Profiel van de spitsrijder. Wie rijdt er in de spits?

Vergelijkbare documenten
Travel Survey Questionnaires

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

MyDHL+ Van Non-Corporate naar Corporate

Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie

Socio-economic situation of long-term flexworkers

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim

1. In welk deel van de wereld ligt Nederland? 2. Wat betekent Nederland?

LinkedIn Profiles and personality

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

SAMPLE 11 = + 11 = + + Exploring Combinations of Ten + + = = + + = + = = + = = 11. Step Up. Step Ahead

ANGSTSTOORNISSEN EN HYPOCHONDRIE: DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING (DUTCH EDITION) FROM BOHN STAFLEU VAN LOGHUM

Profile visitors NRC Q

Verantwoord rapporteren. Karin Schut

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur

Buy Me FILE 5 BUY ME BK 2

Bijlage 2: Informatie met betrekking tot goede praktijkvoorbeelden in Londen, het Verenigd Koninkrijk en Queensland

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind.

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive

De Rol van Zelfregulatie, Motivatie en Eigen Effectiviteitsverwachting op het Volhouden

Read this story in English. My personal story

Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children

RECEPTEERKUNDE: PRODUCTZORG EN BEREIDING VAN GENEESMIDDELEN (DUTCH EDITION) FROM BOHN STAFLEU VAN LOGHUM

General info on using shopping carts with Ingenico epayments

Main language Dit is de basiswoordenschat. Deze woorden moeten de leerlingen zowel passief als actief kennen.

Understanding and being understood begins with speaking Dutch

Luister alsjeblieft naar een opname als je de vragen beantwoordt of speel de stukken zelf!

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of

irregular verbs onregelmatige werkwoorden

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten

S e v e n P h o t o s f o r O A S E. K r i j n d e K o n i n g

Group work to study a new subject.

HANDBOEK HARTFALEN (DUTCH EDITION) FROM BOHN STAFLEU VAN LOGHUM

Opgave 2 Geef een korte uitleg van elk van de volgende concepten: De Yield-to-Maturity of a coupon bond.

Empowerment project. Driejarig project van Rotaryclub Rhenen-Veenendaal

Buy Me! FILE 5 BUY ME KGT 2

Add the standing fingers to get the tens and multiply the closed fingers to get the units.

(1) De hoofdfunctie van ons gezelschap is het aanbieden van onderwijs. (2) Ons gezelschap is er om kunsteducatie te verbeteren

20 twenty. test. This is a list of things that you can find in a house. Circle the things that you can find in the tree house in the text.

De grondbeginselen der Nederlandsche spelling / Regeling der spelling voor het woordenboek der Nederlandsche taal (Dutch Edition)

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

HOE SLIM REIS JIJ? EEN KWANTITATIEF ONDERZOEK NAAR HET NIEUWE WERKEN EN MOBILITEIT IN OPDRACHT VAN DE ANWB

3 I always love to do the shopping. A Yes I do! B No! I hate supermarkets. C Sometimes. When my mother lets me buy chocolate.

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.

Global TV Canada s Pulse 2011

Communication about Animal Welfare in Danish Agricultural Education

een kopie van je paspoort, een kopie van je diploma voortgezet onderwijs (hoogst genoten opleiding), twee pasfoto s, naam op de achterkant

Impact en disseminatie. Saskia Verhagen Franka vd Wijdeven

Online Resource 1. Title: Implementing the flipped classroom: An exploration of study behaviour and student performance

Wij beloven je te motiveren en verbinden met andere studenten op de fiets, om zo leuk en veilig te fietsen. Benoit Dubois

It s all about the money Trade Fair trade

De Invloed van Innovatiekenmerken op de Intentie van Leerkrachten. een Lespakket te Gebruiken om Cyberpesten te Voorkomen of te.

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F.

Verkeersinformatie in de praktijk

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

Survey on lending and current accounts for SMEs

It s all about the money Group work

Puzzle. Fais ft. Afrojack Niveau 3a Song 6 Lesson A Worksheet. a Lees de omschrijvingen. Zet de Engelse woorden in de puzzel.

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en

B1 Woordkennis: Spelling

Academisch schrijven Inleiding

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie

Comics FILE 4 COMICS BK 2

Pesten op het werk en de invloed van Sociale Steun op Gezondheid en Verzuim.

Persoonlijke informatie / Personal information

Persoonlijkheidskenmerken en cyberpesten onder jongeren van 11 tot 16 jaar:

Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt The role of mobility in higher education for future employability

Active or passive. Patricia Termeer. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Installatie van Windows 10 op laptops. Windows 10 installation on laptops

Win a meet and greet with Adam Young from the band Owl City!

Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch

2019 SUNEXCHANGE USER GUIDE LAST UPDATED

should(n t) / should(n t) have to zouden moeten / hadden meestergijs.nl

Ontpopping. ORGACOM Thuis in het Museum

Healthy people want everything, sick people want only one thing. would love to see a Hospital Teacher

Settings for the C100BRS4 MAC Address Spoofing with cable Internet.

Opel Insignia Onderzoek onder leaserijders November 2008

z x 1 x 2 x 3 x 4 s 1 s 2 s 3 rij rij rij rij

Appendix A: List of variables with corresponding questionnaire items (in English) used in chapter 2

> hele werkwoord > werkwoord +s, als het onderwerp he, she of it is. bevestigend vragend ontkennend

Engels op Niveau A2 Workshops Woordkennis 1

Davide's Crown Caps Forum

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij

Modererende Rol van Seksuele Gedachten. Moderating Role of Sexual Thoughts. C. Iftekaralikhan-Raghubardayal

Activant Prophet 21. Prophet 21 Version 12.0 Upgrade Information

Win a meet and greet with Adam Young from the band Owl City!

Het beheren van mijn Tungsten Network Portal account NL 1 Manage my Tungsten Network Portal account EN 14

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50

News: Tours this season!

Seksdrive, Stresscoping en Extrinsieke Ambitie : De Verschillen tussen Mannen en Vrouwen. Sexdrive, Stresscoping and Extrinsic Ambition :

Archief Voor Kerkelijke Geschiedenis, Inzonderheid Van Nederland, Volume 8... (Romanian Edition)

Listen. Twenty One Pilots Niveau 3a Song 4 Lesson B Worksheet. a Luister naar wat Leo, Tina en Martin vertellen. Omcirkel het juiste antwoord.

Publiekspanel Rijkswegen Noord Resultaten peiling 5- mei 2018

THE LANGUAGE SURVIVAL GUIDE

Academisch schrijven Inleiding

Stars FILE 7 STARS BK 2

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Transcriptie:

Profiel van de spitsrijder Wie rijdt er in de spits? 2006

Profiel van de spitsrijder Wie rijdt er in de spits? 2006 Rijkswaterstaat Adviesdienst Verkeer & Vervoer

Inhoudsopgave........................................................................................ 1. Samenvatting 4 2. Inleiding 13 2.1 Aanleiding 13 2.2 Doelstelling 13 2.3 Onderzoeksopzet 14 2.4 Over dit rapport 14 3. Resultaten 16 3.1 Profiel van de spitsrijders 16 3.2 Auto(snel)weggebruik 19 3.3 Verkeersinformatie 20 3.4 Wegwerkzaamheden 21 3.5 File 24 3.6 Mobiliteitsbeleving 28 3.7 Mediagedrag 29 3.7.1. Dagbladen 29 3.7.2. Tijdschriften 30 3.7.3. Televisie 30 3.7.4. Radio 31 4. Vrachtwagenchauffeurs 32 4.1 Auto(snel)weggebruik 32 4.2 Verkeersinformatie 33 4.3 Wegwerkzaamheden 34 4.4 File 35 4.5 Mediagedrag 36 4.5.1. Dagbladen 36 4.5.2. Tijdschriften 37 4.5.3. Televisie 37 4.5.4. Radio 37 4.6 Werksituatie en achtergrondgegevens 38 Bijlage I: Onderzoeksverantwoording 39 Bijlage II: Steekproefprocedure en weging 41 Bijlage III: Significante verschillen spitsrijders en niet-spitsrijders 48 3 Profiel van de spitsrijder 2005

