Beoordeling van de gevolgen van de economische crisis voor de op basis van de WLOscenario s geschatte omvang van het treinreizigersvervoer in 2020

Vergelijkbare documenten
Samenvatting Samenvatting

Opgesteld in samenwerking met de Adviesdienst Verkeer en Vervoer van Rijkswaterstaat

Trendprognose wegverkeer voor RWS. Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid. Jan Francke en Hans Wüst

ONDERZOEKSMEMORANDUM

CPB Notitie 8 mei Actualiteit WLO scenario s

11 september 2001; de oorlog in Irak; de SARS epidemie; de fusie tussen Air France en de KLM; de opkomst van de goedkope luchtvaartmaatschappijen.

De Crisis en PHS, interpretatie van de vervoeranalyses: Beoordeling van de gevolgen van de economische crisis voor het goederenvervoer per spoor

Spoorboekloos reizen in de Randstad - PHS. Vlot bewegen.veilig leven. Verkeer en Waterstaat.

Programma. Welkom Inleiding WLO Presentatie WLO Aanbieding rapport Reactie Minister van IenM Tijd voor vragen Afronding. #wlo

Nieuw prognosemodel De Kast als beleidsinstrument

Nut & noodzaak MIRT-projecten. Review van het gebruik van economische scenario s bij doorrekening van MIRT-projecten

7 Afvalbeheerscenario s

Economie groeit met 0,1 procent, 46 duizend banen minder

Mobiliteit. Historie en beleid

Je bent jong en je wilt wat... minder auto?

Vergrijzing, verkleuring en individualisering. Voor wie verstandig handelt!

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer. Eindrapportage PHS vervoersanalyse reizigers 2020

Planbureau voor de Leefomgeving PERSBERICHT. Bevolking daalt in kwart Nederlandse gemeenten. Nieuwe regionale bevolkingsprognoses tot 2040:

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Licht herstel economie in derde kwartaal 2009

Trendprognose wegverkeer voor RWS. Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid. Jan Francke

Zin en onzin van de WLO-scenario's Léon Groenemeijer

Wijkprognoses gemeente Oosterhout

Centraal Bureau voor de Statistiek

Welvaartseconomische toets investeringpakketten hoofdwegen. Wim Groot Henk van Mourik

Module: Ontbrekende schakel in netwerk

Tabel 1: De bijdrage van RtHA aan de regionale economie op basis van 2,4 miljoen passagiers

Module: Aanpassing kruispunt

Trendprognose wegverkeer voor RWS. Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid

Regionale Landbouw spreiding van bevolking en werkgelegenheid

CPB juniraming 2010: Ook lagere economische groeiverwachtingen voor Breda

NRM LIMBURG 2.1 REFERENTIEMATRICES Deel 3: Waar komt de groei vandaan?

Trendrapport Oosterhout

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei valt terug

Artikelen. Bevolkingsprognose : maximaal 17 miljoen inwoners. Andries de Jong

Trendprognose wegverkeer voor RWS. Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid. Jan Francke en Hans Wüst

Bevolkings- en huishoudensprognose Leiden

Inhoud presentatie. Netwerkanalyse Ring Utrecht Wat levert het op? 1. Achtergronden Netwerkanalyse Utrecht. 1. Achtergronden Netwerkanalyse Utrecht

7 Afvalbeheerscenario s

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. In 2025 fors meer huishoudens in de Randstad

Onderwerp: Beantwoording van de schriftelijke vragen van het raadslid A. Bonte (GroenLinks) over verkeersprognoses A13/A16.

Visie op de Nederlandse economie in 2014

M Na regen komt? De MKB-ondernemer als weerman van het economische klimaat. A. Ruis

Reactie op SEO-studie naar welvaartseffecten van splitsing energiebedrijven

Bouwaanvragen. Opbrengst bouwleges

Effecten van alternatieve varianten van de vliegbelasting. eindrapport

Bevolkingsprognoses Deventer 2013

Werkgelegenheidsrapportage Haarlemmermeer Inleiding

De gebruikte modellen en het rekenschema. Een integrale uitwerking van de thema s uit de leefomgeving

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Bevolkingsprognose Nieuwegein 2011

Bevolkingsprognose : veronderstellingen

Samenvatting ... Het gebruik van de trein nam sinds 1985 eveneens fors toe met meer dan een verdubbeling van het aantal treinkilometers.

