INSTROOMPROFIEL OPLEIDING PROFESSIONELE BACHELOR IN DE VROEDKUNDE ARTEVELDEHOGESCHOOL



Vergelijkbare documenten
AANSLUITING BIJ VAKKEN & VAKOVERSCHRIJDENDE EINDTERMEN (VOETen)

INSTROOMPROFIEL OPLEIDING PROFESSIONELE BACHELOR IN DE VROEDKUNDE ARTEVELDEHOGESCHOOL

DEEL 1: HET VOET-BELEID

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

Wetenschappen. Algemene opleiding Studiegebied Algemene vorming AO AV Opleidingsprofiel secundair volwassenenonderwijs

Economie. Algemene opleiding Studiegebied Algemene vorming AO AV Opleidingsprofiel secundair volwassenenonderwijs

Moderne Talen - Wetenschappen. Algemene opleiding Studiegebied Algemene vorming AO AV Opleidingsprofiel secundair volwassenenonderwijs

AANSLUITING BIJ VAKKEN & VAKOVERSCHRIJDENDE EINDTERMEN (VOETen)

Economie - Wiskunde. Algemene opleiding Studiegebied Algemene vorming AO AV Opleidingsprofiel secundair volwassenenonderwijs

Wetenschappen - Wiskunde. Algemene opleiding Studiegebied Algemene vorming AO AV Opleidingsprofiel secundair volwassenenonderwijs

Moderne Talen - Wiskunde. Algemene opleiding Studiegebied Algemene vorming AO AV Opleidingsprofiel secundair volwassenenonderwijs

Jaarplan Jaarplan PAV 5dejaar

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING. Modulaire opleiding Wetenschappen - Wiskunde AO AV 011

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

1 ste graad 2 de graad 3 de graad. Communicatie. Creativiteit. Praatronde - klasraad (Vakoverschijdende eindtermen: Gemeenschappelijke stam)

DOCUMENT. Servicedocument VOET voor het vak ICT/Informatica. Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel VVKSO

DOCUMENT. Servicedocument VOET voor het vak ICT/Informatica. Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel VVKSO

Workshop levensverhalen van Duitse soldaten infobrochure voor leraren

Vakoverschrijdende Eindtermen. Secundaire school

VOET EN STUDIEGEBIED HANDEL

Interactieve rondleiding SO

Taalvaardigheid Preventie en remediëring. -betrokkenheid verhogende werkvormen creëren -een maximale -herformuleren de lln het probleem

Geschiedenis en VOET

Lichamelijke opvoeding en de vakoverschrijdende eindtermen (VOET) en ontwikkelingsdoelen (VOOD)

Educatief materiaal om te werken rond relaties en seksualiteit met de bijhorende VOET

WORKSHOP HET AFRIKAANSE SCHOONHEIDSIDEAAL

ASO - studierichtingen in VIA-TIENEN

WORKSHOP DE SMAAK VAN AFRIKA : proeven van de Oost-Afrikaanse keuken

Stagedoelstelling exploratiestage

Diocesane Pedagogische Begeleidingsdienst Brugge

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE

MAVO - PAV WORD. MAVO/PAV ten VOETEN uit

VOET-werking Sint-Lutgardis Mol

VOET EN STUDIEGEBIED PERSONENZORG

1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs

Basiseducatie LEERGEBIED Maatschappijoriëntatie (MO)

Academiejaar Programmagids. Vroedkunde (PBA) 1eBa Vroedkunde

IN SAMENHANG LEZEN Meer voorbeelden

DOELSTELLINGEN EN VOET BUURTAMBASSADEURS

EINDTERMEN Bosbiotoopstudie

DOELSTELLINGEN LESPAKKET OVERAL DNA

Lesvoorbereiding: Bouw (tegelzetter, metselaar, schilder)

Basiseducatie LEERGEBIED Maatschappijoriëntatie (MO)

WIE? WAT? WAAROM? HUMANE. wetenschappen. Infodocument voor ouders en leerlingen, door het GO! Atheneum Vilvoorde.

Lesvoorbereiding : Voedingsindustrie (beroepen : kwaliteitsverantwoordelijke, productieoperator en onderhoudstechnicus)

Eerste graad A-stroom

Hoe kan de school in het algemeen werk maken van het nieuwe concept (stam + contexten)?

Secundair onderwijs - Tweede graad ASO/KSO/TSO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen

Pedagogisch stappenplan voor de begeleider

Lesvoorbereiding: Metaal en Technologie (beroepen: lasser, elektricien, matrijzenbouwer, )

Lesvoorbereiding: Transport en logistiek (beroepen: planner, magazijnmedewerker en vrachtwagenchauffeur)

Academiejaar Programmagids. Verpleegkunde (PBA) 1eBa verpleegkunde

Lesvoorbereiding: Chemie, kunststoffen en life-sciences (beroep: Onderzoeker)

Informatiebrochure. Verkorte opleiding: Professionele Bachelor in de Verpleegkunde (Brugopleiding)

Overzicht van de leergebiedgebonden, leergebied-overschrijdende, vakgebonden en vakoverschrijdende eindtermen EHBO en de ontwikkelingsdoelen.