1. Samenvatting............................................................................... Om de doorstroming van het verkeer in Nederland te bevorderen, is het belangrijk dat de maatregelen van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat zo goed mogelijk zijn afgestemd op de weggebruikers (met name in de file en/of de spits). Hiervoor heeft het ministerie zo veel mogelijk informatie nodig over het gedrag en de motieven van deze groep. Daarom heeft INTERVIEW NSS in opdracht van het ministerie in een mixed mode onderzoek uitgevoerd onder spitsrijders en niet-spitsrijders. Het hoofddoel van het onderzoek is om antwoord te vinden op de vraag: Wat is het profiel van de spitsrijder? Hieronder de belangrijkste resultaten per specifieke onderzoeksvraag: 1. Hoe ziet de spitsrijder eruit qua achtergrondkenmerken zoals leeftijd, geslacht, samenstelling huishouden, werkzaamheid et cetera: 74% is tussen de 25 en 55 jaar; zijn vaker mannen dan vrouwen (67% versus 33%); 32% is hoog opgeleid (wo of hbo); 82% is werkzaam in beroep of bedrijf; 68% is een woon-werkverkeer spitsrijder; rijdt gemiddeld 32 kilometer van huis naar werk; 73% werkt op vaste tijdstippen; 42% legt als bestuurder 10.000 tot 20.000 km per jaar af. En de vrachtwagenchauffeurs die in de spits rijden? Van de 91 ondervraagde vrachtwagenchauffeurs is (niet representatief): 28% jonger dan 35 jaar en 57% tussen de 35 en 55 jaar; 100% man; 44% is laag opgeleid (lbo of lager); 22% werkt op vaste tijdstippen, 78% op wisselende; 58% heeft een inkomen van modaal of lager; tweederde heeft een werkende partner (gemiddeld werkt deze partner 25 uur per week); 53% heeft een partner en thuiswonende kinderen; 77% rijdt 40.000 km of meer per jaar. 2. Wat voor vervoersmiddelen bezit de spitsrijder en, hoe verplaatst deze zich doorgaans en hoe bepaalt deze zijn route? 4 Profiel van de spitsrijder 2005

Gemiddeld hebben spitsrijders 1,5 auto in het huishouden. Om naar het werk te gaan maakt 79% van de werkende spitsrijder gebruik van de auto en 14% van de fiets. Indien er files in de ochtendspits op de weg staan gaat een groot deel van de spitsrijders op zoek naar een alternatieve route (53% bij een file van 5 kilometer en 62% bij een file van 10 kilometer). 39% sluit bij een file van 5 kilometer gewoon aan en 22% sluit gewoon aan bij een file van 10 kilometer. Indien er files in de avondspits op de weg staan gaat ook een groot deel van de spitsrijders op zoek naar een alternatieve route (49% bij een file van 5 kilometer en 59% bij een file van 10 kilometer). Bij 5 kilometer sluit 37% nog gewoon aan in de file, maar indien de file 10 kilometer is sluit nog maar 19% aan. Voor 12% is later vertrekken de oplossing bij een file van 5 kilometer en voor 18% bij een file van 10 kilometer. In de ochtendspits is dit minder vaak een optie (4% bij 5 kilometer en 9% bij 10 kilometer). En hoe zit dit bij de vrachtwagenchauffeurs? Gemiddeld hebben vrachtwagenchauffeurs 1,4 personenauto in het huishouden. Indien er files op de weg staan, gaat een groot deel van de vrachtwagenchauffeurs op zoek naar een alternatieve route (42% bij een file van 5 kilometer en 63% bij een file van 10 kilometer). De helft sluit bij een file van 5 kilometer gewoon aan en 24% sluit gewoon aan bij een file van 10 kilometer. 3. Hoe tevreden is de spitsrijder over het reizen? Hoe worden betrouwbaarheid van de reistijd gewaardeerd? En in hoeverre vinden ze files een probleem? 55% van alle spitsrijders is in het algemeen (zeer) tevreden over de auto(snel)wegen maar 18% is hier (zeer) ontevreden over. De ontevredenheid neemt toe naarmate de spitsrijder vaker per week in de spits rijdt en meer kilometers aflegt. Duidelijk meer onvrede is er over de mate van betrouwbaarheid waarmee de reistijd ingepland kan worden, 38% is hier namelijk (zeer) ontevreden over. Deze ontevredenheid neemt wederom toe naarmate de spitsrijder vaker per week in de spits rijdt en meer kilometers aflegt. En wat vinden de spitsrijders van files? Deze worden als een probleem gezien. 57% vindt dit een (redelijk) groot probleem, 37% ziet files als enigszins een probleem en maar een enkeling vindt files helemaal geen probleem (6%). Spitsrijders die minimaal drie keer per week in de spits rijden vinden files vaker een probleem dan spitsrijders die minder vaak in de spits rijden. En hoe zit dit bij de vrachtwagenchauffeurs? 5 Profiel van de spitsrijder 2005

40% van alle vrachtwagenchauffeurs is in het algemeen (zeer) tevreden over de auto(snel)wegen, maar een kwart (25%) is hier ook (zeer) ontevreden over. Nog meer onvrede is er over de mate van betrouwbaarheid waarmee de reistijd ingepland kan worden, 46% is hier namelijk (zeer) ontevreden over en maar 18% is hier (zeer) tevreden over. En wat vinden de vrachtwagenchauffeurs van files? Deze worden als een probleem gezien. 61% vindt dit een (redelijk) groot probleem, 34% ziet files als enigszins een probleem en maar een enkeling vindt files helemaal geen probleem (4%). 4. Op welke wijze en wanneer maakt de spitsrijder gebruik van verkeersinformatie? Van welke media maakt de spitsrijder überhaupt gebruik? Er wordt door 32% van alle spitsrijders altijd of regelmatig gebruik gemaakt van verkeersinformatie voor de rit, tijdens de rit door 49%. Radioprogramma s zijn hierbij duidelijk favoriet (68% voor de rit en 89% tijdens de rit). Op grote afstand gevolgd door: - teletekst (15%) en internet (18%) voor de rit en door - DRIPS (27%), RDS (21%) en RDS/TMC (15%) tijdens de rit. En welke bladen lezen spitsrijders eigenlijk? Huis-aan-huisbladen worden het meest gelezen door de spitsrijders (61%), gevolgd door het Regionaal Dagblad (49%), de Telegraaf (41%), de Spits (36%) en de Metro (34%). Bij tijdschriften is de Kampioen duidelijk favoriet, deze wordt door 49% gelezen of ingezien. De Kampioen wordt op afstand gevolgd door Autokampioen (met een bereik van 19%), Elsevier (bereik 13%) en Aktueel (bereik 14%). En kijken ze televisie en luisteren ze naar de radio? Naar de televisie kijken ze allemaal (99%), 69% zelfs dagelijks. Voornamelijk tussen 18,.00 en 24.00 uur. De volgende zenders zijn favoriet: SBS 6 (83% kijkt hier naar), RTL 4 (81%), Nederland 2 (77%), RTL 5 (76%), Nederland 1 (73%) en Nederland 3 (70%). 95% van de spitsrijders luistert wel eens naar de radio. Voornamelijk tussen 06.00 en 18.00 uur. Hier zijn Sky Radio (44%) en Radio 538 (38%) het meest populair. Wat is de meest efficiënte manier om spitsrijders te bereiken? 6 Profiel van de spitsrijder 2005

