlijke onderwijsorganisaties zich van 25 augustus tot 5 september samen met scholen en ouders inspanden voor ondersteunend personeel (conciërge, administratieve kracht) op iedere basisschool, heeft veel aandacht getrokken in de media. Scholen reageerden ook enthousiast en haakten op lokaal en regionaal niveau aan om zoveel mogelijk handtekeningen te verzamelen. De petities worden op 9 september aanstaande door AVS voorzitter Ton Duif overhandigd aan leden van de Tweede Kamer. Dit zal om 13.45 uur plaatsvinden in de hal van de Tweede Kamer. Om de actie kracht bij te zetten, is het zaak dat zoveel mogelijk schoolleiders aanwezig zijn. In het bijzonder de directeuren uit Den Haag en omgeving. Zij werken immers in de naaste omgeving. De AVS roept haar leden daarom op zich vanaf 13.30 uur te verzamelen op het Plein, voor de ingang van de Tweede Kamer. Deze plek is te herkennen aan het spandoek Help! De school verzuipt. _ Het exacte aantal ondertekende petities was bij het ter perse gaan van deze Kader Primair nog niet bekend. Kijk daarvoor op www.helpdeschoolverzuipt.nl of www.avs.nl Help! De school verzuipt Iedere school een administratieve kracht of conciërge! Met het ondertekenen van deze petitie, steunen leerkrachten, onderwijsondersteuners, schoolleiders en ouders onze eis: Een conciërge of administratieve kracht op ieder basisschool! kader primair september 2008 3

actueel po-raad in gesprek met besturen, schoolleiders en leerkrachten Veldraadpleging referentie niveaus Staatssecretaris Dijksma heeft de PO-Raad gevraagd een veldraadpleging te organiseren over de referentieniveaus van de Expertgroep Doorlopende Leerlijnen (commissie Meijerink). De raad zal daarom de komende maanden op verschillende manieren met besturen, schoolleiders en leerkrachten in gesprek gaan over de referentieniveaus. In de gesprekken wordt naast de gewenste inhoud van de niveaus ook aandacht besteed aan de condities waaronder ze ingevoerd zouden kunnen worden. Op basis van de uitkomsten van de veldraadpleging kunnen de referentieniveaus nog inhoudelijk aangepast worden, voordat eind 2008 het traject van wet- en regelgeving ingezet wordt. Doel van de veldraadpleging is niet om de gedetailleerde inhoud van alle referentiebeschrijvingen te bespreken. Wel wil de PO-Raad steekproefsgewijs een aantal inhouden van de referentieniveaus uitgebreider bespreken, om een nadere onderbouwing te krijgen van de haalbaarheid. Hoewel het tijdpad voor de veldraadpleging krap is, heeft de PO-Raad toch gekozen voor een brede opzet. Zowel besturen, schoolleiders, leerkrachten als ouders worden bevraagd en ook de koepelorganisaties worden betrokken bij het traject. Omdat de invoering van de referentieniveaus directe gevolgen heeft voor de aansluiting tussen het voortgezet en het speciaal onderwijs, vindt eveneens overleg plaats met deze sectoren. Bijeenkomsten Op 23 september aanstaande vindt een eerste landelijke carrouselbijeenkomst plaats, waarvoor alle verschillende doelgroepen worden uitgenodigd. In oktober wordt een vijftal ronde tafelbijeenkomsten georganiseerd op scholen verspreid over het land. Voor deze bijeenkomsten wordt een beperkt aantal besturen, schoolleiders en leerkrachten uitgenodigd. In november vindt een tweede landelijke carrouselbijeenkomst plaats. Deelnemers kunnen dan op de voorlopige opbrengsten reageren en aanvullende suggesties doen voor de rapportage. Ook zal de PO-Raad in november nog een ledenraadpleging organiseren voor de eigen leden, waarbij de leden kunnen reageren op het conceptadvies aan de staatssecretaris. Besturen en schoolleiders in het primair onderwijs krijgen zo de gelegenheid om aan te geven of zij zich in het advies herkennen. Ook kunnen ze suggesties doen voor verbetering. Leercurve De PO-Raad wil met de veldraadpleging een bijdrage leveren aan de verdere professionalisering en kwaliteit van het po. Referentieniveaus moeten volgens de raad een bijdrage leveren aan een leercurve op het niveau van het kind, de groep, de school en het bestuur. Alleen wanneer de referentieniveaus op deze manier worden uitgewerkt en ingezet, zal dit leiden tot een verdere professionalisering van de sector en uiteindelijk tot een verbetering van de kwaliteit van het po. Dat het veld daarbij zelf het voortouw neemt, is voor de PO-Raad een voorwaarde om dit te bereiken. _ Meer informatie: mail naar veldraadpleging@poraad.nl taskforce diversiteit schoolbesturen geïnstalleerd Politiek zoekt allochtone schoolbestuurders Recent is de Taskforce Diversiteit Schoolbesturen geïnstalleerd. Deze gaat het aantal allochtone schoolbestuurders de komende jaren flink laten stijgen. Op dit moment heeft maar 2,5 procent van de schoolbestuurders een andere culturele achtergrond. Taskforce-voorzitter en voormalig staatssecretaris van OCW Bruno Bruins: Het zijn vooral witte mannen van boven de 45 met een rijke bestuurlijke ervaring die de schoolbesturen vormen. Die ervaring is zeer welkom, maar de bestuurssamenstelling is zo ook erg eenzijdig. De taskforce gaat daarom nieuwe groepen schoolbestuurders zoeken en vinden. Eind 2009 trekken we conclusies. De taskforce is gekoppeld aan Eutonos, een initiatief van het Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt (SBO). Via Eutonos worden besturen en raden van toezicht met vacatures gekoppeld aan hoogopgeleide allochtonen. Dit leidde de afgelopen jaren al tot dertig succesvolle matches. _ Meer informatie: www.onderwijsarbeidmarkt/ eutonos 4

