Woonsituatie en leefomgeving van 75-plussers in Zuidoost Drenthe

Vergelijkbare documenten
Netwerk Ouderenzorg Regio Noord

Zet een kruis in het hokje van uw keuze of maak het hokje zwart

SamenOud MOgroep 14 oktober 2014

VRAGENLIJST. Zorgvrager, vervolgmeting

INTERMED Self-Assessment Het scoren van BioPsychoSociale Gezondheidszorg behoeften vanuit perspectief van de oudere Maart 2011

VOORLEGGER (graag verwijderen wanneer u de vragenlijst aan de zorgvrager voorlegt of opstuurt)

Ronde 2: sessie 1 Verbinding tussen eerstelijnszorg en sociaal werk: winst voor ouderen

VRAGENLIJST. Zorgvrager

SamenOud in Oost-Groningen

SamenOud in Oost-Groningen Spoorenberg, Sophie; Uittenbroek, Ronald; Wynia, Klaske; Kremer, Hubertus; Reijneveld, Sijmen

Ronde 2: sessie 1 Verbinding tussen eerstelijnszorg en sociaal werk: winst voor ouderen

SamenOud is ontwikkeld in opdracht van het Nationaal Programma Ouderenzorg. SamenOud Verbinden van wonen, welzijn & zorg. Informatiebrochure

VRAAGVERHELDERING EasyCare WELZIJN. Naam wijkbewoner / cliënt: Geboortedatum: Geboortedata gezinsleden: Datum/data vraagverheldering

Anders denken en anders doen: welbevinden van ouderen centraal

Welzijnsbezoek. Voorbeelden van aanpassingen aan het huis die nodig zijn:

Veel woningen van chronisch zieken nog niet toekomstbestendig

Integraal Ouderenproject Noord- en Oost-Groningen

Hospital ABCD studie Pinnummer: P 2. 2 maanden na ontslag (telefonisch)

Programma Geïntegreerde Ouderenzorg (PGO)

Hospital ABCD studie Pinnummer: P 3. 3 maanden na ontslag (telefonisch)

Beter in beeld. Vragen over de thuissituatie. Afdeling Geriatrie

Kwetsbaarheid bij ouderen: een uitdaging Risicofactoren, meetinstrumenten en samenhangende zorg

Anderhalvelijns zorg Het belang van segmentatie. 22 mei Prof. dr. Joris Slaets University Medical Center Groningen

Samenhang in zorg en ondersteuning voor (kwetsbare) ouderen

TOESTEMMINGSFORMULIER

Naam vrijwillige huisbezoeker Naam respondent. Postcode huisbezoek. 1. Wat is uw geboortedatum? (Vul in a.u.b.) 2. Geslacht? (Vul in a.u.b.

Surinaams-Javaanse ouderen in Hoogezand-Sappemeer

VRAAGVERHELDERING WELZIJN NIJMEGEN. Naam cliënt: Geboortedatum cliënt: Datum vraagverheldering. Andere aanwezige(n): Nee. Relatie tot cliënt:

Short Form Project - ziekenhuis ID: Volgnummer: VRAGENLIJST. Zorgvrager

Short Form Project - ziekenhuis ID: Volgnummer: VRAGENLIJST. Zorgvrager

Mensen met een chronische ziekte of beperking hebben voor hun ondersteuning bijna altijd te maken met meerdere wettelijke regelingen

5 Ouderen in de regio Gelre-IJssel

Uitwerking enquête Woonbehoefte Wessem 2014.

SamenOud in Zuidoost-Drenthe. Uitkomsten van SamenOud voor ouderen, kwaliteit van zorg, zorggebruik en kosten na 12 en 24 maanden

Cliëntervaringen Wmo s-hertogengbosch. Nulmeting 2016

box-tial Stuk ter kennisname Onderwerp Voorstel Samenvatting Vervolg Bijlagen meewerkend

Zelfstandig, Zelfredzaam, Zorgzaam Eén loket voor ondersteuning en voorzieningen

Het sociaal netwerk en het gebruik van zorg door ouderen (55+) in Limburg

Woonwensenonderzoek t.b.v. Ziekenhuislocatie BK-Laan Schiedam

VRAGENLIJST. Zorgvrager, baseline

Rapportage Huisbezoek Allochtone Ouderen

Ouderenprofielen en het ontwikkelen van vraaggestuurde zorg- en servicepakketten

Verhuisplannen en woonvoorkeuren

TOPICS Short Form Follow-up - versie juni Project - ziekenhuis ID: Volgnummer: Naam zorgverlener: VRAGENLIJST.

1 Startersonderzoek Doesburg

Resultaten KLANTPEILING LANGER ZELFSTANDIG WONEN

Heeft u één of meerdere langdurige of chronische ziektes (bijvoorbeeld suikerziekte, hoge bloeddruk, reuma, longziekte of kanker)?

Zelfredzaamheidsmeter Uniek cliëntnummer

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Amerikaanse eik, Assen. Foto: Wim Brinkerink 55

Cliëntervaringen Wmo Gemeente Boxtel

Inhoudsopgave Inleiding Leeswijzer 1. Wet maatschappelijke ondersteuning 2. Het gesprek voorbereiden 3. Tot slot

Deel A: Filtervragen. Hoe oud bent u? jaar. als u 65 jaar of ouder bent, kunt u verder met vraag 2

Wonen Aar en Amstel. Inhoudsopgave. 1 Algemeen...1

Project - ziekenhuis ID: Volgnummer: Naam zorgverlener: Soort polikliniek: geheugenpolikliniek anders

Cliënttevredenheidsonderzoek Wmo

Wijkraadpleging 2017 Woonwensen voor nu en de toekomst

Informatie screeningsinstrument Behoefte als kompas de oudere aan het roer

VRAGENLIJST. Mantelzorger, baseline en vervolgmeting

Panel Fryslân over ouder worden in Fryslân

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN

Pakket 7 Beschermd wonen met zeer intensieve zorg, vanwege specifieke aandoeningen, met de nadruk op begeleiding

Programma Geïntegreerde Ouderenzorg (PGO)

Hoe beoordeelt u uw woongenot (het gaat hier om uw algehele woonsituatie), in een

COSBO WONEN WELZIJN & ZORG. Enquête door COSBO en betrokken organisaties in Soest SOESTERS WILLEN SAMEN OUDER WORDEN, MAAR.IN SOEST NATUURLIJK.

Conclusies Facit CQ- index kwaliteit verpleging, verzorging en thuiszorg bij Stichting Sint Anna door vertegenwoordigers bewoners (Beschermd Wonen)

Hospital-ADL studie Pinnummer: P 1. 1 maand na ontslag (Huisbezoek) Extra benodigdheden: - Horloge - Pen - Leeg A4 vel - MMSE formulier

Resultaten van een enquête onder de bewoners van Austerlitz - eind 2012

Verpleegkundigen positief over bevorderen van zelfmanagement

Vragenlijst. Ervaren regie in de zorg

PEILING 65-PLUSSERS. Gemeente Enkhuizen januari

VRAGENLIJST. Mantelzorger, baseline en vervolgmeting

CIJFERS WOON EN LEEFOMGEVING NAAR ACHTERGRONDKENMERKEN 19 JAAR EN OUDER

Woonwensen van 55-plussers in Pijnacker-Nootdorp; een samenvatting

Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen

VRAGENLIJST. Mantelzorger

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Hospital ABCD studie Pinnummer: H 3. Ontslag. Extra benodigdheden: - Horloge - Pen - Leeg A4 vel - MMSE formulier

30 juli 2018 Auteur: Lisette van Vliet. Onderzoek: We worden 100 jaar

Klanttevredenheid WMO vervoer Haren 2013

Preventief huisbezoek 75+

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015

Ouder worden in Maassluis

Onderzoek wonen: Best. Rapport

Welzijnsbezoek Inhoud. 1 Conclusies

Alvast hartelijk dank voor het meedoen! Klik op 'volgende' om naar de eerste vraag te gaan.

