Projectrapportage. Inspectieproject Afvalketen Metaal
|
|
- Julius ten Hart
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Arbeidsinspectie Projectrapportage Inspectieproject Afvalketen Metaal (Inspecties op de onderwerpen chemische veiligheid, fysieke belasting en machineveiligheid) Den Haag, september 2005
2 Colofon Arbeidinspectie: september 2005 Inspectieonderwerpen: chemische veiligheid, fysieke belasting en machineveiligheid. Bedrijfstakdirectie: Publieke dienstverlening Landelijk Projectleider: Planfase: mevrouw ir. M.B. Berndsen Verslagfase: de heer J. van der Pols Voor vragen van de pers: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Afdeling Persvoorlichting, (070) Looptijd project: september mei 2005 Projectnummer: A 673 Correspondentieadres: Arbeidsinspectie kantoor Groningen t.a.v. de heer F.J.A. Luyckx Landelijk Projectsecretaris, Directie Publieke Dienstverlening Postbus RM GRONINGEN (050)
3 Inhoudsopgave Voorwoord 0. Samenvatting 1. Aanleiding en doel van het inspectieproject 1.1 Aanleiding 1.2 Doelstellingen van het project 2 Omvang van het project 2.1 Werkterrein 2.2 Looptijd 3. Opzet van het project 3.1 Opzet van de inspecties 3.2 Inspectiepunten 3.3 Monitor (inventariserende vragenlijst) 3.4 Publiciteit rondom het project 4. Inspectie- en monitorresultaten 4.1 Inspectieresultaten Handhavingsinstrumenten Resultaten en analyse van de vooraf ingeschatte arbo-onderwerpen De mate van overtredingen Top 5 van geconstateerde overtredingen Onderverdeling van de hoofdgroepen Arbeidsmiddelen en specifieke werkzaamheden Inrichting arbeidsplaatsen Hoofdgroep Arbowet Machines, Arbeidsplaatsen en specifieke werkzaamheden 4.2 Monitorresultaten Resultaat met betrekking tot de inventarisatie van de fysieke belasting Resultaat met betrekking tot de monitorvragen autodemontage Airbags autodemontagebedrijven Opslag gevaarlijke stoffen autodemontagebedrijven Opslag gevaarlijke stoffen metaalrecycling 5. Conclusies 5.1 Conclusie ten aanzien van de geconstateerde overtredingen (aantallen, zwaarte en onderwerpen) 5.2 Conclusie ten opzichte van de doelstellingen 5.3 Algehele conclusie 6. Follow Up BIJLAGEN 1. Totaallijst geconstateerde overtredingen 2. Grafische weergave monitor autodemontage 3. Grafieken en tabellen van geconstateerde overtredingen 2
4 Voorwoord In de periode van september 2004 tot mei 2005 heeft een inspectieproject plaatsgevonden bij de autodemontagebedrijven (vroeger beter bekend als autosloperijen) en metaalrecyclingbedrijven. De aanleiding van het project was onder andere dat de Arbeidsinspectie deze bedrijfstak nog niet eerder projectmatig onder de loep had genomen. Vooraf was dan ook niet helemaal in te schatten welke risico s in het arbeidsproces te verwachten zouden zijn. Ook het imago van de autodemontagebedrijven had vanuit het verleden een negatieve klank, vuil en zwaar werk aan afgedankte auto s. Hoewel het werken met afval uiteraard diverse risico s met zich meebrengt, zoals het werken met/aan gevaarlijke machines, het produceren van veel lawaai, het werken met gevaarlijke stoffen en het ondergaan van een te grote lichamelijke belasting, blijkt deze sector goed oog te hebben voor arbeidsomstandigheden. Het vooraf ingeschatte beeld klopte dan ook niet met de werkelijkheid. De bezochte bedrijven bleken hun zaken veelal goed op orde te hebben (net, modern aanzien en goed georganiseerd), van een negatief beeld is dan ook geen sprake. Het aantal overtredingen (107 bij 220 bezochte bedrijven) had over het algemeen betrekking op kleine concrete overtredingen die binnen de afgesproken termijn meestal verholpen waren. Het veilig omgaan met airbags, bij het slopen van auto s, is een onderwerp wat in deze sector nog extra aandacht moet krijgen, zo blijkt uit een inventariserend onderzoek. In het bijzonder het déactiveren verdient nog de nodige aandacht. Dat is gebleken uit de antwoorden op vragen die de inspecteurs daarover hebben gesteld. De vooraf gemaakte selectie van bedrijven die bezocht zouden gaan worden was zodanig dat een representatieve streekproef is genomen uit de bedrijfstak. Het verkregen beeld, inclusief de conclusies mag dus ook als representatief voor de hele bedrijfstak betiteld worden. Dat geldt overigens niet voor de ingeleverde monitorlijsten van zowel metaalrecyclingbedrijven als autodemontagebedrijven (Zie en 4.2.5). De resultaten van dit inspectieproject zullen besproken worden met de brancheorganisaties STIBA, ARN en MRF. Vooralsnog is er voor de Arbeidsinspectie geen reden om deze sector op korte termijn opnieuw te gaan inspecteren. De algemeen directeur van de Arbeidsinspectie, Dr. J.J.M. Uijlenbroek 3
5 0. Samenvatting In de strategie Afvalstromen wordt voorgesteld te beginnen bij een aantal relatief goed georganiseerde afvalstromen. In heeft een project Metaalrecycling plaatsgevonden. Een van de conclusies was dat het verstandig zou zijn na een aantal jaren nogmaals in deze sector te inspecteren om een blijvend effect te creëren. Vanwege efficiency-overwegingen is ervoor gekozen de doelgroep uit te breiden met de autodemontagebedrijven en te inspecteren onder de noemer Afvalketen Metaal. De doelstellingen van het project Afvalketen Metaal waren: Naleving van de wet bevorderen door handhaving op de onderwerpen: o Machineveiligheid (vorkheftrucks, hefbruggen, mobiele kranen, guillotinescharen, shredders), o arbozorg, o gevaarlijke stoffen (gasflessen). Aan het eind van de 2 e fase van het project 1 moeten alle geïnspecteerde bedrijven hun arbozorg op orde hebben en moeten de veiligheidsrisico s van de vier genoemde soorten machines op een aanvaardbaar niveau zijn. Inventariseren stand van zaken met betrekking tot het omgaan met airbags en gordelspanners bij demontage van auto s, de fysieke belasting bij autodemontage en metaalrecycling en het omgaan met gevaarlijke stoffen (met name brandstoffen). Aan het eind van de 1 e fase van het project zullen de monitorgegevens een duidelijk beeld moeten kunnen schetsen hoe in de verschillende branches met de genoemde risico s wordt omgegaan. Er zijn er uiteindelijk 220 bedrijven geïnspecteerd. Bij deze 220 bedrijven zijn in totaal 273 bezoeken uitgevoerd. Er zijn in totaal 107 overtredingen geconstateerd. De top 5 van de overtredingen staat in de onderstaande tabel. Top 5 van geconstateerde overtredingen Artikel Omschrijving feit Ws % Art. 7.4a, lid 3 Art. 3.16, lid 1 Art. 5, lid 1 Arbowet Art. 4.4, lid 2 Art. 7.4a, lid 6 Ws = waarschuwing Arbowet. Het keuren en of beproeven van een mobiel arbeidsmiddel dat onderhevig is aan verslechtering. t.a.v. de hijs- en hefwerktuigen (12) t.a.v. de autohefbrug (4) Bij valgevaar veilige voorzieningen aanbrengen (steiger, stelling, leuningen, e.d.). m.b.t. de guillotineschrootschaar (2) m.b.t. de shredder (1) N= ,5 10 9,4 De RI&E dient volledig te zijn. 9 8,4 Voorzieningen treffen om ongewilde gebeurtenissen tijdens het werk met of in aanwezigheid van gevaarlijke stoffen te vermijden. t.a.v. de acetyleenbrander 6 5,6 Schriftelijke bewijsstukken van de keuring van het mobiele 6 5,6 arbeidsmiddel zijn aanwezig op arbeidsplaats en kun- nen worden getoond aan Arbeidsinspectie. totaal 53 49,5% 1 Fases in een inspectieproject: In de eerste fase worden de inspecties gehouden. De tweede fase omvat de hercontrole op eerder geconstateerde overtredingen. 4
6 De vooraf gemaakte selectie van bedrijven die bezocht zouden gaan worden was zodanig dat een representatieve streekproef is genomen uit de bedrijfstak. Het verkregen beeld mag dus ook als representatief voor de hele bedrijfstak betiteld worden. Dat geldt niet voor de ingeleverde monitorlijsten van metaalrecyclingbedrijven (Zie 4.2.2). Geconcludeerd kan worden dat het bevorderen van de naleving van de wet- en regelgeving ten aanzien van de genoemde inspectiepunten gestalte heeft gekregen door de 220 inspecties. Of aan het eind van de 2 e fase (als alle hercontroles hebben plaatsgevonden) alle ondernemingen hun arbozorg op orde hebben is op dit moment nog niet volledig in te schatten. Wel is gebleken dat bij de hercontroles van de eerder geconstateerde overtredingen in dit inspectieproject er géén zwaardere handhavinginstrumenten ingezet hoefden te worden. De overtredingen bij de nu al gecontroleerde bedrijven waren opgeheven. Voor de sector autodemontage, die voor het eerst projectmatig geïnspecteerd is, kan gesteld worden dat men de zaken goed op orde heeft. Het blijkt een sector te zijn die het relatief goed voor elkaar heeft. Over de resultaten van dit inspectieproject zal overleg gevoerd worden met de betrokken brancheorganisaties, STIBA, ARN, MRF. In ieder geval zullen daarbij aan de orde komen de werkwijze met betrekking tot deactiveren van airbags, de onvolledigheid van de RI&E s met betrekking tot de airbags en de aanpak van de fysieke belasting. 5
7 1. Aanleiding en doel van het inspectieproject 1.1 Aanleiding In de geactualiseerde bedrijfstakstrategie Afvalstromen is aangegeven dat geïnspecteerd zal worden in andere afvalstromen dan het huishoudelijk afval, aangezien deze afvalstroom al een aantal jaren in de belangstelling heeft gestaan. Het werken met afval betekent het werken met vuil en vaak grof materiaal, in de nabijheid van of met grote machines en geregeld in de openlucht. Het werken met afval brengt diverse risico s met zich mee zoals onveilige machines, lawaai, gevaarlijke stoffen en fysieke belasting. Voor veel afvalstromen geldt dat de arborisico s deels nog onbekend zijn en nog niet in kaart zijn gebracht. Vanuit de maatschappij ligt vaak de nadruk op de milieuaspecten die bij het werk aan de orde komen. Ook binnen de in dit project te inspecteren branches wordt hier veel aandacht aan besteed. In de strategie Afvalstromen wordt voorgesteld te beginnen bij een aantal relatief goed georganiseerde afvalstromen. In heeft een project Metaalrecycling plaatsgevonden. Een van de conclusies was dat het verstandig zou zijn na een aantal jaren nogmaals in deze sector te inspecteren om een blijvend effect te creëren. Vanwege efficiency-overwegingen is ervoor gekozen de doelgroep uit te breiden met de autodemontagebedrijven en te inspecteren onder de noemer Afvalketen Metaal. 1.2 Doelstellingen van het project De doelstellingen van het project Afvalketen Metaal waren: Naleving van de wet bevorderen door handhaving op de onderwerpen: o Machineveiligheid (vorkheftrucks, hefbruggen, mobiele kranen, guillotinescharen, shredders), o Arbozorg (RI&E, PvA) o Gevaarlijke stoffen (gasflessen) Aan het eind van de 2 e fase van het project 2 moeten alle geïnspecteerde bedrijven hun arbozorg op orde hebben en moeten de veiligheidsrisico s van de genoemde soorten machines op een aanvaardbaar niveau zijn. Inventariseren stand van zaken met betrekking tot het omgaan met airbags en gordelspanners bij demontage van auto s, de fysieke belasting bij autodemontage en metaalrecycling en het omgaan met gevaarlijke stoffen (met name brandstoffen). Aan het eind van de 1 e fase van het project zullen de monitorgegevens een duidelijk beeld moeten kunnen schetsen hoe in de verschillende branches met de genoemde risico s wordt omgegaan. 2 Fases in een inspectieproject: In de eerste fase worden de inspecties gehouden. De tweede fase omvat de hercontrole op eerder geconstateerde overtredingen. 6