actueel verbeteren sociale veiligheid Mobiele veiligheidsteams van start op scholen In de zomer startten de zogenaamde Kwaliteitsteams Veiligheid in het vmbo en praktijkonderwijs. In de loop van schooljaar 2008/2009 worden de teams in alle onderwijssectoren operationeel en kunnen ook scholen in het basisonderwijs een beroep op één van de teams doen. Scholen kunnen een mobiel veiligheidsteam inschakelen voor tips en adviezen op het gebied van sociale veiligheid. De Kwaliteitsteams Veiligheid bestaan uit veiligheidsdeskundigen uit diverse sectoren, zoals het onderwijs, bureau HALT, jeugdzorg en politie. Doel is om scholen die daar behoefte aan hebben te helpen bij het verbeteren van de sociale veiligheid, zodat leerlingen en leerkrachten zich veiliger voelen op en rond scholen. Zo kan het veiligheidsteam ter plekke een quick scan uitvoeren om te bepalen of een school voldoende veiligheidsmaatregelen heeft genomen. Het team kijkt ook naar maatregelen tegen agressie, pesten, discriminatie, internetonveiligheid en huiselijk geweld. Verder ondersteunen en adviseren de teams bij de totstandkoming van afspraken tussen scholen, zorgadviesteams, politie en gemeenten ter verbetering van de veiligheid en hulpverlening. Eind 2007 kondigde staatssecretaris Van Bijsterveldt aan 1,75 miljoen euro extra ter beschikking te stellen voor de Kwaliteitsteams Veiligheid. Het is één van de maatregelen die zij neemt om scholen veiliger te maken. _ De Kwaliteitsteams Veiligheid zijn bereikbaar via een speciale informatielijn, tel. 030-2306564, en via kwaliteitsteamsveiligheid @nji.nl vaststelling bedragen en landelijk gewogen gemiddelde leeftijd Nieuwste lumpsumgetallen personele vergoeding bekend Onlangs zijn de nieuwste lumpsumbedragen bekend gemaakt voor de personele vergoeding voor schooljaar 2008/2009, in het kader van de regeling Vaststelling bedragen en landelijk gewogen gemiddelde leeftijd. De verhogingspercentages zijn als volgt: a. Genormeerde gemiddelde personeels lasten leerkracht: + 3,26 procent b. Genormeerde gemiddelde personeels lasten schoolleiding + 2,43 procent c. Bekostiging personeels- arbeidsmarkt beleid + 4,46 procent d. Bekostiging PAB, Bestuur en manage ment + 3,38 procent De belangrijkste aanpassingen bij punt a en b betreffen de doorwerking van de salariskosten van schooljaar 2007/2008, het gevolg van de extra en eenmalige uitkering voor onderwijs personeel (Y 200), de gevolgen van het inkorten van de carrièrepatronen en de verhoging van de directietoeslag in het kader van de vaste toeslag per maand van Y 275 (als gevolg van het actieplan Leerkracht van Nederland). De belangrijkste wijzigingen bij punt c en d betreffen een structurele verhoging in verband met de extra gelden voor professionalisering en enkele incidentele aanpassingen. _ Raadpleeg het volledige overzicht met de nieuwste lumpsum getallen op www.avs.nl/werkgeverszaken/ financien/lumpsum. Meer informatie: AVS, Carlo Juffermans (adviseur bedrijfsvoering), tel. 030-2361010, c.juffermans@avs.nl Nieuw onderwijspersoneel nodig? Laat het weten aan 6.000 lezers! Uit lezersonderzoek blijkt dat personeelsadvertenties in Kader Primair en Kader nieuws vaak gelezen en goed gewaardeerd worden door bijna 6.000 abonnees. Plaats ook een vacature in Kader Primair en/of Kadernieuws! Neem contact op met Recent, tel. 020-3308998, info@recent.nl of kijk op www.recent.nl. NB: gratis doorplaatsing mogelijk naar www.werkeninhetprimaironderwijs.nl, dé vacaturesite van de AVS. kader primair september 2008 5

actueel schooldirecteur bekritiseert werkwijze inspectie Zwakke school vaak niet zwak Basisscholen die door de Onderwijsinspectie worden aangemerkt als zwak zijn dat volgens Herman Godlieb, schoolleider in het Groningse Nieuwe Pekela, vaak helemaal niet. In de Volkskrant zei hij onlangs dat de meetmethoden van de Inspectie ertoe leiden dat scholen met veel achterstandskinderen vaak als zwak worden bestempeld, terwijl ze goed presteren. Godlieb heeft zelf met behulp van Cito-uitslagen, opleidingsgegevens van beide ouders van leerlingen en intelligentietests verkennend onderzoek gedaan naar de beoordelingssystematiek van de Onderwijsinspectie en bekeken in hoeverre uitspraken van de Inspectie over leeropbrengsten kloppen met de werkelijkheid, en welke gevolgen dat heeft voor de onderwijspraktijk. Godlieb concludeert dat de Inspectie niet optimaal vaststelt wat een school presteert. Om te zien wat kinderen op school hebben geleerd (de leeropbrengst), kijkt de Inspectie onder andere naar de uitslagen van de Citoeindtoets. Kinderen van hoogopgeleide ouders halen vaak een hoge Cito-score. Daarom corrigeert de Inspectie de schoolprestaties voor het opleidingspeil van de ouders. Volgens Godlieb is die correctie volstrekt onvoldoende. Daardoor worden scholen met veel achterstandskinderen vaak gebrandmerkt als zeer zwak, ook als ze goed zijn, vindt hij. Anderzijds zouden scholen met veel kinderen van hoogopgeleide ouders nauwelijks dat risico lopen, ook niet als ze slecht zijn. Een woordvoerder van de Onderwijsinspectie wijst er in hetzelfde Volkskrantartikel op dat het predicaat zeer zwak nooit alleen op basis van de leeropbrengsten wordt gegeven. Er wordt altijd ook gekeken naar het onderwijsproces. De methode waarmee de Inspectie corrigeert voor het ouderlijke opleidingsniveau is dezelfde als die waarmee scholen extra geld kunnen krijgen als ze veel achterstandsleerlingen hebben. De Inspectie zegt daarover: We kijken voortdurend of dit instrument wel goed werkt. Wel is de Inspectie geschrokken van het onderzoek, verteld Godlieb. Inmiddels heeft een gesprek plaatsgevonden tussen de schooldirecteur en de werkgroep Opbrengsten van de Inspectie. Godlieb: Ze nemen mijn onderzoek serieus en zeggen ermee aan de slag te zullen gaan. _ Het volledige onderzoek van schoolleider Herman Godlieb (inclusief onderzoeksaanpak) is te vinden op www.deweginggewogen.nl betere onderwijshuisvesting bevorderen Servicecentrum Scholenbouw in oprichting Het Servicecentrum Scholenbouw (SCS) is in oprichting. Het centrum gaat officieel van start zodra de Tweede Kamer groen licht geeft, maar scholen kunnen er nu al terecht met vragen over geïntegreerd aanbesteden bij scholenbouw. Het SCS is bedoeld voor schoolbesturen in het primair en voortgezet onderwijs en gemeenten, die meer willen weten over de toepassing van innovatieve aanbestedingsen financieringsvormen in de scholenbouw. Het is een initiatief van de ministeries van OCW en Financiën, de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en de organisaties voor bestuur en management in het primair en voortgezet onderwijs, waaronder de AVS. Het SCS verzamelt en ontwikkelt kennis, gebaseerd op praktijksituaties. Deze kennis wordt gebundeld en ontsloten voor scholen en gemeenten. Daarnaast begeleidt het SCS pilots, op grond waarvan standaarden voor contracten en aanbestedingsvormen worden ontwikkeld. Het centrum wil: 1) Onderwijshuisvesting bevorderen met een betere prijs-kwaliteitverhouding door de toepassing van innovatieve contractvormen; 2) Schoolbesturen en gemeenten stimuleren en in staat te stellen een transparante en zakelijke afweging te maken tussen innovatief en traditioneel aanbesteden; 3. Schoolbesturen en gemeenten in staat stellen innovatieve aanbestedingsvormen effectief te implementeren. _ Meer informatie: www.scsb.nl, via info@scsb.nl of tel. 070-3153355. Vanuit de AVS is adviseur Jan Schraven (j.schraven@avs.nl) betrokken bij het SCS. 6

