Partijen: Het Röpcke-Zweers ziekenhuis, hierna te noemen 'het ziekenhuis', vertegenwoordigd door mevr. P. Terwijn, lid Raad van Bestuur,

Transcriptie

1 Overeenkomst tussen Veiligheidsregio IJsselland en de Saxenburgh Groep, Röpcke-Zweers Ziekenhuis, over de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen, rampen en crises Partijen: Het Röpcke-Zweers ziekenhuis, hierna te noemen 'het ziekenhuis', vertegenwoordigd door mevr. P. Terwijn, lid Raad van Bestuur, en Veiligheidsregio IJsselland, hierna te noemen 'de veiligheidsregio', vertegenwoordigd door H.J. Meijer, voorzitter, Overwegende dat middels de relevante wet- en regelgeving, waaronder in ieder geval: a. de Wet toelating zorginstellingen, o op basis waarvan het ziekenhuis is aangewezen als zorginstelling; o die het ziekenhuis opdraagt om de bereikbaarheid te waarborgen van de acute zorg, daaronder begrepen de daaraan verbonden basiszorg, en van andere vormen van zorg ten aanzien waarvan aan de bereikbaarheid een bijzonder belang wordt gehecht; b. de Kwaliteitswet zorginstellingen, op basis waarvan het ziekenhuis: o zorg levert die van goed niveau is, die in ieder geval doeltreffend, doelmatig en patiëntgericht wordt verleend en die afgestemd is op de reële behoefte van de patiënt; o jaarlijks voor 1 juni een verslag ter openbare inzage legt, waarin het verantwoording aflegt van het beleid dat het in het afgelopen kalenderjaar heeft gevoerd rond de kwaliteit van de zorg; c. de Wet veiligheidsregio's, die onder andere: o de veiligheidsregio de volgende taken geeft * coördinatie, aansturing en regie van de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen, rampen en crises; " advisering van andere overheden en organisaties op dat gebied; Het ziekenhuis en de veiligheidsregio ieder een onderscheiden rol hebben die om nadere afspraken vraagt. Daartoe komen zij het volgende met elkaar overeen: Artikel 2. Planvorming en -uitvoering a. De veiligheidsregio stelt in overleg met de ketenpartners diverse plannen en procedures op, waaronder een opleidings-, trainings- en oefenplan GHOR. Het ziekenhuis voert de onderdelen van deze plannen uit, waarvoor zij de verantwoordelijkheid draagt. b. Het ziekenhuis bereidt zich met een beoefend ziekenhuis rampenopvangplan voor op een zwaar ongeval, ramp of crisis buiten de eigen organisatie. c. Het ziekenhuis bereidt zich met een beoefend continuïteitsplan voor op een calamiteit binnen de eigen organisatie. d. Het ziekenhuis stemt het ZiROP en het continuïteitsplan af met de veiligheidsregio. Artikel 3. Overleg a. Ziekenhuis en veiligheidsregio stellen beide een contactpersoon aan voor de andere organisatie. b. Het ziekenhuis neemt deel aan door de veiligheidsregio georganiseerde overleggen over beleidsvorming rond en kwaliteit van de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen, rampen en crises. c. De directeur publieke gezondheid neemt deel aan het regionaal overleg acute zorg. d. Ziekenhuis en veiligheidsregio geven elkaar gevraagd en ongevraagd inzage in de gegevens die de andere organisatie nodig heeft om haar taken uit te voeren. - pagina 1 van 5 -