8 2 Omvang van het project 2.1 Werkterrein Bezocht werden bedrijven die activiteiten ontplooien in de autodemontage (autosloop) en metaalrecycling die daarbij voldoen aan de volgende randvoorwaarden en selectievoorwaarden: Op het bedrijf worden daadwerkelijk auto s gedemonteerd of er wordt daadwerkelijk met metaalafval gewerkt. Op het terrein staan arbeidsmiddelen opgesteld ten behoeve van de demontage of recycling. Het bedrijf houdt zich niet alleen bezig met verkoop van gebruikte onderdelen. Op het moment van de inspectie is er geen ander handhavingstraject van de Arbeidsinspectie in het bedrijf ook niet vanuit andere inspectieprojecten bij de Arbeidsinspectie. Het bedrijf is economisch actief. Er zijn geen reactieve zaken (klachten en ongevallen) vanuit de Arbeidsinspectie geweest in de periode 1 januari 2004 tot 28 juni Uitgesloten waren bedrijven zonder personeel zoals ZZP -ers (zelfstandigen zonder personeel) en bedrijven waarvan in het selectiebestand (database) vooraf aangegeven stond dat het aantal personeelsleden onbekend was. Bij de selectie werd ervoor zorg gedragen dat zowel leden als niet-leden van de brancheorganisaties in de steekproef worden meegenomen. Brancheorganisaties zijn: STIBA STIBA is de Nederlandse brancheorganisatie van gecertificeerde auto-, motorfiets-, truck-, en aanverwante voertuigdemontagebedrijven. De afkorting STIBA is in de branche een alom bekend begrip vanuit het verleden (Stichting belangenbehartiging autosloperijbedrijven). ARN (Autorecycling Nederland) Ruim 800 bedrijven hebben een provinciale vergunning om auto s te mogen slopen. Van deze 800 zijn er 600 aangesloten op een online-systeem van de Rijksdienst voor het Wegverkeer, de ORAD (on-line registreren van autodemontage). ARN beschikt over een landelijk dekkend netwerk van 267 autodemontagebedrijven, die 90 procent van alle afgedankte Nederlandse auto s verwerken. ARN is opgericht door de Nederlandse autobranche met als doel de hoeveelheid afval van afgedankte auto s drastisch te verminderen. Voorheen werd nog een groot aantal materialen als afval gestort. MRF De Metaal Recycling Federatie (MRF) vindt zijn oorsprong in de "Algemeene Vereniging voor de Lompen- en Metaalhandel" uit 1920, toen de recycling in Nederland voor het eerst georganiseerd werd. Ongeveer 90% van de grotere metaalrecyclingbedrijven is aangesloten bij de MRF. Dit betekent voor de Arbeidsinspectie dat er een duidelijke ingang naar de bedrijven is en een aanspreekpunt voor de branche. De MRF heeft zich in het verleden niet nadrukkelijk met arbeidsomstandigheden beziggehouden. 2.2 Looptijd De startdatum van het project was 1 september 2004 en de afronding van de 1 e inspecties diende voor 31 mei 2005 plaats te vinden. 7
9 3. Opzet van het project 3.1. Opzet van de inspectie Het bedrijfsbezoek bevatte de volgende elementen: Introductiegesprek inspectie werkplekken inspectie arbozorg en een afrondend gesprek met de werkgever en eventueel in het bedrijf aanwezige medezeggenschapsorgaan Als de inspecteur bij het bedrijf kwam, werd in eerste instantie gevraagd of de werkgever op de hoogte was van het werk van de Arbeidsinspectie en het inspectieproject. Het ging immers, wat de autodemontage betreft, om een sector die niet eerder projectmatig was geïnspecteerd. Vervolgens werd gevraagd of er nog onduidelijkheden waren. Eventuele onduidelijkheden over wet- en regelgeving en handhaving konden door de inspecteur worden uitgelegd. De inspectie zelf. Allereerst werd geïnspecteerd of er werkplekovertredingen waren. Indien dit het geval was, werd vervolgens geïnspecteerd of er een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) aanwezig was waarin de geconstateerde risico s terug te vinden waren. Was dat niet het geval, dan trad de inspecteur handhavend op. 3.2 Inspectiepunten De inspecties richtten zich op de volgende onderdelen: hydraulische graafmachine als multifunctioneel werktuig, guillotineschaar en shredder voor de afvalverwerking, hefbruggen, vorkheftrucks, acetyleenbrander. De aanwezigheid van de RI&E en het getoetst zijn door een arbodienst en de aanwezigheid van plan van aanpak werd gecontroleerd als er overtredingen werden geconstateerd. Bij constatering van overtredingen werd een waarschuwingen gegeven of een eis gesteld en in ernstige situaties kon het werk stilgelegd worden. 3.3 Monitor (inventariserende vragenlijst) Deze vragen hadden tot doel het inventariseren van de stand van zaken met betrekking tot het omgaan met airbags en gordelspanners bij demontage van auto s, de fysieke belasting bij autodemontage en metaalrecycling en het omgaan met gevaarlijke stoffen (met name brandstoffen). De verkregen gegevens zouden een duidelijk beeld kunnen moeten schetsen hoe in de ve r- schillende branches met de genoemde risico s wordt omgegaan. 3.4 Publiciteit rondom het project De brancheorganisaties hebben vooraf hun leden geïnformeerd over dit inspectieproject. De Arbeidsinspectie heeft daarvoor de benodigde informatie verschaft. Er is geen persbericht uitgebracht over de start van het project. Tijdens de looptijd van het inspectieproject is er geen aanleiding geweest voor bijzondere acties ten aanzien van publicaties. 8
10 4. Inspectie- en monitorresultaten In dit hoofdstuk staan de resultaten weergegeven ten aanzien van de geconstateerde overtredingen en de beantwoording van de inventariserende vragen over de inventarisatie ten aanzien van de fysieke belasting, airbags en de opslag van gevaarlijke stoffen. 4.1 Inspectieresultaten Gepland was om 214 bedrijven te inspecteren. Aan het eind van het project zijn er uiteindelijk 220 bedrijven bezocht. Daar zijn bij 50 bedrijven overtredingen geconstateerd Handhavinginstrumenten Een handhavinginstrument is een schriftelijk middel dat een inspecteur kan gebruiken om de naleving van de wet af te dwingen. Er is onderscheid tussen lichte en zware handhavinginstrumenten. Lichte zijn de waarschuwing en de eis. Zwaardere instrumenten zijn de stillegging, stillegging + boeterapport, boeterapport en proces-verbaal. De volgende handhavinginstrumenten zijn ingezet. Er zijn 49 waarschuwingsbrieven en één stilleggingsbrief opgemaakt. In één waarschuwingsbrief kunnen meerdere overtredingen worden vermeld. Handhavingsinstrumenten per overtreding Instrument Aantal overtredingen Waarschuwing Arbo 106 Stillegging 1 Totaal 107 Opmerking: De 49 waarschuwingsbrieven hadden betrekking op 106 overtredingen. Dat is gemiddeld ruim 2 overtredingen per waarschuwingsbrief. De stillegging had betrekking op één overtreding. Inzet zwaardere instrumenten. Er is één keer gebruik gemaakt van de inzet van een zwaarder instrument om handhaving af te dwingen en de veiligheid van de werknemer te waarborgen. In dit geval ging het om een stillegging van het werk. Het betrof het voorkomen van blootstelling: In alle gevallen waarin arbeid wordt verricht waarbij werknemers kunnen worden blootgesteld aan gevaarlijke stoffen, worden in het kader van de arbeidshygiënische strategie maatregelen genomen om de blootstelling zoveel als mogelijk te beperken of te voork o- men. Op het terrein van een afvalsorteerder werd een sterke creosootgeur waargenomen. Creosootolie bevat kankerverwekkende stoffen. De geur kwam uit een shredderinstallatie waar zeehout werd geshredderd. Er werd geen gebruik gemaakt van persoonlijke beschermingsmiddelen, de shovel had geen overdrukcabine en ook de cabine van de shredder beschikte daar niet over. Nadat de persoonlijke beschermingsmiddelen waren verstrekt aan de betrokken werknemers en de cabines waren voorzien van overdrukinstallaties werd het werk weer vrijgegeven Resultaten en analyse ten opzichte van de vooraf ingeschatte arbo-onderwerpen. Het werken met afval brengt diverse risico s met zich mee zoals onveilige machines, lawaai, gevaarlijke stoffen en fysieke belasting. In het projectplan was al aangegeven dat de arborisico s binnen deze bedrijfstak nog grotendeels onbekend waren en (nog) niet in kaart waren gebracht. 9
11 Gerelateerd aan de te verwachten arbo-risico s werd er een keuze gemaakt met betrekking tot de te inspecteren onderwerpen. Kort samengevat waren deze: specifieke machines (guillotineschaar, shredder, hefbrug, acetyleenbrander), mobiele arbeidsmiddelen (graafmachine, heftruck), algemene arbobeleidsonderwerpen. Op de specifieke machines en mobiele arbeidsmiddelen zijn in totaal 32 overtredingen geconstateerd. Dat is 30% van het totale aantal geconstateerde overtredingen. In alle gevallen is volstaan met een waarschuwing. Ten aanzien van de algemene arbo-beleidsonderwerpen zijn in totaal 20 overtredingen (19% van het totaal) geconstateerd. Samengenomen is dat bijna de helft (49%) van alle overtredingen De mate van overtredingen Er dient evenwel rekening te worden gehouden met het feit dat het aantal overtredingen betrekking heeft op alle situaties waar een constatering van een overtredingen heeft plaatsgevonden. De mate van overtreding liep uiteen van op zich zelf staande gevallen tot meer structurele overtredingen Top 5 van geconstateerde overtredingen Top 5 geconstateerde overtredingen keuren/beproeven arbeidsmiddel voorzieningen voorkomen valgevaar Volledige RI&E Voorkomen ongewilde gebeurtenissen schriftelijk bewijs keuring mob. arb. midd. Opmerking: De top 5 bevat 53 overtredingen. Dat is bijna 50% van alle 107 overtredingen. Cumulatief overzicht aantal overtredingen Aantal overtredingen Aantal bedrijven In deze tabel is aangegeven hoeveel bedrijven er zijn met hoeveel overtredingen. Het blijkt dat het maximaal aantal overtredingen in één bedrijf was 7. Bij veel bedrijven is slechts één ove r- treding geconstateerd. 10
