INHOUD I Inleiding II Uitvoeringslijn, situatie en maatregelen Uitvoeringsmatrix Oude situatie Huidige situatie Nieuwe situatie (na herijking) A1 vooraf B1 vooraf C1 vooraf A2 tijdens B2 tijdens C2 tijdens A3 achteraf B3 achteraf C3 achteraf II.1 Uitvoeringslijn voorafgaand aan mogelijke overlast (A1, B1, C1) II.2 Uitvoeringslijn tijdens ervaren overlast (A2, B2, C2) II.3 Uitvoeringslijn na ervaren overlast (A3, B3, C3) III Bijlagen 1. Stappenplan voor een meer objectiveerbaar leefbaarheidsadvies 2. Instrumentenkoffer (apart document) 2
I Inleiding Deze uitvoeringslijn hoort bij de herijking aanpak woonoverlast. In dit gedeelte wordt een aantal beleidspunten concreter uitgewerkt. Dit gebeurt aan de hand van een matrix waarin wordt aangegeven welke maatregelen vooraf (preventief), tijdens en achteraf worden genomen om woonoverlast tegen te gaan in de oude, de huidige en de nieuwe situatie. Slechts een deel van de volledige scoop van de aanpak van woonoverlast komt in deze uitvoeringslijn naar voren. Wel geeft dit voor een aantal zaken, waaronder de leefbaarheidstoets, een invulling. Tot slot staat in de bijlage de eerder opgestelde instrumentenkoffer. Deze geeft een overzicht van in te zetten maatregelen. II Uitvoeringsmatrix, situatie en maatregelen Oude situatie Huidige situatie Nieuwe situatie (na herijking) A1 vooraf B1 vooraf C1 vooraf A2 tijdens B2 tijdens C2 tijdens A3 achteraf B3 achteraf C3 achteraf II.1 Voorafgaand aan mogelijke overlast A1 oude situatie zijn vereist voor kamerverhuur en woningsplitsing, waarbij kamerverhuur afhankelijk is gesteld van een leefbaarheidstoets. Hierbij kan de buurtthermometer gebruikt worden als één van de instrumenten. Er zijn 4 gebieden aangewezen waarbij leefbaarheid een zodanig issue is dat hier geen kamerverhuurvergunningen worden verleend. Deze gebieden zijn Woensel-West, Limbeek- Noord en -Zuid, de Bennekel-Oost en Doornakkers-Oost en -West. Sturen naar aanleiding van meldingen Meldingen van woonoverlast komen op verschillende plekken en bij diverse partners binnen. Voorbeelden hiervan zijn het meldpunt woonoverlast, handhavingsverzoeken bij de afdeling handhaving, meldingen bij en signalering door de gebiedscoördinatoren en meldingen bij politie. Woningcorporaties kennen ieder hun eigen meldsysteem. De registraties zijn niet met elkaar verbonden. Dit bemoeilijkt een totaaloverzicht van woonoverlast in Eindhoven. En daarmee is pro-actie door bijvoorbeeld inzet van toezicht en handhaving in gebieden waar zich de meeste problemen voordoen lastig. B1 huidige situatie zijn vereist voor kamerverhuur en woningsplitsing, waarbij kamerverhuur afhankelijk is gesteld van een leefbaarheidstoets. Er zijn 4 gebieden aangewezen waarbij leefbaarheid een zodanig issue is dat kamerverhuurvergunningen niet worden verleend. Er is een rechtstreekse lijn tussen de 3
afdeling vergunningen en Bibob om te voorkomen dat een aanvraag van personen aan wie eerder een vergunning is geweigerd zonder Bibobtoets wordt beoordeeld. Gebiedscoördinatoren krijgen wekelijks een overzicht van ingekomen aanvragen vergunningen. Ze zijn daarmee in vroeg stadium op de hoogte van plannen en kunnen anticiperen. Sturen naar aanleiding van meldingen Het gemeentelijke meldpunt woonoverlast heeft een centralere plek gekregen binnen de website van onze gemeente. Meldingen van woonoverlast komen nog op verschillende plekken en bij diverse partners binnen. Voorbeelden hiervan zijn het meldpunt woonoverlast, handhavingsverzoeken bij de afdeling handhaving, meldingen bij of signalering door de gebiedscoördinatoren en meldingen bij politie. Woningcorporaties kennen ieder hun eigen meldsysteem. De registraties zijn niet met elkaar verbonden. Dit bemoeilijkt een totaaloverzicht van woonoverlast in Eindhoven. En daarmee is