Groningers positief over sociale contacten in de woonbuurt

Rapportage huisbezoek 75+ Wilderinkshoek en Berflo Es

AANVRAAGFORMULIER voorzieningen maatschappelijke ondersteuning

AFKORTINGEN IN TABELLEN

Meedoen in Den Haag. Informatie over de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

Onderzoek Inkomensafhankelijke huurverhoging

Rapport Cliëntervaringsonderzoek. Hof en Hiem Totaal + spiegelinformatie. Bewoners intramuraal Verslagjaar 2014

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Overige

Kwetsbaar alleen. De toename van het aantal kwetsbare alleenwonende ouderen tot 2030

UW IMAGO ONDER UW HUURDERS? Resultaten imago-onderzoek Woongoed GO

Cliëntenonderzoek Huntington. Vragenlijst

Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe

Cliëntondersteuning. Tips voor het keukentafelgesprek. Hoe kan ik mij voorbereiden op het gesprek met de Wmo-consulent van de gemeente?

Transcriptie:

Woonsituatie en leefomgeving van 75-plussers in Zuidoost Drenthe

Woonsituatie en leefomgeving van 75-plussers in Zuidoost Drenthe

Woonsituatie en leefomgeving van 75-plussers in Zuidoost Drenthe UMCG Dr. M. Jager S.L.W. Spoorenberg MSc Dr. K. Wynia ISBN: 978-90-367-9694-1 www.samenoud.nl info@samenoud.nl SamenOud, 2017 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het SamenOud-team te Groningen.

VOORWOORD Voor u ligt het rapport met de uitkomsten van de woonenquête onder deelnemers aan SamenOud in de gemeente Emmen in de periode tussen september 2015 en maart 2016. De enquête was onderdeel van de jaarlijkse vragenlijst die ouderen ontvangen wanneer zij deelnemen aan SamenOud, het nieuwe zorgmodel voor thuiswonende ouderen van 75 jaar en ouder. Het initiatief tot de woonenquête heeft een geschiedenis die begon met de Denktank Veensprong, een initiatief van Rolf Koops (de toenmalige manager van Bouwend Nederland-Noord) waarin bestuurders van bouwbedrijven en woningcorporaties in Noord-Nederland vanuit het perspectief van wonen nadachten over langer zelfstandig en duurzaam wonen in de veenkoloniën. In het voorjaar van 2015 zocht de denktank contact met SamenOud. Uit de samenwerking die daaruit voortkwam ontstond het idee voor de woonenquête. Het doel van de woonenquête was inzicht te krijgen in de woonsituatie en leefomgeving van ouderen zodat bouwers en woningcorporaties daarop zouden kunnen anticiperen in hun beleid en wellicht werkwijzen. Er werd een werkgroepje samengesteld met vertegenwoordigers van Bouwend Nederland en de onderzoekers van SamenOud dat de woonenquête samenstelde. Tijdens de gegevensverzameling aanvaarde Rolf Koops een nieuwe functie wat ook het einde betekende voor de denktank Veensprong. Een aantal pogingen om de goede bedoelingen een nieuw leven in te blazen, bijvoorbeeld door een koppeling met het projectplan voor de Wijk van de Toekomst in Gieten, kwamen niet goed van de grond. Uiteindelijk hebben we als onderzoekers van SamenOud besloten de resultaten van de woonenquête vast te leggen in dit rapport en over te dragen aan de stuurgroep SamenOud in Zuidoost Drenthe en woningcorporatie Domesta in Emmen. De resultaten van het onderzoek hebben inzicht gegeven in de woonsituatie en leefomgeving van de deelnemers aan SamenOud in combinatie met hun gezondheid en zelfredzaamheid. Daarmee bieden de resultaten handvatten om vroegtijdig expliciet aandacht te besteden aan de woning en woonomgeving van ouderen zodat zij zo lang als mogelijk en wenselijk is thuis kunnen blijven wonen. Klaske Wynia, onderzoeker integrale zorg Universitair Medisch Centrum Groningen Maart 2017

INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING 1 2 HET ONDERZOEK 2 0 2.1 Doel en onderzoeksvragen 2 0 2.2 Deelnemers 2 0 2.3 De woonenquête 3 0 2.4 Analyses 4 3 RESULTATEN GEZONDHEID EN ZELFREDZAAMHEID 5 0 3.1 Deelnemende ouderen 5 0 3.2 Lichamelijke klachten en beperkingen 6 0 3.3 Sociale contacten 7 0 3.4 Hulp bij dagelijkse activiteiten 9 4 RESULTATEN WOONSITUATIE EN LEEFOMGEVING 11 0 4.1 Woonkenmerken 11 0 4.2 Tevredenheid 12 0 4.3 Mogelijke verbeteringen 13 0 4.4 Noodzaak van veranderingen in woonsituatie 14 0 4.5 Veiligheid van de buurt 15 0 4.6 Aanpassingen in huis en hulpmiddelen 15 5 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN 18 0 REFERENTIES 20 0 APPENDIX A 21

1 INLEIDING Het aantal 75-plussers in Nederland is de afgelopen decennia sterk gestegen, onder andere door een stijgende levensverwachting. De gezonde levensverwachting blijft hierbij echter achter. 1 In samenhang daarmee heeft meer dan de helft van de 75-plussers één of meer langdurige aandoeningen en meer dan een derde is beperkt in het bewegen, of heeft minstens één beperking in activiteiten van het dagelijks leven. 2,3 Toch zullen en willen in de toekomst de meeste mensen, ook ouderen met een intensievere zorgvraag, zelfstandig thuis blijven wonen. Het scheiden van wonen en zorg en de beperking van toegang tot intramurale zorg zijn hier oorzaken van. Het is van belang het huidige woningaanbod aan te passen aan de behoeften van deze groeiende groep thuiswonende ouderen, zodat zij zo lang als mogelijk en wenselijk is thuis kunnen blijven wonen. Veel woningaanpassingen stimuleren het comfort van ouderen, maar het effect betaalt zich pas later uit, bijvoorbeeld door het kleinere risico op brand, de beperking van valongelukken en wanneer een bewoner zich beter zelfstandig kan redden, ondanks toenemende lichamelijke beperkingen. Dit vergt een investering van woningcorporaties en andere belanghebbenden (o.a. gemeenten, zorgverzekeraars en ouderen zelf). Om tot succesvol beleid te komen is het van belang te weten hoe de doelgroep ervoor staat. Hoe wonen 75-plussers en kunnen zij zich nog goed redden thuis? Zijn ze tevreden over hun woonsituatie en leefomgeving? In dit rapport worden de resultaten gepresenteerd van de woonenquête die is ingevuld door ruim duizend 75-plussers die meedoen aan SamenOud (www.samenoud.nl). SamenOud is een nieuw zorgmodel waarin de zorg en begeleiding voor 75- plussers anders georganiseerd wordt. Het doel van SamenOud is dat ouderen zo lang als mogelijk en wenselijk is thuis kunnen blijven wonen en op een prettige manier oud kunnen worden. Dit wordt gerealiseerd door integrale en persoonsgerichte zorg en begeleiding te bieden met daarbij aandacht voor alle levensgebieden, zoals wonen, welzijn en zorg. In dit rapport wordt een beeld geschetst van de huidige woon- en leefsituatie van thuiswonende ouderen van 75 jaar en ouder woonachtig in Zuidoost Drenthe. Aan de orde komen de onderzoeksvragen en de wijze waarop het onderzoek is uitgevoerd (Hoofdstuk 2), de resultaten van het onderzoek naar de gezondheid en zelfredzaamheid van de ouderen die deelnamen (Hoofdstuk 3), de uitkomsten voor hun woonsituatie en leefomgeving (Hoofdstuk 4) en, tot slot, de conclusies van dit onderzoek en de aanbevelingen die daaruit voortvloeien (Hoofdstuk 5). 1