12 4.1.5 Onderverdeling van de hoofdgroepen. De hoofdgroepen zijn gerelateerd aan de Arbowet en de hoofdstukindeling van het. Hoofdgroep Aantal % N=107 Arbowet totaal 20 18,7 Arbozorg en organisatie van de arbeid 0 0 Inrichting arbeidsplaatsen 29,6 Gevaarlijke stoffen en biologische agentia 15 14,0 Fysieke belasting 1 0,9 Fysische factoren 2 1,9 Arbeidsmiddelen en specifieke werkzaamheden 46 43,0 Persoonlijke beschermingsmiddelen en veiligheids - en gezondheidssignalering 2 1,9 Totaal % Op grond van de hoeveelheid geconstateerde overtredingen zijn er 3 hoofdgroepen nader onder te verdelen. Deze zijn: Hoofdgroep overtredingen Arbeidsmiddelen en specifieke werkzaamheden 46 Inrichting arbeidsplaatsen 21 Arbowet totaal Arbeidsmiddelen en specifieke werkzaamheden Groep Aantal % N=46 % N=107 Arbeidsmiddelen en CE -markering 1 2,2 0,9 Deugdelijkheid arbeidsmiddelen 1 2,2 0,9 Keuringen ,1 Onderhoud arbeidsmiddelen ,6 Deskundigheid werknemers 1 2,2 0,9 Veiligheidsvoorzieningen 5 10,9 4,7 Voorschriften mobiele arbeidsmiddelen 1 2,2 0,9 Hijs- en hefwerktuigen 2 4,4 1,9 Totaal % 43,0% Opmerkingen Verreweg de meeste overtredingen (27,1 %) in deze groep hadden betrekking op het keuren van het arbeidsmiddel. Ten aanzien van de veiligheid van gebruikte arbeidsmiddelen blijkt het aantal overtredingen beperkt te zijn. 11
13 Inrichting arbeidsplaatsen Groep Aantal % N=21 % N=107 Algemene verplichtingen van de werkgever 4 19,0 3,7 Voorzieningen in noodsituaties 2 9,5 1,9 Inrichtingseisen vloeren 1 4,8 0,9 Inrichtingseisen verbindingswegen 3 14,3 2,8 Inrichtingseisen voorkomen valgevaar 10 47,6 9,3 Inrichtingseisen voorkomen gevaar 1 4,8 0,9 Totaal 200% 19,6% Opmerkingen De meeste overtredingen binnen deze groep (47,6%) hadden betrekking op valgevaar (het ontbreken van hekwerken, relingen en dergelijke) Hoofdgroep Arbowet Onderverdeling hoofdgroep arbowet 5% 10% 5% Inventarisatie en evaluatie van risico s Voorlichting en onderricht 80% Deskundige bijstand preventie en bescherming Deskundige bijstand BHV Opmerkingen 80% (16) van de overtredingen binnen deze groep (= 15% van het totaal) had betrekking op de onvolledigheid van de RI&E en het bijbehorende plan van aanpak Machines, arbeidsplaatsen en specifieke werkzaamheden Bij de inspecties is aandacht gevraagd voor een aantal specifieke machines, arbeidsplaatsen en werkzaamheden. Een aantal geconstateerde overtredingen had betrekking op deze situaties. In de hierna volgende tabel is dit aantal weergegeven. 12
14 Tabel overtredingen op aangegeven machines, plaatsen, werkzaamheden. Overtredingen machines, plaatsen, werkzaamheden aantal Opslagruimten Guillotineschrootschaar Shredder Acetyleenbrander Autohefbrug Hijs- en hefwerktuigen 0 Opmerking: De overtredingen betreffen voornamelijk de hijs- en hefwerktuigen en meer specifiek de autohefbruggen en de problematiek met betrekking tot het veilig werken met de acetyleenbranders. In bijlage 3 zijn de overtredingen in tabelvorm gerubriceerd op onderwerp weergegeven. 4.2 Monitorresultaten Resultaat met betrekking tot de inventarisatie van de fysieke belasting In totaal werden 113 ingevulde lijsten terugontvangen. Deze lijsten werden ingevuld op inspectielocaties waar dat ook relevant werd gevonden. Het betreft zowel autodemontagebedrijven als metaalrecyclingbedrijven. Uit de verzamelde gegevens blijkt dat 37% van de medewerkers fysieke belasting als knelpunt ervaart: Deze 37% van de medewerkers ervoer de zwaarte als volgt: 54% bij de taak autodemontage 28% bij de taak materiaal hanteren, 9% bij het sorteren van materiaal 9% bij montage werkzaamheden. De ervaren fysieke belasting was als volgt onder te verdelen: 16% bij het tillen 29% bij het duwen en trekken (hele lichaam en armen) 3% bij repeterende bewegingen 26% bij werkhouding bukken / gebogen 19% bij werkhouding armen hoog 7% bij statische belasting De tijdsduur van de belastende werkzaamheden was in 71% van de tijd korter dan 1 uur en in 29% van de tijd korter dan 4 uur. Als voorbeelden werden genoemd: 1. Het demonteren van stoel en stoelbekleding ( pur ) wordt als fysiek te belastend ervaren. 13
15 2. Het demonteren van wielen en banden wordt als fysiek te belastend ervaren. 3. Eén op de 3 medewerkers in deze sector vindt zijn / haar werk fysiek te belastend. In het bijzonder de werkhouding, duwen en trekken en tillen zijn een probleem. 4. Het niveau van hulpmiddelen in deze sector is laag (niveau: hefbruggen, luchtsleutels en takels). 5. In enkele gevallen werd fysieke belasting niet als een probleem ervaren in combinatie met een geautomatiseerd proces. Uit de gegevens blijkt dat ruim 13% van de lijsten is ingevuld door de directeur of meewerkend voorman en niet door een uitvoerend medewerker. Met betrekking tot het demonteren van de stoel en stoelbekleding en het demonteren van wielen en banden zou: a. onderzocht moeten worden wat de mate van fysieke belasting is; b. met de branche besproken moeten worden deze niet meer handmatig uit te laten voeren Resultaat met betrekking tot de monitorvragen autodemontage In bijlage 2 staan de resultaten uit de verzamelde gegevens vermeld. Van de 95 bevraagde bedrijven geven: 79 aan dat men lid is van de STIBA/ARN en 16 dat men geen lid is van een van beide organisaties. Met betrekking tot de vragen over het omgaan met de airbags bij autodemontage zijn er in totaal 90 lijsten ingevuld. Dit aantal is te weinig om significante uitspraken te doen en de resultaten kunnen dan ook slechts als een indicatie gezien worden Airbags autodemontagebedrijven Uit de ingevulde lijsten is de volgende informatie gekomen. Veel bedrijven gaven aan dat er nog weinig auto s met airbags voor demontage bij hen werd aangeboden. Bij vijf (van de 95) demontagebedrijven is de monitor niet verder ingevuld omdat men geen airbags tegenkwam. Hierbij ging het in drie gevallen om de demontage van vrachtwagens. Ongeveer 90% van de bedrijven bepaalt voor aanvang van de demontage waar de airbags zich bevinden en heeft informatie beschikbaar. De informatie wordt vooral verkregen uit het handboek van de STIBA, gevolgd door de ervaring van het personeel. In hoeverre ervaring betrouwbaar is en of de nieuwste ontwikkelingen worden gevolgd, is met deze monitor niet getoetst. 78% van de ondervraagde bedrijven zegt specifieke maatregelen te nemen voor airbags. Het deactiveren van de airbags voor aanvang van de demontage wordt hierbij het meest aangevoerd, gevolgd door het loskoppelen of verwijderen van de accu gekoppeld aan een wachttijd. Slechts 54% van de bedrijven zegt in de één of andere vorm voorlichting en onderricht op het gebied van airbags te hebben gehad. Opmerkelijk is dat bij voorlichting slechts een klein deel zegt dat de veiligheidsadviezen zijn belicht. Slechts twee incidenten met airbags zijn aan het licht gekomen. In één geval ging een airbag af nadat deze al uit een voertuig was verwijderd. Hoewel veel bedrijven aangeven nog nauwelijks airbags tegen te komen, zegt 82% dat er voldoende (of in een enkel geval zelfs teveel) aandacht aan wordt besteed. Bij slechts 18 % van de bedrijven zijn airbags opgenomen in de RI&E. Opmerkingen bij de resultaten uit de monitor airbags autodemontagebedrijven Er lijken nog weinig airbags voor te komen in de auto s die voor demontage worden aangeboden. Er zijn tot nu toe nog nauwelijks incidenten gemeld. 14
16 De beantwoording van de monitorvragen heeft verder aangetoond dat naast het handboek van de STIBA weinig bedrijfsonafhankelijke informatie voorhanden is en dat vaak wordt vertrouwd op ervaring van de medewerkers bij het verwijderen van airbags. In hoeverre de kennis uit ervaring wordt aangevuld en opgefrist is niet bekend. Maatregelen ten aanzien van airbags bestaan bij de meeste bedrijven uit het deactiveren, door het losmaken of verwijderen van de accu uit het voertuig, waarna een periode wordt gewacht met het vervolg van de sloop. Op deze werkwijze zijn drie verschillende zaken aan te merken: Het loskoppelen van een accu is geen garantie voor deactiveren van het airbagsysteem. Allereerst kan ook een bron van buitenaf een elektrisch te activeren airbag doen afgaan. Vervolgens zijn er enkele type airbags die niet worden geactiveerd met behulp van stroom uit de accu. Een aantal types van Volvo maakt hiervan gebruik als het gaat om de side-impact-airbags. De Jaguar XJS uit 1995 maakt voor alle airbags gebruik van mechanische activering. Bij de demontage van auto s moet op dergelijke airbags acht worden geslagen. Ten derde is een wachttijd van minimaal een halfuur bij door accu s geactiveerde airbags noodzakelijk. Deze waarde is de tot nu toe hoogst aangetroffen deactiveringstijd (Rolls Royce). Dit alles zorgt ervoor dat geconcludeerd kan worden dat ten aanzien van het verwijderen van airbags uit auto s een goede procedure noodzakelijk is, bij voorkeur gekoppeld aan specifieke informatie over het voertuig van een dergelijk merk, type en bouwjaar. De enige methode om zeker te zijn van de veiligheid van airbags is om ze vóór demontage te activeren (af te laten gaan). Omdat een airbag een aanzienlijke handelswaarde vertegenwoordigt (hoewel toepassing van tweedehands airbags momenteel door de fabrikanten van auto s wordt verboden), wordt veelal voor uitbouw gekozen. Iets meer dan de helft van de bedrijven heeft een vorm van voorlichting en onderricht gehad op het gebied van airbags. Slechts een kwart heeft kennis van de veiligheidsadviezen. Met het oog op de te verwachten stroom airbags in de toekomst zal dit percentage omhoog moeten, om ongewilde gebeurtenissen te voorkomen. Conclusie: De aandacht voor airbags in de risico-inventarisatie en -evaluatie is met minder dan 20% beneden peil Opslag gevaarlijke stoffen autodemontagebedrijven Direct gevaarlijke stoffen komen volgens eigen zeggen bij bijna 90% van de bedrijven voor. Gezien de aard van de bedrijfstak, het demonteren van auto s rijdend op brandstof, zou hier 100% te verwachten zijn. Van de bedrijven die zelf zeggen acuut gevaarlijke stoffen in huis te hebben, zegt meer dan 60% deze stoffen altijd te markeren. Meer dan 80% van die bedrijven heeft een speciale opslag voor gevaarlijke stoffen. Opmerkingen bij de resultaten uit de monitor opslag gevaarlijke stoffen autodemontagebedrijven Een hoog percentage (80%) heeft een speciale opslag voor gevaarlijke stoffen. Dit percentage is zo hoog vanwege twee factoren. Bedrijven aangesloten bij de ARN worden uitgerust met een moderne installatie voor aftappen van gevaarlijke stoffen uit auto s en de opslag daarvan. Autodemontagebedrijven worden vanuit de milieuvergunning veelal streng gecontroleerd. Conclusie: Er lijkt naar aanleiding van de monitor geen reden om dit op korte termijn als inspectieproject binnen de branche op te nemen, omdat het geen misstand lijkt Opslag gevaarlijke stoffen metaalrecycling Het aantal monitorlijsten dat is geretourneerd is onvoldoende om significante uitspraken te doen, de conclusies moeten gezien worden als indicatie. Het feit of een bedrijf is aangesloten 15