pro-actie door bijvoorbeeld inzet van toezicht en handhaving in gebieden waar zich de meeste problemen voordoen lastig. C1 nieuwe situatie na herijking Er komt voor Eindhoven een paraplu bestemmingsplan. Daarmee wordt een vergunning vereist voor zowel kamerverhuur als woningsplitsing. Beide worden afhankelijk gesteld van een leefbaarheidsonderzoek. Een eigenaar wordt meer verantwoordelijk gemaakt voor de leefbaarheid van en rond zijn pand. Dit gebeurt door het tekstueel opnemen van deze verantwoordelijkheden in de vergunning. De leefbaarheidstoets is objectiever gemaakt door de wegingsfactoren en de meting meer eenduidig te omschrijven. Door gebruik te maken van het nieuwe informatiesysteem met gekoppelde informatie wordt de omstandigheid dat een aanvrager met meerdere panden bij ons als slecht bekend staat, meegewogen bij nieuwe vergunningaanvragen. Dit kan, naast bekende huisjesmelkers, bijvoorbeeld ook gelden voor een studentendispuut. Deze worden niet gefaciliteerd met een nieuwe vergunning. Gebiedscoördinatoren hebben, naast wekelijks een overzicht van ingekomen aanvragen van vergunningen, ook beter inzicht in de problematiek in hun gebied met behulp van het nieuwe informatiesysteem. Daarmee kan de leefbaarheid in breder verband worden bekeken. Een punt dat nog uitgezocht moet worden en eventueel wordt aangekaart bij het Rijk is het niet overeenkomen van de beslistermijnen in de Wabo ten opzichte van een potentiële uiteindelijke weigering op basis van de wet Bibob. Dit betekent dat in voorkomende gevallen eerst een vergunning wordt verleend, die later moet worden ingetrokken op basis van de uitkomsten van Bibob. Sturen naar aanleiding van meldingen: intelligence led We gaan meer intelligence led werken. Dat realiseren we door systemen te koppelen waarin woonoverlast staat geregistreerd. Dit geeft meer inzicht en maakt informatiegestuurd werken beter mogelijk. Een voorbeeld hiervan is de inzet van toezicht en handhaving. Als bekend is waar de meeste problemen zich voordoen, dan kan de inzet gericht plaatsvinden. Van de volgende organisaties wordt informatie met betrekking tot woonoverlast gekoppeld: - politie 4
- woningcorporaties - woonoverlast teams (interdisciplinaire teams) - buurtbemiddeling - gemeente: o meldpunt woonoverlast o buiten beter app o vergunningen/splitsing/kamerverhuur De verschillen in registratie bij elke organisatie en de verschillen tussen gebruikte systemen maken het complex om de data in 1 overzicht te brengen. Rekening houdend met de privacy zullen publicaties nooit tot individueel niveau herleidbaar zijn. De verwachting is dat het systeem medio 2016 operationeel is. Een fictief voorbeeld van de visualisatie van de gecombineerde data staat hieronder. Inzet preventief: WIJeindhoven Preventief zetten we in op het weerbaarder maken van onze inwoners. Met WIJeindhoven investeren we in de juiste zorg en het aanleren van de juiste vaardigheden om je staande te kunnen houden. 5
II.2 Tijdens overlast A2 oude situatie Melden Melden gebeurt via het meldpunt woonoverlast, bij de betreffende corporatie, bij de politie en, afhankelijk van het soort probleem, bij bijvoorbeeld de gebiedscoördinator, de afdeling handhaving of vergunningen. Meldingen van woonoverlast komen op verschillende plekken en bij diverse partners binnen. B2 huidige situatie Melden Het gemeentelijke meldpunt woonoverlast heeft een centralere plek gekregen binnen de website van onze gemeente. Meldingen van woonoverlast komen nog op verschillende plekken en bij diverse partners binnen. C2 nieuwe situatie Melden Het gemeentelijke meldpunt woonoverlast wordt ook bereikbaar via een app, naast via het klantencontactcentrum en via de gemeentelijke website. Binnen de gemeente worden systemen zo aan elkaar gekoppeld dat zichtbaar wordt