Handboek kwaliteit GHOR Hollands Midden

Vergelijkbare documenten
Handboek kwaliteit GHOR Hollands Midden

Handboek kwaliteit sector GHOR Hollands Midden

Handboek Kwaliteit GHOR-bureau Hollands Midden

Handboek Kwaliteit GHOR Hollands Midden

Opstapcertificatie fase I en II > VV&T Onderdeel Kraamzorg

Documentenanalyse Veiligheidsvisitatiebezoek

1. FORMAT PLAN VAN AANPAK

INTERN KWALITEITSJAARVERSLAG 2014

Opstapcertificatie fase I en II > VV&T

Rapportage Systeembeoordeling

Procedurehandboek Pagina 1 van 12

Checklist voor controle (audit) NEN 4000

ISO 9000:2000 en ISO 9001:2000. Een introductie. Algemene informatie voor medewerkers van: SYSQA B.V.

HKZ-norm voor ketens en netwerken in de zorg en het sociale domein versie 2015

4.3 Het toepassingsgebied van het kwaliteitsmanagement systeem vaststellen. 4.4 Kwaliteitsmanagementsysteem en de processen ervan.

Energiemanagement Actieplan

Beleid en beheer Pagina 1 van 9

Bijlage C behorende bij artikel 2 lid 3 Besluit personeel veiligheidsregio

Hoofdstuk 2 Beleid en doelstellingen / directieverantwoordelijkheid

Functieprofiel: Arbo- en Milieucoördinator Functiecode: 0705

Onderbouwing HKZ-model versie 2008

Energiemanagementplan Carbon Footprint

NORMEN KWALITEITSLABEL SOCIAAL WERK

Energiemanagementprogramma HEVO B.V.

Zelfevaluatie Kwaliteitslabel Sociaal Werk

Productenboek Basisvoorzieningen GHOR Veiligheidsregio NHN

4.2 Inzichten in de behoeften en verwachtingen van de belanghebbenden. 4.3 Het toepassingsgebied van het milieumanagementsystee m vaststellen

Organisatieplan Multidisciplinaire crisisbeheersing en rampenbestrijding Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek

Checklist Audits. Inrichtingskader Improvement Model. Zijn we klaar voor de HKZ- of ISO-audit? Eventueel een onderschrift met iets

Leidraad PLAN VAN AANPAK OP WEG NAAR EEN CERTIFICEERBAAR KWALITEITSMANAGEMENTSYSTEEM

Concretere eisen om te (kunnen) voldoen aan relevante wet- en regelgeving zijn specifiek benoemd

Introductie OHSAS 18001

Reflectie format Een praktische tool voor kwaliteitsreflectie op bestuursniveau

Inhoudsopgave. Energiemanagement programma I GMB 2

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Doel. Context VSNU UFO/INDELINGSINSTRUMENT FUNCTIEFAMILIE MANAGEMENT & BESTUURSONDERSTEUNING DIRECTEUR BEDRIJFSVOERING VERSIE 3 APRIL 2017

Organisatieverordening Veiligheidsregio Brabant-Noord 2007

Studiedag VZI Risicomanagement Toepassing van gecertificeerde kwaliteitsmanagementsystemen Kees van Putten, DEKRA Solutions B.V.

Evaluatiebeleid Leren van incidenten

P&O-adviseur. Context. Doel

Communicatieplan m.b.t. CO2

Bureau Waardenburg B.V. Communicatieplan Bijlage C Bij Energiemanagement actieplan

Instruerend Bestuur Quickscan en checklist

Energie management Actieplan

Assetmanagement. Resultaten maturityscan. 14 januari 2015

Functieprofiel: Manager Functiecode: 0202

Partijen: Het Röpcke-Zweers ziekenhuis, hierna te noemen 'het ziekenhuis', vertegenwoordigd door mevr. P. Terwijn, lid Raad van Bestuur,

Omgevingszorg. Regionaal Crisisplan - Bevolkingszorg

Functiebeschrijving Teamleider Huisvesting (facilitair)

Planning & control cyclus

Dit reglement is opgesteld en vastgesteld ingevolge artikel 5.5. van de statuten van Stichting Vocallis.

CO₂ Prestatieladder - Communicatieplan

P&O-adviseur. Context. Doel

Procesmanagement Werken met procedures, processen,

Arbo- en Milieudeskundige

De nieuwe ISO norm 2015 Wat nu?!

Via de gele knoppen kunt u doorlinken in het handboek De grijze vlakken verwijzen naar het onderdeel waar u bent.

Beschrijving van de generieke norm: ISO 27001:2013. Grafimedia en Creatieve Industrie. Versie: augustus 2016

KWALITEITSBELEID

Organisatieverordening Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant

Afgestemd met: H. van Dinther, M. van der Vorm, N.Wille, RDOG HM Voorstel t.b.v. Algemeen Bestuur Datum 29 november 2018

Toets uw eigen continuïteitsplan

Algemeen beleid, beleid ketenpartners en financieel beleid van Dikkertje Dap

Nulmeting regionale brandweer Zuidoost-Brabant taakinhoudelijk deel (taakvervulling volgens PVPP)

CO₂ Prestatieladder - Communicatieplan

6.4 DIRECTIEBEOORDELING

GEMEENTELIJKE TELECOMMUNICATIE MOBIELE COMMUNICATIE. Bijlage 04 Kwaliteitsborging en auditing

KWALITEIT MANAGEMENT PLAN CO2 EMISSIE INVENTARIS SOGETI

9 Documenten. 9.1 t/m 9.3 beheer van documenten. Statusoverzicht. Voorgenomen besluit Bestuursgroep OR. Vastgesteld door Bestuursgroep

ZELFEVALUATIE KWALITEIT 2015

Bestuursreglement voor de Nederlandse Uitdaging

Bijlage 10 Overzicht acties kwaliteitsmanagementsysteem

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Communicatieplan WTH Vloerverwarming in het kader van de CO2-Prestatieladder

Terug naar de bedoeling met ISO 9001:2015

H. van Dinther, M. van der Vorm, N.Wille, RDOG HM Voorstel t.b.v. Algemeen Bestuur Datum 7 december Besluitvormend S. de Gouw (VD) - Datum: -

Energie Management Actieplan

Inleiding. Begrippenkader

Kader kwaliteitszorg. Versie: 1.0 Datum: Status: Definitief

Bijlage A Governance

Voorzitter Crisisbeleidsteam

Functieprofiel: Teamleider Functiecode: 0203

Onderzoeksplan doeltreffendheid en doelmatigheid 2018

Profielschets. Manager Financiën. Omnivera GWZ. ERLY the consulting company Datum: februari 2016 Opdrachtgever: Omnivera GWZ

Modelgovernancecode. GGD GHOR Nederland

Disclosure belangen spreker

Klanttevredenheid 2013

Stichting Kinderopvang Op Kop. Rapport functieomschrijving en functiewaardering coördinator kinderopvang

AGP 13 REGIONAAL CRISISPLAN VEILIGHEIDSREGIO BRABANT-NOORD

Uitwerking Prestatieafspraken ICA periode februari- mei 2007 Definitieve versie

AVG Routeplanner voor woningcorporaties

Stappenplan Netcentrische Samenwerking

Generieke systeemeisen

IN ZES STAPPEN MVO IMPLEMENTEREN IN UW KWALITEITSSYSTEEM

Tevredenheidsonderzoek 2015

CO2 Prestatieladder Stuurcyclus en beleidsverklaring

Vergelijking van de eisen in ISO 9001:2008 met die in ISO FDIS 9001:2015

Energie Management Programma over 2017 De Wilde NL

De volgende stap naar certificering!