Om verkeersinformatie te ontvangen gaat de voorkeur van de meeste spitsrijders uit naar informatie op de radio en voor de rit wordt er door een op de vijf gebruik gemaakt van internet. Voor wegwerkzaamheden zijn de bouwborden van groot belang, maar er wordt ook regelmatig gebruik gemaakt van de krant en teletekst. Radiozenders die frequent geluisterd worden zijn Radio 538 en Sky Radio. Meest populaire televisiezenders zijn: SBS 6, RTL 4, Nederland 2 en RTL 5. Wat de dagbladen betreft worden huis aan huisbladen het meest gelezen/ingezien, maar ook regionale dagbladen zijn populair. Van de landelijke dagbladen heeft Telegraaf het grootste bereik. En op welke wijze en wanneer maken de vrachtwagenchauffeurs gebruik van verkeersinformatie? Van welke media maakt de vrachtwagenchauffeur überhaupt gebruik? Vrachtwagenchauffeurs maken veel gebruik van verkeersinformatie: 76% maakt altijd of regelmatig gebruik hiervan voor de rit, tijdens de rit is dit zelfs 91%. Radioprogramma s zijn hierbij duidelijk favoriet: 78% geeft hier de voorkeur aan. Op grote afstand gevolgd door RDS (6%) voor de rit en door DRIPS (11%) tijdens de rit. En welke bladen lezen de vrachtwagenchauffeurs eigenlijk? De Telegraaf wordt het meest gelezen door de vrachtwagenchauffeurs (62%), gevolgd door de Spits (54%), de Metro (52%) en huis-aanhuisbladen (50%). Bij tijdschriften is de Kampioen duidelijk favoriet, deze wordt door 47% gelezen of ingezien, gevolgd door Aktueel (41%) en Autokampioen (37%). Een kwart leest geen van deze bladen (23%). En kijken ze televisie en luisteren ze naar de radio? 93% van de ondervraagde vrachtwagenchauffeurs kijkt TV. Gemiddeld kijken ze 4,7 dagen per week en 2 uur en 19 minuten per dag. De ondervraagde vrachtwagenchauffeurs kijken overwegend naar SBS6, RTL 4, Nederland 2, RTL 5 en RTL 7. Naar de radio luisteren alle vrachtwagenchauffeurs wel eens. Hier is Radio 538 de meest populaire zender, maar 11% kijkt zelden of nooit. Wijkt de spitsrijder af van de niet-spitsrijder en zo ja, hoe dan? De spitsrijder wijkt op meerdere punten af van de niet-spitsrijder. In onderstaande grafiek staan enkele significante verschillen tussen spitsrijders en niet-spitsrijders. Grafiek: Significante verschillen tussen spitsrijders en niet-spitsrijders 7 Profiel van de spitsrijder 2005 -

39% 55 plus 21% 55 plus 47% is werkzaam 82% is werkzaam 52% man 67% man 10% 1 persoonshuishoudens SIGNIFICANTE VERSCHILLEN SPITSRIJDER EN NIET-SPITSRIJDERS 20% 2 personenauto s in huishouden 36% 2 personenauto s in huishouden 14% 1 persoonshuishoudens 79% met auto naar werk 54% heeft werkende partner 70% heeft werkende partner 40% met auto naar werk 28% 37-40 uur werkzaam per week 42% 37-40 uur werkzaam per week 70% geen tegemoet koming werkgever Basis: alle spitsrijders (n=1.078) en niet-spitsrijders (n=291) Summary 2% lease auto 15% lease auto 28% hoog opgeleid 29% geen tegemoet koming werkgever 81% afstand tot werk > 10 kilometer 46% hoog opgeleid 31% afstand tot werk > 10 kilometer In order to stimulate traffic flow in the Netherlands, it is important that the measures of the Ministry of Transport and Public Works are tuned to the road users as much as possible (particularly in traffic tailbacks and/or the rush hour). For this purpose, the Ministry requires as much information as possible about the behaviour and the motives of this group, which is why INTERVIEW NSS made a mixed mode survey in November 2005 on behalf of the Ministry among rush hour drivers and non-rush hour drivers. The main aim of the survey is to find an answer to the question: What is the profile of the rush hour driver? The most important results of each specific survey question are listed below: 1. What are the background characteristics of the rush hour driver, particularly regarding age, gender, household composition, type of work, etc? 74% are between 25 and 55 years old they are more frequently men than women (67% versus 33%) 32% are highly educated (higher education or higher vocational education) 82% work in a profession or company 68% commute during the rush hour the average journey is 32 kilometres from home to work 8 Profiel van de spitsrijder 2005

73% work fixed hours 42% drives between 10.000 and 20.000 kilometres per year And the lorry drivers who drive in the rush hour? Of the 91 lorry drivers is (not representative): 28% are younger than 35 years and 57% are between 35 and 55 years of age 100% male 44% have low education (lower vocational education or lower) 22% work fixed hours, 78% on flexible hours 58% have an average or lower income two thirds have a working partner (on average, this partner works 25 hours a week) 53% have a partner and children living at home 77% drives 40.000 kilometres or more per year 2. What means of transport does the rush hour driver own, how does he or she usually travel, and how does he or she decide his or her route? On average, people who drive in the rush hour have 1.5 cars in their household. To get to work, 79% of the working people who are rush hour drivers use a car, and 14% use a bicycle. If there are tailbacks on the road during the morning rush hour, a large proportion of the rush hour drivers look for an alternative route (53% in a tailback of 5 kilometres and 62% in a tailback of 10 kilometres). 39% simply join a 5-kilometre tailback, and 22% simply join a 10-kilometre tailback. If there are tailbacks on the road during the evening the rush hour, a large part of the people who drive during the rush hour also looks for an alternative route (49% during a tailback of 5 kilometres and 59% during a tailback of 10 kilometres). 37% will still join a 5-kilometre tailback, but if the tailback is 10 kilometres long, only 19% join it. In that case, setting out later is the solution for 12% during a tailback of 5 kilometres, and for 18% during a tailback of 10 kilometres. In the morning the rush hour, this is less frequently an option (4% at 5 kilometres and 9% at 10 kilometres). And how is it for the lorry drivers? On average, lorry drivers have 1.4 passenger cars in their household. If there are tailbacks on the road, a large proportion of the lorry drivers look for an alternative route (42% during a tailback of 5 kilometres and 63% during a tailback of 10 kilometres). Half of them join a 5- kilometre tailback, and 24% join a 10-kilometre tailback. 9 Profiel van de spitsrijder 2005

3. How satisfied are the rush hour drivers with their journey? How do they value reliability of travelling time? And to what extent do they consider tailbacks a problem? 55% of all people who drive in the rush hour are generally (very) satisfied with the motorways, but 18% is (very) dissatisfied. The dissatisfaction grows as the rush hour driver more often drives in the rush hours and drives more kilometres per year. There is significantly more dissatisfaction with the level of reliability with which the travelling time can be planned; in fact 38% are (very) dissatisfied with that. This satisfaction also grows as the rush hour driver more often drives in the rush hours and drives more kilometres per year. And what do people who drive during the rush hour think of tailbacks? They are seen as a problem. 57% consider this a (rather) big problem, 37% see tailbacks as somewhat of a problem, and just one or two people consider tailbacks to be no problem at all (6%). Rush hour drivers who at least 3 times a week drive during the rush hours consider tailbacks more often as a problem than rush hour drivers who drive less often during rush hours. And how is it for the lorry drivers? 40% of all lorry drivers are generally (very) satisfied with the motorways, but a quarter of them (25%) are also (very) dissatisfied with it. There is even more dissatisfaction with the level of reliability with which the travelling time can be planned, in fact 46% are (very) dissatisfied with it, and only 18% are (very) satisfied with it. And what do the lorry drivers think of tailbacks? They are seen as a problem. 61% consider this a (rather) big problem, 34% see tailbacks as somewhat of a problem, and just one or two people consider tailbacks no problem at all (4%). 4. How and when do the rush hour drivers make use of traffic information? Which media does the rush hour driver use at all, if at all? 32% of all rush hour drivers always or frequently use traffic information before the journey, and 49% during the journey. Radio programmes are clearly the favourite in this regard (68% before the journey and 89% during the journey), followed at a great distance by: - teletext (15%) and Internet (18%) before the journey, and by 10 Profiel van de spitsrijder 2005

