Coagulase-negatieve stafylokokken: opduikende mastitispathogenen Els Van Coillie ILVO T&V
Mastitis (uierontsteking) Wordt veroorzaakt door binnendringen van bacteriën in het uierweefsel via het slotgat Ontstekingreactie Stijging van het aantal witte bloedcellen (somatische cellen) in de melk Duurste ziekte van melkveebedrijven Suboptimale melkproductie Verhoogd verbruik van geneesmiddelen Sterfte Verhoogde dierenartskosten Vervroegde opruiming
Mastitis (uierontsteking) Behandeling en preventie belangrijkste reden voor antibiotica-gebruik op melkveebedrijven Risico op inductie van resistente bacteriën Risico op residuen in de melk Probleem voor voedselveiligheid Invloed op verwerking van de melk Verhoging somatische cellen verhoging gemiddeld tankmelkcelgetal (boetegrens 400.000 cellen/ml)
Mastitispathogenen Worden opgesplitst in 2 groepen: Major pathogenen Staphylococcus aureus, streptococci, coliformen Minor pathogenen Coagulase-negatieve stafylokokken (CNS) Weinig aandacht aan besteed Veelal als groep beschouwd, niet op species of stamniveau
Mastitis in Vlaanderen Stijgend probleem Gemiddeld tankmelkcelgetal (belangrijkste indicator van de prevalentie van subklinische mastitis) stijgt sinds 1998 ~40% van de koeien heeft in 1 kwartier een subklinische infectie (Piepers et al., 2006) Meeste subklinische infecties veroorzaakt door Coagulase-negatieve stafylokokken Staphylococcus aureus
Verloop gemiddeld celgetal 2004-2006 2006-2008 Bron: MCC-Vlaanderen
Distributie van mastitis pathogenen in Vlaanderen (2000-2002) Uit cultuur-positieve kwartier melkstalen van melkkoeien met verhoogd celgetal (>250.000/ml) Staphylococcus spp. Staphylococcus aureus 41% Asculin-positive cocci Streptococcus dysgalactiae 18% 24% Streptococcus agalactiae Corynebacterium bovis Coliforms Contaminated samples Other (bron: Piepers et al. (2007) J. Dairy Res. 74:1-4)
Stafylokokken Gram+, catalase + Microscopisch: druiventros Coagulase (+/-): fibrinogeen fibrine Coagulase-positieve stafylokokken Coagulase-negatieve stafylokokken (CNS) 8
Coagulase-positieve stafylokokken Staphylococcus aureus Belangrijke boviene mastitis kiem (Hyper)acute mastitis Subklinische, chronische infecties Staphylococcus hyicus Variabel coagulase+ (meestal+) Mastitis Staphylococcus intermedius 9
Coagulase-negatieve stafylokokken (CNS) ± Staphylococcus sp. Heterogene groep (>40 verschillende species) Koloniseren massaal speenhuid en andere delen van het lichaam Momenteel meest voorkomende mastitispathogenen (Smith & Hogen, 2001) Kunnen ook klinische mastitis veroorzaken Bepaalde species aanwezig op de speenhuid zouden beschermende eigenschappen bezitten (De Vliegher et al., 2004) Differentiatie tot op species/stamniveau is noodzakelijk
Identificatie/typering CNS Fenotypisch/biochemisch Commerciële testkits Identificatie tot op species niveau Slechts voor beperkt aantal species bruikbaar Genotypisch AFLP RAPD tdna-pcr Ribotyping
AFLP identification of CNS causing mastitis Staphylococcus capitis Staphylococcus chromogenes Staphylococcus cohii Staphylococcus epidermis 18% 43% Staphylococcus equorum Staphylococcus haemolyticus 17% Staphylococcus simulans Staphylococcus warneri Staphylococcus xylosus Staphylococcus spp. (bron: Taponen et al. (2006) J. Dairy Sci. 90:3301-3307)
Virulentie van CNS? Meeste virulentiegenen van S. aureus niet aanwezig in meeste CNS Vorming van biofilms? Biedt bescherming tegen vijandige omgeving Resistentie tegen antibiotica, desinfectie, gastheerafweersysteem Verband tss. biofilmvorming en chronische infecties veroorzaakt door CNS (o.a. S. epidermis) in humane geneeskunde Biofilmvorming mogelijks oorzaak van terugkerende intramammaire infecties
Vorming van biofilms? Biofilm-associated protein (bap gen in S. aureus) Geassocieerd met kolonisatie en persistentievermogen bap orthologen aanwezig in CNS species Polysaccharide intercellular adhesin (PIA) (icaadbc operon in S. epidermis) IcaA ook geïdentificeerd in andere CNS species Expressie van ica is verhoogd bij subinhiberende antibiotica-conc. Invasie in melkklierepitheelcellen? S. xylosus, S. hyicus en S. epidermis invaderen in MAC-T cells (Almeida and Oliver, 2001)
Besluit CNS meest voorkomende kiemen op goed geleide melkveebedrijven Heterogene groep Species identificatie/stamtypering belangrijk Aantonen welke species voorkomen en welke hun belang is Opsporen van infectiebronnen Bepaalde species mogelijks beschermende werking Meer kennis noodzakelijk omtrent virulentie
Dank aan Sarne De Vliegher (UGent) Sofie Piepers (UGent) Veerle Piessens (ILVO T&V)