Transcriptie:

Handboek kwaliteit GHOR Hollands Midden Proceseigenaar Tineke Vuurman Versie 6-0

2

Versiebeheer Versie nr Versie datum Auteur Opmerkingen 5-0 2014-08-04 Tineke Vuurman Actualisatie gegevens. Wijziging GR. Nadrukkelijk is benoemd dat het handboek een beschrijving betreft van het kwaliteitsmanagementsysteem van het Sector GHOR (i.p.v. de GHOR). 5-1 2015-10-08 Tineke Vuurman Actualisatie gegevens. Wijziging GR. Sector GHOR i.p.v. GHOR-bureau. 6-0 2016-08-15 Tineke Vuurman, Jane de Reuver Actualisatie gegevens. Vaststeller handboek kwaliteit is manager GHOR conform afspraken MT RDOG HM van 22 september 2015. Locatie: H:\GHOR\03 Kwaliteitsmanagement\32 Opzet kwaliteitssysteem\handboek kwaliteit\word documenten\handboek kwaliteit vs 6-0.docx 3

Directieverklaring Doel Dit handboek kwaliteit beschrijft de werkwijze van het kwaliteitsmanagementsysteem, zoals deze wordt uitgevoerd door de sector GHOR Hollands Midden Het doel van kwaliteitsmanagement van GHOR Hollands Midden is bij te dragen aan het voldoen aan behoeften en verwachtingen van klanten en partners, taken op een efficiënte en effectieve wijze uit te voeren en continu te leren en te verbeteren. Beleid Het kwaliteitsbeleid van GHOR Hollands Midden sluit aan op het kwaliteitsbeleid van RDOG HM en van VRHM. Het kwaliteitsmanagementsysteem van GHOR Hollands Midden is gebaseerd op drie pijlers: proces-, prestatie- en verbetermanagement. Toepassingsgebied Het toepassingsgebied van het kwaliteitsmanagementsysteem is de uitvoering van de taken van de geneeskundige hulpverlening conform wettelijke en bestuurlijke kaders, zoals uitgevoerd door de sector GHOR Hollands Midden, onderdeel van de Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden (RDOG HM). Reikwijdte handboek De inhoud van het handboek heeft betrekking op alle primaire processen. Ondersteunende en sturende processen die specifiek zijn voor GHOR Hollands Midden en daarmee bijdragen aan haar primaire processen zijn onderdeel van het handboek. De algemeen ondersteunende en sturende processen van de bedrijfsvoering RDOG HM vallen onder verantwoordelijkheid van directie RDOG HM. De uitwerking ervan valt onder verantwoordelijkheid van manager bedrijfsvoering RDOG HM. De inrichting van het kwaliteitsmanagementsysteem is gebaseerd op het HKZ-certificatieschema versie 2010. Dit schema beschrijft de voorwaarden waaraan het kwaliteitssysteem van de GHOR dient te voldoen. Datum: 31 augustus 2016 Plaats: Leiden I. van Steensel-Hage Manager GHOR Hollands Midden 4

Inhoudsopgave Directieverklaring... 4 1. Inleiding... 6 2. Organisatie... 7 3. Kwaliteitsbeleid en kwaliteitsmanagementsysteem... 8 4. PLAN: Afspraken over de taakuitvoering... 10 5. DO: Uitvoering... 13 6. CHECK en ACT: meten, analyseren en verbeteren... 15 7. Beleid en kwaliteitsmanagementsysteem... 17 8. Personeelsbeleid... 19 9. Actueel houden en vernieuwen van uitvoering van taken... 22 10. Werkomgeving, materiaal en middelen... 23 11. Inkoop en uitbesteding... 24 12. Documentatie... 25 Bijlage 1 Definities van begrippen... 26 5

1. Inleiding Het handboek kwaliteit van de sector GHOR Hollands Midden is bedoeld voor management, medewerkers en de certificerende instantie. De verantwoordelijkheid voor het kwaliteitsmanagementsysteem ligt bij de manager GHOR Hollands Midden. In het jargon van HKZ is hij de directievertegenwoordiger. Hierin wordt de manager ondersteund door de beleidsmedewerker kwaliteit. De manager GHOR is verantwoordelijk voor het managen van de processen op hoofdlijnen. De proceseigenaren zijn veelal teamleden, geheel in lijn met de ambitie om verantwoordelijkheden zo laag mogelijk te organiseren. Ontwikkelingen in het kwaliteitsmanagementsysteem worden besproken in het teamoverleg. De manager GHOR legt verantwoording af aan de Directeur Publieke Gezondheid (DPG) over het functioneren van het kwaliteitsmanagementsysteem. Vanaf 1 september 2016 vindt deze verantwoording tegelijk plaats met de managementrapportage aan de DPG. Vanaf 1 januari 2016 is de organisatie van de geneeskundige bijstand veranderd, waardoor GHOR Hollands Midden niet meer beschikt over een GNK-c. Om deze reden zijn de HKZ-normen 7.1.4 Opslag van geneesmiddelen, medische uitrusting en steriele materialen en 7.2 Beheersing van bewakings- en meetapparatuur uitgesloten van het kwaliteitssysteem. Leeswijzer In hoofdstuk twee is de organisatie beschreven. Het derde hoofdstuk gaat over het kwaliteitsbeleid en het toepassingsgebied van het kwaliteitsmanagementsysteem. Voor de opzet van de hierna volgende hoofdstukken is uitgegaan van de rubriek indeling van het HKZcertificatieschema, zodat het voor management, medewerkers en certificerende instantie duidelijk is op welke wijze GHOR Hollands Midden de vereisten van het certificatieschema heeft geborgd. 6

2. Organisatie 2.1 Wettelijk kader Het wettelijk kader voor GHOR Hollands Midden is beschreven in het beleidsplan GHOR Hollands Midden 2012 2015 1 en in de begrotingen 2016 en 2017. In de Wvr staat de rol van de GHOR als volgt omschreven 2 : de GHOR is verantwoordelijk voor de coördinatie, aansturing en regie van de geneeskundige hulpverlening en de advisering van andere overheden en organisaties op dat gebied. Deze taken worden in de wet verder gespecificeerd; ten tijde van rampen en crises draagt de GHOR zorg voor de leiding en coördinatie van de geneeskundige keten 3 en voor het informatiemanagement binnen de geneeskundige keten 4. 2.2 Bestuurlijk kader en bestuurlijke verantwoordelijkheden Wettelijk is geregeld dat zorginstellingen onder alle omstandigheden verantwoorde zorg moeten leveren. Zij zijn daardoor ook verantwoordelijk voor hun voorbereiding op rampen en crises. Dit geldt ook voor GGD en Regionale Ambulance Voorziening (RAV) in Hollands Midden. Beide organisaties zijn ondergebracht bij de Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden (RDOG HM), waarvan ook GHOR Hollands Midden onderdeel uit maakt. De taak van GHOR Hollands Midden en de organisatie van de geneeskundige hulpverlening zijn geregeld in twee gemeenschappelijke regelingen: die van de Veiligheidsregio Hollands Midden (VRHM) en RDOG HM. In de GR VRHM is vastgelegd dat de DPG namens het bestuur VRHM verantwoordelijk is voor het in stand houden van GHOR Hollands Midden. In de GR RDOG is vastgelegd dat de RDOG HM verantwoordelijk is voor de organisatie van de geneeskundige hulpverlening. Bestuurlijke besluitvorming over het beleid GHOR Hollands Midden en verantwoording zijn hierin geregeld. 2.3 GHOR Hollands Midden De DPG heeft een ondersteuningsbureau tot zijn beschikking. Dit bureau bestaat uit een manager, beleidsmedewerkers, coördinatoren Opleiden, Trainen en Oefenen, communicatieadviseur, adviseur evenementen, medewerker Materieel en logistiek en een secretariaat. De formatie van de sector GHOR (exclusief de DPG) is op 1 januari 2016 12 fte. De bedrijfsvoering gaat uit van integraal management. De invulling daarvan is beschreven in de Organisatieverordening RDOG HM. 2.4 Operationele GHOR-organisatie De parate organisatie bestaat uit personen die 24/7 beschikbaar zijn voor een daadwerkelijke inzet. Voor GHOR Hollands Midden zijn 31 functionarissen oproepbaar uit RAV, GGD en het ondersteuningsbureau GHOR Hollands Midden. Belangrijk hierbij is dat ondanks de extra capaciteit die een groot incident vraagt, de dagelijkse hulpverlening altijd door moet gaan. Bij het bestrijden van grootschalige incidenten werken functionarissen van GHOR Hollands Midden samen met partners in de geneeskundige keten en de veiligheidsketen. 1 Een concept beleidsplan 2016-2019 GHOR Hollands Midden is beschikbaar. Bestuurlijke vaststelling is gepland op 14 december 2016. 2 Wvr, artikel 1 3 Wvr, artikel 32.2 4 Besluit VR, hoofdstuk 2 7