of over de persoon en/of op het adres meerdere zaken spelen (bijvoorbeeld lopende acties bij de afdelingen vergunningen en handhaving). II.3 Na ervaren overlast A3 oude situatie Woonoverlast wordt niet apart opgepakt. Wel is er een aanpak van panden zonder kamerverhuurvergunning, (bouwkundige) splitsingsvergunning, en/of bouwvergunning. In een handhavingstraject is het 4 weken begunstigingstermijn in de vooraankondiging en in de daarop volgende last onder dwangsom 20 weken begunstigingstermijn (5 maanden). Aanpak overlastgever Het meldpunt maakt een eerste inschatting van de problematiek en of deze gemeentelijk dan wel door een partner kan worden aangepakt. Geëscaleerde cases worden behandeld in het woonoverlast team (zitting hierin door diverse partners). Corporaties pakken in eerste instantie zelf hun cases op. Buurtbemiddeling kan door inwoners zelf worden ingeschakeld. 6
B3 huidige situatie Aan de hand van klachten over vergunningen wordt overlast aangepakt. Op basis van signalen, verzoeken om handhaving en input vanuit de afdeling veiligheid vindt er 1x per maand een woonoverlastavond plaats. Op deze avond worden met een integraal team (onder andere gemeente, politie en elektrotechnisch bedrijf) panden bezocht. Tegen geconstateerde gebreken en/of illegale situaties wordt vervolgens handhavend opgetreden. Ten aanzien van een illegale vergunningssituatie waarbij woonoverlast speelt is de begunstigingstermijn verkort. In een handhavingstraject wordt eerst een vooraankondiging gedaan met een begunstigingstermijn van 4 weken, daarna volgt een last onder dwangsom waarbij de begunstigingstermijn is teruggebracht van 5 naar 3 maanden. Aanpak overlastgever Het meldpunt maakt een eerste inschatting van de problematiek en of deze gemeentelijk dan wel door een partner kan worden aangepakt. Geëscaleerde cases worden behandeld in het woonoverlast team (zitting hierin door diverse partners). Corporaties pakken in eerste instantie zelf hun cases op. WIJeindhoven is voor hulpvragen het eerste aanspreekpunt. C3 nieuwe situatie Bij herhaalde overlast wordt het gesprek aangegaan met de eigenaren waarbij hiervan het meeste effect wordt verwacht. Input voor dergelijke recidivepanden kan vanuit verschillende bronnen komen. Voorbeelden zijn de afdeling veiligheid, de afdeling handhaving en gebiedscoördinatoren. Recidivepanden kunnen ook worden afgeleid uit het nieuwe informatiesysteem. Vanuit deze werkwijze kan het informatiesysteem steeds beter gevuld worden met relevante informatie, vervolgens kunnen uit het systeem analyses worden gemaakt en kan bekeken worden welk wijken meer aandacht/aanpak nodig hebben. De woonoverlastavonden met de integrale aanpak blijven bestaan. Bij het Toezicht en Handhavingsprogramma 2016 wordt voorgesteld om extra capaciteit voor de inspectie bij woonoverlast en voor juridische ondersteuning van de handhaving in te zetten, samen 1 fte. Aanpak overlastgever Voor de aanpak is gekozen voor een piramidale aanpak. De structuur van deze woonoverlastpiramide, met een centrale plek voor het meldpunt Woonoverlast en gecoördineerd vanuit het Gemeentelijk De-escalatie Team (GDT), is op dit moment gerealiseerd (figuur op de volgende bladzijde). De aanpak van cases in deze structuur zal zich de komende tijd ontwikkelen. Langs deze piramide, waarin WIJeindhoven aan de basis een belangrijke rol heeft, vindt de aanpak van cases en hun op- en afschaling plaats. Met de ontwikkeling van WIJeindhoven komt het accent steeds meer te liggen bij de basis van de aanpak, de voorkant. Bij de aanpak is het gedrag van mensen leidend, waarbij eerst wordt uitgegaan van het oplossend vermogen van de inwoners zelf, bijvoorbeeld door buurtbemiddeling of een cursus hoe je iemand effectief kunt aanspreken op ongewenst gedrag. Pas als de basis, allereerst de inwoners zelf en vervolgens WIJeindhoven, geen oplossing biedt wordt opgeschaald. In het GDT - bij de zwaarste cases - werken gemeente, verhuurders, hulpverleners, politie en Openbaar Ministerie samen. Daarbij 7
