VERSLAG INSPECTIEPROJECT LOONWERKERS 2005 A 693 Onderwerpen: machineveiligheid arbeidshygiëne atex atw Inspectieperiode 1 maart 2005 tot en met 28 februari 2006
Colofon Arbeidsinspectie, Den Haag : 30-06-2006 Projectnummer : A 693 Inspectieonderwerpen : machineveiligheid : arbeidshygiëne : atex : atw AI-bedrijfstakdirectie : Publieke Dienstverlening manager Strategie : Tom van der Hoeven landelijk projectleider : Jacques van der Pols procesvolger landelijk projectsecretaris : Henk Eenink : Fred van de Kamp Voor vragen van de pers : Ministerie van Sociale Zalen en Werkgelegenheid, afdeling Persvoorlichting, tel. (070) 3334444 Looptijd project : 1 maart 2005 tot en met 28 februari 2006 Correspondentie adres : Arbeidsinspectie, kantoor Arnhem t.a.v.: F. van de Kamp Postbus 9018 6800 DX ARNHEM 2
Inhoudsopgave Colofon... 2 1. Voorwoord algemeen directeur... 4 2. Samenvatting inspectieproject rapportage... 5 3. Aanleiding en doelstellingen... 6 4. Omvang en opzet inspectieproject... 7 5. Projectresultaten... 8 6 Conclusies en aanbevelingen... 10 3
1. Voorwoord algemeen directeur De sector Mechanisch Loonwerk maakt deel uit van het Arboconvenant Agrarische sectoren. De resultaten van dit inspectieproject laten zien dat de inspanningen vanuit het convenant ook echt van betekenis zijn. Wat gezaaid is heeft ook een goede oogst opgeleverd. Bijna alle geïnspecteerde mechanische loonwerkbedrijven beschikten over een RIE en PvA. De Arbeidsinspectie concludeert wel dat het uitvoeren van de voorgestelde maatregelen nog achter blijft, maar ook daaraan wordt hard gewerkt en dit AI-inspectieproject heeft daarbij een duwtje in de rug gegeven. De branchevereniging CUMELA ontwikkelt toolboxen, die een concrete invulling aanreiken aan de loonwerker, voor de in deze sector aanwezige arbo-problematieken. Een goed voorbeeld is de toolbox die betrekking heeft op heftrucks. De resultaten van het inspectieproject zijn inmiddels met de branche besproken, wat stimulerend werkt op de structurele aanpak van de gesignaleerde overtredingen. Men zal zich meer inspanningen moeten getroosten om vooral de ernstige arbeidstijdenproblematiek adequaat aan te pakken. Opdat medewerkers minder veiligheidsrisico s lopen, die voortkomen uit oververmoeidheid (bij werktijden van 16 uur), waardoor men ook niet adequaat meer kan reageren. Wat men nu wel steeds meer gaat doen is het gaan werken in ploegen, waardoor men zich beter aan de wet kan houden. Resumerend zal de branche meer verantwoordelijkheid moeten nemen om tot een hoger nalevingsniveau te komen. De komende 2 jaar stelt de Arbeidsinspectie de sector in de gelegenheid om ook daadwerkelijk invulling te geven aan hun verantwoordelijkheid. Den Haag, juni 2006 De algemeen directeur van de Arbeidsinspectie dr. J.J.M. Uijlenbroek 4
2. Samenvatting inspectieproject rapportage Van 1 maart 2005 tot en met 28 februari 2006 zijn inspecties uitgevoerd in de sector Mechanisch Loonwerk. In totaal zijn 513 bedrijven geïnspecteerd en werden er 762 overtredingen geconstateerd, die zijn verwoord in 306 waarschuwingsbrieven en in 68 gestelde eisen. Bij 181 bedrijven werden geen overtredingen aangetroffen. De Arbeidsinspectie concludeerde dat het achterwege laten van het keuren van arbeidsmiddelen en het niet tijdig plegen van onderhoud en revisie een vaak gesignaleerd probleem was, naast het niet adequaat afschermen van bewegende delen. Ook was het vaak rommelig in de werkplaatsen. Op het gebied van Arbeidshygiëne bleek dat lasdampen en uitlaatgassen van stationaire draaiende motoren niet voldoende afgezogen werden. Er is een tiental bedrijven geïnspecteerd op de naleving van de Arbeidstijdenwet. De geconstateerde overtredingen geven een goed beeld van de problemen die er spelen, zoals piekbelastingen, bij het oogsten. Alles moet dan van het land en de complexe machines, met vaak maar één gespecialiseerde machinevoerder, worden dan optimaal benut. Dat houdt dan tegelijkertijd in dat er bijzonder lange werkdagen, van wel 16 uur of meer, gemaakt worden. Wat betekent dat werknemers een grotere kans op ongevallen lopen, door (over)vermoeidheid en het niet meer alert kunnen reageren. 5