PROFESSIONELE BACHELOR ERGOTHERAPIE Modeltraject eerste jaar Semester 1 OPLEIDINGSONDERDELEN 2015/2016

TRAINING EN TOETSING BINNEN DE OPLEIDING. Professioneel Handelen

Lesvoorbereiding: Social Profit (begeleider in de kinderopvang, optieker, radioloog, verpleegkundige, sociocultureel werker)

Vakoverschrijdende eindtermen die van toepassing zijn tijdens de klimaatexcursie

Informatiebrochure. Verkorte opleiding: Professionele Bachelor in de Verpleegkunde (Brugopleiding)

1. Functionele gehelen

Basiseducatie LEERGEBIED Maatschappijoriëntatie (MO)

Vakoverschrijdende eindtermen en ontwikkelingsdoelen Jean Strynck, begeleider P.O.

Basiseducatie LEERGEBIED Maatschappijoriëntatie

STAGES IN ARBEIDS- EN ORGANISATIEPSYCHOLOGIE: FEEDBACKINSTRUMENT

Evaluatie stage extra muros

Vakoverschrijdende eindtermen op onze school

Latijn-wiskunde Latijn-moderne talen wetenschappen economie-wiskunde economie-moderne talen humane wetenschappen

Leraar en verantwoordelijkheden (LEV) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 Semester 4 X

pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching

pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching

VERKORTE BACHELOR VERPLEEGKUNDE NA VROEDKUNDE PXL-HEALTHCARE WERKEN & STUDEREN

Opleiding. Orthopedagogie. Code + officiële benaming van de module. E2 Samenwerkingsvaardigheden 2. Academiejaar Semester.

Eindtermen. Eindtermen Praktijk: Eindtermen Voetreflextherapeut.doc 1

Raad Hoger Onderwijs IDR / 12 juni 2012 RHO-RHO-ADV-010. Advies instapprofiel van de student hoger onderwijs

Psychopedagogische Competentie (PPC) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 Semester 2 X Semester 3 Semester 4

Hbo-bachelor verloskunde

ECTS-fiche. Graduaat orthopedagogie Gesuperviseerde praktijk

Verzamelen en interpreteren van gegevens

Communicatieve vaardigheden Ac 1

Voor elke competentie dient u ten eerste aan te geven in welke mate deze vereist is om het stageproject succesvol te (kunnen) beëindigen.

Stage in de gezondheidszorg. Een geïntegreerd model om continue competentiegroei te stimuleren

DOELSTELLINGEN EN VOET VAN COUDENBERG TOT KUNSTBERG

WORKSHOP. Type ASO TSO BSO KSO

ACADEMIEJAAR LEREN OP SCHOOL ÉN OP DE WERKPLEK. Graduaat in Maatschappelijk werk.

Basiseducatie LEERGEBIED Maatschappijoriëntatie

Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4

VOET EN STUDIEGEBIED ASO STUDIERICHTING: HUMANE WETENSCHAPPEN CULTUURWETENSCHAPPEN

Realiseren van VOET in Geschiedenis: leren leren I II III Leren leren

Transcriptie:

INSTROOMPROFIEL OPLEIDING PROFESSIONELE BACHELOR IN DE VROEDKUNDE ARTEVELDEHOGESCHOOL INLEIDING Heb ik het geschikte profiel om deze opleiding te starten? Heb ik het geschikte profiel om vroedvrouw te worden? Om bovenstaande vragen te kunnen beantwoorden willen wij je helpen aan de hand van dit instroomprofiel. In dit instroomprofiel vind je de kenmerken waaraan je als startende student best voldoet, maar ook aan de competenties waartoe je in de loop van de opleiding wordt opgeleid. In dit profiel hebben we niet alle kenmerken samengebracht, we beperken ons tot een aantal in het oog springende gegevens. MISSIE EN VISIE De opleiding Bachelor in de vroedkunde maakt de student competent om als vroedvrouw in de perinatale gezondheidszorg te functioneren. De vroedvrouw neemt binnen het terrein van de perinatale zorg de rol van diagnosticus, hulp en zorgverlener (begeleider), adviseur en voorlichter, onderzoeker, manager en professional op. De visie is opgenomen in de symboliek van de Competentiemozaïek van de vroedvrouw waarvoor de opleiding door het Nederlands Vlaams Accreditatieorgaan een Bijzonder Kwaliteitskenmerk ontving. De vroedvrouw is specialist in de normale verloskunde en is wettelijk bevoegd dit deelaspect van de geneeskunde zelfstandig en onder eigen verantwoordelijkheid te beoefenen. In een assisterende of aanvullende functie werkt de vroedvrouw met de medische specialisten samen om het voortplantingsgebeuren te begeleiden, te verbeteren of te herstellen. De vroedvrouw onderscheidt zich van andere gezondheidswerkers door haar gezonde doelgroep. De opleiding benadrukt het respect voor het humaan fysiologisch gebeuren en gelooft in het eigen kunnen van zwangere en barende vrouwen, moeders en hun directe omgeving. Het belang van het evenwicht met een technische benadering wordt vooropgesteld. Het opleidingsprogramma is modulair en competentiegericht samengesteld. Het denken in én het werken met competenties is een trend die samenhangt met de behoefte aan hedendaagse opleidingsconcepten die opleiding en beroepsuitoefening, onderwijs en arbeidsmarkt beter op elkaar helpen afstemmen. Het onderwijs wordt dus niet gezien als iets losstaand. Van bij de start van de opleiding wordt de beroepswereld van de vroedvrouw in de opleiding binnengehaald. Vooral de taken die een afgestudeerde moet kunnen uitvoeren en de kernproblemen waarmee ze in het beroepsleven geconfronteerd wordt staan centraal. Daarnaast wordt veel aandacht besteed aan het persoonlijk functioneren en de persoonlijke effectiviteit van de student. Het competentiegericht modulair curriculum is dus gericht op de competentieontwikkeling of competentiegroei van student tot vroedvrouw. Als voorbereiding op een attitude van levenslang leren staat het zelfsturend leren van de student centraal. Uiteraard zorgt een professionele begeleiding voor ondersteuning. PROFIEL NORMSTUDENT Interesse De opleiding richt zich naar de kandidaat student die graag zelfstandig werkt, geboeid wordt door de wetenschap van het mens worden en het mens zijn, zich aangetrokken voelt tot het dragen van grote verantwoordelijkheid, gefascineerd is door de kracht van het vrouw zijn, van het moeder worden en van het ouderschap, een diep respect heeft voor nieuw leven en de omgeving waarin het tot ontwikkeling komt. Een niet gemedicaliseerde visie ten aanzien van zwangerschap, geboorte en ouderschap draagt bij tot het snel ontwikkelen van competenties om het eigen kunnen van zwangere en barende vrouwen, en van jonge moeders te bevestigen en te ondersteunen. 1 19/07/2012