2 HET ONDERZOEK In dit hoofdstuk wordt eerst het doel van het onderzoek en de daaruit voortkomende onderzoeksvragen beschreven. Daarna volgt een beschrijving van de deelnemers aan het onderzoek en vervolgens de methoden van onderzoek met een beschrijving van de meetinstrumenten en analysemethoden. 2.1 Doel en onderzoeksvragen Het doel van het onderzoek is inzicht te verkrijgen in de woon- en leefsituatie van thuiswonende ouderen (75+) en in de verschillen tussen specifieke groepen wat betreft de woon- en leefsituatie. Om dit doel te bereiken zijn de volgende onderzoeksvragen geformuleerd: 1. Hoe gezond en zelfredzaam zijn thuiswonende ouderen? 2. Hoe ziet de woonsituatie en leefomgeving van thuiswonende ouderen eruit? 3. Wat vinden ouderen zelf van hun woonsituatie en leefomgeving? Bij het beantwoorden van de onderzoeksvragen worden de volgende specifieke groepen onderscheiden: Robuuste ouderen, kwetsbare ouderen en ouderen met complexe zorgbehoeften Ouderen met een koopwoning en ouderen met een huurwoning Verschillen tussen deze groepen zijn onderzocht indien relevant. 2.2 Deelnemers De onderzoekspopulatie van de woonenquête bestaat uit zelfstandig thuiswonende ouderen van 75 jaar en ouder die sinds september 2014 deelnemen aan SamenOud in de regio Zuidoost Drenthe. Hoewel alle ouderen nog zelfstandig thuis wonen, verschillen zij in de mate van kwetsbaarheid en zorgbehoeften. Deze verschillen zullen vermoedelijk ook tot uitdrukking komen in de (wensen voor de) woon- en leefsituatie van deze ouderen. Daarom wordt in de beschrijving van de resultaten onderscheid gemaakt tussen ouderen met drie verschillende risicoprofielen zoals deze ook binnen SamenOud worden gehanteerd. Deze risicoprofielen zijn gebaseerd op de mate van kwetsbaarheid (gemeten met de Groningen Frailty Indicator (GFI) 4 ) en complexiteit van zorgbehoeften (gemeten met de INTERMED for the Elderly Self-Assessment (INTERMED-E-SA ) 5 ) van ouderen: 1. Robuuste ouderen (INTERMED-E-SA <16 en GFI<5) ervaren weinig gevolgen van het ouder worden. Ze leiden meestal een actief en maatschappelijk betrokken leven en zijn zelden ziek. 2. Kwetsbare ouderen (INTERMED-E-SA <16 en GFI>4) krijgen in toenemende mate te maken met de gevolgen van het ouder worden. Ze zijn vaak minder mobiel, zijn gevoeliger voor 2

gezondheidsklachten en zijn in toenemende mate afhankelijk van hulpmiddelen en hulp van anderen. Deze ouderen hebben een verhoogd risico op complexe zorgbehoeften. 3. Ouderen met complexe zorgbehoeften (INTERMED-E-SA >16 en GFI>4) hebben vaak diverse hulpverleners, gebruiken hulpmiddelen (bijvoorbeeld rollator of rolstoel) en het huis heeft diverse aanpassingen. Meestal is er sprake van multimorbiditeit en regelmatig ziekenhuisbezoek. Voor deze groep ouderen dreigt een opname in een verpleeghuis. 2.3 De woonenquête Om de onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden werd een woonenquête samengesteld. Deze woonenquête werd opgenomen in de jaarlijkse vragenlijst die de deelnemers aan SamenOud een jaar na de start ontvingen (tussen september 2015 en maart 2016). De woonenquête bestaat uit een aantal gevalideerde meetinstrumenten en een aantal losse vragen (zie Appendix A). De volgende variabelen en meetinstrumenten worden gebruikt: 1. Complexiteit van zorgbehoeften is gemeten met de INTERMED for the Elderly Self- Assessment (INTERMED-E-SA). Deze vragenlijst omvat twintig vragen en meet de complexiteit van de (zorg)behoeften in vier domeinen (biologische, psychologische en sociale behoeften en het zorgsysteem) en in verschillende tijdsperspectieven (verleden, heden en toekomst). 5 In deze studie rapporteren we de antwoorden op vraag 4, 5, 12, 13, 15 en 16. 2. Mate van kwetsbaarheid is gemeten met de Groningen Frailty Indicator (GFI), met vijftien vragen betreffende het fysiek, sociaal, cognitief en psychologisch domein. 4 In deze studie rapporteren we de antwoorden op vraag 1 tot en met 4. 3. Activiteiten van het dagelijks leven (ADL) zijn gemeten met de modified Katz ADL index (Katz- 15) met vijftien vragen over de mate van afhankelijkheid in het fysiek functioneren. 6 Voor de woonenquête is een extra vraag toegevoegd: Heeft u moeite met traplopen? 4. Welbevinden is gemeten met de Groningen Wellbeing Indicator (GWI) en richt zich op acht bronnen van welbevinden: eten en drinken, slapen en rusten, relaties en contacten, actief nog niet gepubliceerd zijn, eigen regie, jezelf zijn, lichaam en geest, en wonen. 5. Woonsituatie en leefomgeving is in kaart gebracht met een samengestelde vragenlijst. De losse vragen hebben betrekking op: woonkenmerken, mate van tevredenheid, mogelijke verbeteringen, veiligheid van de buurt, aanpassingen in huis en hulpmiddelen. 3

2.4 Analyses De uitkomsten van de woonenquête zijn voornamelijk geanalyseerd met beschrijvende statistiek. Dat wil zeggen: frequenties, percentages en gemiddelde scores. Een enkele keer zijn ook de verschillen tussen groepen berekend met Chi-square toetsen. Voor het duiden van de betekenis van een gevonden verschil tussen twee groepen wordt de term statistisch significant gebruikt. Een statistisch significant verschil tussen twee metingen betekent dat het verschil zo groot is dat het niet op toeval kan berusten, en met grote mate van waarschijnlijkheid een werkelijk verschil betreft. De resultaten worden, afhankelijk van het onderwerp, weergegeven voor de totale groep en per risicoprofiel (Complexe zorgbehoeften, Kwetsbaar, Robuust) of per type woning (huurwoning, koopwoning). 4