3. Aanleiding en doelstellingen 3.1 Aanleiding In de mechanische loonwerksector zijn sinds 1995 geen systematische inspecties uitgevoerd. Incidenteel heeft er wel ongevalonderzoek plaatsgevonden. Uit het risicomodel wat de Arbeidsinspectie hanteert blijkt dat de arbeidsrisico s die in de mechanische loonwerksector spelen niet veel anders zijn dan in de akkerbouw en vollegrondsteelt. Voorbeelden daarvan zijn: werken met gevaarlijke en complexe landbouwmachines, risico s gerelateerd aan aftakassen en aftaktussenassen, het verrichten van risicovolle onderhouds- en revisiewerkzaamheden en het opslaan van en werken met gewasbeschermingsmiddelen. In de meerjarenstrategie van de directie Publieke Dienstverlening is deze sector dan ook opgenomen om in 2005 geïnspecteerd te gaan worden. Het betreft een sector die ook steeds nog groeit, vanwege het gegeven dat agrariërs steeds meer werk aan hen uitbesteden. Voor de werkzaamheden op het land zijn steeds grotere, complexere en dus duurdere machines nodig, waarvoor de individuele agrariër geen investering meer kan plegen. De mechanische loonwerksector bestaat uit 3000 bedrijven, waarvan 2000 met werknemers. Het aantal werkenden wordt geschat op 23.000, waarvan 16.000 in loondienst. 3.2 Doelstellingen Voor dit inspectieproject werden als doelstellingen geformuleerd: handhaving op: machineveiligheid in de werkplaats blootstelling aan uitlaatgassen in de werkplaats blootstelling aan lasrook in de werkplaats inzicht verkrijgen in de werk- en rusttijden problematiek in een 10-tal mechanisch loonwerkbedrijven inzicht verkrijgen in de wettelijke bepalingen monitoring en beoordeling van het (nieuwe) onderwerp ATEX (bescherming van werknemers die door explosieve atmosferen gevaar lopen) en informatieverstrekking hieromtrent (folder uitreiken) 6
4. Omvang en opzet inspectieproject 4.1 Werkterrein Het inspectieproject Mechanische Loonwerkers richtte zich op de arbeidsomstandigheden van de werknemers binnen de loonwerkbedrijvensector. 4.2 Looptijd en aantallen bezoeken De geplande looptijd was van 1 maart 2005 tot en met 30 november 2005. Dit werd bijgesteld naar 28 februari 2006. Het doel was om 500 bedrijven te inspecteren, dit is ongeveer 15% van het totale bestand. Deze doelstelling is gehaald. 4.3 Opzet van het project Door middel van een vooraankondigingsbrief werd de sector geïnformeerd over de inspecties van de Arbeidsinspectie. In het kader van de voorbereiding van het inspectieproject werd nauw overleg gevoerd met de brancheorganisatie CUMELA Nederland en de vakorganisaties FNV Bondgenoten en CNV Publieke Zaak. De inspecties werden zo ingericht dat op de locatie van het loonwerkbedrijf alleen de werkplaats werd geïnspecteerd, op de geselecteerde inspectieonderwerpen. Daarmee werd een groot deel afgedekt van de belangrijkste risico s. Er werd pas naar de RIE gekeken als er overtredingen werden geconstateerd. Hoewel risico s voor ongevallen, bij storingen en reparaties, op het land het grootst zijn, was het niet het doel van dit project om landbouwmachines naar de kant te halen. Dit zou te veel ingrijpen op de dagelijkse gang van zaken en zou bovendien organisatorisch vrij lastig zijn. Vandaar dat een keuze werd gemaakt voor het inspecteren van de werkplaatsen. 4.4 Inspectieonderwerpen De inspectieonderwerpen waren: 1. Machine Veiligheid (verankering losstaande machines, gebruik heftrucks, keuringen arbeidsmiddelen, aftak(tussen)assen) 2. Arbeidshygiëne (uitlaatgassen en lasrook) 3. ATEX ( werken met brandbare vloeistoffen, gassen of vaste stoffen) en 4. Arbeidstijdenwet (werk- en rusttijden) 4.5 Convenanten De mechanische loonwerksector maakt onderdeel uit van het Convenant Agrarische Sectoren, met daarin vermeld als specifiek onderwerp fysieke belasting. 4.6 Publiciteit Voorafgaand aan het inspectieproject werd een persbericht uitgestuurd. Deze is geplaatst in het ledenblad van de branchevereniging CUMELA. Ook in andere bladen uit Landbouwsector is aandacht geschonken aan dit project. 7