- DRIPS (27%), RDS (21%) and RDS/TMC (15%) during the journey. And which papers and magazines do rush hour drivers actually read? Free local papers are read most frequently by rush hour drivers (61%), followed by the Regionaal Dagblad (49%), the Telegraaf (41%), the Spits (36%) and the Metro (34%). Among magazines, the Kampioen is clearly the favourite. It is read or looked at by 49%. And do they watch television and listen to the radio? They all watch television (99%), 69% at least daily. Mainly between 18.00-24.00 o clock. The following channels are the favourites: SBS 6 (83% watch this), RTL 4 (81%), Nederland 2 (77%), RTL 5 (76%), Nederland 1 (73%) and Nederland 3 (70%). 95% of all rush hour drivers listen to the radio so now and then. Mainly between 06.00 and 18.00 o clock. Here Sky Radio (44%) and Radio 538 (38%) are the most popular. What is the most efficient way of reaching the rush hour drivers? To receive traffic information most rush hour drivers prefer information through the radio. Before the journey one out of five uses Internet for traffic information. For operations on the road the construction signs are of major importance, but the paper and teletext are also frequently used. Broadcasting stations that are frequently listened to are Radio 538 and Sky Radio. Most popular TV stations are: SBS6, RTL 4, Nederland 2 and RTL 5. Concerning the papers Huis-aan-huisbladen are read/looked at most, but also regional papers are popular. Of the rural papers the Telegraaf has the biggest reach. And how and when do the lorry drivers use traffic information? Which media does the lorry driver use at all? Lorry drivers make a great deal of use of traffic information: 76% always or frequently use it before the journey, and this rises to 91% during the journey. Radio programmes are clearly the favourite here: 78% prefer them, followed at a great distance by RDS (6%) before the journey and by DRIPS (11%) during the journey. And which papers and magazines do lorry drivers actually read? Lorry drivers read the Telegraaf (62%) most frequently, followed by the Spits (54%), the Metro (52%) and free local papers (50%). Among magazines, the Kampioen is clearly the favourite. It is read or 11 Profiel van de spitsrijder 2005

looked at by 47%, followed by Aktueel (41%) and Autokampioen (37%). A quarter read none of these papers (23%). And do they watch television and listen to the radio? 93% of all interviewed lorry drivers watch television. Average they watch television on 4.7 days a week and 2 hours and 19 minutes per day. The interviewed lorry drivers watch mainly: SBS6, RTL 4, Nederland 2, RTL 5 and RTL 7. All lorry drivers listen to the radio. Here Radio 538 is the most popular channel, but 11% rarely or never listen. Does the rush hour driver deviate from the non- rush hour driver, and if so, how? The rush hour driver deviates from the non- rush hour driver in several details. The graphic below highlights some significant differences between rush hour drivers and those who do not drive during the rush hour. Graph: Significant differences between rush hour drivers and those who do not drive in the rush hour 39% 55 plus 82% working 21% 55 plus 52% man 47% working 67% man 20% 2 passenger cars in household 14% 1 person household 36% 2 passenger cars in household 10% 1 person household 57% has working partner 70% partner has working SIGNIFICANT DIFFERENCES RUSH HOUR DRIVERS AND NON- RUSH HOUR DRIVERS 79% by car to work 40% by car to work 28% 37-40 hour working week 42% 37-40 hour working week 70% no subsidy from employer 2% lease car 15% lease car 28% high educatio 46% high educatio 29% no subsidy 81% distance to work > 10 kilometre from employer 31% distance to work > 10 kilometre Basis: all rush hour drivers (n=1.078) and non- rush hour drivers (n=291) 12 Profiel van de spitsrijder 2005

2. Inleiding............................................................................... 2.1 Aanleiding Het Ministerie van Verkeer en Waterstaat / Rijkswaterstaat werkt er hard aan om de doorstroming van het verkeer in Nederland te bevorderen. Dit gebeurt onder andere door het bouwen van de infrastructuur, het leveren van informatie en verkeersmanagement. Voor een optimaal effectief beleid is het essentieel dat de maatregelen van het ministerie om de doorstroming te bevorderen zo goed mogelijk zijn afgestemd op de weggebruikers (met name in de spits). Hiervoor heeft het ministerie zo veel mogelijk informatie nodig over het gedrag, de motieven, wensen en behoeftes van deze groep. In het verleden zijn al verschillende onderzoeken uitgevoerd naar de weggebruiker in Nederland en naar de filerijder. Nu staat specifiek de groep spitsrijders centraal. Wie zitten er in de spits op de weg? En waarom zijn er zoveel mensen die zich elke dag blootstellen aan het risico om in de file te staan? Wat beweegt hen? Tot slot is een belangrijke vraag voor het communiceren van beleid en maatregelen om files te voorkomen of op te lossen: Wat is de meest efficiënte manier om deze groep te bereiken? 2.2 Doelstelling Doelstelling van het onderzoek is: Inzicht krijgen in het profiel van de spitsrijder Met als specifieke onderzoeksvragen: 1. Hoe ziet de spitsrijder eruit qua achtergrondkenmerken zoals leeftijd, geslacht, samenstelling huishouden, werkzaamheid et cetera? 2. Wat voor vervoersmiddelen bezit de spitsrijder en, hoe verplaatst deze zich doorgaans en hoe bepaalt deze zijn route? 3. Hoe tevreden is de spitsrijder over het reizen? Hoe worden betrouwbaarheid van de reistijd gewaardeerd? En in hoeverre vinden ze files een probleem? 4. Op welke wijze en wanneer maakt de spitsrijder gebruik van verkeersinformatie? Van welke media maakt de spitsrijder überhaupt gebruik? 5. Wijkt de spitsrijder af van de niet-spitsrijder en zo ja, hoe dan? 13 Profiel van de spitsrijder 2005

2.3 Onderzoeksopzet Om een goed beeld te krijgen van het profiel van de spitsrijder, en specifiek zijn mediagedrag en kanaalvoorkeuren, hebben we gebruik gemaakt van een mixed mode opzet. Voor het grootste deel van het onderzoek is gebruik gemaakt van web interviewing en een kleiner deel is telefonisch benaderd (met name niet-internetters). De groep vrachtwagenbestuurders zijn face to face benaderd, net zoals dat bij een eerder onderzoek (Beleving vrachtwagenchauffeurs, 2003) is gebeurd. De vragenlijsten zijn op 3 verschillende soorten locaties in Nederland uitgedeeld, te weten: een wegrestaurant, een binnenstad en een grensovergang. Voor meer informatie over de onderzoeksopzet en methodologie verwijzen wij u naar de bijlage. 2.4 Over dit rapport In dit rapport worden de resultaten besproken van het spitsrijdersonderzoek. In de rapportage wordt gekeken naar de spitsrijders en als controlegroep naar de niet-spitsrijders. Tevens hebben 91 vrachtwagenchauffeurs, die gebruik maken van de Nederlandse auto(snel)wegen, een vragenlijst ingevuld. Deze worden in een apart hoofdstuk besproken (zie hoofdstuk 4). In de tabel hieronder staan de aantallen behaalde gesprekken van het online en telefonische onderzoek samen. Tabel 2.4.: Aantal gesprekken Spitsrijders personenauto motor (scooter) bestelwagen/busje Niet-spitsrijders personenauto motor (scooter) bestelwagen/busje Aantallen % 1.078 988 16 74 291 269 5 17 Totaal 1.369 92 2 7 92 2 6 14 Profiel van de spitsrijder 2005