Attitude 1. zelfstandig 2. initiatief 3. stressbestendig 4. accuraat 5. contactbereid 6. empathie 7. betrouwbaar 8. assertief 9. respect voor privacy en eigenheid 10. in staat om grote medische verantwoordelijkheid op te nemen (voor het leven van moeder en kind) 11. flexibele houding ten aanzien van dagindeling, vrije dagen, vakantieregeling en stageplaatsen buiten Gent 12. wetenschappelijke instelling 13. graag studeren, een goede studiecapaciteit bezitten, bereid zijn om vooropgestelde tijd aan studie te besteden INFORMATIEBRONNEN BETREFFENDE OPLEIDING EN BEROEP Het is goed om onderstaande bronnen te raadplegen vooraleer een keuze voor een opleiding te maken. Het is belangrijk om je zowel te informeren over de opleiding als over het beroep. Vrij zoeken 1. Vrienden en familie 2. Informatie door Centra voor Leerlingenbegeleiding 3. Informatie in Secundaire school 4. Lezen van het beroepsprofiel: www.health.fgov.be/vesalius/factory/news/sagefemme/nl/sagefemme.htm o definitie van het beroep van vroedvrouw o internationaal ethische code voor vroedvrouwen o historische achtergronden die het profiel van de vroedvrouw beïnvloeden en kenmerken o visie op het beroep van vroedvrouw o wettelijke bepalingen die de opleiding en het beroep van vroedvrouw reglementeren o functies en kwalificaties van de vroedvrouw o beroepscontext van de vroedvrouw o participatie van de vroedvrouw in nationale en internationale structuren o nuttige adressen 5. Website beroepsverenigingen in binnen en buitenland. De volgende link is een aanrader om te reflecteren of vroedvrouw worden iets voor jou is: http://www.vlov.be/studenten/ 6. Kijkstage indien toestemming van een zelfstandige vroedvrouw of van ziekenhuisdirectie. Aanbod vanuit de hogescholen 1. SID in beurs in de verschillende provincies. 2. Infodagen per hogeschool, per opleiding. Aanbod vanuit de opleiding 1. Mogelijkheid om een lesdag te volgen onder de vorm van proefstuderen. 2 19/07/2012

2. Mogelijkheid tot een gesprek met een trajectcoach of medewerker. 3. Individuele informatie op infodag met inzage in het studiemateriaal, bezichtigen van het vaardigheidscentrum met praktijklokalen en ruime mogelijkheid tot individueel gesprek met medewerkers en studenten. VEREISTE STARTCOMPETENTIES De startcompetenties van een bacheloropleiding sluiten nauw aan bij de eindtermen van de derde graad zoals geformuleerd door het Ministerie Van Onderwijs (www.ond.vlaanderen.be/dvo/secundair/3degraad/index.htm ). We noteren enkele noodzakelijke gebieden en verduidelijken het belang voor de competentiegerichte opleiding tot vroedvrouw. ASO BSO KSO TSO VAKGEBONDEN EINDTERMEN Moderne vreemde Moderne vreemde Moderne vreemde talen Frans Engels talen Frans Engels talen Frans Engels Natuurwetenschappen VAKOVERSCHRIJDENDE EINDTERMEN (voet@2010) Gemeenschappelijke stam Leren leren Context 1: Lichamelijke gezondheid en veiligheid Context 2: Mentale gezondheid Context 3: Sociorelationele gezondheid Context 7: Socioculturele samenleving SPECIFIEKE EINDTERMEN Humane wetenschappen VAKGEBONDEN EINDTERMEN Talenkennis Je wordt opgeleid tot een vroedvrouw met een Europees geldig diploma, vandaar dat het internationale aspect in de opleiding belangrijk is. Er wordt op een wetenschappelijke wijze gewerkt, vandaar dat in cursusmateriaal naar anderstalige artikelen verwezen wordt, dat er een Engelstalig handboek gebruikt wordt en dat je voor het opmaken van de bachelorproef anderstalige literatuur zal lezen.: Je hoeft niet zelf een anderstalig artikel te schrijven. Je krijgt de kans om een buitenlandse stage te doen maar dit is vrijblijvend. Natuurwetenschappen De vakgebonden eindtermen biologie : deze eindtermen zijn een pluspunt maar geen noodzaak. De lessen anatomie en fysiologie houden rekening met een verschillend startniveau. Er wordt verwacht dat studenten ingaan op differentiatiecolleges en begeleidingssessies. De vakgebonden eindtermen chemie : deze eindtermen zijn een pluspunt voor het begrijpen van de fysiologie maar geen noodzaak. De vakgebonden eindtermen fysica 3 19/07/2012