5. Projectresultaten 5.1 Generaliseerbaarheid Met de in totaal 513 inspecties is een zodanig aantal mechanische loonwerkbedrijven geïnspecteerd, dat de resultaten generaliseerbaar (representatief) zijn voor de gehele sector. Bij 181 bedrijven (35%) werden geen overtredingen aangetroffen Volgens de monitorresultaten waren er 460 bedrijven aangesloten bij een branchevereniging waarvan er bij 299 bedrijven overtredingen werden geconstateerd. Bij de niet aangesloten bedrijven (53) werden 31 overtredingen geconstateerd. In tegenstelling tot wat voorondersteld werd, was het al of niet VCA gecertificeerd zijn niet van invloed op het aantal geconstateerde overtredingen. 5.2 Totaaloverzicht In totaal zijn er 513 bedrijven geïnspecteerd en werden 762 overtredingen geconstateerd. Dat leverde het volgende resultaat op: 306 waarschuwingsbrieven die betrekking hadden op 614 overtredingen 68 eisen die betrekking hadden op 75 overtredingen 5 boetes waarvan 2 op de Arbeidstijdenwet daarnaast vonden 66 preventieve stilleggingen plaats, wat hoofdzakelijk te maken had met het niet verankeren van losstaande machines ( o.a. kolomboren) Het viel inspecteurs op dat als de vrouw van de werkgevende loonwerker bij de inspectie aanwezig was, het veel makkelijker was om zaken voor elkaar te krijgen. 5.3 Resultaten per inspectieonderwerp 5.3.1. Machineveiligheid In totaal werden er op dit onderwerp respectievelijk 516 waarschuwingen uitgeschreven en 54 eisen gesteld en vonden er 66 (preventieve) stilleggingen plaats. Veel overtredingen werden geconstateerd met betrekking tot het keuren van arbeidsmiddelen, het nog onvoldoende plegen van onderhoud en het niet adequaat beveiligen van af te schermen knel- of pletplaatsen van bijvoorbeeld handgereedschappen. Door deze overtredingen kunnen de volgende ongevallen passeren: Enkele voorbeelden van ongevallen: slachtoffer kwam met been in messen van werkende maishakselaar bij het verwijderen van een stuk metaal uit de maiskneuzer is slachtoffer met zijn hand gegrepen slachtoffer is met vinger tussen hefinrichting van trekker bekneld geraakt, beveiliging was weggehaald bij verhelpen van storing aan wikkelmachine is slachtoffer met arm in machine gekomen 8
De (preventieve) stilleggingen hadden veelal te maken met het niet (goed) vastzetten van losstaande machines, zoals kolomboren. 5.3.2. Arbeidshygienische aspecten Op dit onderwerp werden 102 waarschuwingen en 9 eisen gesteld. Het overgrote deel van de overtredingen had te maken met het afzuigen van lasdampen en in mindere mate had het betrekking op het onvoldoende afzuigen van uitlaatgassen bij stationair draaien van motoren. 5.3.3. ATEX Op dit nieuwe onderwerp zijn slechts 5 waarschuwingen uitgeschreven. Het onderwerp is niet echt van toepassing op deze sector. 5.3.4. Arbeidstijdenwet Op het onderwerp Arbeidstijden is als een pilot- in slechts 10 bedrijven geïnspecteerd. Dat leverde 6 boetes op en 4 waarschuwingen. bijvoorbeeld omdat op één machine maar één machinevoerder kan werken en deze machine toch optimaal ingezet moet worden. Dat hield wel in dat werkdagen van 16 uur werden geconstateerd! De branche (h)erkent dit wezenlijk probleem. Wat men nu wel steeds meer doet is het gaan werken in ploegen, waardoor men zich beter aan de wet kan houden. De branchevereniging stimuleert dit ook. 5.3.5. Onvolledige RIE en PvA Bijna alle geïnspecteerde mechanische loonwerkers beschikten over een RIE en PvA. Dat op zich is een positief gegeven, wat enigermate achterblijft, is het uitvoeren van de voorgestelde maatregelen. Zoals bijvoorbeeld het opzetten van procedures bij reparaties en onderhoud op het land en afschermen van bewegende delen. Hoewel het in de werkplaatsen vaak rommelig was, hebben toch alle geïnspecteerde loonwerkers een RIE en PvA.Alleen de tijd nemen om uitvoering te geven aan te nemen maatregelen ontbreekt nog wel eens. Dat is mogelijk inherent aan de aard van hun werk: vaak piektijden, dus hard werken en verder nergens tijd voor nemen. 9