17 bij de MRF heeft binnen de geïnspecteerde bedrijven geen herkenbare invloed op de resultaten van de monitor. Acuut gevaarlijke stoffen komen volgens eigen zeggen bij bijna 78% van de bedrijven voor. Van de bedrijven die zelf zeggen acuut gevaarlijke stoffen in huis te hebben, zegt meer dan 80% deze stoffen altijd te markeren. Alle bedrijven die naar eigen zeggen acuut gevaarlijke stoffen in huis hebben, hebben een speciale opslag voor gevaarlijke stoffen. Opmerkingen bij de resultaten uit de monitor opslag gevaarlijke stoffen metaalrecycling Bedrijven die te kennen hebben gegeven gevaarlijke stoffen tegen te komen, hebben de beschikking over een speciale opslag gevaarlijke stoffen. Met naar zeggen meer dan 80% naleving van de etiketteringsregels scoort deze branche hoog. Er zijn geen misstanden of knelpunten aan het licht gekomen. 16
18 5. Conclusies Representativiteit De vooraf gemaakte selectie van bedrijven die bezocht zouden gaan worden was zodanig dat een representatieve streekproef is genomen uit de bedrijfstak. Het verkregen beeld, inclusief de conclusies mag dus ook als representatief voor de hele bedrijfstak betiteld worden. Dat geldt overigens niet voor de ingeleverde monitorlijsten van zowel metaalrecyclingbedrijven als autodemontagebedrijven (Zie en 4.2.5). 5.1 Conclusie ten aanzien van de geconstateerde overtredingen (aantallen, zwaarte en onderwerpen). De overzichten van de geconstateerde overtredingen (zie ook bijlage 1 en 3) geven een brede kijk op de overtredingen en belicht deze vanuit verschillende perspectieven: Toegepaste handhavinginstrumenten Overtredingen verdeeld op machines, ruimten en werkzaamheden Overtredingen op overige onderwerpen Geconcludeerd kan worden dat het totaal aantal overtredingen ten opzichte van het aantal bezochte bedrijven relatief laag is. De meeste overtredingen hadden een directe relatie met het werk en niet met de beleidsmatige verplichtingen. Daarmee kan uit deze steekproef geconcludeerd kan worden dat de arbo-beleidsmatige aspecten redelijk tot goed worden uitgevoerd. De gevaarsaspecten op de werkvloer verdienen verhoudingsgewijs meer aandacht. 5.2 Conclusie ten opzichte van de doelstellingen Het projectplan kende twee doelstellingen. De eerste doelstelling luidde: Naleving van de wet bevorderen door handhaving op de onderwerpen: Machineveiligheid (vorkheftrucks, hefbruggen, mobiele kranen, guillotinescharen, shredders), Arbozorg (RI&E, PvA), Gevaarlijke stoffen (gasflessen). Aan het eind van de 2 e fase (de hercontrole eerder geconstateerde overtredingen) van het project moeten alle geïnspecteerde bedrijven hun Arbozorg op orde hebben en moeten de veiligheidsrisico s van de vier genoemde soorten machines op een aanvaardbaar niveau zijn. Conclusie met betrekking tot deze doelstelling Geconcludeerd kan worden dat het bevorderen van de naleving van de wet- en regelgeving ten aanzien van de genoemde inspectiepunten gestalte heeft gekregen door de 220 inspecties. Of aan het eind van de 2 e fase (als alle hercontroles hebben plaatsgevonden) alle ondernemingen hun arbozorg op orde hebben is op dit moment nog niet volledig in te schatten. Wel is gebleken dat bij de hercontroles van de eerder geconstateerde overtredingen in dit inspectieproject er géén zwaardere handhavinginstrumenten ingezet hoefden te worden. De overtredingen bij de nu al gecontroleerde bedrijven waren opgeheven. Ten aanzien van de naleving van de wetgeving is geen onderscheid aangetroffen tussen leden en niet-leden van Stiba, ARN en MRF. Voor de sector autodemontage, die voor het eerst projectmatig geïnspecteerd is, kan gesteld worden dat men de zaken goed op orde heeft. Het blijkt een sector te zijn die het relatief goed voor elkaar heeft. 17
19 De tweede doelstelling was: Inventariseren wat de stand van zaken was met betrekking tot het omgaan met airbags en gordelspanners bij demontage van auto s, de fysieke belasting bij autodemontage en metaalrecycling en het omgaan met gevaarlijke stoffen (in het bijzonder brandstoffen). Conclusies: De fysieke belasting komt als knelpunt niet over de hele breedte voor. In 37% van de gevallen werd dit als belastend ervaren. De aandacht voor airbags in de risico-inventarisatie en -evaluatie, met minder dan 20%, is beneden peil. De opslag van gevaarlijke stoffen bij autodemontagebedrijven wordt vanuit de verstrekte milieuvergunning veelal streng gecontroleerd. Er lijkt naar aanleiding van de beantwoording van de monitorvragen dan ook geen reden om dit onderwerp op korte termijn met de branche op te nemen, omdat er van een misstand geen sprake is. De metaalrecyclingbedrijven, die te kennen hebben gegeven gevaarlijke stoffen tegen te komen, hebben de beschikking over een speciale opslag voor die gevaarlijke stoffen. Met 80% naleving van de etiketteringsregels scoort deze branche bijzonder hoog. Er zijn geen misstanden of knelpunten aan het licht gekomen. 5.3 Algehele conclusie Hoewel het werken in deze bedrijfssector diverse risico s met zich meebrengt, zoals het werken met/aan gevaarlijke machines, het produceren van veel lawaai, het werken met gevaarlijke stoffen en het ondergaan van een te grote lichamelijke belasting, blijkt deze sector goed oog te hebben voor de arbeidsomstandigheden. Het vooraf ingeschatte beeld klopte dan ook niet met de werkelijkheid. De bezochte bedrijven bleken hun zaken veelal goed op orde te hebben (net, modern aanzien en goed georganiseerd), van een negatief beeld was dan ook geen sprake. Het veilig omgaan met airbags, bij het slopen van auto s, is een onderwerp wat in deze sector nog extra aandacht moet krijgen, met name het déactiveren van de airbags verdient nog de nodige aandacht. 18
20 6. Follow-up Over de resultaten van dit inspctieproject zal overleg gevoerd worden met de betrokken brancheorganisaties, STIBA, ARN en MRF. Wat STIBA en ARN betreft zullen daarbij aan de orde komen de werkwijze met betrekking tot deactiveren van airbags, de onvolledigheid van de RI&E s met betrekking tot de airbags en de aanpak van de fysieke belasting. 19
21 BIJLAGE 1 TOTAALLIJST GECONSTATEERDE OVERTREDINGEN 20
22 Totaallijst geconstateerde overtredingen Indien er sprake is van een specifieke plaats of machine staat dit tussen haakjes met het aantal overtredingen aangegeven. St = Stillegging Ws = Waarschuwing arbo Artikel Omschrijving feit St Ws Totaal Art. 3.2, lid 1 Art. 3.3, lid 2 Art. 3.4, lid 1 Art. 3.7, lid 1 Art. 3.7, lid 3 Art. 3.11, lid 1 Art. 3.14, lid 1 Veilige en ordelijke inrichting van de arbeidsplaats. Veilige en gezonde inrichting van de arbeidsplaats ter voorkoming instorten, schuiven, omvallen, kantelen. Veilig gebruik van elektrische installaties (door ontwerp, ingericht, aangelegd, gekenmerkt) is gewaarborgd. Aanwezige vluchtwegen en nooduitgangen zijn vrij van obstakels. Deuren van nooduitgang/vluchtweg zijn eenvoudig te openen van binnenuit naar buiten. Vloeren zijn zoveel mogelijk effen, vlak, vast, stabiel en stroef. Veilige verbindingswegen op arbeidsplaatsen voor voetgangers en voertuigen / transportmiddelen. 2 2 Art. 3.14, lid 4 Art. 3.14, lid 5 Art. 3.16, lid 1 Art Art. 4.2, lid 1 Art. 4.2, lid 7 Art. 4.3a, sub a Art. 4.4, lid 1 Art. 4.4, lid 2 Art. 4.4, lid 4 Verkeersregels vaststellen voor verbindingswegen t.a.v. de voertuigen / transportmiddelen. t.a.v. opslagruimten Maatregelen voor de waarborg van veiligheid voor voetgangers op verbindingswegen t.a.v. voertuigen Bij valgevaar veilige voorzieningen aanbrengen (steiger, stelling, leuningen, e.d.). m.b.t. de guillotineschrootschaar (2) m.b.t. de shredder (1) Voorkomen van gevaar door voorwerpen, producten, vloeistoffen of gassen getroffen te worden. In de RI&E de aard, mate en duur van de blootstelling beoordelen bij mogelijke blootstelling aan gevaarlijke stoffen. De beoordeling t.b.v. de RI&E wordt regelmatig herzien als daartoe aanleiding is. t.a.v. opslagruimten Goed ontwerp en organisatie van werkmethoden om blootstelling aan gevaarlijke stoffen te voorkomen of te beperken. t.a.v. opslagruimten Voorzieningen treffen om ongewilde gebeurtenis met aanwezige gevaarlijke stoffen te ve rmijden. Voorzieningen treffen om ongewilde gebeurtenissen tijdens het werk met of in aanwezigheid van gevaarlijke stoffen te vermijden. t.a.v. de acetyleenbrander Voorzieningen treffen ter beperking van de gevolgen van een ongewilde gebeurtenis. t.a.v. de acetyleenbrander