3 RESULTATEN GEZONDHEID EN ZELFREDZAAMHEID In dit hoofdstuk worden eerst de achtergrondkenmerken van de deelnemende ouderen beschreven, gevolgd door hun gezondheid en zelfredzaamheid. De resultaten worden beschreven per risicoprofiel. 3.1 Deelnemende ouderen Het percentage ouderen dat de vragenlijst ingevuld terug stuurde was 78% (1072 van de 1375 ouderen). Het merendeel van de ouderen heeft het risicoprofiel Kwetsbaar (43%), gevolgd door Robuust (34%) en Complexe zorgbehoeften (23%). De robuuste ouderen zijn iets jonger en in dit risicoprofiel zitten relatief minder vrouwen dan in de andere twee risicoprofielen. Ook zijn de robuuste ouderen minder vaak alleenstaand en hebben ze minder vaak een laag inkomen dan de kwetsbare ouderen en de ouderen met complexe zorgbehoeften. Tabel 1 geeft een overzicht van de kenmerken van de deelnemende ouderen. Tabel 1. Achtergrondkenmerken van de deelnemende ouderen voor de totale groep en per risicoprofiel Totale groep Complexe zorgbehoeften Kwetsbaar Robuust Aantal deelnemers, n (%) 1072 (100) 247 (23) 456 (43) 369 (34) Leeftijd in jaren, gemiddelde (SD) 82.6 (4.6) 83.0 (4.8) 83.4 (4.8) 81.3 (3.9) Vrouw, n (%) 648 (60) 168 (68) 293 (64) 187 (51) Weduwe/weduwnaar, gescheiden, alleenstaand, n (%) 522 (49) 134 (55) 257 (57) 131 (35) Laag opleidingsniveau, 1 n (%) 575 (54) 135 (56) 239 (53) 201 (55) Laag inkomen, 2 n (%) 331 (40) 91 (49) 149 (42) 91 (31) Aantal chronische aandoeningen (mediaan) 2.0 4.0 2.0 2.0 1 Laag: (minder dan) basisschool of middelbaar onderwijs. 2 Laag: minder dan 1450 per maand. 5

Percentage 3.2 Lichamelijke klachten en beperkingen Figuur 1 laat zien in hoeverre ouderen zelf vinden dat hun dagelijkse activiteiten beperkt worden door lichamelijke klachten en beperkingen. De resultaten zijn weergegeven per risicoprofiel. In de figuur is goed te zien dat de ouderen met complexe zorgbehoeften de meeste beperkingen ervaren in hun dagelijkse activiteiten; ruim 75% geeft aan een behoorlijke of ernstige invloed van lichamelijke klachten en beperkingen te ervaren. In de kwetsbare groep gaat het om ruim 20% en in de robuuste groep geeft slechts 9% van de ouderen aan behoorlijk of ernstig beïnvloed te worden bij dagelijkse activiteiten. 100 90 80 70 23,9 3,5 0,8 8,1 17,1 41,2 60 50 51,4 53,3 Ernstig beïnvloed Behoorlijk beïnvloed 40 Enigszins beïnvloed 30 20 49,9 Niet beïnvloed 10 23,9 26,1 0 0,8 Complexe zorgbehoeften Kwetsbaar Robuust Figuur 1. Mate waarin dagelijkse activiteiten beperkt worden door lichamelijke klachten en beperkingen; percentages per risicoprofiel (vraag 4 uit INTERMED-E-SA) Van de ouderen met complexe zorgbehoeften verwacht ruim 50% over 6 maanden iets of veel meer lichamelijke klachten en beperkingen te hebben. Van de kwetsbare ouderen is dat 16% en van de robuuste ouderen 7% (vraag 5 uit INTERMED-E-SA). 6

Percentage 3.3 Sociale contacten Figuur 2 laat zien wat de ouderen antwoordden op de vraag wat zij zoal doen in een week. Het merendeel van de robuuste ouderen (42%) geeft aan meerdere activiteiten te hebben waarbij zij in contact komen met veel mensen. Dit geldt voor slechts 7% van de ouderen met complexe zorgbehoeften. 40% van die groep geeft aan (bijna) geen activiteiten te hebben waarmee ze in contact komen met andere mensen. In alle drie de risicoprofielen is er een grote groep die elke week dezelfde activiteit heeft en daarbij in contact komt met steeds dezelfde mensen. Complexe zorgbehoeften Kwetsbaar Robuust 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 27 42 7 6 Meerdere activiteiten, in contact met veel mensen 6 5 Elke week andere activiteit, in contact met redelijk veel mensen 47 47 38 40 20 15 Bijna altijd dezelfde (Bijna) geen activiteit, in contact activiteiten waarmee met steeds dezelfde ik in contact kom mensen met andere mensen Figuur 2. Activiteiten per week; percentages per risicoprofiel (vraag 12 uit INTERMED-E-SA) 7

Percentage Figuur 3 laat zien hoe de ouderen hun contacten met andere mensen beoordelen. Opvallend is dat alle robuuste ouderen vinden dat zij genoeg contacten hebben en dat deze contacten ook goed zijn. De ouderen met complexe zorgbehoeften beoordelen hun contacten het minst positief. 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 74 90 100 Ik heb genoeg contacten met andere mensen en kan goed met ze opschieten 19 7 0 2 0 Figuur 3. Aard van contacten met andere mensen; percentages per risicoprofiel (vraag 13 uit INTERMED-E-SA) 8 Ik heb wel contact met andere mensen, maar er zijn ook wel eens spanningen met anderen Complexe zorgbehoeften Kwetsbaar Robuust Het lukt me niet om contacten en vriendschappen te sluiten of te onderhouden 8

Percentage 3.4 Hulp bij dagelijkse activiteiten Figuur 4 laat zien hoeveel ouderen hulp nodig hebben bij specifieke dagelijkse activiteiten. Ouderen met complexe zorgbehoeften hebben de meeste hulp nodig, robuuste ouderen hebben nauwelijks hulp nodig. Bij de kwetsbare ouderen is er wel hulp nodig, maar nog niet in grote mate en vooral bij het boodschappen doen (15%). 40 38 Complexe zorgbehoeften 35 30 Kwetsbaar Robuust 25 20 15 15 19 22 10 5 0 5 5 3 3 1 0 0 0 Boodschappen Buitenshuis verplaatsen Aan- en uitkleden Naar toilet gaan Figuur 4. Ouderen die aangeven hulp nodig te hebben bij dagelijkse activiteiten: percentages per risicoprofiel (vraag 1 t/m 4 uit GFI) De deelnemende ouderen hebben tevens voor 16 dagelijkse activiteiten aangegeven of zij hierbij wel of geen hulp nodig hebben. Voor alle risicoprofielen bleek de top 5 van activiteiten waarbij hulp nodig is gelijk. In Tabel 2 staan de vijf meest voorkomende activiteiten waarbij hulp nodig is. Tabel 2. Ouderen die aangeven hulp nodig te hebben bij dagelijkse activiteiten: percentages voor de totale groep en per risicoprofiel (Katz-15 + traplopen) Heeft hulp nodig bij Totale groep Complexe zorgbehoeften Kwetsbaar Robuust huishoudelijk werk, n (%) 568 (54) 214 (87) 243 (55) 111 (30) traplopen, n (%) 488 (46) 197 (80) 190 (43) 101 (28) reizen, n (%) 323 (31) 149 (62) 128 (29) 46 (13) boodschappen doen, n (%) 231 (22) 122 (50) 87 (20) 22 (6) lopen, n (%) 181 (17) 101 (41) 57 (13) 23 (6) 9