Bij de bespreking van de resultaten worden verder alleen relevante significante verschillen (met 95% betrouwbaarheid) genoemd. Significantie is een maat voor betrouwbaarheid: als er opnieuw een steekproef wordt getrokken en het onderzoek wordt op precies dezelfde wijze nogmaals uitgevoerd, dan is er meer dan 95% kans dat dezelfde verschillen tussen groepen worden waargenomen. Definitie spitsrijder Een spitsrijder is een bestuurder die minimaal 1x per week tijdens de ochtend- en/of avondspits over de Nederlandse auto(snel)wegen rijdt. Een niet-spitsrijder is een bestuurder die minder dan 1x per week in de ochtend- en/of avondspits over de Nederlandse auto(snel)wegen rijdt. Een bestuurder is een persoon van 18 jaar of ouder die een auto, vrachtwagen, bestelauto of motor gebruikt als bestuurder. De spitstijden zijn als volgt gedefinieerd 1 : Ochtendspits: maandag t/m vrijdag tussen 06:30 en 10:30 uur; Avondspits: maandag t/m vrijdag tussen 15:30 en 19:30 uur. 1 De spitstijden zijn gebaseerd op de tijden van het VCNL 15 Profiel van de spitsrijder 2005

3. Resultaten............................................................................... 3.1 Profiel van de spitsrijders Van de Nederlanders met een rijbewijs die, wel eens gebruikmaken van de Nederlandse auto(snel)wegen rijdt 49% * minimaal 1 keer per week in de avond en/of ochtendspits. Deze personen worden in dit rapport omschreven als spitsrijders. 51%* is geen spitsrijder en rijdt nooit of minder dan 1x per week in avond en/of ochtendspits. Maar wie zijn dat dan die spitsrijders? Grafiek 3.1.1: Profiel van de spitsrijders 14% zakelijk 74% eigen auto Gemiddeld 32 km van huis naar werk 27% wisselende arbeidsplaatsen 41% in bezit van minimaal 2 auto s 19% privé verkeer 64% woonwerkverkeer Werken gemiddeld 4,7 dagen per week 8% LBO of basisonderwijs 32% HBO of WO opleiding SPITSRIJDER 73% werkt vaste tijdstippen 88% werkt vast aantal arbeidsuren 34% MBO opleiding 69% werkende partner 74% 25 tot 55 jaar 33% vrouw 32% samenwonend zonder kinderen 67% man 14% alleenstaand 44% inkomen hoger dan modaal 46% samenwonend met (thuis) wonende kinderen Basis: alle spitsrijders (n=1.078) Meer mannen dan vrouwen zijn spitsrijders en driekwart is tussen de 25 en 55 jaar. Het grootste deel woont samen en heeft (thuis)wonende kinderen (46%*) dan wel geen kinderen (32%*). 14% van de spitsrijders is alleenstaand. Spitsrijders zijn over het algemeen hoog opgeleid: eenderde heeft een hbo- of wo-opleiding afgerond en maar 8% heeft alleen een lbo-opleiding afgerond of alleen basisonderwijs. Het inkomen van 44%* van de spitsrijders is boven modaal (meer dan 34.000 euro bruto per jaar) * Betrouwbaarheidsmarge > 3% 16 Profiel van de spitsrijder 2005

en 41%* van de spitsrijders heeft 2 of meer personenauto s in het huishouden. 82% van alle spitsrijders is werkzaam in een beroep of bedrijf. De overige spitsrijders zijn grotendeels gepensioneerd (7%) of huisman/vrouw (5%). Van de spitsrijders die werkzaam zijn in een beroep of bedrijf werkt het overgrote deel (88%*) een vast aantal arbeidsuren per week en driekwart werkt doorgaans op vaste tijdstippen. Eenderde kan ook niet van deze werktijden afwijken en een op de vijf kan dat wel, maar moet dat wel van tevoren melden. Driekwart werkt op een vaste plek en een kwart heeft wisselende arbeidsplaatsen. Gemiddeld werken de spitsrijders 4,7 dagen en 37 uur per week. Gemiddeld leggen de spitsrijders 32 kilometer af tussen huis en werk en acht van de tien gaat met de auto naar het werk. Indien ze de reis met het openbaar vervoer zouden maken zou 89% langer aan het reizen zijn. Driekwart heeft een eigen auto, 15% een lease-auto en 11% een auto van de (eigen) zaak. Tweederde van alle spitsrijders heeft een partner die ook buitenshuis werkt, gemiddeld werkt deze partner 4,2 dagen per week. Tweederde (64%*) is een woon-werkverkeer spitsrijder: een persoon die met name gebruik maakt van de auto(snel)wegen tijdens de spits om van huis naar het werk te rijden of andersom. 19% is met name een spitsrijder die voor privé-doeleinden in de spits rijdt, 14% vooral een zakelijke spitsrijder en 4% heeft niet één voornaamste reden om in de spits te rijden, maar twee of drie verschillende redenen. Verschillen tussen de soorten spitsrijders zijn hieronder in grafiek 3.1.2 weergegeven. Grafiek 3.1.2: Profiel van de verschillende soorten spitsrijdersbasis: alle woonwerk spitsrijders (n=719), zakelijke 43% spitsrijders (n=140) en spitsrijders die voor privé 55% man 29% 55 plus 11% 55 plus 89% man 91% is werkzaam 51% 55 plus 66% man heeft werkende partner 78% heeft werkende partner 61% heeft werkende partner SIGNIFICANTE VERSCHILLEN WOONWERK SPITSRIJDER, ZAKELIJKE SPITSRIJDERS EN SPITSRIJDERS DIE VOOR PRIVE DOELEINDEN IN DE SPITS RIJDEN 22% hoog opgeleid 27% hoog opgeleid 36% hoog opgeleid 30% is werkzaam 43% inkomen boven modaal 49% inkomen boven modaal 30% inkomen boven modaal 15% 1 persoonshuishoudens 10% 1 persoonshuishoudens 13% 1 persoonshuishoudens 17 Profiel van de spitsrijder 2005

doeleinden in de spits rijden (n=180) Met behulp van de frequentie dat bestuurders in de spits rijden is tevens de onderstaande indeling gemaakt. Tabel 3.1: Indeling frequentie spits rijden Dimensie Geen spitsrijder (rijdt minder dan 1x per week in de avondspits en ochtendspits) Incidentele spitsrijder (rijdt 1 of 2 x per week in de avondspits en/of ochtendspits) Reguliere spitsrijder (rijdt 3 of 4 x per week in de avondspits en/of ochtendspits) Structurele spitsrijder (rijdt 5x of vaker per week in de avondspits en/of ochtendspits) Basis: alle spitsrijders (n=1.078) en alle niet-spitsrijders (n=291) Aantallen 698 (51%) 221 (16%) 165 (12%) 285 (21%) Wat is het profiel van deze type spitsrijders? Grafiek 3.1.3: Profiel van de verschillende typen spitsrijders (naar 21% 55 plus 35% 55 plus 91% is werkzaam 55% is werkzaam 10% 55 plus 27% auto van de zaak 16% rijdt < 10.000 km per jaar 6% rijdt < 10.000 km per jaar 37% rijdt < 10.000 km per jaar 98% is werkzaam 4% auto van de zaak 42% heeft werkende partner 25% heeft werkende partner 80% man 54% man SIGNIFICANTE VERSCHILLEN INCIDENTELE SPITSRIJDER, REGULIERE SPITSRIJDERS EN STRUCTURELE SPITSRIJDERS 10% auto van de zaak 27% heeft werkende partner 36% inkomen boven modaal 50% inkomen boven modaal 47% inkomen boven modaal 60% man 37% hoog opgeleid 38% paar met thuiswonende kinderen 22% hoog opgeleid 21% < 35 jaar 33% hoog opgeleid 21% < 35 jaar 35% < 35 jaar 49% paar met thuiswonende kinderen 52% paar met thuiswonende kinderen frequentie) Basis: alle incidentele spitsrijders (n=347), alle reguliere spitsrijders (n=304) en alle structurele spitsrijders (n=427). Incidentele spitsrijders zijn ouder en veel hebben een werkende partner. Een groot deel rijdt minder dan 10.000 kilometer per jaar en ze zijn minder vaak werkzaam. Het inkomen is minder vaak boven modaal. Structurele spitsrijders zijn voornamelijk mannen. Ze zijn jonger en ze rijden meer kilometer per jaar. Bijna alle structurele spitsrijders werken en een kwart heeft een auto van de zaak. Ze zijn iets minder vaak hoog opgeleid 18 Profiel van de spitsrijder 2005