3. Kwaliteitsbeleid en kwaliteitsmanagementsysteem 3.1 Uitgangspunten en doelen Het doel van kwaliteitsmanagement van GHOR Hollands Midden is bij te dragen aan het voldoen aan behoeften en verwachtingen van klanten en partners, taken op een efficiënte en effectieve wijze uit te voeren en continu te leren en te verbeteren. Het kwaliteitsbeleid van GHOR Hollands Midden sluit aan op het kwaliteitsbeleid van RDOG HM en van VRHM. Het kwaliteitsmanagementsysteem van GHOR Hollands Midden is gebaseerd op drie pijlers: proces-, prestatie- en verbetermanagement. Het kwaliteitsmanagementsysteem gaat uit van de PDCA-cyclus: Plan: Het vaststellen van doelstellingen en processen die nodig zijn om resultaten te bereiken in overeenstemming met de eisen van belanghebbenden 5 en het beleid van de organisatie; Do: Het invoeren en werken volgens processen; Check: Het bewaken en het meten van processen ten opzichte van beleid, doelstellingen en eisen van belanghebbenden, evenals het rapporteren van resultaten; Act: Maatregelen treffen om de procesprestaties continu te verbeteren. Toepassing van procesmanagement leidt tot een overzicht, waarin onderlinge relaties van processen zichtbaar zijn, in welke volgorde processen lopen en hoe zij op elkaar ingrijpen. Het weergeven van de onderlinge relaties laat tevens de afhankelijkheid tussen de processen zien en met de omgeving. Met behulp van prestatiemeting wordt inzichtelijk gemaakt in hoeverre (bij)sturen van doelstellingen en processen noodzakelijk is (zie paragraaf 4.4). Verbetermanagement zorgt ervoor dat de PDCA-cyclus volledig wordt doorlopen. Hierdoor wordt continue verbetering mogelijk gemaakt (zie hoofdstuk 6). Het kwaliteitsmanagementsysteem is zodanig ingericht dat het helpt om de uitvoering van GHORtaken voortdurend te verbeteren. Het kwaliteitsmanagementsysteem bevat zo min mogelijk papier en gaat uit van de taakvolwassen medewerker en team. Het kwaliteitsmanagementsysteem draagt bij aan het verbeteren van de samenwerking en communicatie met derden (klanten, partners, operationele functionarissen, leveranciers en bestuur). Het handboek kwaliteit is een bundeling voor het vastgelegde beleid en de processen van GHOR Hollands Midden. Het systeem draagt bij aan het inwerken van nieuwe medewerkers en het vervangen van medewerkers in het geval van (langdurige) afwezigheid. Het kwaliteitsbeleid is onderdeel van het algemeen beleid, zoals dat is vastgelegd in de programmabegroting en het beleidsplan GHOR 2012 2015. De meerjaren doelstellingen van het kwaliteitsbeleid zijn opgenomen in het beleidsplan GHOR 2012 2015. Toepassing van procesmanagement leidt tot een overzicht, waarin onderlinge relaties van processen zichtbaar zijn, in welke volgorde processen lopen en hoe zij op elkaar ingrijpen. Het weergeven van de onderlinge relaties laat tevens de afhankelijkheid tussen de processen zien en met de omgeving. Met behulp van prestatiemeting wordt inzichtelijk gemaakt in hoeverre (bij)sturen van doelstellingen en processen noodzakelijk is (zie paragraaf 4.4). 5 Belanghebbenden: bestuur, partners en operationele functionarissen 8

3.2 Verantwoordelijkheden De manager GHOR is de directievertegenwoordiger voor GHOR Hollands Midden en is verantwoordelijk voor het kwaliteitsmanagementsysteem. De beleidsmedewerker met aandachtsgebied kwaliteit is belast met de ontwikkeling en ondersteunt bij het beheer van het kwaliteitsmanagementsysteem, onder directe aansturing van de manager. De manager GHOR is verantwoordelijk voor vaststellen, invoeren en onderhouden van de processen die nodig zijn voor het kwaliteitsmanagementsysteem. Als zodanig stelt hij de hoofdversienummers vast van procesrapporten en werkafspraken. De DPG is betrokken bij het kwaliteitsmanagementsysteem door het periodiek overleg tussen DPG en manager GHOR en door de rapportage van manager GHOR aan de DPG over het functioneren van het kwaliteitsmanagementsysteem. Iedere medewerker is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van zijn eigen taakgebied en voor het verbinden van kennis en vaardigheden binnen het team. Belangrijke wijzigingen in het kwaliteitsmanagementsysteem die het team aangaan, worden besproken in het teamoverleg. Via het team vindt communicatie plaats over eisen, behoeften en verwachtingen van bestuur, klanten, partners en operationele functionarissen. De werkwijzen voor meten, evalueren en verbeteren van processen zijn vastgelegd. 9

4. PLAN: Afspraken over de taakuitvoering 4.1 Inleiding: PLAN Dit hoofdstuk gaat over zaken die GHOR Hollands Midden op orde moet hebben om haar taken goed uit te voeren. Een belangrijk onderdeel is de beschrijving en de analyse van de processen, waarin de uitvoering van de GHOR-taken is georganiseerd. Door deze procesbenadering komen kwetsbare onderdelen en potentiële risico s in de uitvoering van taken naar voren. GHOR Hollands Midden kan, indien nodig, preventieve maatregelen nemen en risico s, die in de primaire en kritische processen aanwezig zijn, beheersen. Onderdeel van het procesmanagement in deze PLAN-fase is het vaststellen wie de klanten en partners zijn 6. 4.2 Processen Voor de beschrijving van processen worden uitgangspunten van de Ordening Methodiek Processen (OMP) 7 toegepast. OMP levert inzicht in de grenzen van het proces, het beoogde doel van het proces, de afhankelijkheden met andere processen en de informatieproducten. Voor elk primair proces en kritisch sturend of ondersteunend proces is een procesrapport gemaakt. Kritisch zijn die processen die invloed hebben uit de uitvoering van de primaire processen. Uitzondering: voor de processen Personeel en organisatie, Facilitair en ICT en Integraal plannen en monitoren zijn geen procesrapporten opgesteld. De beschrijving van de werkwijze is opgenomen in dit handboek kwaliteit. In het procesrapport is vastgelegd: Wie de proceseigenaar is; Hoofdproces waartoe het proces behoort; Doel van het proces; Toelichting; Omschrijving gebruikte begrippen; Uitvoerder van het proces; Prestatie-indicatoren (zie paragraaf 4.4); Werkwijze, bij voorkeur met een processchema. In het processchema is vastgelegd welke producten het proces gebruikt (input), wat de processtappen of fasen zijn en welke producten het proces voortbrengt (output). Overzicht van de informatieproducten, met het doel ervan, de goedkeurder en de noodzaak tot archiveren van het informatieproduct. Een informatieproduct kan zowel een document als een registratie zijn. Versiebeheer. Elke procesfase kent bijstellingsinformatie, die in het dagelijkse werk wordt uitgevoerd. Hiervoor wordt geen aparte loop in het processchema opgenomen. Elk proces kan worden gestart door de output van het proces Monitoren, evalueren en verbeteren van processen (deelproces van Kwaliteitsmanagement). Deze sturende informatie is niet afzonderlijk in het processchema opgenomen. 6 HKZ-certificatieschema pagina 16. 7 Voor uitgangspunten en werkwijzen: zie Handleiding OMP, 2007. 10