Percentage ouderen dat hulp nodig heeft De percentages ouderen die problemen ervaren verschillen wel per risicoprofiel. In figuur 5 is goed te zien hoe de behoefte aan hulp bij dagelijkse activiteiten toeneemt naarmate ouderen kwetsbaarder worden en meer zorgbehoeften krijgen. Van de ouderen met complexe zorgbehoeften hebben veruit de meesten hulp nodig bij dagelijkse activiteiten: huishoudelijk werk (87%) en traplopen (80%). De robuuste ouderen hebben bij weinig activiteiten hulp nodig. Toch geeft ook in deze groep ongeveer 30% aan hulp nodig te hebben met huishoudelijk werk en traplopen. 100 90 80 70 60 50 40 30 20 Huishoudelijk werk Traplopen Reizen Boodschappen doen Lopen 10 0 Complexe zorgbehoeften Kwetsbaar Robuust Figuur 5. Meest voorkomende activiteiten waar ouderen hulp bij nodig hebben, percentages per risicoprofiel (Katz-15 + traplopen) 10

4 RESULTATEN WOONSITUATIE EN LEEFOMGEVING In dit hoofdstuk wordt de woonsituatie en leefomgeving van de ouderen in beeld gebracht. De resultaten worden beschreven voor de totale groep ouderen en per risicoprofiel. Indien relevant wordt er onderscheid gemaakt tussen ouderen met een huurwoning en ouderen met een koopwoning. 4.1 Woonkenmerken Om een beeld te krijgen van de woonsituatie van de deelnemende ouderen zijn in tabel 3 verschillende kenmerken opgenomen. Tabel 3. Woonkenmerken van de deelnemende ouderen voor de totale groep en per risicoprofiel Leefsituatie, n (%) Totale groep (n=1072) Complexe zorgbehoeften (n=247) Kwetsbaar (n=456) Robuust (n=369) Onafhankelijk, met anderen 501 (47) 107 (43) 178 (39) 216 (59) Met partner in aanleun-/zorgwoning 32 (3) 11 (5) 10 (2) 11 (3) Met partner in verzorgingshuis 5 (1) 1 (0) 3 (1) 1 (0) Onafhankelijk, zonder anderen 467 (44) 96 (39) 240 (53) 131 (36) Alleen in aanleun-/zorgwoning 49 (5) 22 (9) 19 (4) 8 (2) Alleen in verzorgings-/verpleeghuis 15 (1) 10 (4) 4 (1) 1 (0) Type woning, n (%) Verzorgings-/verpleeghuis 23 (2) 14 (6) 8 (2) 1 (0) Appartement/flat 494 (46) 115 (47) 199 (44) 180 (49) Tussenwoning 124 (12) 32 (13) 63 (14) 29 (8) Twee-onder-een-kap 145 (14) 28 (11) 66 (15) 51 (14) Hoekwoning 86 (8) 19 (8) 34 (8) 33 (9) Vrijstaand 197 (18) 39 (16) 84 (19) 74 (20) Huurwoning, n (%) 513 (48) 130 (53) 213 (47) 170 (46) Aantal jaren in huidige huis, n (%) Korter dan 1 jaar 31 (3) 9 (4) 9 (2) 13 (4) 2 tot 3 jaar 87 (8) 23 (9) 36 (8) 28 (8) 4 tot 7 jaar 160 (15) 34 (14) 63 (14) 63 (17) 8 tot 15 jaar 252 (24) 56 (23) 112 (25) 84 (23) Langer dan 15 jaar 540 (50) 124 (50) 235 (52) 181 (49) 11

Cijfer 1-10 De meeste ouderen wonen onafhankelijk, met of zonder partner. Slechts een klein percentage woont in een aanleun-/zorgwoning (8%) of zelfs in een verzorgings-/verpleeghuis (2%). Deze cijfers zijn niet representatief voor alle 75-plussers. In dit onderzoek zijn de deelnemers aan SamenOud bevraagd, een programma gericht op zelfstandig thuiswonende ouderen. De helft van de deelnemende ouderen woont samen met anderen. De robuuste ouderen wonen vaker samen met anderen (62%) dan de kwetsbare ouderen (42%) en de ouderen met complexe zorgbehoeften (48%). De meeste ouderen wonen in een appartement of flat (46%). Er zijn geen grote verschillen tussen de risicoprofielen wat betreft het type woning. Ouderen met complexe zorgbehoeften wonen wel iets vaker in een huurwoning (53%) dan kwetsbare (47%) en robuuste (46%) ouderen. Over het algemeen wonen de deelnemende ouderen al geruime tijd in de huidige woning. De helft zelfs al langer dan 15 jaar. De verschillen tussen de risicoprofielen zijn verwaarloosbaar. 4.2 Tevredenheid Figuur 6 laat de gemiddelde cijfers zien die de ouderen gaven aan hun tevredenheid met de huidige woonsituatie en de huidige leefomgeving. 9 8,5 8,5 8,1 8,1 8 7,5 7,9 7,6 7,7 Complexe zorgbehoeften Kwetsbaar Robuust 7 6,5 Tevredenheid woonsituatie Tevredenheid leefomgeving Figuur 6. Tevredenheid woonsituatie en leefomgeving; gemiddelde cijfers per risicoprofiel (schaal 1-10) De resultaten laten zien dat de ouderen over het algemeen erg tevreden zijn met hun woonsituatie en leefomgeving. De tevredenheid neemt echter wel af naarmate ouderen meer zorgbehoeften krijgen. De verschillen tussen de risicoprofielen zijn klein maar wel statistisch significant (p s <.001). 12

Percentage 4.3 Mogelijke verbeteringen De deelnemende ouderen hebben voor negen mogelijke verbeteringen in de woonsituatie aangegeven of zij deze al dan niet zien als een verbetering voor hun eigen situatie. Figuur 7 laat per risicoprofiel de resultaten zien voor de vijf meest genoemde mogelijke verbeteringen. 20 18 16 14 12 10 8 6 4 2 0 19 17 15 Complexe zorgbehoeften Kwetsbaar Robuust 15 13 13 12 9 Alles gelijkvloers Beter geïsoleerd Geen/kleine tuin Inbraakpreventie Minder onderhoud Figuur 7. Meest genoemde mogelijke verbeteringen van de woonsituatie; percentages per risicoprofiel 11 11 8 7 8 6 6 De verbetering die het vaakst genoemd werd is alles gelijkvloers. 15 tot 19% van de ouderen gaf aan dat dit de woonsituatie zou verbeteren. Ook betere isolatie, geen of een kleinere tuin, inbraakpreventie en minder onderhoud aan het huis werden genoemd als mogelijke verbeteringen. 13