illustratie _ jos collignon kader primair september 2008 7

thema _ wie is de schoolleider? de opleider over de leerling Over het thema Zo kort na de vakantie een keiharde confrontatie met uzelf Wie bent u? Wie is de schoolleider anno 2008? Er wordt steeds meer van u verwacht. En ook is de beroepsgroep steeds diverser geworden. Heeft een adjunct-directeur van een piepklein schooltje nog wel iets gemeen met een bovenschools directeur van een grote onderwijsorganisatie? En zo ja, wat dan? Gesprekken met drie schoolleideropleiders maken één ding duidelijk: het beroep schoolleider is niet eenvoudig. Het vraagt verschillende rollen van één persoon, zoals die van manager, accountant, psycholoog en lobbyist. Ook brengt het behoorlijk wat verantwoordelijkheden met zich mee: voor de school als geheel, het team, de schoolomgeving en voor degenen om wie het allemaal draait de leerlingen. Tekst Jaan van Aken In dit thema vertellen ervaren trainers van schoolleideropleidingen hoe zij de schoolleider van nu zien. Jos van der Lans (publicist en ex-eerste Kamerlid) laat zien waar de houding van de hedendaagse directeur ten opzichte van de professional op de werkvloer vandaan komt. Een tijdsbalk trekt u nog iets verder de geschiedenis in en tot slot spreken vier van uw collega s zich uit over het vak: hoe zijn ze erin gerold, wie inspireert hen en hoe zien zij de toekomst? lerende Een schoolleider is iemand met een stevige persoonlijkheid, die bereid is om te leren en op het eigen handelen te reflecteren. Iemand die houdt van kinderen en zorgt dat leerkrachten hen het beste kunnen geven, zo definieert Marion Damgrave de schoolleider. Ze is trainer, coach en adviseur bij Interstudie NDO, dat samenwerkt met de AVS. Damgrave maakt onderscheid in vier rollen: onderwijskundig leider, organisatieontwikkelaar, organisatiebeleidsmaker en -organisatiebeheerder/ondernemer. Onderwijskundig leiderschap is van die vier de belangrijkste, vindt Damgrave. Het onderwijs ontwikkelt zich snel. Er zijn sinds enige tijd bijvoorbeeld nieuwe inzichten over leren lezen. Het getuigt van professionaliteit om die inzichten vorm te geven in het onderwijs. Ze benadrukt het belang van personeel. Dat is het belangrijkste 2.335 Register Directeuren Onderwijs (RDO s) zijn in mei 2008 ingeschreven bij de Nederlandse Schoolleiders Academie (NSA), tegenover 2.200 in november 2006. Dat is een vijfde van alle directeuren en adjunctdirecteuren in het po. (bron: SBO, www.onderwijsarbeidsmarkt.nl) 8

Een goede schoolleider is een schoolleider Foto: Hans Roggen kapitaal van een school. Wie zet je waarom op welke groep, is een belangrijke afweging voor een schoolleider. De schoolleider als ondernemer kijkt naar de omgeving en de samenwerkingspartners. Die rol wordt steeds belangrijker, denkt Damgrave. Een ondernemende schoolleider durft zich te profileren en te vernieuwen. Een schoolleider in de Achterhoek liet een lezing houden door iemand die op expeditie was geweest naar de Noordpool. Hij gebruikte dat als metafoor voor een expeditie met leerateliers, waarbij leerlingen zich bijvoorbeeld verdiepen in archeologie. Dat vind ik ondernemend. Zo n schoolleider zorgt ervoor dat de school een vitale plek is. Aad Nieuwstraten was tot 1 september 2008 als docent en regiomanager werkzaam bij schoolleideropleiding Octaaf en omschrijft de schoolleider als teddybeer. Teamleden vragen om zekerheden in een sterk veranderende onderwijswereld. Dat is de knuffelbeerfunctie: de leider als hoeder en baken voor vragen en zorgen van mensen. Ook hij onderscheidt vier hoofdtaken. Ten eerste het ontwikkelen en uitdragen van de onderwijsvisie. Dat vraagt kennis, talent om trends te herkennen, bezieling, omgaan met complexiteit en vertrouwen in teamleden. Daarnaast moet de schoolleider structuren scheppen, heldere kaders waarbinnen wordt gewerkt. De managementkant van het leiderschap. Een schoolleider zoekt ook naar gemeenschappelijke waarden en draagt ze uit. Nieuwstraten: Wat bindt ons, wat vinden we waardevol? Een leider draagt die waarden uit, zodat teamleden ernaar handelen. Als vierde taak noemt Nieuwstraten teamleden mobiliseren en activeren om hun eigen visie te realiseren: Een leider geeft mensen de kans hun vleugels uit te slaan, zodat 27 procent van de directeuren was in 2006 vrouw. Dat komt neer op ruim 1.800 van de ongeveer 6.600 directeuren. In datzelfde jaar was 45,1 procent van de adjunct-directeuren vrouw. Dat komt neer op ongeveer 2.200 personen. (bron: SBO, jaarboek.onderwijsarbeidsmarkt.nl) 84 procent van de directeuren in het po was in 2006 ouder dan 45 jaar, 34 procent was 55 jaar of ouder. (bron: SBO, jaarboek.onderwijsarbeidsmarkt.nl) kader primair september 2008 9