De producent van een informatieproduct zorgt ook voor het archiveren (indien dit archiveren nodig is) in het formele archief van GHOR Hollands Midden. Uitsluitend de informatieproducten die behoren tot de directe invloedssfeer van GHOR Hollands Midden zijn beschreven. In onderstaand procesmodel GHOR Hollands Midden schema staan de sturende, primaire en ondersteunende bedrijfsfuncties met de binnen desbetreffende bedrijfsfunctie vallende processen. 4.3 Risicomanagement processen GHOR Hollands Midden voert tenminste eens per jaar een risicobeoordeling en analyse uit. Daarmee wordt vastgesteld waar in de processen kritische punten zitten die invloed kunnen hebben op de beoogde resultaten. De analyse vindt plaats met vooraf vastgestelde frequentie en in ieder geval bij een relevante verandering of wijziging in het proces. Het doel van deze zgn. prospectieve risicoanalyse is dat GHOR Hollands Midden nadenkt over wat de risicovolle momenten of situaties zijn binnen haar processen en hoe hier mee om te gaan. De gebruikte werkwijze is beschreven in de Werkafspraken Risicobeoordeling en analyse van processen. De geïnventariseerde risico s zijn opgenomen in een afzonderlijk bestand (Risicomanagement GHOR Hollands Midden), dat overzicht en samenhang biedt voor de manager GHOR. 4.4 Prestatie-indicatoren Met prestatiemeting wordt inzichtelijk gemaakt in hoeverre (bij)sturen van doelstellingen en processen noodzakelijk is. Ook wil GHOR Hollands Midden transparant zijn in haar operationele prestaties naar de DPG en in de verantwoording naar het bestuur. Daarom wordt gewerkt met prestatie-indicatoren, die zijn gebaseerd op de processen en vastgelegd in procesrapporten. Normen voor deze indicatoren 11

zijn vastgelegd in het bestuurlijk vastgestelde jaarplan en daar waar mogelijk gebaseerd op landelijke prestatie-indicatoren. Prestatie-indicatoren en normen zijn waar mogelijk SMART uitgedrukt. GHOR Hollands Midden gaat uit van output-indicatoren. 4.5 Klanten, partners en functionarissen van de GHOR Klanten kunnen zowel partners als opdrachtgevers zijn als ook andere organisaties waarmee GHOR Hollands Midden een klantrelatie heeft. 8. Klanten zijn de afnemers van de informatieproducten. Wie klant is voor GHOR Hollands Midden, hangt daardoor af van het beschreven proces. Voorbeelden zijn het bestuur en vergunningverleners gemeenten. Partners zijn partijen met wie samen gewerkt wordt aan de voorbereiding op en de bestrijding van incidenten. Deze partijen omvatten zowel gebruikers als leveranciers van de (informatie)producten en diensten die GHOR Hollands Midden levert. Wat in de ene situatie een klant is, kan in een andere situatie een partner zijn. De personen die operationele GHOR-functies uitvoeren (operationele functionarissen) zijn geregistreerd in het vakbekwaamheidsmanagementsysteem AG5. 4.6 Afspraken met het bestuur van de Veiligheidsregio Hollands Midden Vanaf 1 januari 2014 is de instandhouding van de GHOR en het programma geneeskundige hulpverlening geregeld in de GR RDOG en de GR VRHM. Benoeming, schorsing en ontslag van de DPG vindt plaats door het bestuur RDOG HM in overeenstemming met het bestuur VRHM. Het algemeen bestuur VRHM heeft voor de DPG een instructie vastgesteld. De DPG legt verantwoording af aan zowel het bestuur RDOG HM als aan het bestuur VRHM. Met het bestuur RDOG maakt de DPG afspraken over de uitvoering GHOR-taken, nadat het bestuur VRHM hierover positief heeft geadviseerd. 4.7 Melden en beheersen van afwijkingen In het procesrapport Monitoren, evalueren en verbeteren van processen ligt vast: wat verstaan wordt onder afwijkingen, waaronder taken die niet structureel conform afspraken zijn/worden uitgevoerd, klachten en (bijna) ongevallen, de wijze van melding en rapportage van deze afwijkingen, wie verantwoordelijk en bevoegd zijn voor het melden en beheersen van afwijkingen, wie de afwijking kan goedkeuren, wie verantwoordelijk en bevoegd zijn voor het treffen van verbetermaatregelen. hoe klanten, partners en functionarissen worden geïnformeerd over de afwijkingen en de eventueel genomen verbetermaatregelen het opbouwen van een gegevensbestand van de afwijkingen, het analyseren ervan en het nemen van verbetermaatregelen naar aanleiding van deze analyse. GHOR Hollands Midden streeft naar zo min mogelijk structurele afwijkingen in de uitvoering van processen. Door nauw overleg met klanten, partners en operationele functionarissen wil het bureau eventuele knelpunten bespreken, oplossen en voorkomen. 8 HKZ-certificatieschema, pagina 8. 12

5. DO: Uitvoering 5.1 Inleiding: DO De normen van het HKZ-schema die onder de DO-fase vallen, gaan over de uitvoering van taken. Daarbij vormen het beleid en de doelstellingen van GHOR Hollands Midden de leidraad. Bij de uitvoering is het belangrijk vraaggericht en professioneel te handelen. Planning en beheersing van de werkzaamheden, werkmethoden en verslaglegging of registraties ondersteunen dat. Hierdoor is achteraf te achterhalen wie wat heeft gedaan en wie dat heeft gecontroleerd. 5.2 Planvorming VRHM GHOR Hollands Midden werkt binnen de VRHM mee aan het tot stand komen van en het actueel houden van het risicoprofiel, het regionaal beleidsplan, het regionaal crisisplan en de operationele plannen. Tevens draagt GHOR Hollands Midden bij aan de uitvoering van deze plannen. GHOR Hollands Midden neemt deel aan de Multidisciplinaire werkgroep Operationele Planvorming (MDOP). De werkwijze is vastgelegd in het procesrapport Bijdragen aan planvorming en convenanten VRHM. 5.3 Advisering risicobeheersing Adviezen evenementen De werkwijze is vastgelegd in het procesrapport Adviezen evenementen. Verstrekte adviezen worden geregistreerd en gemonitord in het overzicht Registratie geadviseerde evenementen GHOR. Adviezen risicobeheersing gebouwde omgeving GHOR Hollands Midden neemt deel aan de Multidisciplinaire werkgroep RisicoBeheersing (MDRB). De relatie van de werkgroep MDRB, met GHOR Hollands Midden en andere partners en het hoofdenoverleg is vastgelegd in een processchema. De werkwijze van GHOR Hollands Midden is vastgelegd in het procesrapport Adviezen risicobeheersing. 5.4 Afspraken partners GHOR Hollands Midden maakt, onderhoudt en monitort afspraken met haar zorgpartners. Afspraken zijn gebaseerd op wettelijke eisen, het regionaal beleidsplan, het regionaal crisisplan, het beleidsplan GHOR Hollands Midden, het regionaal zorgcontinuïteitsplan en de landelijke visie zorgcontinuïteit. De werkwijze ligt vast in het procesrapport Vaststellen en implementeren van schriftelijke afspraken met zorgpartners. 5.5 Functie- en vakbekwaamheidseisen functionarissen van de GHOR GHOR Hollands Midden heeft functie- en vakbekwaamheidseisen van de functionarissen van de GHOR vastgelegd. GHOR Hollands Midden zorgt ervoor dat functionarissen van de GHOR voldoen en blijven voldoen aan de functie- en vakbekwaamheidseisen voor de functie die ze uitvoeren (zie paragraaf 5.7). In het vakbekwaamheidsmanagementsysteem (AG5) worden de persoonsgegevens en de mate van vakbekwaamheid van de operationele GHOR-functionarissen beheerd. 5.6 Veiligheid functionarissen van de GHOR In het beleidsplan Opleiden Trainen Oefenen VRHM GHOR Hollands Midden 2012-2015 en in het is vastgelegd dat aandacht voor veiligheid tijdens voorbereiding en uitvoering van oefeningen van essentieel belang is voor een goed verloop ervan. Enerzijds om ongevallen en onveilige situaties tijdens oefeningen te voorkomen, anderzijds om ervan te leren om zo de veiligheid tijdens een inzet te 13