Percentage Ook voor de leefomgeving hebben ouderen mogelijke verbeteringen in hun huidige situatie aangegeven. Figuur 8 laat per risicoprofiel de resultaten zien voor de vijf meest genoemde mogelijke verbeteringen. Complex Kwetsbaar Complexe zorgbehoeften 14 12 13 12 10 8 6 4 9 7 9 8 8 6 8 7 4 5 5 4 4 2 0 Huisarts Supermarkt Bibliotheek Ziekenhuis Tandarts Figuur 8. Meest genoemde mogelijke verbeteringen van de leefomgeving; percentages per risicoprofiel De verbetering die het vaakst genoemd werd was dat de huisarts dichterbij zou moeten zijn. 7 tot 13% van de ouderen gaf aan dat dit de leefomgeving zou verbeteren. Ook een supermarkt, bibliotheek, ziekenhuis en tandarts dichterbij werden genoemd als mogelijke verbeteringen. 4.4 Noodzaak van veranderingen in woonsituatie Nagenoeg alle deelnemende ouderen vinden plezierig wonen belangrijk (99,8%). 63 ouderen (5,9%) geven aan dat het beter kan. 106 ouderen (10%) geven aan dat veranderingen in de thuissituatie nodig zijn: bij 15 ouderen (1,4%) is dit onmiddellijk nodig, bij 91 ouderen (8,5%) hoeft het niet onmiddellijk. Tweederde van de ouderen die hebben aangegeven dat er een verandering in de thuissituatie nodig is heeft complexe zorgbehoeften (67%), een vijfde is kwetsbaar (22%) en ruim 10% is robuust. Geen van de robuuste ouderen geeft aan dat er onmiddellijk veranderingen nodig zijn. Het overgrote deel van de deelnemende ouderen (94%) geeft aan te verwachten dat er in de komende zes maanden niets aan de (woon)situatie veranderd hoeft te worden. Voor de ouderen die wel een verandering binnen zes maanden verwachten, wordt de behoefte aan thuiszorg het meest genoemd. 14

4.5 Veiligheid van de buurt Om erachter te komen hoe ouderen de veiligheid van hun buurt ervaren zijn hen drie stellingen voorgelegd waarbij zij konden aangeven of zij het met de stelling geheel eens, eens, oneens of helemaal oneens waren. De stellingen waren: De buurt is rustig en vredig, De buurt is veilig, De buurt heeft voldoende verlichting. De resultaten op de drie stellingen lieten hetzelfde beeld zien. Ruim 10% van de thuiswonende ouderen vindt de buurt waarin hij woont niet veilig (genoeg), niet rustig en vredig (genoeg) en vindt dat de buurt onvoldoende verlichting heeft. Deze percentages zijn onafhankelijk van de mate van kwetsbaarheid en zorgbehoeften en kunnen ook niet worden toegeschreven aan het type woning (huur- versus koopwoningen). De ouderen die in een huurwoning wonen vinden de veiligheid in hun buurt minder vaak voldoende dan de ouderen die in een koopwoning wonen, maar deze verschillen zijn niet statistisch significant. 4.6 Aanpassingen in huis en hulpmiddelen De ouderen is ook gevraagd naar de aanpassingen die zij de afgelopen twaalf maanden hebben gedaan in hun huidige huis en naar de hulpmiddelen die zij in de afgelopen twaalf maanden hebben aangeschaft. Aanpassingen in huis 100 ouderen (9,5%) geven aan dat er in de afgelopen twaalf maanden aanpassingen in huis zijn gedaan. Van de ouderen met complexe zorgbehoeften heeft 20% aanpassingen in huis gedaan, van de kwetsbare ouderen 8% en van de robuuste ouderen 3%. Van deze 100 ouderen woont een derde (36%) in een huurwoning en twee derde (64%) in een koopwoning. Figuur 9 laat per type woning de resultaten zien voor de aanpassingen die in huis zijn gedaan. 15

Percentage 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 46 27 44 22 15 21 20 20 19 13 11 17 15 12 7 Totale groep (n = 100) Huurwoning (n = 36) Koopwoning (n = 64) 9 9 9 10 7 6 Figuur 9. Aanpassingen in huis in de afgelopen twaalf maanden; percentages voor de totale groep en per type woning De aanpassing in huis die het meeste is gedaan is het aanbrengen van handgrepen in badkamer/toilet. Dit gebeurde relatief vaker in koopwoningen dan in huurwoningen. De ouderen hebben ook aangegeven of ze binnen vijf jaar aanpassingen aan hun huis willen laten doen. 131 ouderen (12,5%) gaven aan dat te willen. Van deze 131 ouderen wonen er 47 (36%) in een huurwoning en 84 (64%) in een koopwoning. 16

Perentage Hulpmiddelen 282 ouderen (26,7%) geven aan dat ze in de afgelopen twaalf maanden hulpmiddelen hebben aangeschaft. Van de ouderen met complexe zorgbehoeften heeft 51% hulpmiddelen aangeschaft, van de kwetsbare ouderen 23% en van de robuuste ouderen 14%. Van deze 282 ouderen wonen er 148 (52%) in een huurwoning en 127 (45%) in een koopwoning (7 ouderen (3%) wonen momenteel in een verpleeg- of verzorgingshuis). Figuur 10 laat per risicoprofiel zien welke hulpmiddelen de ouderen hebben aangeschaft. 70 60 50 40 30 20 10 0 65 59 39 36 29 31 19 19 18 14 9 9 6 5 Complexe zorgbehoeften (n = 125) Kwetsbaar (n = 105) Robuust (n = 52) 11 7 8 4 3 3 4 6 1 2 Figuur 10. Aangeschafte hulpmiddelen in afgelopen 12 maanden: percentages per risicoprofiel De meeste hulpmiddelen werden het vaakst door ouderen met complexe zorgbehoeften en kwetsbare ouderen aangeschaft. Alleen een wandelstok werd relatief het vaakst door robuuste ouderen aangeschaft. 17

5 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN Het doel van het onderzoek was inzicht te verkrijgen in de woon- en leefsituatie van thuiswonende ouderen (75+) en verschillen tussen specifieke groepen wat betreft woon- en leefsituatie. Om dit doel te bereiken zijn er onderzoeksvragen geformuleerd. In dit hoofdstuk worden deze vragen beantwoord op basis van de resultaten beschreven in dit rapport. De verschillen tussen de risicoprofielen (complexe zorgbehoeften, kwetsbaar en robuust) en type woning (huurwoning of koopwoning) worden, indien relevant, besproken. Hoe gezond en zelfredzaam zijn thuiswonende ouderen? Hoewel de deelnemende ouderen over het algemeen nog zelfstandig thuis wonen, worden zij in toenemende mate geconfronteerd met de gevolgen van het ouder worden. Daarbij is er een duidelijk verschil zichtbaar tussen de robuuste ouderen, de kwetsbare ouderen en de ouderen met complexe zorgbehoeften. De robuuste ouderen ervaren nog maar weinig lichamelijke klachten of beperkingen in hun dagelijks leven, hebben nog genoeg sociale contacten en hebben weinig hulp nodig bij hun dagelijkse activiteiten. Wel is er ook in deze groep een aanzienlijk deel van de ouderen dat hulp nodig heeft bij huishoudelijk werk en moeite heeft met traplopen. De kwetsbare ouderen, en vooral de ouderen met complexe zorgbehoeften, ervaren veel beperkingen in hun dagelijks functioneren. De sociale contacten nemen af en er is steeds meer hulp nodig bij specifieke dagelijkse activiteiten. Robuuste ouderen ervaren de minste beperkingen in het dagelijks functioneren en ouderen met complexe zorgbehoeften de meeste. Zo geeft maar liefst 80% van de ouderen met complexe zorgbehoeften aan hulp nodig te hebben bij traplopen. Hoewel robuuste ouderen zich nog goed kunnen redden, is de verwachting dat bij hen de kwetsbaarheid en zorgbehoeften zullen toenemen en de zelfredzaamheid zal afnemen. Door al in een vroeg stadium preventief in te spelen op de meest voorkomende beperkingen in het dagelijks functioneren, kunnen acute problemen in de toekomst wellicht worden voorkomen. Dit kan een positief effect hebben op de zelfredzaamheid van de oudere. Hoe ziet de woonsituatie en leefomgeving van thuiswonende ouderen eruit? De woonsituatie en leefomgeving van de deelnemende ouderen lijkt niet erg te verschillen voor de robuuste ouderen, de kwetsbare ouderen en de ouderen met complexe zorgbehoeften. Wel wonen robuuste ouderen minder vaak alleenstaand dan de kwetsbare ouderen en de ouderen met complexe zorgbehoeften. Ongeveer de helft van de ouderen woont in een koopwoning. De ouderen met een koopwoning hebben vaker aanpassingen in huis gedaan zoals handgrepen in badkamer/toilet, een verhoogde toiletpot en/of een vaste douchestoel. Ook als het gaat om 18