dan de reguliere en incidentele spitsrijders. Reguliere spitsrijders zijn zowel mannen als vrouwen en zitten wat betreft leeftijd tussen de structurele en incidentele spitsrijders in. Bijna allemaal zijn ze werkzaam en de helft heeft een inkomen boven modaal en een groot deel is hoog opgeleid. Wie zijn dan de niet-spitsrijders? Niet-spitsrijders zijn duidelijk ouder dan de spitsrijders. Niet-spitsrijder zijn minder vaak 1-persoonshuishoudens en vaker paren zonder kinderen. Ook hebben ze minder vaak een werkende partner. Als we naar opleidingsniveau kijken zien we dat de niet-spitsrijder lager opgeleid zijn en het inkomen vaker beneden modaal is. De niet-spitsrijder bezit minder vaak, geen of maar één auto. Ze werken ook duidelijk minder uren per week en hebben vaker een vaste arbeidsplaats. De afstand die ze moeten afleggen naar het werk is meestal minder dan 10 kilometer. Ook krijgen ze minder vaak een financiële tegemoetkoming van de werkgever voor woon-werkverkeer of een auto van de zaak dan de spitsrijder. Ze gaan vaker lopend of fietsend naar het werk. Voor alle significante verschillen tussen spitsrijders en niet-spitsrijders verwijzen we naar de bijlagen. 3.2 Auto(snel)weggebruik Het aantal kilometers dat per jaar gereden wordt door de spitsrijders is heel verschillend. Een op de vijf* rijdt minder dan 10.000 kilometer per jaar. 43%* rijdt 10.000 tot 20.000 kilometer per jaar, 19% rijdt 20.000 tot 30.000 kilometer per jaar. En de rest rijdt meer dan 30.000 kilometer per jaar over de Nederlandse auto(snel)wegen. Incidentele spitsrijders rijden minder dan reguliere spitsrijders en structurele spitsrijders rijden het meeste aantal kilometers per jaar. Grafiek 3.2: Profiel van de verschillende soorten spitsrijders < 10.000 km per jaar 10.000 tot 20.000 km 20.000 tot 30.000 km 30.000 tot 40.000 km 40.000 km of meer weet niet Spitsrijders 19% 43% 19% 10% 9% Structurele spitsrijders 6% 36% 25% 16% 17% Reguliere spitsrijders 16% 47% 21% 9% 7% Incidentele spitsrijders 37% 48% 10% 3% Niet spitsrijders 61% 30% 4% Basis: alle spitsrijders (n=1.078), alle structurele spitsrijders (n=427), alle 19 Profiel van de spitsrijder 2005

reguliere spitsrijders (n=304), alle incidentele spitsrijders (n=347) en alle niet-spitsrijders (n=291) Eenderde* van alle spitsrijders maakt doordeweeks dagelijks gebruik van de auto(snel)wegen tijdens de spitstijden (zowel in de ochtend als in de avondspits). Gemiddeld leggen de spitsrijders 42 kilometer per dag af in de ochtendspits en 46 kilometer in de avondspits. Over het rijden in het algemeen over de auto(snel)wegen in Nederland is meer dan de helft (55%*) van de spitsrijders (zeer) tevreden en 18% (zeer)ontevreden. Naarmate de spitsrijder meer kilometers per jaar aflegt hoe ontevredener deze wordt over de auto(snel)wegen in het algemeen. Meer onvrede heerst er over de mate van betrouwbaarheid waarmee de reistijd ingepland kan worden. Eenderde* is hier (zeer) ontevreden over en 36%* is hier tevreden over. Ook hier neemt de onvrede toe naarmate ze meer kilometers per jaar afleggen. Niet-spitsrijders rijden minder kilometers per jaar (61% rijdt minder dan 10.000). Ook zijn ze minder ontevreden over de Nederlandse auto(snel)wegen in het algemeen en zijn ze duidelijk meer tevreden over de mate van betrouwbaarheid waarmee de reistijd ingepland kan worden. 3.3 Verkeersinformatie Eenderde van alle spitsrijders maakt altijd of regelmatig gebruik van verkeersinformatie voor de rit. Tijdens de rit maakt iets minder dan de helft hier gebruik van. Grafiek 3.3: Waar gaat de voorkeur naar uit om verkeersinformatie te Voor de rit Tijdens de rit radioprogramma's 51% 49% radioprogramma's 73% 72% internet teletekst televisieprogramma's 18% 22% 15% 13% 8% 2% DRIPS RDS/TMC 9% 10% 10% 7% RDS 4% 6% RDS 7% 7% ochtendspits avondspits ochtendspits avondspits 20 Profiel van de spitsrijder 2005

verkrijgen? Basis: alle spitsrijders die in de ochtendspits (n=376) en/of avondspits (n=319) gebruik maken van de auto(snel)wegen. VOORKEUR Radioprogramma s zijn daarbij favoriet, tweederde maakt hier wel eens gebruik van voor dat ze de weg opgaan en negen van de tien tijdens de rit. Radio krijgt de voorkeur van de helft, voor de rit en driekwart tijdens de rit. teletekst (15%) en internet (18%) volgen in de ochtendspits voor de rit en in de avondspits (voor de rit) geeft 22% de voorkeur aan internet en 13% aan teletekst. Tijdens de rit wordt radio gevolgd door DRIPS (9% in de ochtend en 10% in de avondspits). Grafiek 3.3: In hoeverre maakt de spitsrijder gebruik van verkeersinformatie (in procenten) Altijd Regelmatig Soms Nooit Voor de rit - ochtendspits 11% 21% 31% 37% Tijdens de rit - ochtendspits 24% 24% 26% 25% Voor de rit - avondspits 10% 25% 37% 28% Tijdens de rit - avondspits 24% 25% 30% 22% Basis: alle spitsrijders (n=1.078) Niet-spitsrijders maken voor de rit minder vaak gebruik van verkeersinformatie. Ongeveer de helft maakt hier nooit gebruik van, eenderde soms en een op vijf regelmatig of altijd. Ook tijdens de rit maken zij minder vaak gebruik hiervan (31% altijd of regelmatig, 31% soms en 38% nooit). Een kwart van de niet-spitsrijders geeft de voorkeur aan teletekst voor verkeersinformatie voordat ze de weg opgaan. Dit ligt bij de spitsrijders beduidend lager. 3.4 Wegwerkzaamheden Driekwart* van alle spitsrijders wordt op de hoogte gebracht van wegwerkzaamheden door bouwborden langs de weg. Maar ook berichten / advertenties in de krant zijn een belangrijke informatiebron over wegwerkzaamheden, 42%* maakt hier gebruik van. Een kwart* maakt gebruik van teletekst en een enkeling (6%) maakt wel eens gebruik van de internetsite van Rijkswaterstaat. 21 Profiel van de spitsrijder 2005

bouwborden langs de weg berichten in krant teleteks internetsite Rijkswaterstaat folders bij tankstation 0800-8002 anders weet niet 6% 6% 3% 1% 1% 1% 8% 8% 5% 9% 23% 25% 42% 37% 78% 71% spitsrijders niet-spitsrijders Grafiek 3.4.1: Op welke manier op de hoogte gesteld van wegwerkzaamheden Basis: alle spitsrijders (n=1.078) en alle niet-spitsrijders (n=291) Voorkeur geeft 45%* van de spitsrijders aan de bouwborden langs de weg. 16% geeft de voorkeur aan de berichten / advertenties in de kranten en 11% aan teletekst. Grafiek 3.4.2: Voorkeur informatie over wegwerkzaamheden bouwborden berichten in krant teletekst internetsite Rijkswaterstaat anders geen voorkeur Spitsrijders 45% 16% 11% 4% 13% 10% Structurele spitsrijders 49% 14% 8% 3% 13% 11% Reguliere spitsrijders 43% 17% 12% 7% 13% 7% Incidentele spitsrijders 41% 17% 14% 4% 12% 11% Niet spitsrijders 36% 19% 13% 4% 9% 16% Basis: alle spitsrijders (n=1.078), alle structurele spitsrijders (n=427), alle reguliere spitsrijders (n=304), alle incidentele spitsrijders (n=347) en alle niet-spitsrijders (n=291) Ongeveer de helft* van alle spitsrijders gaat nooit op zoek naar informatie over wegwerkzaamheden en eenderde* op de dag zelf of de dag ervoor. 22 Profiel van de spitsrijder 2005