23 Art. 5.2 Art. 6.7, lid 1 Art. 6.8, lid 4 Art. 7.2, lid 1 Art. 7.4, lid 4 Art. 7.4a, lid 3 Art. 7.4a, lid 5 Art. 7.4a, lid 6 Art. 7.5, lid 1 Art. 7.5, lid 4 Art. 7.6, lid 1 Art. 7.7, lid 1 Art. 7.17a, lid 5 Art. 7.18, lid 6 Art. 7.22, lid 1 Art. 8.4, lid 1 Art. 5, lid 1 Arbowet Art. 5, lid 1 Arbowet Art. 5, lid 3 Arbowet Art. 5, lid 3 Arbowet Art. 5, lid 4 Arbowet Art. 8, lid 4 Arbowet Werk zodanig organiseren dat fysieke belasting geen gevaren oplevert voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemers. In het kader van de RI&E beoordelen en zo nodig meten van het geluidsniveau op iedere arbeidsplaats. De getroffen voorzieningen om het geluidsniveau onder 85 db(a) te brengen vermelden in het plan van aanpak. Een arbeidsmiddel dient voorzien te zijn van een CE - markering, e.d. (sanctionering via WGW) Arbeidsmiddelen zijn zodanig dat gevaar getroffen te worden door voorwerpen e.d. zoveel mogelijk wordt beperkt. t.a.v. de autohefbrug Het keuren en of beproeven van een mobiel arbeidsmiddel dat onderhevig is aan verslechtering. t.a.v. de hijs- en hefwerktuigen (12) t.a.v. de autohefbrug (4) Keuringen van een arbeidsmiddel worden door een deskundige uitgevoerd. Schriftelijke bewijsstukken van de keuring van het mobiele arbeidsmiddel zijn aanwezig op arbeidsplaats en kunnen worden getoond aan Arbeidsinspectie. Het nemen van adequate maatregelen t.a.v. het onderhoud van arbeidsmiddelen ter voorkoming van gevaren bij het gebruik. Het bijhouden van het onderhoudsboek van een arbeidsmiddel. Gebruik van een specifiek gevaarlijk arbeidsmiddelen is uitsluitend voorbehouden aan bevoegde werknemers. Aanbrengen van schermen of beveiligingsinrichtingen ter voorkoming van gevaar getroffen te worden door bewegende delen van arbeidsmiddelen. t.a.v. de shredder (1) t.a.v. de autohefbrug (1) Beschermingsconstructies op heftrucks (cabine, inrichting tegen kantelen, e.d.) Het nemen van doeltreffende maatregelen. opdat werknemers zich niet onder hangende lasten kunnen bevi nden. Er mogen geen personen vervoerd worden met een hijs- en hefwerktuig dat is bestemd voor vervoer van goederen. Zo nodig zorgen voor adequate veiligheids- of gezondheidssignalering ter voorkoming of beperking van gevaren. Er is een schriftelijke RI&E aanwezig, inclusief de risico's bijzondere categorieën werknemers De RI&E dient volledig te zijn. 9 9 Een plan van aanpak maakt onderdeel uit van de RI&E. 2 2 Termijnen van maatregelen worden genoemd in plan van aanpak. De RI&E wordt aangepast zo vaak als wijzigingen daartoe aanleiding geven. Toezicht door de werkgever op de naleving van instructies en voorschriften en op het juist gebruik van persoonlijke be
24 schermingsmiddelen. Art. 14, lid 1 Arbowet Art. 15, lid 3 Arbowet De werkgever zorgt voor deskundige bijstand t.a.v. van de wettelijke verplichtingen van arbowet of besluit. BHV ers beschikken over deskundigheid, ervaring en uitrusting 2 2 en zijn zodanig in aantal georganiseerd dat de BHV - taken adequaat kunnen worden uitgevoerd. Eindtotaal
25 BIJLAGE 2 GRAFISCHE WEERGAVE MONITOR AUTODEMONTAGE 24
26 Grafische weergave Monitor Autodemontagebedrijven Is het bedrijf lid van STIBA of ARN? (n = 95) 17% Ja Nee 83% Wordt voor aanvang van de demontage de plaats van de airbags in een voertuig bepaald? (n = 95) 8% 5% Ja Nee Geen airbags 87% 25
27 Is informatie over het aantal en de plaatsing van airbags in een voertuig beschikbaar? (n = 90) 11% Ja Nee 89% Worden er specifieke maatregelen getroffen met betrekking tot airbags? (n = 90) 22% Ja Nee 78% Heeft u voorlichting of onderricht gehad over airbags? (n = 90) 54% 46% Ja Nee 26
28 Wordt er naar uw mening genoeg aandacht besteed aan airbags? (n = 90) 18% Ja Nee 82% Is er in de risico-inventarisatie en evaluatie van het bedrijf aandacht besteed aan airbags? (n = 90) 9% 18% Ja Nee Geen RIE 73% Komen er gevaarlijke stoffen voor (vergiftig, (zeer) (licht) ontvlambaar, corrosief of oxiderend?) (n = 95) 11% Ja Nee 89% 27
29 Zijn gevaarlijke stoffen gemarkeerd met behulp van etiketten en gevaarsaanduidingen? (n = 85) 2% 27% 71% Altijd Niet altijd Onbekend Is er een speciale opslag voor de gevaarlijke stoffen? (n = 85) 18% Ja Nee 82% 28
30 Grafische weergave Monitor Metaalrecycling Is het bedrijf lid van de MRF? (n = 27) 41% 59% Ja Nee Komen er gevaarlijke stoffen voor (vergiftig, (zeer) (licht) ontvlambaar, corrosief of oxiderend?) (n = 27) 22% Ja Nee 78% 29
31 Zijn gevaarlijke stoffen gemarkeerd met behulp van etiketten en gevaarsaanduidingen? (n = 21) 14% 5% Altijd Niet altijd Onbekend 81% Is er een speciale opslag voor de gevaarlijke stoffen? (n = 27, alle bedrijven) 22% Ja Nee 78% 30
32 BIJLAGE 3 GRAFIEKEN EN TABELLEN VAN GECONSTATEERDE OVERTREDINGEN 31
33 GRAFIEKEN EN TABELLEN VAN GECONSTATEERDE OVERTREDINGEN Verdeling van de 107 geconstateerde overtredingen op hoofdgroepen. Overtredingen verdeeld in hoofdgroepen aantal Arbowet totaal Inrichting arbeidsplaatsen 15 Gevaarlijke stoffen en biologische agentia 1 2 Fysieke belasting Fysische factoren 46 Arbeidsmiddelen en specifieke werkzaamheden 2 Persoonlijke beschermingsmiddelen en veiligheids- en gezondheidssignalering In de onderstaande tabellen staan de geconstateerde overtredingen per machine, arbeidsplaats en specifieke werkzaamheden of onderwerp. Opslagruimten Artikel Omschrijving feit St Ws Totaal Art. 3.14, lid 4 Art. 4.2, lid 7 Art. 4.3a, sub a Verkeersregels vaststellen voor verbindingswegen t.a.v. de voertuigen / transportmiddelen. t.a.v. opslagruimten De beoordeling t.b.v. de RI&E wordt regelmatig herzien als 2 2 daartoe aanleiding is. t.a.v. opslagruimten Goed ontwerp en organisatie van werkmethoden om blootstelling aan gevaarlijke stoffen te voorkomen of te beperken. t.a.v. opslagruimten Totaal
34 Guillotineschrootschaar Artikel Omschrijving feit St Ws Totaal Art. 3.16, lid 1 Bij valgevaar veilige voorzieningen aanbrengen (steiger, stelling, leuningen, e.d.). m.b.t. de guillotineschrootschaar (2) Shredder Artikel Omschrijving feit St Ws Totaal Art. 3.16, lid 1 Art. 7.7, lid 1 Bij valgevaar veilige voorzieningen aanbrengen (steiger, stelling, leuningen, e.d.). m.b.t. de shredder (1) Aanbrengen van schermen of beveiligingsinrichtingen ter voorkoming van gevaar getroffen te worden door bewegende delen van arbeidsmiddelen. t.a.v. de shredder (1) Totaal Acetyleenbrander Artikel Omschrijving feit St Ws Totaal Art. 4.4, lid 2 Art. 4.4, lid 4 Voorzieningen treffen om ongewilde gebeurtenissen tijdens het werk met of in aanwezigheid van gevaarlijke stoffen te vermijden. t.a.v. de acetyleenbrander 6 6 Voorzieningen treffen ter beperking van de gevolgen van een 4 4 ongewilde gebeurtenis. t.a.v. de acetyleenbrander Totaal Autohefbrug Artikel Omschrijving feit St Ws Totaal Art. 7.4, lid 4 Art. 7.4a, lid 3 Art. 7.7, lid 1 Arbeidsmiddelen zijn zodanig dat gevaar getroffen te worden door voorwerpen e.d. zoveel mogelijk wordt beperkt. t.a.v. de autohefbrug Het keuren en of beproeven van een mobiel arbeidsmiddel 4 4 dat onderhevig is aan verslechtering. t.a.v. de autohefbrug (4) Aanbrengen van schermen of beveiligingsinrichtingen ter voorkoming van gevaar getroffen te worden door bewegende delen van arbeidsmiddelen. t.a.v. de autohefbrug (1) Totaal
35 Hijs- en hefwerktuigen Artikel Omschrijving feit St Ws Totaal Art. 7.4a, lid 3 Het keuren en of beproeven van een mobiel arbeidsmiddel dat onderhevig is aan verslechtering. t.a.v. de hijs- en hefwerktuigen (12) RI&E en plan van aanpak Artikel Omschrijving feit St Ws Totaal Art. 4.2, lid 1 Art. 4.2, lid 7 Art. 6.7, lid 1 Art. 5, lid 1 Arbowet Art. 5, lid 1 Arbowet Art. 5, lid 3 Arbowet Art. 5, lid 3 Arbowet Art. 5, lid 4 Arbowet In de RI&E de aard, mate en duur van de blootstelling beoordelen bij mogelijke blootstelling aan gevaarlijke stoffen. De beoordeling t.b.v. de RI&E wordt regelmatig herzien als daartoe aanleiding is. t.a.v. opslagruimten In het kader van de RI&E beoordelen en zo nodig meten van het geluidsniveau op iedere arbeidsplaats. Er is een schriftelijke RI&E aanwezig, inclusief de risico's bijzondere categorieën werknemers. 2 2 De RI&E dient volledig te zijn. 9 9 Een plan van aanpak maakt onderdeel uit van de RI&E. 2 2 Termijnen van maatregelen worden genoemd in plan van aanpak. De RI&E wordt aangepast zo vaak als wijzigingen daartoe 3 3 aanleiding geven. Totaal Mobiele Arbeidsmiddelen, hijs- en hefgereedschap en -werktuigen Artikel Omschrijving feit St Ws Totaal Art. 7.17a, lid 5 Art. 7.18, lid 6 Art. 7.22, lid 1 Beschermingsconstructies op heftrucks (cabine, inrichting tegen kantelen, e.d.) Het nemen van doeltreffende maatregelen. opdat werknemers zich niet onder hangende lasten kunnen bevi nden. Er mogen geen personen vervoerd worden met een hijs- en hefwerktuig dat is bestemd voor vervoer van goederen. Totaal
MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID ARBEIDSINSPECTIE EINDVERSLAG INSPECTIEPROJECT GROENTE, FRUIT, ZUIVEL EN DRANKEN (A430)
MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID ARBEIDSINSPECTIE EINDVERSLAG INSPECTIEPROJECT GROENTE, FRUIT, ZUIVEL EN DRANKEN (A430) Periode 1 april 2000 t/m 30 november 2000 INHOUDSOPGAVE 1 Samenvatting
Nadere informatieEUROPEAN CONSTRUCTION CAMPAIGN 2004
VERSLAG EUROPEAN CONSTRUCTION CAMPAIGN 2004 (Project A663 - Actieperiode juni) Informatie: Arbeidsinspectie, kantoor Groningen Drs. J.R. Boer Landelijk Projectleider Postbus 30016 9700 RM GRONINGEN (050)5225880
Nadere informatieVERSLAG INSPECTIEPROJECT ASBEST OP STORTPLAATSEN
VERSLAG INSPECTIEPROJECT ASBEST OP STORTPLAATSEN COLOFON Plaats: Den Haag, september 2007 Projectnummers: Inspectieonderwerpen: Directie: A748 Blootstelling aan asbestvezels op stortplaatsen Bouw Landelijke
Nadere informatieARBEIDSINSPECTIE MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
VERSLAG PROJECT VESTIGINGSADRESSEN AANNEMERS MET TIMMERWERKPLAATS ARBEIDSINSPECTIE MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Projectinformatie Informatie : drs. J.R. Boer Arbeidsinspectie Postbus
Nadere informatieVERSLAG INSPECTIEPROJECT DE FYSIEKE BELASTING BIJ METSELAARS
VERSLAG INSPECTIEPROJECT DE FYSIEKE BELASTING BIJ METSELAARS COLOFON Plaats: Den Haag, 17 augustus 2005 Projectnummer: Inspectieonderwerp: Directie: A658 Fysieke belasting Bouw Landelijke projectleider:
Nadere informatieVERSLAG INSPECTIEPROJECT A538 HOUT EN MEUBEL ALGEMEEN 2002
VERSLAG INSPECTIEPROJECT A538 HOUT EN MEUBEL ALGEMEEN 2002 COLOFON Plaats: Den Haag, 28 februari 2005 Projectnummer: Directie: A538 Bouw Landelijke projectleider: J. Boer, JBoer@minszw.nl, 050-5225322
Nadere informatieLANDELIJK PROJECTVERSLAG HOUT EN MEUBEL 1999
LANDELIJK PROJECTVERSLAG HOUT EN MEUBEL 1999 A200 Juli 2000 Arbeidsinspectie regio Noordwest C.J. Hensbergen-Aalbers, landelijk projectsecretaris Inhoud 1. Samenvatting 2 Aanleiding en doel van het inspectieproject
Nadere informatieprojectverslag Textiel 2002 A523
projectverslag Textiel 2002 A523 Contactpersoon: Mw. Y.A.J. Montforts, 0475-356666 Den Haag, november 2003 Inhoudsopgave Samenvatting... 3 1. Aanleiding en doel van het inspectieproject... 3 1.1 Strategie...