Directeur-Generaal Rijkswaterstaat. Datum 28 februari 2011 Betreft Uitgangspuntdocument NRM2011. Geachte heer,

Samenvatting UWV Arbeidsmarktprognose Met een doorkijk naar 2018

Ontwikkelingen Nederlandse luchtvaart. Een beknopt overzicht

Wegen gebouwd op achterhaalde groeiscenario s auteur: Huib van Essen, CE Delft

oktober 2009 Eindrapport corridor Den Haag Rotterdam Ruimtelijk economische effecten Programma Hoogfrequent Spoorvervoer

Praktische opdracht Economie De economische groei in Nederland in jaren-90

MONITOR ECONOMIE ZUID-LIMBURG

Economie groeit met 0,7 procent

Bouwproductie 15 procent lager in komende twee jaar

Sociaaleconomische Toekomstscenario s

Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025

Emissievrije mobiliteit

Economische voorjaarsprognoses 2015: herstel wint aan kracht dankzij economische rugwind

dem Nieuwe EU-lidstaten vergrijzen het sterkst ROB VAN DER ERF inhoud

TNO Bouwprognoses SAMENVATTING op basis van de CPB decemberraming 2011

Bereikbaarheid oplossingsrichtingen

Toekomstige demografische veranderingen gemeente Groningen in een notendop

Wat betekent de crisis voor de demografische toekomst? Coen van Duin

Lange termijn spooragenda

Aanpassing WLO scenario s voor het containervervoer

Verkeersmodel. Van SRE 2.0 naar SRE 3.0. Juni Carlo Bernards

Informatiebijeenkomst gemeenteraden. 25 januari 2011, Twello Gerard Sizoo

Bijlage B: bij Toelichting Tracébesluit A7/N7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Bevolking groeit tot 17,5 miljoen in 2038

Vereniging Omwonenden Luchthaven Eelde

Inventarisatie vraag en aanbod Waalweelde West

Overzicht kostenontwikkelingen taxi vervoer 2010

Bijlage 1: Berekening realisatie 9% duurzaam in 2010

Woon-werkverkeer drijvende kracht achter groei mobiliteit

Geboorte, relatievorming en crisis

Artikelen. Huishoudensprognose : belangrijkste uitkomsten. Maarten Alders en Han Nicolaas

Determinanten van de ontwikkeling van de AOW-uitgaven:

Samenvatting Economie Rekonomie

OMALA-gebied Lelystad: Verkeersmodelstudie. 2 Uitgangspunten verkeersmodel Lelystad

CPB Notitie. Economierapportage maart De wereldeconomie. Datum : 27 maart 2003 Aan : De Minister van Economische Zaken

De Grote Uittocht Herzien. Een nieuwe verkenning van de arbeidsmarkt voor het openbaar bestuur

Bijlage B: Ontwerp-tracébesluit A7/N7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2

CPB Memorandum. Arbeidsaanbod tot 2050: een beleidsneutraal scenario

Patronen in het openbaar vervoergebruik: analyses met het Nationaal OV-model

AG-tafel Prognose waarneming verschil

Persbericht. Economie verder gekrompen. Centraal Bureau voor de Statistiek. Uitvoer blijft groeien. Minder investeringen

Overheid en economie

Actualisering Provinciale Economische Verkenning

Second opinion op de KBA over uitbreiding van het spoor op de Flevolijn

Overzicht kostenontwikkelingen taxi vervoer 2011

Bevolkingsprognose gemeente Groningen

Langer werken voor het pensioen

Langzaam maar zeker zijn ook de gevolgen van de economische krimp voor de arbeidsmarkt zichtbaar

Transcriptie:

De crisis en PHS, interpretatie van de vervoeranalyses: Beoordeling van de gevolgen van de economische crisis voor de op basis van de WLOscenario s geschatte omvang van het treinreizigersvervoer in 2020