aanpassingen in de toekomst zijn er meer ouderen met een koopwoning die dit willen laten doen, dan ouderen met een huurwoning. Een verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat ouderen met een koopwoning meer bereid zijn te investeren in hun huis. Aan de andere kant is het mogelijk dat de huurwoningen al over meer aanpassingen beschikten op het moment dat de oudere er kwam wonen en de noodzaak dus kleiner is. Wat vinden ouderen zelf van hun woonsituatie en leefomgeving? Over het algemeen zijn de ouderen tevreden over hun huidige woonsituatie en leefomgeving. Dit blijkt ook uit het feit dat het merendeel van de ouderen al erg lang in de huidige woning woont. Dit kan erop wijzen dat ouderen graag zo lang mogelijk in hun eigen huur- of koopwoning willen blijven wonen. Aan de andere kant is het ook mogelijk dat mensen wel willen maar niet kunnen verhuizen omdat ze hun huis niet verkocht krijgen. Het lijkt erop dat het belangrijk is om in te zetten op aanpassingen in de eigen woning en minder op het aanbieden van nieuwe, aangepaste woningen. Ouderen zien zelf als belangrijkste verbetering in hun woonsituatie gelijkvloers wonen. Ook een betere isolatie en geen of een kleinere tuin worden relatief vaak genoemd. Ongeveer 10% van de ouderen acht veranderingen in de woonsituatie op korte termijn nodig. De meeste van deze ouderen zijn kwetsbaar of hebben complexe zorgbehoeften. Geen van de robuuste ouderen geeft aan dat er onmiddellijk veranderingen nodig zijn. In het kader van preventie kan het raadzaam zijn om juist met de robuuste ouderen al op tijd te kijken naar mogelijkheden om het huis toekomstbestendig aan te passen. Conclusie Dit onderzoek heeft inzicht gegeven in de woonsituatie en leefomgeving van thuiswonende ouderen, en ook in de gezondheid en zelfredzaamheid van deze 75-plussers. Wanneer het doel is dat ouderen zo lang als mogelijk en wenselijk is thuis blijven wonen dan lijkt het, op basis van de uitkomsten van dit rapport, verstandig vroegtijdig expliciet aandacht te besteden aan de woning en woonomgeving van alle thuiswonende ouderen van 75 jaar en ouder. 19

REFERENTIES 1. Centraal Bureau voor de Statistiek. Statline. http://statline.cbs.nl/statweb/dome/default.aspx. Updated 2016. Accessed May / 12, 2016. 2. Knottnerus J.A., Maas van der P.J. Ouderdom komt met gebreken. Geneeskunde en zorg bij ouderen met multimorbiditeit. Den Haag: Gezondheidsraad; 2008. 3. Vogeli C, Shields AE, Lee TA, et al. Multiple chronic conditions: Prevalence, health consequences, and implications for quality, care management, and costs. J Gen Intern Med. 2007;22 Suppl 3:391-395. 4. Peters LL, Boter H, Buskens E, Slaets JP. Measurement properties of the groningen frailty indicator in homedwelling and institutionalized elderly people. J Am Med Dir Assoc. 2012;13(6):546. 5. Peters LL, Boter H, Slaets JP, Buskens E. Development and measurement properties of the self -assessment version of the INTERMED for the elderly to assess case complexity. J Psychosom Res. 2013;74(6):518-522. 6. Spoorenberg SL, Reijneveld SA, Middel B, Uittenbroek RJ, Kremer HP, Wynia K. The geriatric ICF core set reflecting health-related problems in community-living older adults aged 75 years and older without dementia: Development and validation. Disabil Rehabil. 2015;37(25):2337-2343. 7. Laan W, Zuithoff NP, Drubbel I, et al. Validity and reliability of the katz-15 scale to measure unfavorable health outcomes in community-dwelling older people. J Nutr Health Aging. 2014;18(9):848-854. 20

APPENDIX A. Woonenquête Algemene gegevens Wat is uw burgerlijke staat? Gehuwd Gescheiden Weduwe / weduwnaar / partner overleden Ongehuwd Duurzaam samenlevend, ongehuwd Wat is uw netto huishoudinkomen per maand? Minder dan 1050 1051 1450 1451 1950 1951 2650 2651 3250 3251 of meer Wil ik liever niet zeggen Weet ik niet Woon- en leefomgeving 1. Hoe woont en leeft u? Zelfstandig met anderen (bijvoorbeeld partner, broer, zus, kind) Zelfstandig zonder anderen Met partner in een aanleunwoning of zorgwoning Alleen in een aanleunwoning of zorgwoning Met partner in een verzorgingshuis Alleen in een verzorgingshuis Alleen in een verpleeghuis Anders, namelijk (vul hieronder in) 21

2. In welk type woning woont u? Verzorgingshuis/verpleeghuis Appartement/flat Tussenwoning/rijtjeshuis Twee-onder-een-kap Hoekwoning Vrijstaand 3. Woont u in een huurwoning of in een eigen woning? Huurwoning Eigen woning Ik verblijf in een verzorgingshuis of verpleeghuis Weet ik niet 4. Hoe lang woont u op dit adres? Korter dan 1 jaar 2 tot 3 jaar 4 tot 7 jaar 8 tot 15 jaar Langer dan 15 jaar 5. Hoe tevreden bent u met waar u nu woont? (Vul een cijfer van 0 tot 10 in) Rapportcijfer: 6. Wat zou uw woonsituatie kunnen verbeteren? (meerdere antwoorden mogelijk) Alles gelijkvloers Andere plek Geen/kleinere tuin Een tuin(tje) Minder onderhoud Verbetering van de staat van het huis Beter geïsoleerd Betere toegankelijkheid Inbraakpreventie Anders, namelijk (vul hieronder in) 7. Hoe tevreden bent u over de voorzieningen in uw woonomgeving? (Vul een cijfer van 0 tot 10 in) Rapportcijfer: 22