: deze eindtermen zijn een pluspunt voor het begrijpen van de fysiologie maar geen noodzaak. VAKOVERSCHRIJDENDE EINDTERMEN (voet@2010) Gemeenschappelijke stam 1. Communicatief vermogen: verbale en non verbale taal en contactvaardigheid, zich moeiteloos onder andere mensen begeven, naar anderen toestappen en zich in gezelschap mengen. 2. Doorzettingsvermogen in de zin van wilskracht, keuzes kunnen maken en verantwoorden, ambitieus en moedig zijn. 3. Empathie in de zin van inlevingsvermogen en responsiviteit, het vermogen af te stemmen op de gesprekspartner en relationele gerichtheid. 4. Flexibiliteit: mentale soepelheid en veerkracht, relativeringsvermogen en stressbestendigheid. 5. Exploreren in de zin van actief zoeken naar situaties om de eigen capaciteiten te verbreden en verdiepen, leergierig zijn, durven en een actief aftasten van handelingsmogelijkheden 6. Initiatief in de zin van anticiperen, proactief handelen, wensen nastreven en taken aanpakken zonder dat het gevraagd wordt of zonder dat de omstandigheden ertoe dwingen. 7. Respect in de zin van verdraagzaamheid, hoffelijkheid, ethisch denken en handelen, verbondenheid met de eigen leefwereld en de ruimere samenlevingscontext, verantwoordelijkheid. 8. Verantwoordelijkheid in de zin van engagement en betrokkenheid, maar ook loyaliteit en effectbesef van eigen denken en handelen 9. Zelfbeeld in de zin van zelfkennis en realistisch zelfwaardegevoel, weet hebben van beperkingen en vertrouwen op capaciteiten, oprechtheid en authenticiteit. 10. Zorgvuldigheid in de zin van accuratesse, nauwkeurigheid en organisatievermogen, de wil om het werk goed te doen, bedachtzaam t.a.v. middelen en doel Leren leren Opvattingen over leren 1. Systematisch werken. Gericht leerstrategieën kiezen met het oog op te bereiken doelen. Deze eindtermen zijn zeer belangrijk in de opleiding en worden bij een instroomgesprek gemeten door een medewerker van de opleiding. Dit instroomgesprek is verplicht. Gedurende de eerste maand van de opleiding vult elke student een online taaltest en een LASSI test in die peilt naar leerstrategie, motivatie en taalniveau. De resultaten worden besproken in een gesprek met de individuele trajectcoach. De student reflecteert op de eigen leersituatie en formuleert daar waar nodig actiepunten. Er wordt specifieke begeleiding aangeboden maar het is aan de student om actief op deze uitnodiging in te gaan. Informatieverwerving Eindterm 2. Diverse informatiebronnen en kanalen kritisch kiezen en raadplegen met het oog op te bereiken doelen. Deze eindterm is belangrijk omdat je opgeleid wordt tot een zelfstandig en medisch beroep. Al van bij de start word je ingedeeld in studiegroepen en zal je deze competenties nodig hebben om opdrachten te kunnen oplossen en in studiegroep te bespreken. 4 19/07/2012