s pa r e n vo o r e e n schoolleideropleiding De vijf erkende schoolleideropleidingen zijn zo n vijftien jaar geleden geïnitieerd door toenmalig staatssecretaris Wallage. 450 gesubsidieerde plaatsen per jaar gingen na een selectie procedure naar twee openbare opleidingen: het Centrum voor Nascholing Amsterdam en Interstudie-NDO met elk 75 oplei dings plaatsen, het katholieke Magistrum en het protestants-christelijke Octaaf met elk 150 plaatsen. Later kwamen daar in het noorden vijftig plekken per jaar bij voor de Hogeschool Drenthe. Alle vijf de opleidingen werken bij de opleiding Basis bekwaamheid aan de hand van acht in de wet BIO vastgelegde competenties. Globaal zijn er twee opleidingsmethoden: Of je biedt alle acht de competenties basaal aan, of je focust op een beperkt aantal modules zoals onderwijskundig en persoonlijk leiderschap en geeft financiën en strategisch beleid minder aandacht, omdat deze in een vervolgopleiding aan bod komen, vertelt Joris van Dijk, directeur van Magistrum en betrokken bij Samos, de samenwerkende opleidingen voor schoolleiders. De overheid besloot per september 2008 de subsidie niet langer aan de opleidingen, maar aan de basisscholen te geven. Van Dijk: Dat komt per school neer op ongeveer honderd euro per jaar. Vooral voor eenpitters betekent dit dat ze jaren moeten sparen voor een schoolleideropleiding. Daarbij worden de opleidingen duurder, omdat ze zonder subsidie kostendekkende prijzen moeten vragen en neemt de concurrentie toe. Dat is niet erg, tenzij het aanbieders zijn die managementopleidingen aanbieden onder een andere, wel bekostigde naam. Zij vragen 1.500 euro, wij 4.500 á 5.000 euro. In mijn ogen maken zij oneigenlijk gebruik van subsidiegelden, zegt Van Dijk. De Samos-opleidingen gaan de concurrentie aan door kwaliteit en maatwerk te bieden. Steeds meer grote besturen hebben specifieke wensen. Op financieel terrein verandert er veel, schoolleiders moeten hun kennis daarover op niveau houden. Ook is Samos in overleg met de Nederlandse Schoolleiders Academie (NSA) over de inrichting van de herregistratie. Wat kunnen we doen aan verdere professionalisering, nadat schoolleiders zijn opgeleid? Om de kwaliteit te handhaven en te verbeteren moet je niet alleen papieren evaluaties laten invullen. De Samos-opleidingen kunnen intervisie, leergroepen, coaching en collegiale visitatie bieden, aldus Van Dijk. ze voor de organisatie iets betekenen. Mensen zoeken in een school betekenis en identiteit en willen dat hun werk verschil uitmaakt. Hij omschrijft deze vierde taak als moreel leiderschap. Een manier van leidinggeven waarbij de schoolleider het verschil maakt voor de school, het team en de kinderen. Iemand die ziet wat mensen nodig hebben en heel goed kan communiceren. Iemand die oog heeft voor de verschillen tussen mensen en daar flexibel mee om weet te gaan: de sterke broeders in het team, die vooruit willen, bijstaan en de zwakkeren tegelijkertijd niet afschrikken. Ook moet een schoolleider oog hebben voor minder fraaie zaken: dubbele agenda s, wrok en leed dat mensen overkomt. Deze vorm van leiderschap vraagt om persoonlijkheidstrekken als eerlijkheid, integriteit, moed en vertrouwen. Johan Spitteler, coördinator van de ESAN schoolleideropleiding, ziet de schoolleider als iemand met een nadrukkelijke factor voor schoolontwikkeling, continuïteit in de school, verbinding tussen mensen en kwaliteit. Een directeur heeft volgens Spitteler grote invloed op het schoolklimaat en de gelegenheid van leerlingen om te leren. Die invloed vraagt een doelgerichte houding, zonder daarin al te dominant te zijn. Want hoe dominanter de directeur, des te groter de kans op volgelingengedrag in het team. Spitteler: Dat is wat je juist niet beoogt, je wilt dat de medewerkers het doen. Daarom moet je je bewust zijn van waar je met de organisatie naartoe wilt. Spitteler legt net als Damgrave de nadruk op lerende leerkrachten en schoolleiders. Een goede schoolleider is een lerende schoolleider, die kan onderzoeken en reflecteren. Een goede leerkracht is een reflecterende leerkracht, die stilstaat bij zijn vak. Die wanneer hij geconfronteerd wordt met lastige vragen, in staat is tot onderzoek en kan reageren op de omgeving. Dat vraagt om wat Spitteler verantwoordelijke vrijheid noemt. Vrijheid binnen de kaders die je afspreekt en bewaakt. In dat laatste zijn scholen niet erg goed. Als afgesproken is zes keer met een methode te oefenen, vinden mensen drie keer vaak ook wel genoeg. Als schoolleider moet je voortdurend de resultaten helder in beeld hebben. Het benodigde soort leiderschap verschilt per school, stelt Nieuwstraten van Octaaf. Soms heeft een school behoefte aan een schoolleider met een sterke nadruk op 155 Bazen van buiten waren op 1 november 2005 in dienst bij een po-instelling. Dit zijn personen die daarvoor werkzaam waren in het bedrijfsleven, in een andere onderwijssector dan het po of in de nonprofitsector. (bron: SBO, onderzoek Managers van buiten, augustus 2007) 10.383 Bestuursleden waren in 2007 werkzaam in het po. Dit tegenover 15.143 in 2003. Waren er in 2003 nog 2093 besturen in po en vo, in 2007 zijn het er bijna 400 minder. Nog altijd zijn de meeste besturen protestant (36,2 procent) en katholiek (16,7 procent). (bron: SBO, onderzoek Schoolbesturen en raden van toezicht, een afspiegeling van de samenleving, mei 2008) 58 procent van de personeelsleden in het po is tevreden over zijn of haar direct leidinggevende. Voor de marktsector is dat 48 procent. (bron: Nota WIO 2008) 10