verhogen. In draaiboeken van oefeningen en praktijktrainingen is een veiligheidsparagraaf opgenomen. In de inzetrapportages geeft de operationele functionaris aan of een (bijna) ongeval heeft plaatsgevonden en geeft hij, als dit het geval is, hierop een toelichting. Tijdens een multidisciplinaire oefening of inzet beschikken operationele GHOR-functionarissen over kleding waarmee zij als GHOR-functionaris herkenbaar zijn en die voldoen aan de veiligheidseisen (brandwerend, goed zichtbaar en hygiënisch). De functionarissen OvDG, ODPG, AGGZ en HIN-gz beschikken tijdens hun dienst over een piketvoertuig, vanwege de wettelijke opkomsttijd van deze functies. De uiterlijke herkenbaarheid van het voertuig bevordert een veilige en snelle toegang tot de plaats van het incident c.q. plaats van overleg. GHOR Hollands Midden kent een programma van rijvaardigheidstrainingen gericht op veilig rijden bij het vervullen van de operationele functie. 5.7 Opleiden, Trainen en Oefenen (OTO) GHOR Hollands Midden neemt deel aan de Multidisciplinaire werkgroep Opleiden, Trainen en Oefenen (MDOTO), die binnen de veiligheidsregio het multidisciplinair oefenbeleid opstelt en dit beleid uitvoert. Zij draagt bij en voert uit het meerjarenbeleid van de veiligheidsregio voor Opleiden Trainen Oefenen. Dit beleid, alsook het beleid GHOR Hollands Midden, is basis voor het meerjarenbeleid OTO van GHOR Hollands Midden. Jaarlijks stelt GHOR Hollands Midden een jaarplanning op voor het vaststellen van de uitvoering van OTO-activiteiten intern en extern. De activiteiten worden volgens de jaarplanning uitgevoerd en geregistreerd in het vakbekwaamheidsmanagementsysteem AG5. Een (OTO-)checklist wordt gebruikt voor overzicht op het individueel plannen en monitoren van OTOactiviteiten. De checklist wordt beheerd door de coördinatoren Opleiden, Trainen en Oefenen. De werkwijze is vastgelegd in het procesrapport Opleiden Trainen Oefenen. 5.8 Operationele inzetten GHOR Hollands Midden voert haar taken tijdens operationele inzetten uit conform gemaakte afspraken in de operationele plannen, de operationele kaarten voor operationele functionarissen, regionaal crisisplan en de met ketenpartners gemaakte afspraken. De coördinatoren OTO zorgen voor actuele informatie in de GHOR app voor operationele functionarissen, via de website GHOR en/of mail. De medewerkers van GHOR Hollands Midden leveren hiervoor informatie aan. Van de operationele inzetten vindt registratie plaats. Van elke inzet maakt de betrokken operationele functionaris een inzetrapportage. De werkwijze is beschreven in het procesrapport Afhandelen en evalueren operationele inzet. 5.9 Rapportage aan het bestuur van de veiligheidsregio GHOR Hollands Midden verantwoordt drie keer per jaar de uitvoering van haar taken aan de DPG. Deze interne managementrapportage voor de DPG is de basis voor de bestuurlijke rapportage van de DPG aan het bestuur RDOG HM. Tevens legt de DPG verantwoording af over de taakuitvoering in de jaarrekeningen en jaarberichten aan de besturen VRHM en RDOG HM. De DPG rapporteert aan het bestuur over de mate waarin zorgpartners de met het bestuur VRHM gemaakte afspraken uitvoert. De werkwijze is vastgelegd in het procesrapport Monitoren en rapporteren afspraken met ketenpartners. 14

6. CHECK en ACT: meten, analyseren en verbeteren 6.1 Inleiding: Check en act In Check en act wordt de PDCA-cyclus van de primaire processen rondgemaakt op het niveau van de taakuitvoering. Het gaat over het meten van de behaalde resultaten in relatie tot de eerder vastgelegde doelstellingen en het meten van ervaringen van bestuur, klanten, partners en functionarissen van de GHOR. Ook gaat het over het verzamelen en analyseren van gegevens uit de procesanalyse / risicobeoordeling en de analyse van de ingevoerde verbeteringen. 6.2 Meten en evalueren resultaten processen GHOR Hollands Midden versterkt haar organisatie in de volle breedte door afwijkingen en kansen voor verbeteringen te signaleren, hun oorzaken vast te stellen, verbeteringen voor te stellen, te implementeren en te borgen. De werkwijze hiervoor is vastgelegd in het procesrapport Monitoren, evalueren en verbeteren van processen. Dit generieke proces bestaat uit twee deelprocessen: het deelproces Monitoren en het deelproces Evalueren en verbeteren. Triggers voor een opdracht tot het opstellen van een evaluatieplan zijn plannen (time based) en afwijkingen (event based). Daarnaast heeft de organisatie werkwijzen voor specifieke processen, die het generieke proces Monitoren, evalueren en verbeteren overrulen: Proces Afhandelen en evalueren operationele inzetten. Proces Opleiden Trainen Oefenen: trainingen en oefeningen worden standaard monodisciplinair geëvalueerd. Proces Monitoren en rapporteren afspraken met ketenpartners. Voor de cyclische processen Opleiden, Trainen Oefenen, Operationele inzet en Adviseren evenementenveiligheid worden analyse c.q. verbeterpunten uit evaluaties in het volgende proces meegenomen (en eventueel in het volgende jaarplanning Opleiden Trainen Oefenen). Indien van toepassing, koppelt GHOR Hollands Midden resultaten van evaluaties terug naar de bij het geëvalueerde proces betrokken klanten, partners en functionarissen en legt deze vast. GHOR Hollands Midden meet periodiek of de behaalde resultaten voldoen aan de gestelde normen uit het jaarplan en legt dit vast in de interne managementrapportage voor de DPG. Tevens vindt in deze interne managementrapportage beoordeling op het functioneren van het kwaliteitsmanagementsysteem plaats. Indien afwijkingen op de normen worden geconstateerd, worden deze onderzocht en verbetermaatregelen vermeld in deze rapportage. 6.3 Waardering bestuur van de veiligheidsregio, klanten, partners en functionarissen van de GHOR GHOR Hollands Midden meet tenminste eens per drie jaar de waardering van klanten, partners en functionarissen. In 2016 hebben DPG en manager GHOR relatiebeheergesprekken gevoerd met leden van het dagelijks bestuur VRHM (zie Werkafspraken Meten waardering bestuur). GHOR Hollands Midden meet op een systematische wijze de waardering van klanten, partners en operationele functionarissen. RDOG HM adviseert over de opzet en uitvoering van het onderzoek. Voorafgaand aan het onderzoek wordt een evaluatie van het vorige onderzoek evenals een plan van aanpak opgesteld en in het werkoverleg besproken. Resultaten worden teruggekoppeld in het werkoverleg en op de website van GHOR Hollands Midden gepubliceerd. 6.4 Analyse metingen 15