2 Artikel 4. Samenwerking tijdens incidenten, rampen en crises a. Tijdens rampen en crises, of bij dreiging daarvan, is de algemeen commandant geneeskundige zorg (ACGZ) namens de directeur publieke gezondheid operationeel eindverantwoordelijk voor de processen acute gezondheidszorg en publieke gezondheidszorg. Hij wordt daarbij ondersteund door een hoofd informatie GHOR. b. Het ziekenhuis draagt, naast haar eigen verantwoordelijkheid om goede zorg te leveren, mede de verantwoordelijkheid om de keten van gezondheidszorg als geheel goed te laten functioneren. Dit geldt evenzeer tijdens rampen en crises als binnen de reguliere dagelijkse gezondheidszorg. c. In verband met het onder lid b genoemde wijst het ziekenhuis een aanspreekpunt aan voor de ACGZ en benoemt het een informatiecoördinator die informatie uitwisselt met het hoofd informatie GHOR. d. Het ziekenhuis verstrekt de veiligheidsregio gegevens van slachtoffers van een ramp of crisis, die zijn opgevangen in het ziekenhuis. Bijlage 1, die deel uitmaakt van deze overeenkomst, beschrijft hiervoor nadere afspraken. Artikel 5. Duur, evaluatie en beëindiging van de overeenkomst a. Deze overeenkomst treedt in werking met ingang van 1 december 2013 en geldt voor onbepaalde tijd. b. Deze overeenkomst vervangt de overeenkomst van 1 januari c. Partijen evalueren de inhoud van deze overeenkomst eens per drie jaar, voor het eerst in d. De overeenkomst kan door de partijen per aangetekende brief worden opgezegd. Wederzijds geldt er een opzegtermijn van een jaar. Aldus in tweevoud opgemaakt en getekend, te Hardenberg, Saxenburgh Groep, Röpcke-Zweers ziekenhuis te Zwolle, 12 november 2013 Veiligheidsregio IJsselland P. Terwijn lid Raad van Bestuur H.J. Meijer voorzitter - pagina 2 van 5 -

3 Bijlage 1: uitwisselen van slachtoffergegevens Partijen spreken af dat het ziekenhuis op verzoek van de GHOR informatie verstrekt over slachtoffers van een crisis die zijn opgevangen in het ziekenhuis. Dit gebeurt in overeenstemming met de doelen en voorwaarden die zijn beschreven in de Handreiking afspraken tussen openbaar bestuur en ziekenhuizen over slachtofferinformatie (versie 1.3) van 23 november Verzoeken om slachtofferinformatie door derden, zoals van gemeenten, politie en slachtofferhulp, lopen via de GHOR. Slachtofferbeeld en slachtoffergegevens Er is een verschil tussen het slachtofferbeeld en slachtoffergegevens. Voor beide is informatie nodig vanuit het ziekenhuis. Het slachtofferbeeld is niet tot individuele personen herleidbaar en is bestemd voor de hulpverlening en de publieksinformatie. Slachtoffergegevens zijn tot individuen herleidbare gegevens met de volgende doelen: identificatie en verwanteninformatie, nazorg, schadeafhandeling, opsporingsonderzoek en evaluatie S onderzoek. Verantwoordelijkheden De GHOR is verantwoordelijk voor: o een zo spoedig mogelijke melding bij het ziekenhuis dat er sprake is van een crisis waarvoor slachtofferinformatie nodig is; o een correcte ontvangst, verwerking en opslag van de slachtofferinformatie; o de informatievoorziening aan het openbaar bestuur en hulpverleningspartners. Het ziekenhuis is verantwoordelijk voor: o een herkenbare registratie 1 van slachtoffers die betrokken zijn bij de ramp of crisis; o het zo spoedig mogelijk doorgeven van een slachtofferbeeld aan het hoofd informatie van de GHOR; o (indien gevraagd) het zo spoedig mogelijk doorgeven van de beschikbare slachtoffergegevens aan het hoofd informatie van de GHOR; o het doorgeven van substantiële wijzigingen 2. Afspraken over informatie-uitwisseling 1. Bij een crisis neemt de algemeen commandant geneeskundige zorg en/of het hoofd informatie GHOR contact op met het ziekenhuis. Zie bijlage 2 voor de contactlijnen. 2. Het ziekenhuis stuurt via een beveiligde internetverbinding 3 de informatie naar de GHOR. Als de GHOR het ziekenhuis om gegevens vraagt, geeft zij ook de instructie over hoe deze gegevens aan te leveren. 3. Bij onenigheid over de uitwisseling van slachtofferinformatie nemen in eerste instantie de algemeen commandant geneeskundige zorg en de voorzitter van het operationeel team van het ziekenhuis (indien actief) of de dienstdoend Zorgmanager contact met elkaar op. Bij blijvende onenigheid nemen de operationeel directeur geneeskundige zorg en het dienstdoend lid Raad van Bestuur van het ziekenhuis contact met elkaar op. 4. De GHOR bewaart de slachtoffergegevens die het ziekenhuis heeft aangeleverd niet langer dan nodig. Uiterlijk 14 dagen na aanlevering weegt de GHOR af of de gegevens nog langer bewaard moeten worden en zo ja, wanneer deze afweging dan opnieuw plaatsvindt. Dat wil zeggen dat uit de registratie van het ziekenhuis blijkt dat deze patiënten slachtoffer zijn van de ramp of crisis. Bijvoorbeeld overlijden van de patiënt of overplaatsing naar een ander ziekenhuis. 3 Dit is het systeem waarmee het ziekenhuis en de GHOR tijdens rampen en crises netcentrisch samenwerken. Mocht dit systeem niet beschikbaar zijn, dan zorgt de GHOR voor een alternatieve manier om de gegevens via een beveiligde internetverbinding uit te wisselen. - pagina 3 van 5 -