Nadere informatieBasisinspectiemodule Arbozorg: VOeT (Voorlichting, Onderricht en Toezicht)
Basisinspectiemodule Arbozorg: VOeT (Voorlichting, Onderricht en Toezicht) Deze BasisInspectieModule (BIM) is opgesteld aan de hand van de stand van de wetenschap en professionele dienstverlening en is
Nadere informatieGezond & veilig werken in kleinschalige zorgvoorzieningen dát maakt zorg beter
Gezond & veilig werken in kleinschalige zorgvoorzieningen dát maakt zorg beter De Inspectie SZW 1 inspecteerde van maart 2011 tot en met februari 2012 zorgboerderijen en andere kleinschalige zorgvoorzieningen.
Nadere informatieMeta(al)morfose Inspecties op het gebied van machineveiligheid, geluid en arbobeleid in de metaalindustrie
Meta(al)morfose Inspecties op het gebied van machineveiligheid, geluid en arbobeleid in de metaalindustrie Projectnummer: A568 Contactpersoon: mevr. Y. Montforts Tel: 0475-356603 Den Haag, 14 mei 2004
Nadere informatieVERSLAG INSPECTIEPROJECT TECHNISCHE GROOTHANDEL (A501) ARBEIDSINSPECTIE. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
VERSLAG INSPECTIEPROJECT TECHNISCHE GROOTHANDEL (A501) ARBEIDSINSPECTIE Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 1 Inhoudsopgave SAMENVATTING...3 1. AANLEIDING EN DOELEN VAN HET INSPECTIEPROJECT...4
Nadere informatieWetgeving valbeveiligingsmiddelen
Wetgeving valbeveiligingsmiddelen Met betrekking tot de vraag over valkeuringsmiddelen in de Vraagbaak is onderstaande wetgeving relevant: Artikel 7.4a. Keuringen 1.Een arbeidsmiddel waarvan de veiligheid
Nadere informatieEVALUATIERAPPORTAGE STOFKAMACTIE BOUW
EVALUATIERAPPORTAGE STOFKAMACTIE BOUW PROJECTNUMMER A451 3 oktober 2000 ARBEIDSINSPECTIE MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Inleiding De Arbeidsinspectie heeft een stofkamoperatie, een intensieve
Nadere informatieBasisinspectiemodule Arbozorg: VOeT (Voorlichting, Onderricht en Toezicht)
Basisinspectiemodule Arbozorg: VOeT (Voorlichting, Onderricht en Toezicht) Deze BasisInspectieModule (BIM) is opgesteld aan de hand van de stand van de wetenschap en professionele dienstverlening en is
Nadere informatieProjectverslag. Vakkenvullen jeugdigen supermarkten 2004
Projectverslag Vakkenvullen jeugdigen supermarkten 2004, Den Haag Inspectieonderwerpen - Verboden arbeid door kinderen - Werkdagen en werktijden voor kinderen AI bedrijfstakdirectie Commerciële Dienstverlening
Nadere informatie1 Arbeidsmiddelen volgens het Arbobesluit
1 Arbeidsmiddelen volgens het Arbobesluit Arbobesluit 7.1 Arbeidsmiddelen buiten gebruik Dit hoofdstuk is niet van toepassing op arbeidsmiddelen die op een zodanige manier zijn gedemonteerd of gesloopt,
Nadere informatieProjectverslag. Garagebedrijven Project A660
Projectverslag Garagebedrijven 2004 Project A660 juli 2005 2 Garagebedrijven 2004 Inspectieonderwerpen Veiligheid RI&E en plan van aanpak Bedrijfshulpverlening AI bedrijfstakdirectie Commerciële Dienstverlening
Nadere informatieEindverslag Opslag Ammoniumnitraat
Landelijk inspectieproject, uitgevoerd i.s.m. VROM-inspectie Eindverslag Opslag Ammoniumnitraat 2002 Projectnummer A554 Arbeidsinspectie Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG Contactpersoon: K. Rheiter, Teamleider
Nadere informatieRisico-inventarisatie & evaluatie en Preventiemedewerker
Interne Instructie Risico-inventarisatie & evaluatie en Preventiemedewerker Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Wettelijke grondslag 3. Aanpak 3.1. Toezicht en handhaving 3.2. Werkwijze 3.3. Basis toetskader
Nadere informatieInspectie naar naleving Arbowet en aandacht arbeidsomstandigheden in de Bijzondere Zorg
Inspectie naar naleving Arbowet en aandacht arbeidsomstandigheden in de Bijzondere Zorg Arbeidsinspectie te Den Haag COLOFON: Inspectieproject: Bijzondere Zorg 2003 (A621) Directie: Publieke Dienstverlening
Nadere informatieDE OPDRACHTGEVER IN HET BOUWPROCES
DE OPDRACHTGEVER IN HET BOUWPROCES VERSLAG VAN PROJECT A455 ARBEIDSINSPECTIE MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Eindverslag van project A455 DE OPDRACHTGEVER IN HET BOUWPROCES Maart 2002 drs.
Nadere informatieDe doelstellingen van de Arbowet zijn: het verbeteren van de veiligheid en gezondheid van medewerkers
1. Wetgeving 1.1 Arbowet In januari 2007 is de Arbowet 2007 van kracht geworden. Het begrip Arbo staat voor Arbeidsomstandigheden en heeft betrekking op Veiligheid, Gezondheid en Welzijn (VGW). De Arbowet
Nadere informatieVeilig opslaan van glas op glasbokken en -karren, schuif- en rolstellingen
Published on Arbocatalogus voor de vlakglasbranche (http://www.arbocatalogus-vlakglas.nl) Veilig opslaan van glas op glasbokken en -karren, schuif- en rolstellingen Oplossing status: Goedgekeurd door Inspectie
Nadere informatieVakantiewerk (en bijbaantjes) 2005 van 1 juli 2005 t/m 28 februari 2006 A715
Vakantiewerk (en bijbaantjes) 2005 van 1 juli 2005 t/m 28 februari 2006 A715 Juni 2006 2 Vakantiewerk en bijbaantjes 2005 Inspectieonderwerpen Arbeidstijdenwet en Nadere Regeling Kinderarbeid CO 2 en N
Nadere informatiePROJECTNUMMER: A439 EINDVERSLAG INSPECTIEPROJECT BROODBAKKERIJEN
PROJECTNUMMER: A439 EINDVERSLAG INSPECTIEPROJECT BROODBAKKERIJEN INHOUDSOPGAVE. 1. SAMENVATTING. 3 2. AANLEIDING EN DOEL VAN HET INSPECTIEPROJECT. 3 2.1 Strategie. 3 2.2 Doelstelling van het project. 3
Nadere informatieResultaat Atex 137 toezicht in 2007
Resultaat Atex 137 toezicht in 2007 Pagina 1 van 9 Samenvatting In 2007 zijn door de directie MHC bij 41 BRZO99 en Arie bedrijven Atex 137 inspecties uitgevoerd op een wijze als beschreven in het toezichtbeleid
Nadere informatieVakantiewerk Colofon:
Vakantiewerk 2007 Jong geleerd is oud gedaan?! Colofon: Arbeidsinspectie, Den Haag 28-11-2007 Projectnaam Vakantiewerk 2007 Projectnummer A731: Inspectieproject Vakantiewerk Horeca-VWA A737: Inspectieproject
Nadere informatieIn het project zijn verder de volgende inspectiepunten meegenomen: -verdrinkingsgevaar, -instructie, -persoonlijke beschermingsmiddelen en -werkdruk
projectverslag A27 hotelschepen projectverslag A27-999 Hotelschepen "Arbeids - & Rusttijden Horecapersoneel aan boord van Nederlandse en buitenlandse hotelschepen" Versie: 20 juni 2000 Uitvoeringsperiode:
Nadere informatieInspecties in de Metaalproductenindustrie 2014
Inspecties in de Metaalproductenindustrie 2014 Aanleiding De metaalindustrie is één van de grootste industriële sectoren in Nederland waarin ca. 4,5% van de beroepsbevolking werkzaam is. De arbeidsrisico
Nadere informatieVERSLAG INSPECTIEPROJECT DE FYSIEKE BELASTING BIJ STRATENMAKERS
VERSLAG INSPECTIEPROJECT DE FYSIEKE BELASTING BIJ STRATENMAKERS Een ontwikkeling naar machinaal straten COLOFON Plaats: Den Haag, juli 2007 Projectnummer: Inspectieonderwerpen: Directie: A775 Fysieke belasting,
Nadere informatiePROJECTVERSLAG INSPECTIEPROJECT PRAKTIJKLOKALEN METAALTECHNIEK
PROJECTVERSLAG INSPECTIEPROJECT PRAKTIJKLOKALEN METAALTECHNIEK VOORBEREIDEND MIDDELBAAR BEROEPSONDERWIJS (VMBO) MIDDELBAAR BEROEPSONDERWIJS (MBO) BEROEPS VOLWASSEN EDUCATIE (BVE) Eindverslag inspectieproject
Nadere informatieVERSLAG INSPECTIES PROJECT SOCIALE WERKVOORZIENING (A866)
VERSLAG INSPECTIES PROJECT SOCIALE WERKVOORZIENING (A866) ARBEIDSINSPECTIE DEN HAAG, NOVEMBER 2008 1 Inhoudsopgave Voorwoord 3 1 Samenvatting 4 2 Projectopzet en uitvoering 5 2.1 Aanleiding en doelstellingen
Nadere informatieInspectierapport. Autowas- en autopoetsbedrijven
Inspectierapport Autowas- en autopoetsbedrijven Inspecties bij autowas- en autopoetsbedrijven van mei tot en met september 2009 Inhoudsopgave 2 Voorwoord 3 1. Opzet en uitvoering van de inspectie 5 1.1.