Beoordeling van de gevolgen van de economische crisis voor de op basis van de WLO-scenario s geschatte omvang van het treinreizigersvervoer in 2020 E. Hinloopen Dit rapport is uitgebracht aan Ministerie Verkeer en Waterstaat. Kenmerk R20100004/99052000/EHI/MDU Versie 1 Zoetermeer, januari 2010 Het gebruik van cijfers en/of tekst uit dit rapport is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

Inhoudsopgave 1 INLEIDING EN PROBLEEMSTELLING 4 2 BEOORDELING VAN DE GEVOLGEN VAN DE ECONOMISCHE CRISIS VOOR DE OP BASIS VAN DE WLO-SCENARIO S GESCHATTE WAARDEN VAN DE INVOERVARIABELEN VAN KAST 5 2.1 Economie 5 2.2 Demografie 7 2.3 Autobezit en -gebruik 8 2.4 Treinproduct, inclusief voor- en natransport 9 2.5 Overige (Schiphol, internationale reizigers per trein) 9 3 HET TREINVERVOER VAN DE AFGELOPEN JAREN EN VOLGENS DE WLO- SCENARIO S 10 4 CONCLUSIE EN AANBEVELING 11 R20100004.doc 3

1 Inleiding en probleemstelling De Landelijke Markt en Capaciteitsanalyse Spoor (LMCA Spoor, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, 2007) concludeert dat de groeiprognose van met name het personenvervoer over het spoor ten opzichte van de Nota Mobiliteit naar boven moet worden bijgesteld. De in de LMCA geformuleerde ambitie voor hoogfrequent vervoer, zoals vervolgens vormgegeven in het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer, vergt aanvullende investeringen in de railinfrastructuur. Om een beeld te krijgen van de in 2020 te verwachten vraag naar vervoer over het spoor, maakt het PHS gebruik van groeiprognoses van het treinvervoer die door het prognosemodel van NS (KAST) zijn vervaardigd. Die prognoses hangen af van een aantal externe factoren zoals economische groei, bevolkingsomvang en werkgelegenheid. Hierbij is gebruik gemaakt van invoergegevens en resultaten van de vier WLOscenario s die een toekomstbeeld schetsen van de fysieke leefomgeving van Nederland tot 2040. Deze WLO-scenario s zijn opgesteld vóór de economische crisis. Het Ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft NEA de opdracht gegeven te onderzoeken of het gekozen WLO-scenario Strong Europe, gegeven de huidige economische crisis, nog steeds een valide keuze is. Wat zijn de gevolgen van de economische crisis voor de op basis van de WLO-scenario s? In dit rapport wordt bekeken wat de invloed van de economische crisis is op de waarden van de invoervariabelen van het prognosemodel KAST. Vervolgens wordt van de invoervariabelen onderzocht wat de gevolgen zijn voor de door KAST geprognosticeerde groeifactoren. En daarna wordt de ontwikkeling van het treinvervoer weergegeven met aansluitend de verwachte groei in reizigerskilometers volgens de WLO-scenario s. Het rapport sluit af met een conclusie en een aantal aanbevelingen. R20100004.doc 4

2 Beoordeling van de gevolgen van de economische crisis voor de op basis van de WLO-scenario s geschatte waarden van de invoervariabelen van KAST Het prognosemodel KAST kent een vijftal blokken invoervariabelen: economie; demografie; autobezit en gebruik; treinproduct, inclusief voor- en natransport; overige (Schiphol, Internationale reizigers per trein). 2.1 Economie Het gehanteerde voorkeursscenario is het WLO-scenario Strong Europe (SE). Dat gaat uit van een jaarlijkse groei van het BBP van 1,6%. De alternatieve scenario s Global Economy (GE), Transatlantic Market (TM), Regional Communities (RC) hanteren een economische groei van respectievelijk 2,6%, 1,9% en 0,7% per jaar. Het basisjaar van de WLO-scenario s is 2002. In de periode 2002 t/m 2008 heeft de economische groei gevarieerd van 0,1% tot 3,6% per jaar, gemiddeld groeide de economie met 1,9%. En toen kwam de crisis. Het CPB (Decemberraming CPB, 15-12-2009) raamt voor de Nederlandse economie in 2009 een krimp van 4%. Maar in 2010 verwacht het CPB dat de economie, dankzij een weer aantrekkende export, weer opveert met een groei van 1,5%. Grafiek 1 geeft een overzicht. Grafiek 1, Bruto Binnenlands Product (2001 = 100) 130 125 120 115 110 GE (2,6%) TM (1,9%) SE (1,6%) CBS CPB RC (0,7%) 105 100 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 R20100004.doc 5