thema _ wie thema thema is de schoolleider? _ duurzaamheid de onderwijskundige visie. Soms is een team de spirit een beetje kwijt en is vooral een sociale schoolleider gewenst, die nieuw elan brengt. Damgrave van Interstudie NDO maakt onderscheid tussen grofweg twee type schoolleiders. De eerste is jarenlang leerkracht geweest en ziet het als een logische stap om schoolleider te worden. De tweede groep zijn ondernemende mensen die op een school waar het al veertig jaar hetzelfde gaat iets nieuws willen, en vinden dat het leuker en spannender kan. Alledrie kennen ze voorbeelden van mensen bij wie de opleiding niet paste. Niet iedereen kan schoolleider worden, vinden de opleiders. In een groep van twintig zit er altijd wel één, zegt Nieuwstraten. Het lukt niet altijd iemand uit een vast denkpatroon te halen, waardoor hij of zij niet alle vaardigheden oppikt. Vaak hoor je dat het op school ook niet lekker loopt. Als aparte begeleiding niet helpt, adviseer je om geen schoolleider te zijn of te worden. Als dat advies niet wordt opgevolgd, serveert een team iemand vroeg of laat af. Leiderschap is voor een flink stuk te leren, maar je moet er wel feeling en aanleg voor hebben, vindt Spitteler van ESAN. Je moet lef hebben om te leiden, op een zeepkist durven te gaan staan, kleur te bekennen en jezelf durven zijn voor een grote groep mensen. Damgrave voegt toe: Je moet kunnen reflecteren. Op je eigen rol, het effect van je handelen en de school als geheel. Sommige mensen kunnen dat niet. Sommige mensen willen het hele pakket aan verantwoordelijkheden ook niet. Dat schoolleiders over het algemeen pas aan hun opleiding beginnen als ze al aangesteld zijn, vinden de opleiders niet onlogisch. Spitteler verklaart dat het deels historisch zo gegroeid is, doordat de subsidie voor de opleidingen nu eenmaal werd toegekend aan zittende schoolleiders. Bovendien vinden ervaren schoolleiders het vaak heel plezierig om vanuit nieuwe inzichten naar hun vak te kijken. Het is een soort groot onderhoud eigenlijk. Nieuwstraten: In het bedrijfsleven is het niet ongewoon dat je een training doet als je net een functie hebt. Damgrave werkt bij Interstudie NDO aan de hand van leervragen uit de praktijk. Pas als je al schoolleider bent, zie je wat er op je afkomt en kun je het geleerde direct in de praktijk toepassen. _ Groep schoolleiders na het voltooien van de schoolleidersopleiding bij Interstudie NDO. ze zien het belang voor de school als geheel Op Hogeschool Driestar in Gouda begint deze maand de vierde groep van 25 pabostudenten aan de minor Onderwijskundig Leiderschap. Driestar ontwikkelde in samenwerking met Octaaf de minor van een half jaar, die inmiddels ook op vijf andere pabo s draait. We bieden studenten een oriëntatie op leidinggeven. Aan het eind van de minor weten ze wat het schoolleiderschap inhoudt en of het hen wat lijkt, vertelt Annelies Kraaiveld, voormalig schoolleider en de docent die de minor geeft. Het zijn de hardwerkende studenten die kiezen voor de minor, vertelt ze. Het zijn studenten die voor hun mening uit durven komen, initiatief nemen en niet schrikken van extra werk. De deelnemende studenten zijn en blijven enthousiast over het schoolleiderschap. Velen lijkt leidinggeven interessant, maar ze vinden het ook moeilijk. De minordeelnemers kijken met een meer open blik de school in. Ze zien niet alleen wat voor hun klas interessant is, maar ook voor het belang van de school als geheel. Wat hebben studenten nog aan de minor als ze over tien of twintig jaar in een leidinggevende functie belanden? Kraaiveld merkt op dat een van haar oud-studenten direct als onderbouwcoördinator is aangesteld. We zijn bezig een netwerk op te zetten om oud-studenten regelmatig terug te laten komen. Ook willen we speciale studiedagen organiseren. 80 procent van de besturen in het po en vo denkt dat door meer autonomie de functie van schoolleider aantrekkelijker wordt. Daar tegenover staat dat een kwart van de besturen van mening is dat meer autonomie voor de school feitelijk betekent dat de autonomie van het schoolbestuur groter wordt. (bron: SCP, onderzoek De school bestuurd, juli 2008) 0,9 procent van po-directieleden in Nederland is in 2006 allochtoon. Amsterdam (8,1 procent), en in iets mindere mate Den Haag (4,5 procent), halen het gemiddelde omhoog. (bron: CBS) 300 Voltijdbanen bedroeg de onvervulde vraag naar managers in het po (directeuren en adjunctdirecteuren) volgens een schatting in 2007. Verwacht wordt dat dit aantal toeneemt. Bij hoogconjunctuur (ongunstig voor de onderwijsarbeidsmarkt) is voor 2015 een tekort van meer dan 600 voltijdbanen geraamd. (bron: De toekomstige arbeidsmarkt voor onderwijspersoneel 2007-2015, OCW, januari 2008) kader primair september 2008 11