De gehouden metingen zijn input voor de rapportage voor de directiebeoordeling. Het doel is de beoordeling door de DPG van de geschiktheid en doeltreffendheid van het kwaliteitsmanagementsysteem en identificatie van kansen voor verbetering. Het verschil met de verbetercyclus (Check en Act) is dat de directiebeoordeling op een ander niveau plaatsvindt. De verbetercyclus focust zich nu op het totale kwaliteitsmanagementsysteem en niet op de processen, de evaluaties en risico s binnen het primaire proces. Management en medewerkers zoeken continu naar verbetermogelijkheden. De werkwijze is vastgelegd in een procesrapport. Registratie van verbetermogelijkheden vindt plaats in het overzicht Monitoring afwijkingen en aandachtspunten proces Kwaliteitsmanagement. 6.5 Continu verbeteren Op basis van de Rapportage directiebeoordeling beoordeelt de DPG het functioneren van het kwaliteitsmanagementsysteem en stelt lijnen voor de toekomst en verbetermaatregelen vast. Deze maatregelen worden geregistreerd (zie 6.4). 16

7. Beleid en kwaliteitsmanagementsysteem 7.1 Inleiding: Beleid en kwaliteitsmanagementsysteem Beleid en kwaliteitsmanagementsysteem zijn onderwerpen van rubriek 4 van het certificatieschema. Hierin wordt het centrum van het kwaliteitsmanagementsysteem en de beleidscyclus van de GHOR zichtbaar. De eisen in deze rubriek gaan over het beleid en de doelstellingen die richting geven aan de organisatie als geheel en over de structuren, systemen en processen die nodig zijn voor planning, uitvoering, controle en verbetering van het beleid. Hierbij staan klant en partner centraal. Daarnaast stemt de GHOR haar beleid af op eisen en verwachtingen van het bestuur, financiers en andere belanghebbenden. Het verschil met de verbetercyclus zoals beschreven in hoofdstuk 6 Check en Act is dat deze hier op een ander niveau plaatsvindt. De verbetercyclus focust zich niet op processen, evaluaties en risico s binnen de primaire organisatiefuncties, maar juist op het totale kwaliteitsmanagementsysteem. Hierbij komt alle verzamelde informatie, dus ook evaluaties van ondersteunende processen bij elkaar en worden nieuwe lijnen uitgezet voor de toekomst. 7.2 Beleid Het regionaal beleidsplan VRHM stelt kaders voor het beleid van GHOR Hollands Midden. Dit beleid is geformaliseerd in het beleidsplan GHOR Hollands Midden en in de (meerjaren)begroting. De begroting GHOR Hollands Midden is onderdeel van de begroting RDOG HM. Tevens beschikt GHOR Hollands Midden over een meerjaren communicatiebeleidsplan en een beleidsplan Advisering vergunningverlening publieksevenementen (zie Proces Strategie en beleid). Het regionaal beleid VRHM wordt in jaarplannen geconcretiseerd. Het beleidsplan en begroting GHOR Hollands Midden worden in een jaarplan geconcretiseerd en geactualiseerd. Op basis van het jaarplan worden persoonlijke jaarplannen opgesteld voor sturing door de manager GHOR. In management rapportages en bestuurlijke rapportages wordt verantwoording afgelegd. 7.3 Structuren en afspraken In de GR VRHM is vastgelegd dat de DPG namens het bestuur VRHM verantwoordelijk is voor het in stand houden van de GHOR. In de GR RDOG is vastgelegd dat de RDOG HM verantwoordelijk is voor de organisatie van de geneeskundige hulpverlening. Organisatiestructuur Zie hiervoor hoofdstuk 2. Interne en externe communicatiestructuur Communicatie en overleg binnen GHOR Hollands Midden zijn geborgd via het teamoverleg, het voortgangsoverleg (tussen manager GHOR en medewerker) en via gestructureerde communicatiemiddelen (website en intranet). De werkwijze met betrekking tot deze communicatiemiddelen is vastgelegd in het procesrapport Communicatie en PR. Om de onderlinge samenhang van de overleggen te bewaken en voor alle medewerkers inzichtelijk te houden zijn de communicatie en het structurele overleg met organisaties en personen vastgelegd in het overzicht Overleg- en communicatiestructuur GHOR Hollands Midden. Dit overzicht wordt tenminste eens per drie jaar geactualiseerd. Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden De bedrijfsvoering gaat uit van integraal management. De invulling daarvan is beschreven in de Organisatieverordening RDOG HM. 17

De verdeling van de formatie van GHOR Hollands Midden naar medewerkers, activiteiten en fte is vastgelegd in het document Taakverdeling en formatieopbouw GHOR s Midden. Om de relatie met klanten en partners te optimaliseren wordt gewerkt met relatiebeheerders in casu beleidsmedewerkers die een eerste verantwoordelijkheid hebben in het beheer van de aan hen toegewezen relaties (zie Verdeling verantwoordelijkheden in het relatiebeheer). Voor een goede communicatie met de operationele GHOR-functionarissen kent de sector GHOR vaste contactpersonen voor de diverse operationele GHOR-functies. Benodigde middelen en informatie De benodigde middelen voor het in stand houden van de GHOR zijn geborgd via begroting en budgetbewaking in de managementrapportages. Doel en visie van informatiemanagement voor de GHOR zijn vastgelegd in het beleidsplan GHOR. Continuïteit GHOR Hollands Midden heeft een continuïteitsplan. Hierin staan de activiteiten beschreven, de prioriteiten en het afbreukrisico indien processen wegens continuïteitsproblemen niet kunnen worden uitgevoerd. Voor het borgen van de uitvoering van processen bij langdurige afwezigheid door ziekte of vakantie zijn overdrachtsdocumenten per medewerker opgesteld. 7.4 Uitvoeren van beleid en kwaliteitsmanagementsysteem De manager GHOR is verantwoordelijk voor het kwaliteitsmanagementsysteem. Als zodanig ondertekent hij het handboek kwaliteit. Tenminste een keer per jaar beoordeelt de DPG het functioneren van het kwaliteitsmanagementsysteem op basis van een rapportage directiebeoordeling, dat onderdeel is van de interne managementrapportage 9. De werkwijze is vastgelegd in het procesrapport Rapportage directiebeoordeling. De manager GHOR is verantwoordelijk voor vaststellen, invoeren en onderhouden van de processen die nodig zijn voor het kwaliteitsmanagementsysteem. Als zodanig stelt hij de hoofdversienummers vast van procesrapporten en werkafspraken, onderdeel van het handboek Interne organisatie. Via het teamoverleg vindt communicatie plaats over eisen, behoeften en verwachtingen van bestuur, klanten, partners en operationele functionarissen van GHOR Hollands Midden. De manager GHOR heeft regelmatig overleg met de DPG. Werkwijzen voor het meten, evalueren en verbeteren van processen zijn vastgelegd. Zie hoofdstuk 6. 7.5 Interne audit De werkwijze met betrekking tot de interne audit is vastgelegd in het procesrapport Interne audit. 7.6 Directiebeoordeling De werkwijze met betrekking tot de directiebeoordeling is vastgelegd in het procesrapport Rapportage directiebeoordeling. 9 Vanaf de tweede managementrapportage in 2016. Voordien vond jaarlijkse beoordeling op het functioneren van het kwaliteitsmanagementsysteem plaats en een afzonderlijke verantwoording over het behalen van gestelde jaardoelen. 18