De groei van de economie fluctueert de laatste jaren nogal, zo blijkt. Wanneer we de huidige economische crisis mogen zien als een sterke conjuncturele dip en wanneer we vervolgens aannemen dat de economische groei vanaf 2010 (gemiddeld) gelijk is aan die van het SE-scenario (1,6%), dan is het indexcijfer van het BBP in 2040 gelijk aan 131. Wanneer de economie van 2001 t/m 2020 conform het SE-scenario gegroeid zou zijn, zou het indexcijfer gelijk aan 135 zijn geweest. Over een periode van 19 jaar valt de groei dus 4%-punten lager uit, gemiddeld 0,2%-punt per jaar lager dan bij het SE-scenario. Zowel een afwijking naar boven (nu trekt de export weer aan, over bijvoorbeeld 1,5 jaar volgt de binnenlandse vraag) als naar beneden (nu laat het kabinet het begrotingstekort en de staatsschuld oplopen, vanaf 2011 gaat de overheid sterk bezuinigen) kan zich voordoen. Wij zien momenteel geen aanleiding om een van beide mogelijke afwijkingen waarschijnlijker te vinden dan de andere. Tezamen met de grote onzekerheid die momenteel heerst over de korte termijnontwikkeling van de economische groei (CPB-prognoses van economische groei en wekgelegenheid worden geregeld fors bijgesteld) zien wij geen aanleiding om de economische groei van het SE-scenario die momenteel in KAST prognosemodel wordt gebruikt, bij te stellen. De andere variabele die onder het kopje economie valt is het aantal werkzame personen, of, daarmee sterk samenhangend, het werkloosheidspercentage. In grafiek 2 staan de werkloosheidspercentages van de laatste jaren, aangevuld met het door het CPB verwachte cijfer van 2009 en de, onlangs weer naar beneden bijgestelde, prognose van 2010. Ook zijn de werkloosheidspercentages die uit de WLO-scenario s naar voren komen in deze grafiek opgenomen. 10,0 Grafiek 2, Werkloosheidspercentage 9,0 8,0 7,0 6,0 5,0 4,0 3,0 Realisatie CBS (2001 t/m 2008) Prognose CPB (2009, 2010) Regional Communities (7,3%) Strong Europe (5,7%) Transatlantic Market (4,6%) Global Economy (4,1%) 2,0 1,0 0,0 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 R20100004.doc 6

Ook hier vragen we ons af of het werkloosheidspercentage van structureel 5,7%, zoals uit het SE-scenario rolt, veranderd moet worden, gegeven de huidige economische crisis. Verwachtte het CPB in haar macro-economische verkenningen van september nog een werkloosheidscijfer van 8% in 2010, onlangs heeft ze dit naar beneden bijgesteld tot 6,5%. Het werkloosheidspercentage waar scenario SE mee werkt (5,7%) bevindt zich ruim binnen de bandbreedte waarin het werkloosheidspercentage van de laatste jaren zich bewoog en, naar het zich laat aanzien, ook vanaf 2010 zal bevinden. Daarom ziet NEA geen aanleiding om het in het SE-scenario gehanteerde werkloosheidspercentage dat in het KAST-prognosemodel wordt gebruikt, bij te stellen. 2.2 Demografie Het tweede blok invoervariabelen van het prognosemodel KAST bestaat uit de demografische kwantiteiten bevolkingsomvang en samenstelling. De vier WLOscenario s kennen elk hun eigen prognoses, variërend van een nulgroei tot een stevige toeneming van de bevolkingsomvang. Ongetwijfeld hebben hierbij de door het CBS prognosticeerde cijfers als referentiekader gediend. Het CBS heeft haar bevolkingsprognoses onlangs herzien (CBS Webmagazine van 16-12-2009). Het CBS geeft aan dat als gevolg van de economische crisis het aantal geboorten daalt en dat als gevolg daarvan de bevolkingsgroei zal vertragen. De herziene bevolkingscijfers liggen echter nog steeds boven de oorspronkelijke prognoses. Kennelijk was de relatief sterke bevolkingsgroei van de laatste jaren niet in de oude prognoses verwerkt. De WLO-scenario s Global Economy en Strong Europe kennen een bevolkingsgroei die boven de CBSprognose ligt. Transatlantic Market en Regional Communities verwachten een lagere bevolkingsgroei, zie grafiek 3. 111 Grafiek 3, Bevolkingsomvang (2001 = 100) 109 GE (5%) 107 SE (4%) TM (2%) 105 Realisatie CBS "Oude" Prognose CBS 103 "Nieuwe" Prognose CBS RC (nulgroei) 101 99 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 R20100004.doc 7