8. Welke voorzieningen mist u in uw directe woonomgeving? Supermarkt Bibliotheek Buurthuis Park/groenvoorziening Restaurant/(eet)café Huisarts Tandarts Fysiotherapeut Ziekenhuis Anders, namelijk (vul hieronder in) 9. De buurt is rustig en vredig. 10. De buurt is veilig. 11. De buurt heeft voldoende verlichting. Geheel mee oneens Mee oneens Mee eens Helemaal mee eens INTERMED-E-SA 4 In hoeverre worden uw dagelijkse activiteiten beperkt door lichamelijke klachten en beperkingen? Mijn dagelijkse activiteiten worden niet beïnvloed door lichamelijke klachten of beperkingen. Mijn dagelijkse activiteiten worden enigszins beïnvloed door lichamelijke klachten en beperkingen. Mijn dagelijkse activiteiten worden behoorlijk beïnvloed door lichamelijke klachten en beperkingen. Mijn dagelijkse activiteiten worden ernstig beïnvloed door lichamelijke klachten en beperkingen. INTERMED-E-SA 5 Verwacht u dat uw lichamelijke klachten en beperkingen in de komende 6 maanden veranderen? Probeer een inschatting te maken. Over 6 maanden heb ik nog steeds geen klachten en beperkingen. Over 6 maanden zijn mijn lichamelijke klachten en beperkingen gelijk gebleven. Over 6 maanden verwacht ik dat ik minder lichamelijke klachten en beperkingen heb. Over 6 maanden verwacht ik dat ik iets meer lichamelijke klachten en beperkingen heb. Over 6 maanden verwacht ik dat ik veel meer lichamelijke klachten en beperkingen heb. Ik denk niet na over de toekomst, ik leef van dag tot dag. 23

INTERMED-E-SA 12 De volgende vraag gaat over de activiteiten die u doet waarmee u in contact komt met andere mensen. U kunt dan denken aan (vrijwilligers)werk, studie/cursus, winkelen, bewegen/sport, bezoek brengen aan mensen of bezoek ontvangen. Wat doet u zoal in een week? Ik heb meerdere activiteiten per week, waarmee ik in contact kom met veel mensen. Ik heb elke week een andere activiteit, waarmee ik in contact kom met redelijk veel mensen. Ik heb bijna altijd dezelfde activiteit, waarmee ik in contact kom met steeds dezelfde mensen. Ik heb (bijna) geen activiteiten waarmee ik in contact kom met andere mensen. INTERMED-E-SA 13 Hoe is uw contact met andere mensen? Ik heb genoeg contacten met andere mensen en kan goed met ze opschieten. Ik heb wel contact met andere mensen, maar er zijn ook wel eens spanningen met anderen. Het lukt me niet contacten en vriendschappen te sluiten of te onderhouden. Contacten en vriendschappen lopen vaak uit op ruzie. GFI 1-4 Kunt u zonder enige hulp van iemand anders zelfstandig de volgende activiteiten uitvoeren, eventueel met behulp van stok, rollator, rolstoel? A. Boodschappen doen Ja Nee B. Buitenshuis verplaatsen (rondom huis, naar buren) Ja Nee C. Aan- en uitkleden Ja Nee D. Naar toilet gaan Ja Nee INTERMED-E-SA 15 Is uw thuissituatie naar tevredenheid? Of zijn er veranderingen nodig, zoals woningaanpassingen, thuiszorg, of verhuizen naar een andere woonsituatie? Er zijn nu geen veranderingen nodig, want ik kan mijzelf redden. Er zijn nu geen veranderingen nodig, want ik heb voldoende steun en zorg van anderen of ik verblijf in een verpleeg- of verzorgingshuis. Er zijn veranderingen in de woonsituatie nodig, maar dat hoeft niet gelijk. Er zijn onmiddellijk veranderingen in de woonsituatie nodig. 24

INTERMED-E-SA 16 Verwacht u dat er in de komende 6 maanden iets aan uw (woon)situatie veranderd moet worden? Probeer een inschatting te maken. Er hoeft in de komende 6 maanden niets veranderd te worden aan mijn (woon)situatie. Ik kan naar huis of kan thuis blijven, maar heb in de komende 6 maanden thuiszorg nodig. Ik moet in de komende 6 maanden tijdelijk naar een andere situatie. Ik moet binnen 6 maanden definitief verhuizen naar een andere woonvorm. Ik denk niet na over de toekomst, ik leef van dag tot dag. GWI vraag H Plezierig wonen Ja, dat vind ik belangrijk Zo ja, woont u plezierig? Ja, ik ben hier tevreden mee Nee, het kan beter Nee, dat vind ik niet belangrijk Katz-15 De volgende vragen gaan over hoe u functioneert in het dagelijks leven. Kies uw antwoord voor de situatie zoals deze nu is. Antwoordopties: nee / ja 1. Heeft u hulp nodig bij het baden of douchen? 2. Heeft u hulp nodig bij het aankleden? 3. Heeft u hulp nodig bij het kammen van uw haar of het scheren? 4. Heeft u hulp nodig met naar het toilet gaan? 5. Maakt u gebruik van incontinentiemateriaal? 6. Heeft u hulp nodig bij het opstaan uit een stoel? 7. Heeft u hulp nodig bij het lopen? 8. Heeft u hulp nodig bij het eten? 9. Heeft u hulp nodig bij het gebruiken van de telefoon? 10. Heeft u hulp nodig bij het reizen? 11. Heeft u hulp nodig bij het boodschappen doen? 12. Heeft u hulp nodig bij het bereiden van een maaltijd? 13. Heeft u hulp nodig bij huishoudelijk werk? 14. Heeft u hulp nodig bij het innemen van medicijnen? 15. Heeft u hulp nodig bij het omgaan met geld? Nieuw: Heeft u moeite met traplopen? 25

Heeft u de afgelopen 12 maanden aanpassingen aan het huis gedaan of laten doen? (Bijvoorbeeld drempels weg laten halen of een traplift laten installeren.) Nee -> Ga verder met vraag 17 Ja -> Vul onderstaand schema in Zet een kruisje in het vakje bij de betreffende aanpassing of vul de aanpassing in de open ruimte in. (Meerdere antwoorden mogelijk) Drempels weg laten halen Verhoogde toiletpot geïnstalleerd Traplift of lift geïnstalleerd Handgrepen in de badkamer / toilet Vaste douchestoel Slaapkamer beneden gemaakt Badkamer beneden gemaakt Anders, namelijk... (vul hieronder in) Anders, namelijk... (vul hieronder in) Zou u binnen nu en vijf jaar aanpassingen aan uw huis willen laten doen? Nee -> Ga verder met vraag Ja, namelijk (vul hieronder in) Heeft u de afgelopen 12 maanden hulpmiddelen aangeschaft? (Bijvoorbeeld een douchesteun, rollator of scootmobiel) Nee -> Ga verder met de volgende vraag Ja -> Vul onderstaand schema in Zet een kruisje in het vakje bij het betreffende hulpmiddel of vul het hulpmiddel in de open ruimte in. (Meerdere antwoorden mogelijk) Rollator Scootmobiel Wandelstok Verplaatsbare douchestoel Sta-op stoel Krukken Rolstoel Postoel Anders, namelijk... (vul hieronder in) Anders, namelijk... (vul hieronder in) 26

SamenOud, 2017 www.samenoud.nl