Informatieverwerking Eindterm 3. Verwerkte informatie vakoverstijgend en in verschillende situaties funtioneel kunnen toepassen. 4. Informatie kunnen samenvatten. Verloskunde is een natuurlijk maar onvoorspelbaar proces. Een normaal verloop van een zwangerschap, arbeid, bevalling en kraambed kan plots anders verlopen dan verwacht wordt. De vroedvrouw moet kunnen terugvallen op basiskennis, vaardigheden en attitudes die verwacht worden om veilige zorg aan moeder en kind te kunnen verlenen in alle situaties. Tijdens stage, examens wordt regelmatig gepeild naar deze basiskennis. Problemen oplossen Eindterm 5. Op basis van hypothesen en verwachtingen mogelijke oplossingswijzen realistisch inschatten en uitvoeren. 6. Evalueren van de gekozen oplossingswijze en de oplossing en indien nodig alternatieven opzoeken. Een probleemoplossend vermogen is een basisvereiste van elke vroedvrouw. Het handelen gaat steeds gepaard met reflectie. Het systematisch doorlopen van een reflectiecyclus garandeert een kwaliteitsvolle zorgverlening op basis van een levenslange en zelfsturende leerhouding. Regulering van het leerproces 7. Een realistische werkplanning op langere termijn maken. 8. Het leerproces sturen, beoordelen op doelgerichtheid en zonodig aanpassen. 9. Feedback kunnen geven en ontvangen over eigen leerervaringen. 10. Het eigen aandeel in slagen en mislukken inschatten. 11. Erkennen van de invloed van eigen interesses en waarden op de motivatie. Als hogeschoolstudent neem je het eigen leerproces in handen. Zowel in de hogeschool als op de stageplaats zal je via reflectieverslagen en feedbackformulieren beschrijven hoe het leerproces vordert, waar je staat en welke acties je onderneemt bij problemen. De neerslag wordt verzameld in een portfolio dat voor beoordeling voorgelegd wordt. Uiteraard krijg je daarbij begeleiding door je trajectcoach en lesgevers maar een fundamentele houding van het zelf reguleren, zelf doen wordt van jou verlangd. De professionele bacheloropleiding vraagt om discipline, zowel theoretisch voor de studie als praktisch bij de stage. Een realistische werk en tijdsplanning is noodzakelijk. Er wordt een gemiddelde studietijd van 42 uur per week voorzien. Studie en beroepsgerichte keuzebekwaamheid 12. Een zinvol overzicht verwerven over studie en beroepsmogelijkheden, dienstverlenende instanties met betrekking tot de arbeidsmarkt of de verdere studieloopbaan. 13. Bereidheid om alle studierichtingen en beroepen naar waarde te schatten. 14. Rekening houden met interesses en mogelijkheden bij de studie of beroepskeuze. 15. Kunnen reflecteren over de studie of beroepskeuze. Je kiest niet alleen voor een opleiding maar vooral voor een beroep. Bij het instroomgesprek zal gepeild worden naar je motivatie en naar de mate dat je informatie opgezocht hebt over 5 19/07/2012

de opleiding en het beroep. Er zijn veel geïnteresseerde kandidaten maar een realistische inschatting van interesses en studiemogelijkheden is cruciaal om de opleiding tot een goed einde te brengen. Context 1: Lichamelijke gezondheid en veiligheid Leefstijl en levenskwaliteit 1. Zich verzorgen en hygiënisch gedragen. 2. Het eigen lichaam leren kennen en adequaat reageren op lichaamssignalen. 3. Evenwicht vinden tussen werk, ontspanning, rust en beweging. 4. Een ergonomische en gevarieerde sta, zit, werk en tilhouding aannemen. 5. Gezonde keuzes maken in dagelijkse voeding. 6. Richtlijnen hanteren om hygiënisch om te gaan met voeding. 7. Dagelijks tijd nemen voor lichaamsbeweging. 8. Inschatten van risico s en gevolgen bij het gebruik van genotsmiddelen en medicijnen en assertief reageren in aanbodsituaties. 9. Voorzorgsmaatregelen nemen tegen risicovol lichamelijk contact. 10. Participeren aan gezondheids en veiligheidsbeleid op school. 11. Veiligheidsvoorschriften toepassen en voorzorgen nemen voor een veilige leef en werkomgeving. 12. Inroepen van hulp en toedienen van eerste hulp en cpr. 13. Toepassen van het verkeersreglement 14. Gebruiken van eigen en openbaar vervoer op een veilige manier. 15. Beseffen dat maatschappelijke fenomenen een impact hebben op veiligheid en gezondheid. Over een goede lichamelijke en geestelijke gezondheid beschikken is noodzakelijk om het beroep van vroedvrouw te kunnen uitoefenen. Als professionele zorgverlener heb je een voorbeeldfunctie en moeten bovenstaande eindtermen steeds gerespecteerd worden. Op stage zullen deze aspecten zeer sterk aan bod komen. Naast een grote aandacht voor zelfzorg zal de student vroedvrouw ook veel aandacht moeten hebben voor de lichamelijke gezondheid en veiligheid van moeder en kind. Context 2: Mentale gezondheid 1. Adequaat omgaan met taakbelasting en stressvolle situaties. 2. Gepast omgaan met vreugde, verdriet, angst, boosheid, verlies en rouw. 3. Probleemsituaties erkennen en hulp vragen, accepteren en aanbieden aan anderen. 4. Zich kunnen uiten over, en respectvol omgaan met vriendschap,verliefdheid, seksuele identiteit en geaardheid, seksuele gevoelens en gedrag. 5. Zich weerbaar opstellen. 6. Gebruiken van beeld, muziek, beweging, drama of media om zichzelf uit te drukken. 7. Herkennen van de impact van cultuur en kunstbeleving op het eigen gevoelsleven en gedrag en dat van anderen. Verloskunde is een onvoorspelbaar natuurlijk proces. Als kandidaat student moet je in staat zijn om flexibel om te gaan met stressvolle situaties en met zeer wisselende taakbelastingen. Zwanger worden, zwanger zijn, geboren worden,... zijn emotioneel gebonden gebeurtenissen met een sterke sociale en culturele invloed. Zwangerschap, geboorte en kraambed verloop vaak heel normaal. Toch kan het soms niet rooskleurig verlopen. Als student zal je geconfronteerd worden met emotionele situaties die een sterke impact kunnen hebben. Het 6 19/07/2012