We zien dat in 2020 de beide CBS-prognoses tot ongeveer dezelfde bevolkingsomvang leiden. We zien dan ook geen reden om vanwege de economische crisis de bevolkingsprognose van het gehanteerde SE-scenario te veranderen, de herziene prognose van het CBS ligt zelfs dichter bij de prognose van het SE-scenario dan de oorspronkelijke CBS-prognose van de bevolkingsomvang. Zonder daar onderzoek naar gedaan te hebben verwachten we dat, gegeven de marginale bijstelling van de bevolkingsprognose, ook de toekomstige samenstelling van de bevolking nauwelijks beïnvloed wordt door de huidige economische crisis. 2.3 Autobezit en -gebruik Het derde blok invoervariabelen van het prognosemodel KAST bestaat uit de variabelen autobezit, autokosten, congestie en beprijzen wegverkeer. Economische crisis en groei van autobezit gaan niet samen, zo ligt voor de hand. In Nederland lijkt het onwaarschijnlijke te gebeuren. Het autobezit groeide als geruime tijd conform het groeipad van het WLO-scenario met de hoogste economische groei (Global Economy), de economische crisis heeft daar vooralsnog geen invloed op gehad. Ook in 2009 zet de groei van het aantal auto s onverminderd door, zie grafiek 4. Grafiek 4, Personenauto's (2001 = 100) 120 116 112 108 GE (1,8%) SE (1,4%) TM (1,3%) RC (0,8%) Realisatie CBS 104 100 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 R20100004.doc 8

We zien dat de economische crisis geen vat heeft op de groei van het autobezit in 2009, of we moeten veronderstellen dat de groei nog hoger geweest zou zijn wanneer er geen crisis geweest zou zijn. Bovendien hebben ook de bevolkingsgroei en samenstelling en allerlei sociaaleconomische indicatoren invloed op het autobezit. Vooralsnog concluderen we dat de economische crisis geen aanleiding geeft om prognoses van het autobezit te gaan herzien. Wat wel zo is, is dat de groei van het autobezit structureel hoger is en wellicht blijft dan het SE-scenario met zich meebrengt. Dat op zich is een reden om kritisch het realiteitsgehalte van het autobezit conform het SE-scenario te bekijken. Maar dat staat los van de economische crisis. Over de ontwikkeling van congestie kan nog het volgende worden opgemerkt. Recent is de start aangekondigd van uitvoering van dertig prioriteitsprojecten in het autowegensysteem. Deze maatregel staat los van de crisis en de effecten hiervan vallen dus formeel niet in de onderzoeksopdracht. Indien de maatregel leidt tot een lager congestieniveau in 2020 dan het congestieniveau dat in de scenario s is verondersteld, heeft dit gevolgen voor het niveau van treingebruik. De omvang van deze aanpassing zou berekend kunnen worden in twee stappen: allereerst het berekenen van het nieuwe verwachte congestieniveau met het LMS en vervolgens een berekening met KAST met als invoer het in de eerste stap berekende congestieniveau. 2.4 Treinproduct, inclusief voor- en natransport Wij hebben geen aanwijzingen dat als gevolg van de economische crisis de in het voorkeursscenario SE gehanteerde uitgangspunten met betrekking tot de dienstregeling, de frequentieverhoging, nieuwe stations, het prijsbeleid, de voortransport trein natransport keten en de marketingactiviteiten veranderd moeten worden. Bovendien zijn dit geen exogene inputvariabelen waarvan de waarden je als het ware overkomen, maar dit zijn beleidsuitgangspunten waarvan je zelf de instelniveaus kunt kiezen. 2.5 Overige (Schiphol, internationale reizigers per trein) De Nederlandse delegatie van de klimaatconferentie reisde met de nachttrein naar Kopenhagen. Een voorbeeld van een minder CO2-uitstotende vervoerwijzekeuze dan de gebruikelijke: het vliegtuig. Ondanks dat we er van uit kunnen gaan dat men na Kopenhagen tot de orde van de dag overgaat en weer het vliegtuig zal nemen, denken we dat er geen aanleiding is om te veronderstellen dat als gevolg van de economische crisis het krachtige milieubeleid zoals dat in het WLO-scenario Strong Europe is vormgegeven, moet worden bijgesteld. R20100004.doc 9