8. Personeelsbeleid 8.1 Inleiding: personeelsbeleid Personeelsbeleid is de vijfde rubriek in het HKZ-schema. Medewerkers en management zijn van doorslaggevend belang voor de taakuitvoering. De eerste stap in goed personeelsbeleid is het opstellen van een beleid dat gerelateerd is aan missie en visie. Ook worden functie-eisen vastgelegd. Bij de uitvoering van het beleid wordt ervoor gezorgd dat medewerkers aan de gestelde eisen voldoen en dat de omgeving geschikt is om het werk te verrichten. Regelmatig wordt gemeten en geanalyseerd of medewerkers en het beleid nog voldoen aan de eisen. Indien nodig worden verbetermaatregelen genomen 10. 8.2 Personeelsbeleid De RDOG HM is de werkgever voor de medewerkers van GHOR Hollands Midden. De RDOG HM is verantwoordelijk voor het vaststellen en het onderhouden van het RDOG HM personeelsbeleid, die daarmee ook geldt voor GHOR Hollands Midden. Beleid en afspraken op het gebied van personeel zijn opgenomen op het RDOG HM Intranet. Indien afspraken zijn gemaakt en (nog) niet zijn gepubliceerd, zijn deze opvraagbaar bij de personeelsadviseur van de RDOG HM. Deskundigheidsbevordering en/of opleidingsbeleid Manager GHOR heeft een Opleidingsbeleidsplan 2012 2015 voor GHOR-medewerkers opgesteld. Dit beleidsplan is besproken en vastgesteld in het werkoverleg. Het opleidingsbeleidsplan omvat ook supervisie, intervisie, interne en externe stages en training on the job. De uitvoering van opleidingen voor de operationele functies staat beschreven in het jaarprogramma Opleiden Trainen Oefenen van GHOR Hollands Midden en valt buiten de reikwijdte van het Opleidingsbeleidsplan voor GHORmedewerkers. Arbeidsvoorwaarden De Arbeidsvoorwaardenregeling RDOG HM is van toepassing. Arbeidsomstandigheden Op basis van de Arbowet heeft de RDOG HM regelingen over ziekte en arbeidsongeschiktheid, draagt de RDOG HM zorg voor een bedrijfsbrede risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) en verzorgt de RDOG HM opvang van medewerkers bij psychische problematiek die direct uit de werkzaamheden voortvloeit. RI&E Voor GHOR Hollands Midden is een risico-inventarisatie uitgevoerd en is een plan van aanpak opgesteld. Jaarlijks vindt in het teamoverleg in aanwezigheid van de Arbo coördinator van de RDOG HM overleg plaats over de voortgang in de uitvoering van het plan van aanpak RI&E. Acties worden vastgelegd en gemonitord via het teamoverleg. Psychische werkomstandigheden (werkdruk, relaties met collega s en dergelijke) vallen onder de aandacht van de manager GHOR. Medewerkers kunnen problemen in het kader van arbeidsomstandigheden, veiligheid, gezondheid en welzijn (VGW) bij de manager kenbaar maken. In 10 HKZ-certificatieschema, pagina 34. 19

overleg met de medewerker - en zo nodig met deskundigen van de RDOG HM of andere deskundigen - wordt naar een oplossing gezocht. Inrichting werkplek Op basis van vragen of klachten over de werkplek van medewerkers laat de manager GHOR via het team PO&C een werkplekonderzoek verrichten. De manager draagt zorg voor prioritering en uitvoering van de aanbevelingen uit dit onderzoek. Veiligheid medewerkers Zie paragraaf 5.6. Bedrijfshulpverlening Voor de bedrijfshulpverlening (BHV) wordt een beroep gedaan op de brandweerorganisatie waarmee GHOR Hollands Midden in één pand is gehuisvest. Een vastgesteld en geoefend bedrijfshulpverleningsplan locatie Rooseveltstraat is beschikbaar. De GHOR beschikt over twee professioneel opgeleide BHV ers. Functiehuis De RDOG HM kent een regeling voor functiebeschrijving, competenties en functiewaardering. De RDOG HM beschikt over een functiehuis met (sub)families. Iedere medewerker van de GHOR Hollands midden is ingedeeld in een subfamilie waarin vastgelegd zijn: doel, resultaatgebieden, beoordelingscriteria, competenties en differentiërende factoren. De resultaatgebieden worden geconcretiseerd in een persoonlijk jaarplan, dat gebaseerd op het jaarplan GHOR Hollands midden. De functies voor operationele GHOR-functionarissen zijn landelijk bepaald en beschreven voor GHOR Hollands Midden. De functie van de DPG is beschreven en vastgesteld. Werving en selectie Het P&O team van RDOG HM coördineert de uitvoering van de werving en selectie. De uitvoering van het beleid voor GHOR Hollands Midden is een verantwoordelijkheid van de manager GHOR. Indien een vacature budgettair niet voorzien was, stelt de manager een voorstel tot invulling op en legt dit ter besluitvorming voor aan de DPG. Na akkoord door de DPG kan de manager GHOR het proces van vacaturevervulling vervolgen. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering ligt bij de manager; P&O adviseert en ondersteunt de manager. Nieuwe medewerkers De RDOG HM heeft een introductiebeleid voor nieuwe medewerkers opgesteld. Na indiensttreding wordt vanuit het P&O team algemene informatie over de RDOG HM verstrekt. De manager GHOR is verantwoordelijk voor het inwerken van nieuwe medewerkers. De manager kan voor de inwerkperiode een begeleider aanwijzen. Uitstroom medewerkers Met medewerkers met wie het dienstverband eindigt voert de sectormanager GHOR een exitgesprek. Indien de medewerker of manager het wenst, kan aanvullend een gesprek plaatsvinden met de personeelsadviseur. De sector GHOR beschikt over een registratie wanneer medewerkers zijn uitgestroomd met vermelding van de reden ervan. Medezeggenschap De RDOG HM beschikt over een Centrale Ondernemingsraad (COR), een OR voor de sector RAV en een OR voor de sectoren GGD en GHOR, voor Bedrijfsvoering en Stafbureau (OR GGBS). 20

De OR bewaakt de belangen van de medewerkers en adviseert de bestuurder RDOG HM over het te voeren beleid. GHOR Hollands Midden is vertegenwoordigd in de OR GGPF en namens de OR GGPF in de COR. De werkwijze en de verslagen staan op intranet van RDOG HM. Beleid over inzet en begeleiding van stagiaires en vrijwilligers Indien bij de GHOR Hollands Midden een verzoek tot stage of vrijwillig werk wordt ingediend, dan stelt de manager vast of het verzoek ingewilligd kan worden. Na akkoord van de stage opdracht stelt het P&O team de stage overeenkomst op. De manager wijst een begeleider aan voor de stagiaire. 8.3 Functioneringsgesprekken Het beleid voor functioneringsgesprekken, beoordelingsgesprekken en POP-gesprekken is vastgelegd in het RDOG HM Opleidingsbeleid en in het GHOR Opleidingsbeleid 2012 2015. De manager GHOR is verantwoordelijk voor het jaarlijks houden van functioneringsgesprekken. Zowel de medewerker als de manager kan het initiatief nemen voor een functioneringsgesprek. Tijdens de individuele jaargesprekken worden afspraken gemaakt over de te behalen doelstellingen en activiteiten voor het komend jaar. Een dergelijk jaargesprek wordt gekoppeld aan het functioneringsgesprek. Door het voeren van een functioneringsgesprek in een frequentie van tenminste eenmaal per jaar worden de werkprestaties beoordeeld en wordt vastgelegd welke aanvullende kennis vereist en wenselijk is. Het welbevinden van de medewerker en de mate waarin hij met tevredenheid zijn werk doet, is onderdeel van het functioneringsgesprek. Ook wensen over het functioneren in de operationele GHOR-functies is voor de medewerkers die de functie van ACGZ, HIN-gz, HON-gz en/of OMAc vervullen vanaf 1 september 2015 onderdeel van het functioneringsgesprek. De manager GHOR is verantwoordelijk voor het opmaken van een beoordeling op die momenten dat de rechtspositieregelingen dat vereisen. Het P&O team adviseert hierin. 8.4 Waardering medewerkers RDOG HM organiseert tenminste eens per vier jaar een medewerkerswaarderingsonderzoek (MTO). GHOR Hollands Midden neemt deel aan dit RDOG HM onderzoek. Medewerkers hebben de gelegenheid in de voortgang overleggen, in team overleggen en bureautrainingen uiting te geven aan onderwerpen of zaken waarvan zij vinden dat goed is en wat beter kan. GHOR Hollands midden kent een open deur beleid : klachten en suggesties over het personeelsbeleid kunnen op elk moment bij de manager worden besproken of tijdens een voortgangsof werkoverleg. Heeft de eigen medewerker een klacht over de manager, dan dient de medewerker deze klacht in bij de DPG. 8.5 Analyseren en continu verbeteren Voor de evaluatie personeelsbeleid worden de normen uit het HKZ-schema als leidraad gebruikt. Evaluatie vindt in het teamoverleg plaats. 21