is noodzakelijk dat je bij de start van de studie over een degelijke mentale gezondheid beschikt. Sterke interesse in zorgethiek is noodzakelijk. De student moet respect hebben voor personen met andere geaardheid, uit andere etnische groepen, uit andere culturen en met andere denkwijzen en overtuigingen. Context 3: Sociorelationele ontwikkeling Streven naar het ontwikkelen van relationele veelzijdigheid 1. Een relatie kunne opbouwen, onderhouden en beëindigen. 2. Het bestaan van gezagsverhoudingen en het belang van gelijkwaardigheid, afspraken en regels in relaties erkennen. 3. Verschillen accepteren en belang hechten aan respect en zorgzaamheid binnen een relatie. 4. Ongelijk kunnen toegeven en zich kunnen verontschuldigen. 5. Discreet handelen in situaties die dat vereisen. 6. Doorprikken van vooroordelen, stereotypering, ongepaste beïnvloeding en machtsmisbruik. 7. Bespreken van opvattingen over medische, psychische en sociale aspecten van samenlevingsvormen, veilig vrijen, gezinsplanning, zwangerschap en zwangerschapsafbreking. 8. Onbevangen en constructief wensen en gevoelens binnen relaties stellen en hierbinnen grenzen aanvaarden. 9. Zoekt naar constructieve oplossingen voor conflicten. 10. Beargumenteren, in dialoog met anderen, de dynamiek in hun voorkeur voor bepaalde cultuuruitingen 11. Gebruik maken van cultuuruitingen om begrip op te brengen voor de leefwereld van anderen. In de hogeschool leef je samen met medestudenten, op de stageplaats leef je samen met zorgvragers (zwangere vrouwen, pas bevallen moeders, partners, gezinnen, pasgeborenen,...) en gezondheidswerkers van verschillende disciplines. Er wordt relationele veelzijdigheid gevraagd en getraind van bij de start van de opleiding. Als vroedvrouw is interactie en communicatie zeer belangrijk bij de zorgverlening. Je bent een individuele zorgverlener die heel dicht bij de vrouw, het kind en haar partner staat in een intens levensmoment, het perinatale proces. Er worden heel wat communicatieve en relationele vaardigheden aangeleerd. Een grondhouding en interesse op dit gebied is noodzakelijk. Context 7: Socioculturele samenleving 1. De dynamiek in leef en omgangsgewoonten, opinies, waarden en normen in eigen en andere sociale en culturele groepen kunnen beschrijven. 2. Constructief omgaan met verschillen tussen mensen en levensopvattingen. 3. Het belang illustreren van sociale samenhang en solidariteit. 4. Lessen trekken uit historische en actuele voorbeelden van onverdraagzaamheid, racisme en xenofobie. De maatschappij evolueert, ook op het gebied van de verloskunde. Als student zal je op de stageplaatsen zorg verlenen aan personen met verschillende identiteit en met verschillende culturele en sociale achtergrond. Doorheen de opleiding komen deze elementen vaak aan bod. Interesse en open houding is noodzakelijk. 7 19/07/2012

Als vroedvrouw zal je altijd samen werken met andere zorgverleners. We noemen dit interdisciplinair werken. Bovenstaande eindtermen zijn heel belangrijk en worden als startcompetentie verwacht. SPECIFIEKE EINDTERMEN Humane wetenschappen Organisatie Organisatievormen zoals gezin, peergroep, sociale klasse en beroepsgroep omschrijven, in tijd en ruimte plaatsen en de functies ervan bespreken. De onderwijswerkvorm samenwerkend leren heeft een belangrijke plaats in de opleiding. Dit betekent dat je al op de introductiedag ingedeeld wordt in een studiegroep. Je leert er samenwerken in een gedifferentieerde groep. Dit betekent aanpassen aan mensen met verschillende meningen, verschillend studievermogen, verschillende leeftijd en achtergrond. Hoe beter de samenwerking, hoe mooier het resultaat. Alle spelers van de groep spelen een rol en de resultaten worden vastgelegd in product en procesverslagen. Je zal niet alleen leren om samen te werken maar ook om jezelf en elkaar te beoordelen. Interactie en communicatie 1. De interactie en de communicatie tussen personen, tussen groepen en tussen personen en groepen beschrijven én in concrete situaties analyseren. 2. Factoren herkennen die de communicatie en interactie tussen personen, tussen groepen én tussen personen en groepen beïnvloeden en deze kennis aanwenden om de communicatie en interactie te verbeteren. Als vroedvrouw is interactie en communicatie zeer belangrijk bij de zorgverlening. Je bent een individuele zorgverlener die heel dicht bij de vrouw, het kind en haar partner staat in een intens levensmoment, het perinatale proces. Er worden heel wat communicatieve en relationele vaardigheden aangeleerd. Een grondhouding en interesse op dit gebied is noodzakelijk. Identiteit, continuïteit en verandering 3. Aantonen dat de perceptie van persoonlijke identiteit en groepsidentiteit afhankelijk is van een aantal factoren en het persoonlijk en groepsgedrag beïnvloedt. 4. Opvattingen over de mens en over gelijkwaardigheid van mensen in historisch en cultureel perspectief plaatsen en deze opvattingen met actuele wereldbeelden verbinden. De maatschappij evolueert, ook op het gebied van de verloskunde. Als student zal je op de stageplaatsen zorg verlenen aan personen met verschillende identiteit en met verschillende culturele en sociale achtergrond. Doorheen de opleiding komen deze elementen vaak aan bod. Interesse en open houding is noodzakelijk. Expressie 5. Opvattingen over het ontstaan en de functies van emoties vergelijken en de socioculturele invloed op uitingen ervan aantonen. 8 19/07/2012