3 Het treinvervoer van de afgelopen jaren en volgens de WLO-scenario s In de periode 1991 t/m 2007 (1991 was het eerste Studenten OV-jaar) is het vervoer per trein volgens het CBS gegroeid van 13,2 miljard reizigerskilometers naar 15,7 miljard waarbij in 2006 het meest per trein werd gereisd: 16,1 miljard reizigerskilometers (Bron: CBS, Mobiliteitsonderzoek Nederland), gemiddeld 1,0% per jaar. Volgens het KIM (Marktontwikkeling in het personenvervoer per spoor 1991-2020) is het aantal reizigerskilometers in 2005 ongeveer gelijk aan dat van 1991 iets meer dan 15 miljard - en heeft in de tussenliggende jaren eerst een daling en daarna een herstel plaatsgehad (zie grafiek 5). NS meldt in haar halfjaarbericht van 2009 dat de groei van het reizigersvervoer lager ligt dan in de eerste helft van 2008 (1,2% in 2009 en 2,2% in 2008). Het prognosemodel KAST verwacht voor de WLO-scenario s een groei van tussen de 1,8% en 4,2% per jaar. Het scenario Strong Europe laat een jaarlijkse toeneming van 2,9% zien. Afgezien van de vraag welke bron de juiste gegevens weergeeft, duidelijk mag zijn dat de gemiddelde groei van 1991 t/m 2007 onder het SE-scenario ligt. De laatste jaren kent NS een hogere groei, die, zoals hierboven vermeld, in 2009 is teruggelopen. Op basis van bovenstaande gegevens denken we niet dat de huidige economie tot een trendbreuk in de groei van het vervoer per spoor heeft geleid. Grafiek 5, Reizigerskilometers per trein (* 1 miljard) 30 25 20 GE (4,2%) SE en TM (2,9%) RC (1,8%) CBS (1991-2007) (1,0%) KIM (1991-2005) (0,0%) 15 10 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 R20100004.doc 10

4 Conclusie en aanbeveling Hoewel groei in reizigersvervoer in 2009 is teruggevallen ten opzichte van 2008, komt NEA tot de conclusie dat er onvoldoende aanleiding is om nu te besluiten de in het SE-scenario gehanteerde economische indicatoren te vervangen door een ongunstiger reeks. Anderzijds, gegeven de grote schommelingen die de economische groei en de werkloosheidscijfers laten zien bevelen we wel aan de vinger aan de pols te houden en over bijvoorbeeld een jaar deze exercitie te herhalen. Wel maken we een kanttekening over de veronderstelde stijging van het niveau van congestie, dit als uitvloeisel van het pakket maatregelen ter oplossing van dertig knelpunten. Aangezien dit pakket los staat van de crisis valt het effect ervan formeel buiten deze onderzoeksopdracht. R20100004.doc 11