4 Informatiebehoefte Ten behoeve van het slachtofferbeeld verstrekt het ziekenhuis de volgende gegevens:» het aantal slachtoffers dat is opgenomen of overleden in het ziekenhuis;» het aantal niet-geïdentificeerde slachtoffers dat is opgenomen of overleden in het ziekenhuis» een algemene beschrijving van de ernst van de verwondingen;» een algemene beschrijving van het type slachtoffers (kinderen, ouderen, mannen, vrouwen, Nederlanders, andere nationaliteiten);» eventuele andere voor de specifieke situatie relevante informatie. Het ziekenhuis levert slachtoffemegevens van personen die zijn opgenomen of overleden in het ziekenhuis. Deze bestaan (indien beschikbaar) uit:» persoonsgegevens: o NAW o Geboortedatum o Geslacht o BSN o Indien geen Nederlander: nationaliteit» huidige locatie (nog in het ziekenhuis, of elders)» wijze van identificatie» verwanten geïnformeerd of niet Als er geen of weinig persoonsgegevens beschikbaar zijn geeft het ziekenhuis ten behoeve van identificatie fysieke kenmerken van de patiënt door. Het gaat dan bijvoorbeeld om geschatte lengte en leeftijd, huidskleur, kleding, tatoeages en piercings en andere opvallende kenmerken. Het ziekenhuis geeft het op eigen initiatief door als een slachtoffer overlijdt, als een nog niet geïdentificeerd slachtoffer naar een andere opvanglocatie wordt gebracht of als er aanvullende gegevens over een nog niet geïdentificeerd slachtoffer beschikbaar komen. - pagina 4 van 5 -

5 Bijlage 2: contactlijnen tussen GHOR en ziekenhuis Namens de GHOR is de algemeen commandant geneeskundige zorg (ACGZ) operationeel eindverantwoordelijk en is vanuit die functie het eerste aanspreekpunt voor de dienstdoende zorgmanager (voorzitter van het Operationele Team-zorg) van het ziekenhuis. Het hoofd informatie GHOR (HIN) houdt een actueel beeld bij van de situatie binnen de zorgketen. De HIN werkt ten behoeve van dit proces samen met de informatiecoördinator van het ziekenhuis. De operationeel directeur GHOR heeft, indien gewenst, contact met de voorzitter van het crisisbeleidsteam of met het dienstdoend lid van de Raad van Bestuur. - pagina 5 van 5 -