nooit 1 week of eerder paar dagen voorafgaand 1 dag van te voren op de dag zelf 15 minuten van te voren tijdens de rit Spitsrijders 47% 3% 6% 17% 16% 4% 7% Structurele spitsrijders 53% 3% 6% 14% 11% 4% 9% Reguliere spitsrijders 48% 7% 18% 18% 3% 7% Incidentele spitsrijders 39% 4% 6% 20% 22% 6% 3% Niet spitsrijders 50% 2% 9% 17% 14% 3% 6% Grafiek 3.4.3: moment waarop men op zoek gaat naar informatie over wegwerkzaamheden Basis: alle spitsrijders (n=1.078), alle structurele spitsrijders (n=427), alle reguliere spitsrijders (n=304), alle incidentele spitsrijders (n=347) en alle niet-spitsrijders (n=291) Indien Rijkswaterstaat informatiefolders over wegwerkzaamheden via tankstations zou verspreiden zou 13% hier zeker wel gebruik van maken en eenderde waarschijnlijk wel. De helft* zou hier waarschijnlijk of zeker niet gebruik van maken. Bezocht worden de tankstations door een op de vijf minimaal 1 keer per week, eenderde* bezoekt 1 tot 3 keer per maand een tankstation en de helft* bezoekt minder dan 1x per maand of nooit een tankstation aan een auto(snel)weg. Grafiek 3.4.4: frequentie bezoek tankstation aan de auto(snel)weg nooit < 1x per maand 1 tot 3 keer per maand 1 tot 3 keer per week vaker Spitsrijders 19% 33% 28% 16% 4% Structurele spitsrijders 21% 25% 25% 25% 5% Reguliere spitsrijders 13% 34% 33% 17% 3% Incidentele spitsrijders 20% 43% 29% 6%3% Niet spitsrijders 26% 53% 19% Basis: alle spitsrijders (n=1.078), alle structurele spitsrijders (n=427), alle reguliere spitsrijders (n=304), alle incidentele spitsrijders (n=347) en alle niet-spitsrijders (n=291) 23 Profiel van de spitsrijder 2005

Ook niet-spitsrijders worden het meest door bouwborden langs de weg op de hoogte gebracht van wegwerkzaamheden, gevolgd door berichten / advertenties in de kranten en teletekst. Wel geven ze minder vaak de voorkeur aan bouwborden langs de weg (36%) dan de spitsrijders en meer voorkeur aan berichten / advertenties in de kranten (19%). Ook van de niet-spitsrijders gaat de helft nooit op zoek naar informatie over wegwerkzaamheden en zouden ze net zoveel gebruik maken van informatiefolders die verspreidt worden via tankstations. Wel zien we dat niet-spitsrijders minder vaak tankstations aan de auto(snel)wegen bezoeken, een kwart zelfs nooit. 3.5 File Hoe vaak de spitsrijders in de file staan is heel verschillend: iets meer dan 40%* staat minder dan 1 keer per week of nooit in de file, ruim een kwart* staat 1 of 2 keer per week in de file en iets minder dan eenderde* staat minimaal 3 keer per week in de file. Dit geldt zowel voor de ochtendals de avondspits. nooit < 1x per week 1x per week 2x per week 3x per week 4x per week 5x per week of vaker Spitsrijders 20% 24% 14% 13% 12% 6% 11% Structurele spitsrijders 18% 16% 8% 12% 14% 10% 22% Reguliere spitsrijders 24% 22% 11% 17% 21% 5% Incidentele spitsrijders 19% 40% 27% 13% Grafiek 3.5.1: aantal keer per week in de file in de ochtendspits Basis: alle spitsrijders (n=1.078), alle structurele spitsrijders (n=427), alle reguliere spitsrijders (n=304), alle incidentele spitsrijders (n=347) en alle niet-spitsrijders (n=291) Grafiek 3.5.2: aantal keer per week in de file in de avondspits 24 Profiel van de spitsrijder 2005

nooit < 1x per week 1x per week 2x per week 3x per week 4x per week 5x per week of vaker Spitsrijders 18% 25% 14% 14% 12% 7% 12% Structurele spitsrijders 18% 18% 6% 10% 13% 10% 25% Reguliere spitsrijders 22% 20% 10% 18% 22% 8% Incidentele spitsrijders 15% 39% 29% 16% Basis: alle spitsrijders (n=1.078), alle structurele spitsrijders (n=427), alle reguliere spitsrijders (n=304), alle incidentele spitsrijders (n=347) en alle niet-spitsrijders (n=291) Deze files worden volgens de spitsrijders vooral veroorzaakt door structurele drukte (48%*), dit ligt bij frequente file rijders hoger dan bij de minder of nooit file rijders. Gevolgd door wegwerkzaamheden (21%) en ongelukken (20%). Een enkeling geeft ook aan dat incidentele drukte een oorzaak is (7%), dit zijn vaker bestuurders die nooit of minder dan 1x per week in de file staan. Ook wegwerkzaamheden worden vaker als oorzaak genoemd door deze bestuurders. Grafiek 3.5.3: oorzaken van files structurele drukte wegwerkzaamheden incidentele drukte ongelukken andere redenen spitsrijders 48% 21% 7% 4% 5% niet-spitsrijders 31% 30% 10% 23% 7% Basis: alle spitsrijders (n=1.078) en alle niet-spitsrijders (n=291) De files worden als een probleem gezien door de spitsrijders: 29%* vindt dit een groot probleem, een kwart* vindt dit een redelijk groot probleem en eenderde* vindt dit enigszins een probleem. Een enkeling (6%) vindt files helemaal geen probleem. Structurele spitsrijders vinden het duidelijk het vaakst een (groot) probleem. 25 Profiel van de spitsrijder 2005

Grafiek 3.5.4: beoordeling files helemaal geen probleem redelijk groot probleem enigszins een probleem groot probleem Spitsrijders 6% 37% 28% 29% Structurele spitsrijders 5% 29% 30% 37% Reguliere spitsrijders 6% 38% 25% 32% Incidentele spitsrijders 8% 46% 28% 18% Niet spitsrijders 12% 40% 29% 19% Basis: alle spitsrijders (n=1.078), alle structurele spitsrijders (n=427), alle reguliere spitsrijders (n=304), alle incidentele spitsrijders (n=347) en alle niet-spitsrijders (n=291) Niet-spitsrijders staan niet vaak in de files: 50% minder dan een keer per week en eenderde zelfs nooit. Behalve structurele drukte zijn volgens de niet-spitsrijders ook wegwerkzaamheden grote file veroorzakers (31% en 30%). Structurele drukte wordt vaker genoemd door de bestuurders die 1x per week in de file staan of minder en de meer frequentere filerijders noemen de wegwerkzaamheden vaker als oorzaak. De niet-spitsrijders hebben er iets minder probleem mee om in de file te staan. Woon-werkverkeer Indien spitsrijders een afstand van 50 kilometer afleggen naar hun werk in de spits, waar ze zonder file een half uur over doen, plannen gemiddeld 25 minuten extra in om deze afstand af te leggen. Bestuurders die zeer frequent in de file staan plannen iets meer extra tijd in. De helft* van alle spitsrijders zoekt een alternatieve route indien ze horen voordat ze op pad gaan dat er een file van 5 kilometer staat, bij 10 kilometer is dit zelfs 62%* (ochtendspits) en 59%* (avondspits). 30%* sluit s ochtends gewoon aan in de file omdat ze geen alternatief hebben, maar dit deel halveert* wanneer er een file van 10 kilometer staat. In de avondspits is voor 18%* later vertrekken de oplossing indien er een file van 10 kilometer staat. 26 Profiel van de spitsrijder 2005