Nadere informatiePROJECTVERSLAG INSPECTIEPROJECT SOCIALE WERKVOORZIENING. 20 november 2006
PROJECTVERSLAG INSPECTIEPROJECT SOCIALE WERKVOORZIENING 20 november 2006 Colofon Arbeidsinspectie, Den Haag November 2006 Projectnummer A760 Looptijd Project Januari 2006 Juni 2006 Inspectieonderwerpen
Nadere informatieProjectrapportage Autoschadeherstelbedrijven Project A860
Projectrapportage Autoschadeherstelbedrijven Project A860 Projectrapportage Autoschadeherstelbedrijven Inhoudsopgave Voorwoord 5 1. Aanleiding en doel 7 1.1. Aanleiding 7 1.2. Doelstellingen project 7
Nadere informatieProjectverslag Leerindustrie
Projectverslag Leerindustrie Projectnummer: A018 Projectsecretaris: T. Rijlaarsdam Betrokken regio's: regio Zuid Uitvoeringsperiode: juni 1999 t/m maart 2000 INHOUDSOPGAVE Blz. Inhoudsopgave 2 1 Doelstelling
Nadere informatieColofon. Arbeidsinspectie, Den Haag, mei 2006. Afdeling Persvoorlichting, 070-333 4444. Looptijd project januari 2005 januari 2006.
PROJECTVERSLAG INSPECTIEPROJECT KINDEROPVANG Inspectieonderwerp: Fysieke belasting werknemers Colofon Arbeidsinspectie, Den Haag, mei 2006 Inspectieonderwerp AI-bedrijfstakdirectie Landelijk Projectleider
Nadere informatieANALYSE VAN ONGEVALLEN IN DE SECTOR TRANSPORT EN LOGISTIEK
A. van Leeuwenhoeklaan 9 3721 MA Bilthoven Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl T 030 274 3092 F 030 274 44 42 storybuilder@rivm.nl ANALYSE VAN ONGEVALLEN IN DE SECTOR TRANSPORT EN LOGISTIEK Inleiding
Nadere informatieGarages in beeld. Naleving van de Arbowet in werkplaatsen voor gemotoriseerde vervoersmiddelen
Garages in beeld Naleving van de Arbowet in werkplaatsen voor gemotoriseerde vervoersmiddelen Inhoudsopgave Voorwoord 3 1 Projectopzet, uitvoering en communicatie 5 1.1 Aanleiding en doelstellingen 5 1.2
Nadere informatieVoorwoord: status model RI&E SW
Voorwoord: status model RI&E SW De Model RI&E voor de SW-branche kan gebruikt worden als basis voor een RI&E in uw SW-organisatie. De model RI&E is nadrukkelijk geen goedgekeurde branche RI&E en de inhoud
Nadere informatieVeilig werken met apparaten en machines
Published on Arbocatalogus voor de vlakglasbranche (http://www.arbocatalogus-vlakglas.nl) Veilig werken met apparaten en machines Oplossing status: Goedgekeurd door Inspectie SZW Een machine is een arbeidsmiddel,
Nadere informatieMinisterie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Arbeidsinspectie
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Arbeidsinspectie EINDVERSLAG INSPECTIEPROJECT INSPECTIEDIENSTEN Den Haag september 2003 COLOFON / PROJECTINFORMATIE Naam: Projectnummer: Inspectieproject
Nadere informatieVoorlichting, onderricht & Toezicht
Interne instructie Arbeidsinspectie Voorlichting, onderricht & Toezicht INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 2. AANPAK 2.1 Wettelijke grondslag 2.2 Inspectie 2.3 Handhaving 3. SCHEMA STAPPEN BIJ HANDHAVING Vastgesteld
Nadere informatiePROJECTVERSLAG MONITORPROJECT UNIVERSITEITEN A796
PROJECTVERSLAG MONITORPROJECT UNIVERSITEITEN A796 1 0 colofon Arbeidsinspectie, Den Haag maart 2007 Projectverslag status Projectnummer: concept A796 Looptijd project: september 2006 t/m december 2006
Nadere informatieProjectverslag Schoenbedrijven
Projectverslag Schoenbedrijven Projectnummer: A019 Projectsecretaris: H. Neuman Betrokken regio's:regio Zuid Uitvoeringsperiode: 1998/1999 1. Doelstelling van het project 2. Misstanden 3. Politiek relevante
Nadere informatieEindverslag inspectieproject OPS 2001 A491
Eindverslag inspectieproject OPS 2001 A491 Den Haag, december 02 Colofon Contactpersoon: mw. Y.A.J. Montforts tel.nr.: 0475-356603 Titel : Eindverslag inspectieproject OPS 2001 Project nr. : A491 Uitvoeringsperiode
Nadere informatieMachineveiligheid 2004 Inspectieproject in de Voeding- en Genotmiddelen en de Metaalsector op het gebied van machineveiligheid.
Machineveiligheid 004 Inspectieproject in de Voeding- en Genotmiddelen en de Metaalsector op het gebied van machineveiligheid. Projectverslag Arbeidsinspectie, Den Haag, 1 september 005 Inspectieonderwerp
Nadere informatiearboregelgeving Informatiebron Arbo-aspecten bij het gebruiken van biomassa voor energie-opwekking arbowet
Informatiebron Arbo-aspecten bij het gebruiken van biomassa voor energie-opwekking arbo-regelgeving Arbowet De regelgeving op het gebied van arbeidsomstandigheden is vastgelegd in de Arbeidsomstandighedenwet,
Nadere informatieHANDHAVING DOOR INSPECTIE SZW. Jan Vermeiren Inspectie SZW
HANDHAVING DOOR INSPECTIE SZW Jan Vermeiren Inspectie SZW Inhoud Informatiebijeenkomst Richtlijn Steigers Jan Vermeiren Projectleider Inspectie SZW 9 juni 2016 Inspectie SZW Gezond, veilig en eerlijk werk
Nadere informatieMinisterie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Arbeidsinspectie
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Arbeidsinspectie EINDVERSLAG INSPECTIEPROJECT RIJKSWATERSTAAT COLOFON / PROJECTINFORMATIE Naam: Projectnummer: Inspectieproject Rijkswaterstaat A544 Inspectieperiode:
Nadere informatieInspectierapport Project A590. Tillen in de industrie
Inspectierapport Project A590 Tillen in de industrie Uitvoeringsperiode: april t/m juni 2003 Contactpersoon: Mw. Y.A.J. Montforts Tel. 0475-356603 Den Haag, 23 mei 2004 Inhoudsopgave Samenvatting... 3
Nadere informatieDe Arbeidsinspectie in het kort. Magazijnstellingen en heftrucks Resultaten van inspecties in de groothandel in bouwmaterialen
De Arbeidsinspectie in het kort Magazijnstellingen en heftrucks Resultaten van inspecties in de groothandel in bouwmaterialen In 2005 heeft de Arbeidsinspectie de groothandel van bouwmaterialen geïnspecteerd.
Nadere informatieOver de meerwaarde van een EKH erkend keurbedrijf
Over de meerwaarde van een EKH erkend keurbedrijf U moet er toch niet aan dénken! De zorgplicht van de werkgever als het gaat om geschiktheid en blijvende veiligheid van ter beschikking gestelde arbeidsmiddelen.
Nadere informatieProjectverslag Metaal 1999-A208 BIK 27 t/m 30, 34 en 352 t/m 355
Projectverslag Metaal 1999-A208 BIK 27 t/m 30, 34 en 352 t/m 355 Datum: 25 april 2000 Uitvoeringsperiode:1 januari 1999 t/m 15 november 1999 1. Samenvatting 2. Projectomschrijving 2.1 Algemeen 2.2 Geconstateerde
Nadere informatieRisico-inventarisatie & evaluatie
Interne instructie Arbeidsinspectie Risico-inventarisatie & evaluatie INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 2. AANPAK 2.1 Wettelijke grondslag 2.2 Inspectie 2.3 Handhaving 3. ACHTERGRONDINFORMATIE 3.1 Algemeen 3.2
Nadere informatieKinder- en Jeugdarbeid 2006 Vakantiewerk & bijbaantjes. (tussenrapportage)
Kinder- en Jeugdarbeid 2006 Vakantiewerk & bijbaantjes (tussenrapportage) Colofon: Arbeidsinspectie, Den Haag 20-11-2006 Projectnaam Kinder- en Jeugdarbeid (vakantiewerk en bijbaantjes) Projectnummer A789
Nadere informatieOp donderdag 18 september 2014 hebben wij, de heer 10.2.E. Er is tijdens dat bezoek gesproken met de heer 10.2.E
> Retouradres Postbus 820 3500 AV Utrecht t.a.v. de directie Postbus 2 6990 AA RHEDEN 6990AA2 Kantoor Utrecht Oudenoord 6 3513 ER Utrecht Postbus 820 3500 AV Utrecht www.inspectieszw.nl Contactpersoon
Nadere informatieProjectverslag. Werkplaatsen Beroepsgoederenvervoer en eigen vervoer
Projectverslag Werkplaatsen Beroepsgoederenvervoer en eigen vervoer Project A739 Foto VACO Arbeidsinspectie, Den Haag Augustus 26 Werkplaatsen beroepsgoederenvervoer en eigen vervoer Arbeidsinspectie,
Nadere informatieAan de slag met RI&E RI& onderdeel Preventiebeleid. Waar ik kort over kan zijn
Aan de slag met RI&E Als onderdeel van het Preventiebeleid Marco Sikkel (CAOP) m.sikkel@caop.nl /06-51293568 RI& onderdeel Preventiebeleid 1.Het inventariseren en evalueren van de veiligheids- en gezondheidsrisico
Nadere informatieWelzijn en opleidingen
Welzijn en opleidingen De wetgeving over het welzijn op het werk verplicht werkgevers de nodige maatregelen te nemen om het welzijn van de werknemers te bevorderen tijdens de uitvoering van hun werk. Een
Nadere informatieHolland Solar heet u welkom. Veilig werken op daken. Solar Solu(ons 2015
Holland Solar heet u welkom Veilig werken op daken Solar Solu(ons 2015 Veilig werken op daken ernst van tongeren directeur/eigenaar ID energie bestuurslid Holland Solar assessor Kenteq ( SEI erkenning
Nadere informatieEen introductie op de Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E)
Een introductie op de Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) WHITEPAPER Een introductie op de Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) 2 Wettelijk kader De Arbowet stelt een Risico Inventarisatie &
Nadere informatieInspectieverslag project lichamelijke belasting en geluid in de voeding- en genotmiddelensector
Inspectieverslag project lichamelijke belasting en geluid in de voeding- en genotmiddelensector Looptijd : oktober 24 maart 25 Arbeidsinspectie, Den Haag 3-1-27 Projectnummer A 654 Status projectrapportage
Nadere informatieArbobeleid. Titus Terwisscha van Scheltinga
Arbobeleid Titus Terwisscha van Scheltinga Veiligheid, Gezondheid, Welzijn en PSA Veiligheid: Machineveiligheid Brandpreventie en bestrijding Vluchtwegen en nooduitgangen Veilige machines en installaties
Nadere informatieEVALUATIEVERSLAG. LANDELIJK INSPECTIEPROJECT THUISWERK IN DE GRAFISCHE INDUSTRIE TEXTIEL INDUSTRIE METAALPRODUKTEN INDUSTRIE
EVALUATIEVERSLAG. LANDELIJK INSPECTIEPROJECT THUISWERK IN DE GRAFISCHE INDUSTRIE TEXTIEL INDUSTRIE METAALPRODUKTEN INDUSTRIE PROJECTNUMMER A444 UITVOERING AUGUSTUS 2000 TOT/MET MAART 2001 SAMENSTELLING;
Nadere informatieBasis inspectiemodule
Basis inspectiemodule Inrichting arbeidsplaatsen Deelmodule: Algemeen Deze Basis Inspectie Module (BIM) is opgesteld aan de hand van de stand van de techniek en is geschreven voor intern gebruik bij de
Nadere informatieVeiligheid van speeltoestellen op het schoolplein
Veiligheid van speeltoestellen op het schoolplein Inspectieresultaten 2010 31 augustus 2011 Veiligheid van speeltoestellen op het schoolplein - Inspectieresultaten 2010 31 augustus 2011 Colofon Projectnaam
Nadere informatieInleiding... pagina 1. Presentatie NEN 3140... pagina 2. Introductieopleiding NEN- EN 50110 en NEN 3140... pagina 2
Inhoudsopgave Inleiding... pagina 1 Presentatie NEN 3140... pagina 2 Introductieopleiding NEN- EN 50110 en NEN 3140... pagina 2 Installatieverantwoordelijke... pagina 3 Werkverantwoordelijke... pagina
Nadere informatieBandenservicebedrijven 2005. Rapportage Inspectieproject A747
Bandenservicebedrijven 2005 Rapportage Inspectieproject A747 Rapportage inspectieproject Bandenservicebedrijven 2005 Foto VACO Den Haag juli 2006 Colofon: Arbeidsinspectie, Den Haag juli 2006 Projectnummer:
Nadere informatieProjectverslag. Vakantiewerk Arbeidsinspectie Den Haag
Projectverslag Vakantiewerk 2004 Arbeidsinspectie Den Haag 3 december 2004 Vakantiewerk 2004 Voorwoord De arbeidsomstandigheden van vakantiewerkers staan de laatste jaren prominent in de schijnwerpers.