6. Illustreren dat opvattingen over lichaam en lichamelijkheid de relatie tussen mensen beïnvloeden en deze opvattingen in tijd en ruimte plaatsen. Zwanger worden, zwanger zijn, geboren worden,... zijn emotioneel gebonden gebeurtenissen met een sterke sociale en culturele invloed. Dit gegeven is doorweven in alle opleidingsonderdelen maar vereist geen specifieke startcompetentie. Waarden en normen Waarden herkennen in eigen opvattingen en in die van anderen en hiertegenover een genuanceerd standpunt innemen. Abortus, reanimatie, seksueel overdraagbare aandoeningen en AIDS,... zijn thema s die in de opleiding aan bod komen. Je wordt opgeleid tot vroedvrouw die professioneel handelt en daartoe is bovenstaande eindterm een grondhouding die van jou zal verwacht worden op stage. Kans tot slagen Een grote interesse in wetenschappen en gezondheidseducatie, een goede leerstrategie en inzet voor de studie, een goede motivatie die steunt op een juiste inschatting van het beroep. WAT MAG JE VERWACHTEN IN DE OPLEIDING Onderwijswerkvormen waarbij je actief leert en het leerproces zelf in handen neemt 1. Samenwerkend leren als onderwijswerkvorm met een beperkt aantal uren aanwezigheid op de hogeschool maar met veel zelfstudie. 2. De docent is niet alleen lesgever maar ook coach van je leerproces. 3. Aanbod van gerichte begeleidingsmomenten waarop je vrijblijvend kan intekenen maar die wel sterk aangeraden worden. Competentiegerichte beoordeling waarbij je zelf aantoont de noodzakelijke competentie verworven te hebben 1. Aangeleerde componenten als kennis, vaardigheden, attitudes van voorgaande jaren blijven als basis behouden tot het einde van de opleiding. Inzichtelijk studeren is noodzakelijk! 2. Belangrijk accent op reflecteren. De student toont via reflectie de competentiegroei aan. 3. De competentiegroei tot vroedvrouw wordt door de student vastgelegd in een persoonlijk portfolio. Op vastgelegde tijdstippen wordt een portfolio aangeboden aan de trajectcoah waardoor de student aantoont dat de competentie op een bepaald niveau of volledig verworven is. 4. Er zijn verschillende vormen van beoordeling aanwezig: instaptoets, voortgangstoets, mondelinge proef, schriftelijke proef, permanente evaluatie (vb. op stage, opdrachten die over een langere tijd lopen), self assessment, peer assessment, Praktijkonderwijs of stage met competentiegericht training en beoordeling De helft van de opleiding bestaat uit klinisch onderwijs nl. vaardigheidsonderwijs in het gebouw van de hogeschool en 42 weken stage op een stageplaats in binnen en of buitenland. Stages buiten Gent zijn verplicht. De student houdt rekening met verplaatsingsmogelijkheden (openbaar vervoer) en met verplaatsingstijd. 9 19/07/2012

Vrijblijvende mogelijkheid tot buitenlandse stage na positief advies op de selectieprocedure. Onregelmatige werkuren, weekendwerk en s nachts inslapen in het ziekenhuis zijn noodzakelijk om de volgende redenen: elke student moet tijdens de opleiding 40 bevallingen zelfstandig doen. Aangezien bevallen een fysiologisch gebeuren is én dus ook s nachts kan gebeuren is opstaan s nachts noodzakelijk. Uiteraard wordt het totaal aantal werkuren bewaakt, de student wordt begeleid door een mentor met wisselende werkuren. Om optimale begeleiding te garanderen volgt de student de uren van de mentor. Bereid zijn tot kritisch reflecteren over eigen handelen en dit neerschrijven in een feedbacken beoordelingsformulier. Hierbij verbeterdoelen met actieplan formuleren. Individuele begeleiding wordt aangeboden, je kan deze als hogeschoolstudent aanvragen Instroombegeleiding Begeleider trajectbeheer Individuele trajectcoaching Begeleiding door lesgever. Begeleiding door stagebegeleider en mentor. Leercoaching Switchcoaching Zorgcoaching Begeleiding door medewerker SOVOArte. Begeleiding door ombudsmedewerker. nr WAT ZIJN DE BEROEPSSPECIFIEKE COMPETENTIES VAN EEN VROEDVROUW Op basis van je persoonlijk portfolio zal je na afstuderen bij het solliciteren aan de werkgever kunnen aantonen dat je onderstaande competenties op het niveau van een beginnende beroepsbeoefenaar bereikt hebt. competentie 1 Via anamnese, observatie en onderzoek een normale zwangerschap bevorderen, vaststellen en beoordelen. 2 Via anamnese, observatie en onderzoek een normale baring bevorderen, vaststellen en beoordelen. 3 Via anamnese, observatie en onderzoek een normaal kraambed bevorderen, vaststellen en beoordelen. 4 Vroegtijdig risico s opsporen, afwijkingen van het fysiologisch geboorteproces vaststellen en doorverwijzen naar specialisten. 5 De vrouw in haar familiale en sociale context situeren en bij psychosociale crisissituaties doorverwijzen. 6 Via anamnese fertiliteitproblemen onderkennen en doorverwijzen naar een gynaecoloog. 7 Gynaecologische problemen onderkennen en doorverwijzen naar een gynaecoloog. 8 Prenatale controles uitvoeren en resultaten interpreteren om een normaal verloop op medisch, psychisch, sociaal en maatschappelijk gebied te begeleiden en te bevorderen. 9 Een fysiologische arbeid bevorderen, begeleiden en een bevalling zelfstandig doen. 10 19/07/2012