thema _ wie is de schoolleider? de manager als passiemaker Als het aan Jos van der Lans ligt gooit de manager van nu z n kont tegen de krib en zorgt hij of zij ervoor dat leerkrachten ruimte behouden om hun werk te doen. Bureaucratie en regeldrang mogen het klaslokaal niet in. Want in tegenstelling tot andere publieke sectoren, is het in het primair onderwijs, denkt Van der Lans, nog niet zo slecht gesteld met de professional. Tekst Joëlle Poortvliet Leidinggevenden worstelen met het Journalist, publicist en ex-eerste Kamerlid voor Groen- Links Jos van der Lans bracht in maart 2008 het boekje Ontregelen uit, over de uitvoerende professional in de publieke sector. Van der Lans schrijft, denkt en praat al een kwart eeuw over de Nederlandse publieke sector. Over welzijnswerkers, politieagenten, jeugdzorgers, thuiswerkers en leerkrachten. Kortom: alle professionals die de samenleving als werkvloer hebben. Alleen ziet hij ze daar steeds minder. Bureaucratische regels, angstige protocollen en registrerende computerschermen zijn er volgens hem steeds beter in geslaagd de professional van zijn werk te houden. Ontregelen is herkenbaar voor de schoolleider die zijn of haar loopbaan vrijwel zonder uitzondering als leerkracht (lees uitvoerende professional ) begon. En ook handig, omdat Van der Lans theorie handvaten biedt om als leidinggevende de uitvoerende professional te ondersteunen. ( ) Waren ze in de jaren zestig en zeventig hun vanzelfsprekende machtsoverwicht op burgers kwijtgeraakt, in de jaren tachtig en negentig werd hun professionele autonomie steeds verder ingekaderd door een oprukkende managementgeest, die mensenwerk als een product betitelde, zich voor de opdracht gesteld zag om met minder geld betere waar te verkopen en dat met kracht wilde bewijzen. ( ) (pag. 17 Ontregelen) Ik heb me bewust niet op één sector gericht. Het gaat om bewegingen die door al die publieke instellingen heen trekken. De verantwoordingsgekte is voor politieagenten misschien wel hetzelfde als voor onderwijzers. Het is goed te weten dat we de hele publieke sector op deze manier aan het bestoken zijn. En dat die professionals dus in het zelfde schuitje zitten. Toch valt het op basisscholen wel mee, denkt u? Ik heb het idee behalve als leesvader en met mijn eigen kinderen, heb ik weinig ervaring dat in het primair onderwijs het management heel dicht bij de leerkracht staat. Het is één team. Basisscholen zijn niet zoals bijvoorbeeld hogescholen gigantisch grote organisaties. Het zijn nog redelijk overzichtelijke instellingen. Je mag dus hopen dat de mensen die voor de klas staan hun werk kunnen doen. In andere sectoren zie je dat het verder uit elkaar is gelopen. Dat het management een eigen organisatorische realiteit is geworden en steeds meer een bepalende kracht in de organisatie. Dat steeds minder de stem van de professional doorklinkt. Als de werkvloer en de manager uit 12

bureaucratisch systeem Thuis bij Jos van der Lans. Foto s: Hans Roggen elkaar gaan en dat gebeurt al wanneer er extra beloond wordt, wanneer er bovenschoolsen komen of wanneer meerdere scholen worden samengevoegd ontstaat het risico dat het evenwicht zoek raakt. Elke werknemer in de publieke sector heeft te maken met het organisatorische belang want natuurlijk moeten de financiën op orde zijn en moet een organisatie zich verantwoorden tegenover geldschieters maar die twee vloeren, van management en professionals, moeten niet los van elkaar gaan zingen. Leidinggevenden worstelen ook met het bureaucratisch systeem, met de verplichtingen. Ze willen het wel anders, maar hoe ontsnappen ze aan die rechtmatigheideisen? Bureaucratie is niet iets wat je kunt afschaffen. Dat hebben ze in Den Haag allang geprobeerd, met projecten als Vermindering administratieve lasten en Andere overheid. Ondanks de goede intenties, werkt het niet. Er is namelijk ook druk op het systeem vanuit andere kanten dan de overheid. Vanuit ouders bijvoorbeeld. Zij willen weten dat de veiligheid op school goed geregeld is, of hoe ze moeten klagen wanneer iets mis gaat. Zo ontstaat een veiligheidsprotocol en een klachtenreglement. Afzonderlijk hele goede punten, maar in de optelsom zorgt het ervoor dat een organisatie niet meer primair met haar professie bezig is. We willen eigenlijk alles voortdurend weten. En dat is echt lastig, want als je die regeldruk wilt verminderen, wat haal je er dan uit? Niet meer aan veiligheid doen, dat kan natuurlijk niet. ( ) De weerstand om aanwezig te zijn, om op te voorgrond te treden en initiatieven te nemen die ingrijpen in het dagelijks bestaan van mensen steekt veel dieper. Het zit tussen de oren van de professional, en is neergeslagen in leerboeken, in institutionele vanzelfsprekendheden als subsidieregels, registratiegewoonten, de agendavorming van teambesprekingen en noem maar op. Bij elkaar vormt dat een fijnmazig georganiseerde professioneelinstitutionele mentaliteit die zich niet zomaar opzij laat zetten. ( ) (pag. 21 Ontregelen) U legt in uw boek haarfijn uit hoe de huidige professional zijn passie en lef deels is kwijtgeraakt, dat die hem is ontnomen door het systeem. Hoe ziet u verbetering? Managers zoals schoolleiders moeten passie organiseren, zij moeten hun kont tegen de krib gooien. De professional heeft belangen bij het systeem en is druk met cliënten of leerlingen. Je kunt niet verwachten dat hij een halve revolutie in gang zet. kader primair september 2008 13