Nadere informatieProjectrapportage Kwarts in de bouw 2007
Projectrapportage Kwarts in de bouw 2007 Projectrapportage Kwarts in de bouw 2007 Blootstelling aan kwartsstof bij een aantal vaak voorkomende werkzaamheden Inhoudsopgave Voorwoord 5 1 Projectopzet en
Nadere informatieEindverslag project aardolie, chemie, kunststof en rubber (ACKR) 2001 Projectnummer A465
31-7-02 Eindverslag project aardolie, chemie, kunststof en rubber (ACKR) 2001 Projectnummer A465 Deelprojecten: rubber overige productie kunststof farmaceutische industrie kunststofindustrie chemie overig
Nadere informatieBasisinspectiemodule
Basisinspectiemodule Blootstelling aan dieselmotoremissies (DME) Deze BasisInspectieModule (BIM) is opgesteld aan de hand van de stand van de techniek en is geschreven voor intern gebruik bij de Inspectie
Nadere informatieSamenvatting wetgeving omtrent Machines en Arbeidsmiddelen
Samenvatting wetgeving omtrent Machines en Arbeidsmiddelen De wetgeving met betrekking tot machines en arbeidsmiddelen is niet eenvoudig. Er zijn diverse richtlijnen en wetten binnen de Europese Unie en
Nadere informatieTransportmiddelen 2013
Transportmiddelen 2013 De Inspectie SZW heeft in de periode augustus 2013 t/m januari 2014 een inspectieproject uitgevoerd in de transportmiddelenindustrie. Het project komt voort uit de afspraken die
Nadere informatieToetsingsrapportage RI&E
Oranjestraat 38 3291 BS Strijen Tel. 078-3030230 www.questadvies.nl info@questadvies.nl Toetsingsrapportage RI&E 1. VERANTWOORDING Betreft RI&E van bedrijf : Technisch Buro Nigo B.V. Koperweg 4 8251 KA
Nadere informatieWat doet de Arbeidsinspectie? Alles over de taken en werkwijze van de Arbeidsinspectie
Wat doet de Arbeidsinspectie? Alles over de taken en werkwijze van de Arbeidsinspectie 1 De Arbeidsinspectie in het kort De Arbeidsinspectie (AI) maakt deel uit van het ministerie van Sociale Zaken en
Nadere informatieArbeidsomstandigheden in de Bestrating Inspectieresultaten 2014
Arbeidsomstandigheden in de Bestrating Inspectieresultaten 2014 Belangrijkste conclusies 1 Aanleiding en doelen van de inspecties 1 Onderwerpen 2 Resultaten van de inspecties 3 Conclusies 5 Aanbevelingen
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Artikel 3 van Beleidsregel arbocatalogi 2010 wordt als volgt gewijzigd:
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 3103 20 februari Besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 13 februari, nr. G&VW/AA/2011/2023,
Nadere informatiePROJECT HORECA-DISCOTHEKEN
PROJECT HORECA-DISCOTHEKEN 2000 VERSLAG van het PROJECT HORECA-DISCOTHEKEN 2000 PROJECTNUMMER A424 ARBEIDSINSPECTIE 21 augustus 2001 Samenstelling: K.H. van Dijk, Arbeidsinspectie regio Zuid tel. 0475-356670
Nadere informatieArbocatalogus Tuincentra
Arbocatalogus Tuincentra Arbocatalogus Tuincentra Voorwoord Voor u ligt de Arbocatalogus Tuincentra, het oplossingenboek voor arborisico s in tuincentra. In de tuincentra denken we bij veiligheid automatisch
Nadere informatieEindverslag. Project Onderhoudsstops Projectnummer: A448
Eindverslag Project Onderhoudsstops 2000 Projectnummer: A448 Definitief versie 10 augustus 2001 Hoofdconclusie: De arbeidstijden tijdens onderhoudsstops leiden over het algemeen tot een flink aantal overschrijdingen
Nadere informatieBEVOEGD GEZAG WET MILIEUBEHEER Eindrapport Inspectieproject Onderhoudsstops Brzo/ARIE 2010-2012
BEVOEGD GEZAG WET MILIEUBEHEER Eindrapport Inspectieproject Onderhoudsstops Brzo/ARIE 2010-2012 Pagina 1 Inhoudsopgave paginanummer 0. Managementsamenvatting 2 1. Inleiding 5 1.1. Aanleiding van het project
Nadere informatieIn dit document zijn de letterlijke teksten van relevante wetsartikelen opgenomen.
In dit document zijn de letterlijke teksten van relevante wetsartikelen opgenomen. Relevante wet-en regelgeving BHV1 1. Arbeidsomstandighedenwet (van kracht sinds 1 januari 2007) N.B. Achter de artikelen
Nadere informatiePROJECT Legionella Binnenvaart 2000 A412
PROJECT Legionella Binnenvaart 2000 A412 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Versie: januari 2002 Postadres: Postbus 90801 te 2509 LV DEN HAAG Bezoekadres: Anna van Hannoverstraat 4 te DEN
Nadere informatieINSPECTIEPROJECT LOONWERKERS 2005
VERSLAG INSPECTIEPROJECT LOONWERKERS 2005 A 693 Onderwerpen: machineveiligheid arbeidshygiëne atex atw Inspectieperiode 1 maart 2005 tot en met 28 februari 2006 Colofon Arbeidsinspectie, Den Haag : 30-06-2006
Nadere informatieToetsing Risico-Inventarisatie en Evaluatie (RIE) BS De Klimop
Toetsing Risico-Inventarisatie en Evaluatie (RIE) BS De Klimop Locatie Rembrandtstraat Ad (A.A.M.) van Zundert Consultant veiligheidskunde Paraaf: ad.van.zundert@arboned.nl 06-46015528 Email sales support:
Nadere informatieBetonstorter / gietbouwer
Betonstorter / gietbouwer Er zijn een paar duizend betonstorters / gietbouwers in Nederland. Ze werken bij betonmortelcentrales en enkele grote bouwbedrijven. Betonstortwerk wordt ook verricht door timmerlieden,
Nadere informatieWorkshop: Training preventiemedewerker. Door: Mark Smakman Arbeids- & Organisatieadviseur/Veiligheidskundige
Workshop: Training preventiemedewerker Door: Mark Smakman Arbeids- & Organisatieadviseur/Veiligheidskundige Programma Introductie; Kennismaking; Arbo-wet; Partijen in de Arbo-wet; Arbobeleidscyclus; De
Nadere informatieProjectverslag Inspectieproject Intramurale Zorg 2003 A575 Looptijd van: van 1 maart 2003 tot en met 31 augustus 2003
Projectverslag Inspectieproject Intramurale Zorg 2003 A575 Looptijd van: van 1 maart 2003 tot en met 31 augustus 2003 Den Haag, januari 2004 Jacques van der Pols, Landelijk Projectleider 026-3557111 Samenvatting
Nadere informatieMinisterie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Arbeidsinspectie EINDVERSLAG INSPECTIEPROJECT AUDIOVISUELE SECTOR 2002 2003
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Arbeidsinspectie EINDVERSLAG INSPECTIEPROJECT AUDIOVISUELE SECTOR 2002 2003 (Inspectieproject m.b.t. werktijden, werkdruk en fysieke belasting in de audiovisuele
Nadere informatieVerslag inspecties Sociale werkvoorziening
Verslag inspecties Sociale werkvoorziening Verslag inspecties Sociale werkvoorziening Inhoudsopgave Voorwoord 5 Samenvatting 7 1 Projectopzet en uitvoering 9 1.1 Aanleiding en doelstellingen 1.2 Uitvoering
Nadere informatieIn verband met de overtredingen zijn stilleggingen en boete rapporten opgesteld opgelegd.
Inspectie SZW Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid > Retouradres Postbus 820 3500 AV Utrecht VOION Postbus 2501 401 DA Heerlen Directie Analyse Programmering en Sïgnaiering Programmering en
Nadere informatieMinisterie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Arbeidsinspectie
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Arbeidsinspectie EINDVERSLAG INSPECTIEPROJECT RIOOLWERKZAAMHEDEN COLOFON / PROJECTINFORMATIE Naam: Projectnummer: Inspectieproject Rioolwerkzaamheden A570
Nadere informatieInterne instructie Arbeidsinspectie. Beeldschermwerk. 2. AANPAK 2.1 Wettelijke grondslag 2.2 Indicatie beeldschermwerk 2.3 Inspectie 2.
Interne instructie Arbeidsinspectie Beeldschermwerk INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 2. AANPAK 2.1 Wettelijke grondslag 2.2 Indicatie beeldschermwerk 2.3 Inspectie 2.4 Handhaving 3. ACHTERGRONDINFORMATIE 3.1
Nadere informatiePersoonlijke Risico Inventarisatie & Maatwerk Aanpak (PRIMA basislijst)
Persoonlijke Inventarisatie & Maatwerk Aanpak (PRIMA basislijst) Waar komt 1 Psychosociale arbeidsbelasting 1.1 Discriminatie 1.2 Agressie en geweld; 1.3 Seksuele intimidatie; 1.4 Pesten; 1.5 Werkdruk;
Nadere informatieArbo-inspecties in actieplanbedrijven Inspectierapportage bij bedrijven met een verhoogd risico op ongevallen
Arbo-inspecties in actieplanbedrijven Inspectierapportage bij bedrijven met een verhoogd risico op ongevallen In 2011 heeft de Inspectie SZW (voorheen de Arbeidsinspectie) van februari tot en met december
Nadere informatieWerken met verontreinigde grond Inspectieresultaten 2015
Werken met verontreinigde grond Inspectieresultaten 2015 Belangrijkste conclusies 1 Aanleiding van de inspecties 2 Inspectieresultaten aannemers 2 In 2015 heeft de Inspectie SZW 124 inspecties uitgevoerd
Nadere informatie