is vaak sprake van een combinatie van zorg aan de ene kant en meer repressieve maatregelen aan de andere. Een speciale plek in de aanpak wordt ingeruimd voor de Skaeve Huse. Deze voorziening biedt plaats aan personen die in het reguliere maatschappelijk verkeer structureel en niet te corrigeren overlast veroorzaken. 8
Bijlage 1 STAPPENPLAN VOOR EEN MEER OBJECTIVEERBAAR LEEFBAARHEIDSADVIES Oude situatie Voorheen werd de leefbaarheidstoets uitgevoerd door het invullen van het formulier beoordeling leefbaarheidstoets ten behoeve aanvraag omzettingsvergunning. Bij dit formulier zat geen toelichting of instructie. Van de meldingen werden navraag gedaan bij de politie en werd het systeem van binnengekomen meldingen bij het gemeentelijke klantencontact centrum geraadpleegd. In buurten waar kamerverhuur een issue is werd een bewonersorganisatie actief benaderd. Huidige situatie: De huidige instructie voor een gebiedscoördinator, met als doel een concreter en objectiever leefbaarheidsadvies: 1. Kijk of het een bestaand kamerverhuurpand is of een nieuwe. In geval van een bestaand pand zou je op objectniveau (nl. voor het pand zelf) navraag moeten doen of er klachten over het specifieke pand bekend zijn Daarnaast kijk je straat/wijkgericht. 2. Check meldingen/klachten/(handhavings-)dossiers intern: via meldpunt woonoverlast, T&H meldingen, KCC en Key 2 activiteiten (handhavingsdossiers). 3. Check meldingen/ klachten/registraties extern bij politie van afgelopen half jaar. Check deze op mogelijke relevantie op woonoverlast/ kamerverhuur gerelateerde klachten (inbraak is m.i. bijvoorbeeld geen relevante klacht). Noem de relevante klachten ook in je leefbaarheidsadvies (daarmee maak je het tastbaar/objectiveerbaar). 4. Zijn er signalen/ berichten/ informatie vanuit bewonersverenigingen/ bewonersorganisaties? Dit gaan we actief ophalen. Deze signalen hebben nl. meer draagvlak dan op zichzelf staande signalen van één persoon/een bewoner. 5. Check je eigen bevindingen, waarnemingen, gevoelens, en leg deze naast de bovenstaande signalen informatie van 1 t/m3. Worden die bevestigd of niet? Benoem dit ook in het advies. 6. Voor zover het slechts een gevoel betreft, zie of het gevoel objectiveerbaar is via harde feiten/cijfers. Bijvoorbeeld, vind je dat er hoge parkeerdruk is, check bij afdeling verkeer (Marieke Hoogendoorn, Rudy Stevens, Richard Gielen) of er voor die straat of wijk een parkeeronderzoek bekend is dat je gevoel staaft. Of vind je dat er gevoelsmatig veel kamerverhuur plaats vind, check dit via gemeentelijke (vergunning)systemen of feitelijke situatie ter plaatse (bv meerdere deurbellen op 1 adres/ veel fietsen voor een pand). 7. Directe insluiting van een regulier bewoond pand door aan weerszijden twee kamerverhuurpanden is een sterk negatieve indicatie. 9
8. Aan de hand van voorstaande gegevens, informatie concludeer of de toevoeging van dit pand leidt tot een ontoelaatbare inbreuk op het geordend woon- en leefmilieu. Belangrijke tip 1: Neem de ruimte voor de afwegingen, de motivering is erg belangrijk hoe je komt tot je conclusie, de ruimte op het adviesformulier lijkt beperkt maar neem de ruimte voor de motivering. Belangrijke tip 2: Bij twijfel positief /negatief advies zijn de lastigste dossiers, deze vergen dus een bredere motivering, laat die afwegingen zien in je advies en geef een duidelijk eindoordeel. Positief oordeel waarbij geen signalen bekend zijn en gevoel bevestigd dit, dan begeeft dit weinig motivering. 10
Bijlage 2 INSTRUMENTENKOFFER (als apart document meegestuurd) 11