6 Conclusies en aanbevelingen 6.1 Algemene conclusies De Arbeidsinspectie komt tot de conclusie dat de mechanische loonwerksector, gezien de resultaten van dit inspectieproject, een sector is die opnieuw aandacht van de Arbeidsinspectie vraagt. De branche zal meer verantwoordelijkheid moeten nemen om tot een hoger nalevingsniveau te komen. De aangetroffen overtredingen zijn niet van dien aard dat gesproken kan worden van ernstige overtredingen en/of misstanden, behoudens de geconstateerde overtredingen van de Arbeidstijdenwet. Men zal meer aandacht moet gegeven aan de uitvoering van het Plan van Aanpak en de daaruit voortvloeiende, te nemen, maatregelen. Ook moet de brancheorganisatie de leden (nog) beter voorlichten. Enerzijds met betrekking tot de aanpak van de risico s op het gebied van de machine veiligheid en anderzijds met betrekking tot de aanpak van de arbeidstijdenproblematiek. Zeker ook gezien de ernst van de Arbeidstijdenproblematiek en de daaruit voortvloeiende veiligheidsrisico s voor de medewerkers. De komende 2 jaar stelt de Arbeidsinspectie de sector in de gelegenheid om daadwerkelijk invulling te geven aan hun verantwoordelijkheid. 6.2 Conclusies per inspectieonderwerp Machineveiligheid: In deze branche lopen medewerkers het risico op ongevallen die ernstige beschadiging of verlies van ledematen kunnen veroorzaken. Het nalevingsniveau met betrekking tot de geïnspecteerde onderdelen Machineveiligheid is te laag. Het keuren van arbeidsmiddelen en het niet tijdig plegen van onderhoud en revisie was, naast het niet adequaat afschermen van bewegende delen, een vaak gesignaleerd probleem. De werkdruk is dermate hoog dat onvoldoende tijd wordt genomen om maatregelen te nemen. Arbeidshygiëne: Medewerkers worden nog onvoldoende beschermd tegen de risico s van gezondheidsschade door blootstelling aan bijvoorbeeld lasdampen. De aandacht voor dieselmotorenemmissie (DME) is nog onderbelicht gebleven. Handhaving op dit onderwerp heeft pas tegen het einde van dit inspectieproject vorm gekregen. Arbeidstijdenwet: Extreme werktijden leveren een groot risico op voor het veiligheidsgedrag van werknemers in deze sector. De kans op ongevallen, door vermoeidheid en mindere alertheid wordt enorm vergroot. Vooral in piekperiodes blijkt het een grote opgave te zijn om zich aan de regels te houden, bijvoorbeeld omdat op één machine maar één machinevoerder kan werken en deze machine toch optimaal ingezet moet worden. 10
6.3 Aanbevelingen per inspectieonderwerp Machineveiligheid: Ondanks de grote werkdruk zal meer aandacht geschonken moeten worden aan het uitvoeren van voorgenomen maatregelen uit het Plan van Aanpak. De brancheorganisatie CUMELA zal actiever moeten bewerkstelligen dat de inmiddels ontwikkelde Toolboxen, met daarin te nemen acties, ook daadwerkelijk ter hand worden genomen en uitgevoerd, ter bevordering van de veiligheid op de werkplek. Arbeidshygiëne: Naast de aanpak van de problematiek met betrekking tot de lasdampen zal met name de aanpak van het onderwerp DME onder de aandacht van de bedrijven moeten worden gebracht, inclusief de nu ingezette handhaving daarop. De brancheorganisatie kan daar actief in ondersteunen. Arbeidstijdenwet De sector zal zich behoorlijk wat inspanningen moeten getroosten om oplossingen te zoeken voor de arbeidstijdenproblematiek. En mogelijk meer onderzoek plegen naar oplossingsmogelijkheden. Hoewel er reden voor is om bij meer bedrijven te inspecteren op de naleving van de arbeidstijdenregels, wordt daar vooralsnog van afgezien omdat men nu steeds meer gaat werken in ploegen, waardoor het risico op extreme werktijden afneemt en men zich beter aan de wet kan houden. Tenslotte: De brancheorganisatie CUMELA is in ruime mate betrokken geweest bij de voorbereiding van het inspectieproject. Het verdient aanbeveling om hen aan te zetten tot verdere actieve ondersteuning van hun leden, in samenwerking met de Arbo-dienst, teneinde een bijdrage te leveren aan het structureel opheffen van de geconstateerde overtredingen. 11