14 advertentie

thema _ wie thema thema is de schoolleider? _ duurzaamheid Dus de professional zelf voelt zichzelf prettig bij al die regels? Op een bepaalde manier wel. Niemand wil terug naar het model van Theo Thijssen: de opvatting dat je er altijd voor gaat. s Avonds even naar die ouders om te vragen waarom zoonlief niet op school kwam, dat zie ik niet meer gebeuren. Van absentie wordt tegenwoordig een melding gemaakt, die gaat via de directie naar de leerplichtambtenaar. Want wie werken in de onderwijssector? Dat zijn voornamelijk vrouwen. Zij werken 24 uur of 28 uur en maken een belangrijke scheiding tussen werk en privé. Hun baan moet goed worden georganiseerd, voor de overdracht onder andere. En daarmee heb je een ander soort professional dan in de tijd van Thijssen. Als deel van de oplossing voor problemen in de publieke sector definieert u zogenaamde K-Doeps? De Kleinst Denkbare Organisatorische Eenheid van de Publieke Sector (K-DOEPS) is ontstaan als een referentiekader: waar gaat het nu om in de publieke sector? Vaak om een professional die een vak heeft geleerd en om dat vak uit te oefenen een menselijke relatie onderhoudt met een leerling, een klant of iemand die een hulpvraag of uitkering heeft. In heel veel van die instellingen is die kleine, menselijke relatie wat weggemoffeld en hebben we gezegd: het is bijvoorbeeld een product, of we gaan dingen tellen. We gaan jouw handelingen tellen en kijken of die wel goed georganiseerd zijn. Natuurlijk mag een organisatie veranderen en soms moet dat ook, maar je moet wel steeds de gedachte hebben dat de werknemer in z n professionele relaties wordt versterkt. Van een basisschool kan ik me voorstellen dat een directeur zegt: we moeten iets veranderen, omdat we bijvoorbeeld allochtone talenten verspillen. Wanneer daar vervolgens in wordt geïnvesteerd, door extra aandacht en begeleiding, redeneer je vanuit zo n professionele relatie. Dat is anders dan wanneer je zegt (zoals in de thuiszorg): dit zijn de handelingen en daar staat zoveel tijd voor. Misschien kan iemand in diezelfde tijd twee handelingen verrichten? Of kan één persoon deze week overal de steunkousen aantrekken? Dan hebben we dat maar gehad. Je ziet vanzelf het plaatje dat daarbij hoort: het kopje theedrinken, om even aandacht te schenken aan een verdrietige vrouw, vindt dan niet meer plaats. ( ) Een fusie die geen effect heeft op de werkvloer, slaat natuurlijk nergens op. Het moet juist wel effect hebben op de werkvloer. Alleen als de gerustgestelde professionals daar achter komen is het te laat. Fusies in de publieke sector mislukken alleen zo weten we na twintig jaar schaalvergroten als de nieuwe bazen onderling ruzie krijgen, niet als de professionals hun werk niet goed meer kunnen doen. ( ) (pag. 67 Ontregelen) Schaalvergroting kan toch ook helpen, door bijvoorbeeld kosten te delen en meer expertise in huis te hebben? In mijn optiek is het altijd een kwestie van evenwicht. Je hebt een bureaucratische noodzakelijkheid en een professioneel belang: het belang van de mensen die het werk in die frontlijnen van de samenleving doen. Mijn hele boek is gebaseerd op de gedachte dat die bureaucratische orde als het ware over die professionele orde is komen te vallen en daar druk op uit oefent. Ik wil dat mensen tegendruk gaan geven, zodat je veel meer een evenwicht krijgt. Daar heb ik tien ontregelprincipes voor bedacht, zoals hanteer een professionaltoets bij reorganisaties, fusies en aanbestedingen. Als er een fusie op stapel staat, hoop ik dat de professional straks zegt: meneer de directeur of bovenschools directeur of bestuurder, leg mij nu eens uit hoe ík hoe die K-DOEPS beter word(t) van deze fusie? Op deze manier kan er veld worden gewonnen. Ik geloof dat je de bureaucratie kan terugdringen vanuit de werkvloer, niet zozeer door het veranderen van een wet. _ m e e r l e z e n? Van Ontregelen zijn inmiddels vijf drukken verschenen. Het boek kost e 14,95 (ISBN: 9789045701394). Kijk voor meer informatie op www.josvdlans.nl advertentie kader primair september 2008 15

thema _ wie is de schoolleider? Vijftig jaar schoolleiders tekst jos kooij Van hoofd der school tot directeur tekst ton duif Bron: blikopdewereld.nl De Tweede Kamer neemt de Lager-onderwijs Wet aan. De toen vastgestelde scheiding tussen bijzonder en openbaar onderwijs vormt nog steeds de basis van het Nederlandse primair onderwijs. In de wet werd gesproken van de Hoofdonderwijzer, die leiding geeft aan de school. Het vak van schoolleider is de laatste decennia behoorlijk veranderd. Na de Tweede Wereldoorlog ging alle aandacht uit naar de wederopbouw: het aantal kinderen steeg in de jaren vijftig explosief. Scholen werden in rap tempo bijgebouwd, maar de klassen waren onverantwoord groot. Groepen van vijftig of meer leerlingen waren geen uitzondering. De overheid bemoeide zich niet erg met het onderwijs, dat vooral in de handen lag van het maatschappelijk middenveld. De greep van de verschillende kerken en de grote sociale controle over de toen nog zo kleine wereld, beheerste ook het onderwijs. Het hoofd der school maakte in de meeste gevallen deel uit van de notabelen en had een natuurlijk gezag. In het zuiden en oosten van Nederland waren het vooral de fraters, broeders en nonnen die in de jaren vijftig en zestig het onderwijs verzorgden. De kwaliteit van het onderwijs werd gemeten door de toelatingsexamens die kinderen moesten doen om in een vorm van voortgezet onderwijs terecht te komen. Het hoofd der school had klas 6, vaak 6a, waar de beste leerlingen in terecht kwamen. Zijn taken en bevoegdheden waren klein: administratieve handelingen, hiërarchische leiding aan het personeel en vertegenwoordiging naar de sociale omgeving. Vrouwen waren niet vaak vertegenwoordigd, of het moesten nonnen zijn van de meisjesscholen, waar overigens ook mannen lesgaven. > 1920 1958 In het openbaar en protestants onderwijs gingen jongens en meisjes al samen naar school. Het katholiek onderwijs volgde omstreeks 1958. Co-educatie was het sleutelwoord: scholen werden gemengde scholen. Leidinggevende taken werden voornamelijk na schooltijd uitgevoerd. Een kleuterschool van twee klassen had ook een hoofd: de hoofdleidster. Bron: gemeentearchief Rotterdam 16