9. Actueel houden en vernieuwen van uitvoering van taken 9.1 Inleiding: Actueel houden en vernieuwen Actueel houden en vernieuwen van uitvoering van taken is rubriek 6 in het HKZ-schema. Het gaat over de werkwijze van onderzoek naar mogelijke ontwikkelingen en implementatie van nieuwe processen. De GHOR houdt de buitenwereld in de gaten en gaat na of bepaalde ontwikkelingen gevolgen hebben voor de eigen organisatie. In dat geval neemt de organisatie maatregelen om de taakuitvoering bij te stellen 11. 9.2 Inventariseren van ontwikkelingen GHOR Hollands Midden volgt ontwikkelingen op het terrein van wet- en regelgeving en kennisontwikkeling. Tevens volgt zij nieuwe ontwikkelingen op het gebied van werkwijzen en methodieken. De medewerker die verantwoordelijk is voor een bepaald aandachtsgebied, volgt de ontwikkelingen voor dat aandachtsgebied. Medewerkers en manager participeren in landelijke en regionale werkgroepen 12 en projecten, die informatie leveren over nieuwe ontwikkelingen. Eisen, behoeften en verwachtingen van bestuur, partners en functionarissen van GHOR Hollands Midden worden gevolgd via overleggen en kennisbijeenkomsten met deze doelgroepen. Waarderings- en behoeftenonderzoeken leveren aanvullende informatie over eisen, behoeften en verwachtingen van bestuur, partners en operationele functionarissen. 9.3 Analyse van ontwikkelingen Een analyse van de belangrijkste ontwikkelingen is opgenomen in de programmabegroting en in het beleidsplan GHOR 2012-2015. De analyse vormt input voor de doelstellingen van GHOR Hollands Midden. De analyse van de interne en externe veranderingen die van invloed zijn op het kwaliteitsmanagementsysteem worden opgenomen in de rapportage directiebeoordeling. 9.4 Verbeteren en ontwikkelen taakuitvoering Op basis van de uitkomsten uit de analyse van nieuwe ontwikkelingen neemt GHOR Hollands Midden actie om taakuitvoering te verbeteren en te ontwikkelen. Afspraken over de te nemen maatregelen worden vastgelegd in het jaarplan, in het teamoverleg en/of de voortgang overleg. 9.5 Invoering nieuwe taak of proces Bij het invoeren van een nieuwe taak of nieuw proces, wordt een projectplan opgesteld. Hiervoor zijn formats digitaal beschikbaar. De samenstelling van het projectteam is afhankelijk van de nieuwe taak of het nieuwe proces. In het projectteam zit tenminste een gebruiker van desbetreffende taak of proces. Bij een nieuwe taak of nieuw proces volgt GHOR Hollands Midden zoveel mogelijk eisen en beschikbare landelijke formats van GGD GHOR Nederland. Eisen aan de nieuwe taak of nieuw proces worden in overleg met gebruikers opgesteld. Indien nodig wordt tussentijds geëvalueerd en bijgestuurd. Dit wordt dan opgenomen in het projectplan. Tijdens de eindevaluatie wordt gekeken of de nieuwe taak of proces overeenkomt met het doel en de verwachtingen alvorens deze goedgekeurd wordt door de manager GHOR. Via de gebruikelijke communicatiestructuur worden de beoogde veranderingen ingevoerd. 11 HKZ-certificatieschema, pagina 38. 12 Zie Overleg- en communicatiestructuur GHOR Hollands Midden. 22

10. Werkomgeving, materiaal en middelen 10.1 Inleiding: werkomgeving, materiaal en middelen Dit hoofdstuk beschrijft de werkwijze van rubriek 7 van het HKZ-schema. Voor het kunnen uitvoeren van de taken van de GHOR zijn een goede werkomgeving en goed materiaal een randvoorwaarde. De GHOR moet vaststellen aan welke eisen de werkomgeving, het materiaal en andere middelen moeten voldoen en welke onderdelen kritisch zijn voor de taakuitvoering. Verder stelt de organisatie eisen aan zaken zoals hygiëne, veiligheid voor functionarissen van de GHOR en medewerkers 13. 10.2 Bepalen eisen omgeving, materiaal en middelen GHOR Hollands Midden stelt middelen ter beschikking aan operationele functionarissen voor de uitoefening van hun functie. Het beheer van deze middelen is vastgelegd in het procesrapport Beheer middelen voor operationele functionarissen. In werkafspraken is vastgelegd op welke wijze de operationele functionarissen met de aan hen beschikbaar gestelde middelen dienen om te gaan. Het betreft de volgende middelen: 1. Alarmerings- en communicatiemiddelen 2. Beschermende kleding en schoeisel 3. Voertuigen: materieel en middelen 4. Legitimatie- en toegangspasjes 6. GHOR app 10.3 Beheersing van meet- en monitoringsuitrusting GHOR Hollands Midden heeft geen meet- en monitoringsuitrusting waarvoor zij verantwoordelijk is (zie hoofdstuk 1). Vanaf 1 januari 2016 is de organisatie van de geneeskundige bijstand veranderd, waardoor GHOR Hollands Midden niet meer beschikt over een GNK. Om deze reden zijn de HKZnormen 7.1.4 Opslag van geneesmiddelen, medische uitrusting en steriele materialen en 7.2 Beheersing van bewakings- en meetapparatuur uitgesloten van het kwaliteitsmanagementsysteem. 13 HKZ-certificatieschema pagina 42 23

11. Inkoop en uitbesteding 11.1 Inleiding: inkoop en uitbesteding Inkoop en uitbesteding zijn het onderwerp van rubriek 8 van het HKZ-schema. Het gaat om ingekochte en/of uitbestede producten en diensten die doorslaggevend zijn voor de uitvoering van taken door de r GHOR. Inkoop c.q. uitbesteding moet gecontroleerd gebeuren. Inkoopopdrachten moeten heldere en ondubbelzinnige gegevens bevatten, of het nu gaat om eenmalige inkoop of herhaalde afname. De organisatie moet hiervoor criteria opstellen. Aan de hand van deze criteria worden zowel de inkoop en/of uitbesteding als de leverancier beoordeeld 14. 11.2 Bepalen eisen voor inkoop en uitbesteding RDOG HM heeft een inkoopbeleidsplan. Het inkoopbeleid biedt een handvat voor medewerkers en externe opdrachtnemers zodat sprake kan zijn van een professionele samenwerking bij inkooptrajecten. Het draagt ook bij aan rechtmatig en doelmatig inkopen (zie RDOG HM Intranet). RDOG HM heeft Algemene Inkoopvoorwaarden opgesteld evenals Regels voor inkoopfacturen. In het procesrapport Inkoop is de werkwijze van GHOR Hollands Midden vastgelegd. In het procesrapport (Her)beoordelen van leveranciers is de werkwijze beschreven hoe vastgesteld wordt dat blijvend wordt voldaan of aan de gewenste afspraken met leveranciers. Registratie van (her)beoordelingen vindt plaats in het overzicht Evaluatie c.q. beoordeling leveranciers GHOR Hollands Midden. 14 HKZ-certificatieschema pagina 46 24