alternatieve route sluit gewoon aan, ondanks alternatief alternatief vervoermiddel sluit gewoon, geen alternatief vertrek later anders/weet niet Spitsrijders - heenweg - 5 km 53% 30% 4% 10% 2% Spitsrijders - heenweg - 10 km 62% 17% 5% 9% 5% Spitsrijders - terugweg - 5 km 49% 22% 15% 12% 1% Spitsrijders - terugweg - 10 km 59% 14% 5% 18% 3% Grafiek 3.5.5: gedrag indien er een file staat woonwerk verkeer Basis: alle spitsrijders die voor woon-werkverkeer wel eens in de file staan (n=508) Zakelijk Indien het om een zakelijke rit gaat wordt er ook gemiddeld 25 minuten extra tijd ingepland indien ze 50 kilometer moeten afleggen in de spits. Ruim de helft (58%)* zoekt naar een alternatief indien er een file van 5 kilometer staat en 68%* indien er een file van 10 kilometer staat. Grafiek 3.5.6: gedrag indien er een file staat zakelijke afspraak alternatieve route sluit gewoon aan, ondanks alternatief alternatief vervoermiddel sluit gewoon, geen alternatief vertrek later anders/weet niet Spitsrijders 5 km 58% 28% 10% Spitsrijders 10 km 68% 15% 6%3% Basis: alle spitsrijders die voor zakelijke afspraken wel eens in de file staan (n=145) Privé Bij privé-afspraken wordt er gemiddeld 22 extra minuten ingepland indien er 50 kilometer in de spits afgelegd moet worden, maar ook hier zoekt de helft* een alternatieve route indien er een file van 5 kilometer staat. Indien er een file van 10 kilometer staat vertrekt eenderde* later en de helft* zoekt een alternatieve route. 27 Profiel van de spitsrijder 2005

Grafiek 3.5.7: gedrag indien er een file staat privé afspraak alternatieve route sluit gewoon, geen alternatief sluit gewoon aan, ondanks alternatief vertrek later anders/weet niet Spitsrijders 5 km 55% 18% 7% 19% Spitsrijders 10 km 52% 7% 32% 7% Basis: alle spitsrijders die voor privé afspraken wel eens in de file staan (n=157) Niet-spitsrijders kiezen vaker voor een alternatief vervoermiddel indien blijkt dat er een file van 10 kilometer staat als het om woon-werkverkeer gaat. Bij zakelijke of privé-afspraken zoeken de niet-spitsrijders vaker naar een alternatieve route. Duidelijk minder vaak sluiten ze gewoon aan omdat ze geen alternatief hebben en besluiten ze om helemaal niet meer te gaan. 3.6 Mobiliteitsbeleving Met behulp van het AVV model zijn alle gebruikers van de Nederlandse auto(snel)wegen ingedeeld in 5 dimensies. Bij de spitsrijders zien we dat de dimensies beruster, doelgericht en prestatie de grootste drie zijn, waaronder 82% van alle spitsrijders vallen (zie tabel 3.6). Tabel 3.6: Indeling Mobiliteitsbeleving Dimensie Spitsrijders Niet-spitsrijders Beruster 180 (27%) 155 (22%) Doelgericht Prestatie Bewust Genieter 193 (29%*) 178 (27%*) 74 (11%) 21 (3%) 138 (20%) 202 (29%) 153 (22%) 23 (3%) Niet ingedeeld 25 (4%) Basis: alle spitsrijders (n=1.078) en alle niet-spitsrijders (n=291) 27 (4%) Niet-spitsrijders zijn duidelijk minder vaak doelgericht en vaker bewust. 28 Profiel van de spitsrijder 2005

3.7 Mediagedrag Om te achterhalen van welke media de spitsrijder gebruik maakt hebben alle respondenten een lijstje met dagbladen, tijdschriften, tvzenders en radiozenders voorgelegd gekregen met de vraag welke ze wel eens lezen/inzien, kijken of luisteren. Voor de precieze lijst verwijzen we naar de vragenlijst in de bijlage 3.7.1. Dagbladen Huis-aan-huisbladen worden duidelijk het meest gelezen/ingezien door de spitsrijders (61%*). Gevolgd door regionale dagbladen (46%*), de Telegraaf (41%*), de Spits (37%*) en de Metro (36%*). Ook worden de huis-aan-huisbladen en de regionale dagbladen het meest frequent gelezen: tweederde* leest (bijna) alle nummers. Bij de Spits en de Metro is dit beduidend lager en ook de Telegraaf wordt minder frequent gelezen (zie tabel hieronder). Tabel 3.7.1: Bereik en mate waarin de verschillende dagbladen gelezen worden (in %) Huis-aanhuisbladen Regionaal Dagblad Telegraaf Spits Metro Algemeen Dagblad (regionale uitgave) De Volkskrant Algemeen Dagblad (landelijke uitgave) Aantal lezers (bereik) 61 49 41 36 34 16 15 13 Bijna geen 3 9 22 29 27 15 30 27 Een kwart 8 17 28 33 36 27 20 36 De helft 13 8 7 16 14 6 7 7 Drie kwart 13 7 7 6 7 5 4 2 Bijna alle 33 19 13 12 12 17 15 10 Alle 29 41 22 3 4 31 24 18 Basis ** 335 279 215 188 167 84 72 64 ** Om de vragenlijst beperkt te houden is niet van alle dagbladen die men leest gevraagd in welke mate deze gelezen worden. De doorvraag is over maximaal 3 titels gesteld. Door de kleine(re) basis hebben alleen de dikgedrukte percentages een betrouwbaarheidsmarge kleiner dan 3%. 29 Profiel van de spitsrijder 2005

3.7.2. Tijdschriften Aan alle spitsrijders is het volgende lijstje met tijdschriften voorgelegd: Aktueel, Autokampioen, Carp, Elsevier, FEM Business, HP/de Tijd, Intermediair, Kampioen, Management Team, Opzij, Quote en Vrij Nederland. Het meest populaire tijdschrift onder de spitsrijders is de Kampioen, deze wordt door 49%* wel eens ingezien of gelezen. Deze wordt gevolgd door Autokampioen (19%), Elsevier (13%) en Aktueel (14%). Eenderde* van alle spitsrijders leest geen van deze of kijkt geen van deze tijdschriften wel eens in. De Kampioen heeft de meest trouwe lezers: 71%* leest (bijna) alle nummers. Van Autokampioen leest de helft* (bijna) alle nummers. Elsevier en Aktueel worden duidelijk minder frequent gelezen. De helft* leest maximaal een kwart van de nummers die verschijnen van Elsevier en van Aktueel leest ruim de helft* maar een kwart van alle uitgaven of zelfs minder. 3.7.3. Televisie Iedereen kijkt wel eens televisie, 69%* zelfs dagelijks. Gemiddeld kijken ze 6,2 dagen per week en 2 uur en 24 minuten per dag. Het merendeel kijkt logischerwijs tussen 18:00 en 24:00 uur televisie. SBS 6, RTL 4, Nederland 2, RTL 5 en Nederland 1 zijn de zenders die door de meeste spitsrijders bekeken worden (zie tabel 3.7.3). SBS 6 83% 88% RTL 4 81% 90% Ned 2 77% 85% RTL 5 76% 82% Ned 1 73% 80% Ned 3 70% 77% Net 5 69% 73% Yorin 66% 58% Discovery 63% 68% Veronica 60% 61% NGC 52% 59% Lokale zender 53% 58% Talpa 48% 50% Eurosport 30% 36% MTV 19% 18% TMF 19% 21% Grafiek 3.7.3: Naar welke televisiezenders kijkt men? Spitsrijders Niet-spitsrijders 30 Profiel van de spitsrijder 2005