De eerste Jenaplanschool werd opgericht volgens de didactiek van Peter Petersen. Daarmee was het doorbreken van de klassikale setting een feit. De in rijen opgestelde zitbankjes werden vervangen door tafeltjes die ook in groepen konden worden opgesteld. De hoofdonderwijzer werkte mee aan dit soort vernieuwingen. Zijn opleiding was die van de Kweekschool met Hoofdakte (71 A en B, 41 A en B). Omdat de kweekscholen in de jaren zestig vrijer werden, dachten leerkrachten en daarmee toekomstige bovenmeesters meer na over hoe zij het onderwijs konden verbeteren. Op grote scholen werd tijd en ruimte vrijgemaakt voor de hoofdonderwijzer om zijn specifieke taken uit te voeren, maar hij bleef toch ook voor de klas staan. De Hos maakt leraren vogelvrij, kopte het week blad van het Nederlands Genootschap van Leraren (NLG) in die dagen en noemde de Hos-nota een nota tégen leraren. De nota bevatte bezuinigingsmaatregelen, zoals groepsgrootteverhoging in het basisonderwijs en salariskorting voor nieuwe leerkrachten en nieuwe directeuren. Zevenduizend ontslagenen volgden. Er ontstond onrust onder het personeel en onder de hoofden der scholen die al bezig waren met voorbereidingen op de nieuwe Wet op het basisonderwijs (WBO, zie 1985). Met het oog op de WBO moest bepaald worden wie de nieuwe directeur van de samengevoegde basisschool zou worden, waarbij de hoofdleidster meestal het onderspit delfde. Veel hoofden van scholen gingen in deze tijd met de DOP, met vervroegd pensioen, of werden in afwachting van hun pensioen weer leerkracht. 1963 1968 1970 1984 1985 > De in 1968 aangenomen Mammoetwet is gericht op het voortgezet onderwijs, maar een groot gevolg voor het po was dat het hoofd van de school, vaak ook de leerkracht van klas 6, een extra taak kreeg om leerlingen voor te bereiden op het voortgezet onderwijs. Hij legde onder andere de systematiek uit (lbo, Tot 1970 was de pedagogische mavo, havo, vwo) en moest vragen opleiding verdeeld in de Akte kunnen beantwoorden van middelbare scholen over het niveau van de Leerkrachten en toekomstige leerkracht en de Hoofdakte. basisschoolleerlingen. schoolleiders kregen daarna een ongedeelde opleiding. Niet meer op de kweekschool, maar op de Pedagogische Academie (PA). De hoofdakte bestond niet meer. Onderwijsvernieuwingen, zoals bijvoorbeeld het vak wereldoriëntatie, zetten door. De Wet op het basisonderwijs (WBO) hief in 1985 het onderscheid tussen het kleuteronderwijs en het lager onderwijs (klassen werden groepen) op en stelde de kerndoelen vast. De term directeur van een basisschool werd een feit, en veel hoofden van kleuterscholen werden adjunctdirecteur. Er ontstond meer ruimte en tijd voor het leidinggeven; ook de kleine scholen kregen taakrealisatie. De opleiding werd de Pedagogische Academie Basisonderwijs (pabo). kader primair september 2008 17

Circulaires Eind jaren zestig, toen de grote sociale omwentelingen begonnen, kreeg de overheid steeds meer grip op het onderwijs. Het was de tijd van de circulaires. Eerst nog als afzonderlijk verstuurde voorschriften, later werden ze gebundeld in de beruchte Gele katernen. Het was ook de tijd van de ochtend- en middagpost. Een veel gehoorde klacht was dat de middagpost de ochtendpost herriep. Zoetermeer, waar toen het ministerie van Onderwijs was gevestigd, bestuurde vanaf halverwege jaren zeventig tot begin jaren negentig op hoofdlijnen het Nederlands onderwijs. Het hoofd der school gaf leiding aan het door het ministerie gedicteerde beleid. > De Inspecteur had nog een belangrijke rol. Hij besloot of methodieken mochten worden vervangen, bepaalde of het gebouw mocht worden aangepast en bemoeide zich in hoge mate met het onderwijs, waarbij het geven van aanwijzigen, adviezen en controle voortdurend door elkaar heen liepen. De schoolleider hield zich vooral bezig met het team, de goede gang van zaken en het curriculum. Prachtige schoolplannen werden elk jaar geschreven, vaak zonder directe relatie met de werkelijkheid. Maar ja, de Inspecteur stond erop. Decentralisering Halverwege de jaren tachtig kwam de overheid tot de conclusie dat de centrale aansturing van de sectoren onderwijs en gezondheidzorg haar grenzen had bereikt. Decentralisering en deregulering werden de modewoorden. Dat ging langzaam. De schoolleider merkte voor het eerst grote verandering toen het Formatie Budget Systeem (1992) werd ingevoerd. Daarmee wijzigde ook zijn positie. Stap voor stap werden taken en rollen overgedragen van het centrale niveau naar de schoolbesturen en van hen naar de directeuren, zoals schoolleiders bij de samenvoeging van kleuterschool en lagere school in 1985 gingen heten. Halverwege de jaren negentig werd de AVS opgericht, als antwoord op de toenemende werkdruk die niet werd vertaald in salaris, tijd en middelen. Kwaliteit en professionalisering werden de nieuwe toverwoorden. Schaalvergroting moest de kosten drukken. Het project Toerusting en bereikbaarheid (1992-1995) sloot meer dan duizend scholen. Bestuurlijke samenwerking en besturenfusies waren aan de orde van de dag, een proces dat nog steeds voort duurt. Voor de schooldirecteur heeft dit grote gevolgen gehad. Het bovenschools management dreigt deze groep schoolleiders nu in de rol van alleen onderwijskundig leider te drukken. Een riskante ontwikkeling, omdat daarmee het ondernemerschap als basis bij de directeur wordt weggehaald. De grote po-besturen zouden bovendien moeten leren van de lessen uit de jaren zeventig en tachtig. Anders ontstaan er nieuwe Zoetermeren, met alle ongewenste gevolgen van dien. _ Breng de voorzieningen naar het kind in plaats van het kind naar de voorzieningen, luidde het motto van de toenmalige staatssecretaris van Onderwijs Jacques Wallage. De meeste basisscholen begonnen een vernieuwingsproces in de richting van zorgverbreding (WSNS), omdat de kosten voor speciaal onderwijs de pan uit rezen. Daardoor ontstonden nieuwe taken in de basisschool, zoals die van interne begeleiders (ib ers). De directeur moest dit proces begeleiden en besteedde zorgtaken op school uit aan de ib er. Een aantal leerlingen met zorg gingen niet meer naar de Lomschool of MLK-school, maar bleven op de basisschool. Begin jaren negentig ontstond ook het speciaal basisonderwijs (sbo). 1991 1992 1995 Start van schoolleideropleidingen, vooral voor zittende directeuren die hun kennis en vaardigheden willen vergroten. Oprichting van de AVS als vakbond voor schoolleiders in het po, met de eerste uitgaven van Kader Primair. In 1996 vindt het eerste AVS-congres plaats, Management voor zorg, zorg voor management. Kader Primair nr. 1, 1995 18