10 Tijdens de normale postnatale periode de noodzakelijke zorgen verlenen op medisch, psychisch, sociaal en maatschappelijk gebied aan moeder, kind en omgeving. 11 De vrouw met perinatale complicaties verzorgen en begeleiden, op voorschrift van én in nauwe samenwerking met gynaecologen, neonatologen en andere specialisten. Zij assisteert de gynaecoloog bij een pathologische geboorte. 12 Adequaat handelen in noodsituaties om de gezondheid van moeder en kind te maximaliseren. 13 De pasgeborene met complicaties observeren en verzorgen, en de ouders begeleiden, in samenwerking met neonatologen en andere specialisten. 14 Technische prestaties in reproductieve geneeskunde uitvoeren en koppels met vruchtbaarheidsproblemen begeleiden. 15 Vrouwen met gynaecologische pathologie verzorgen. 16 Gericht communiceren met de vrouw en haar familie doorheen preconceptie, zwangerschap, arbeid, baring en kraambed. 17 Seksuele en relationele voorlichting geven, met aangepaste informatie, rekening houdend met de leeftijd, de psychosociale en de culturele belevingswereld. 18 Gezondheidsvoorlichting en advies geven tijdens zwangerschap, arbeid, bevalling en kraambed aan vrouw, partner en omgeving. Tevens voorlichting en advies geven over zaken die verband houden met de gezondheid van de vrouw, rekening houdend met de weerslag op het leven met haar partner, haar gezin en omgeving. 19 Vanuit een kritische ingesteldheid t.o.v. het eigen handelen streven naar een best en evidence based midwifery practice. Leervaardigheden en attitudes aanwenden die helpen bij de verdere professionalisering. 20 Intramurale en extramurale praktijkvoering. 21 In team samenwerken en multidisciplinair samenwerken met andere gezondheidswerkers. 22 Zelfstandig professionele, kwalitatief hoogstaande zorg verlenen, vanuit een continuïteit van de verloskundige zorg. Een vertrouwensrelatie op met de vrouw opbouwen, met respect voor de keuze van de vrouw en haar helpend de verantwoordelijkheid op te nemen voor de gevolgen ervan. 23 Bij de beroepsuitoefening rekening houden met diversiteit en interculturele beleving van seksualiteit, vruchtbaarheid en geboorte. 24 Correct juridisch, binnen de grenzen van de deontologie, én vertrekkend vanuit de ethische waarden en normen handelen. INSCHRIJVING Door de inschrijving sluiten student en instelling een toetredingsovereenkomst. Het instellingsbestuur biedt bij inschrijving de keuze tussen een creditcontract, een diplomacontract en een examencontract. Er zijn twee soorten studietrajecten voorzien namelijk een modeltraject en een geïndividualiseerd traject. Het modeltraject voor de normstudent bestaat uit 180 studiepunten en wordt in zes semesters ingericht. Dit modeltraject kan in principe in drie academiejaren doorlopen worden. De student heeft directe toegang na het secundair onderwijs. Sinds het flexibiliseringsdecreet is een waaier aan mogelijkheden beschikbaar om op een verkort traject in te tekenen. De toewijzing van studievermindering wordt steeds bekeken per dossier. De 11 19/07/2012

kandidaat student vult het dossier in op basis van de informatie op de website en maakt een afspraak met de trajectbeheerder tania.vandenhove@arteveldehs.be. Geïnteresseerde kandidaten van Nederland zijn uiteraard van harte welkom. Het is noodzakelijk een VWO, een HBOV of een MBO4 diploma voor te leggen bij inschrijving. Een Propedeuse geeft eveneens toegang. Elke inschrijving wordt voorafgegaan door een instroomgesprek met een trajectcoach van de opleiding. In een open ontmoeting wordt gepeild naar motivatie, studiecapaciteit en realistisch beeld van de opleiding, het beroep en de tewerkstelling. De student bereidt het instroomgesprek voor op basis van het document op de website. De student krijgt mondeling advies met aanbevelingen voor de studie of voor heroriëntatie naar een andere studie/beroepskeuze. Bij de start van het academiejaar wordt dit document besproken met de trajectcoach en als instroominformatie aan het portfolio toegevoegd. Wij hopen je met deze informatie meer duidelijkheid te brengen en nodigen je graag samen met ouders en vrienden uit op één van de infodagen. Vriendelijke groeten, Mieke Embo, scoördinator Bachelor in de Vroedkunde mieke.embo@arteveldehs.be 12 19/07/2012